Recht en bestuur - Thema
- 13115 keer gelezen
Dit artikel behandelt de facetten van medeplegen door drie verschillende arresten te bespreken. De drie arresten geven een overzicht van het geld recht ten aanzien van drie belangrijke facetten van medeplegen.
De reikwijdte van medeplegen is in de loop van de tijd aanzienlijk verruimd. De hoofdverantwoordelijkheid voor het plaatsvinden van het strafbaar feit kan buiten de fysieke uitvoering evengoed wortelen in een zwaarwegende rol in de voorfase van het delict. Het open criterium dat de Hoge Raad is ‘een zodanige bewuste en nauwe samenwerking’ dat er sprake is van medeplegen.
Het criterium ‘voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen’ is volgens de Hoge Raad een open norm. Het onderscheid dat de Hoge Raad maakt is niet heel helder. Duidelijk is dat het kernverwijt bij medeplegen een objectief aspect kent: het gewicht van de individuele bijdrage. Het subjectieve aspect kan verschillend worden ingevuld. Of de Hoge Raad nu al dan niet een subjectief aspect toekent aan het kernverwijt bij medeplegen, helder is dat hij in het arrest de nadruk legt op de objectieve zijde van de samenwerking en het gewicht van het individuele aandeel van de medepleger in het delict. De subjectieve zijde van de samenwerking – de ‘bewuste samenwerking’, mogelijk in de zin van een ‘bewust nauwe samenwerking’ – wordt niet nader uitgewerkt. Om die reden laat de wijze waarop de Hoge Raad medeplegen inkadert zich karakteriseren – voor wat het waard is – als een gematigd-objectieve benadering.
Elke medepleger moet een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het delict. Het eisen van een wezenlijke bijdrage geeft uitdrukking aan het belang om medeplegen en medeplichtigheid van elkaar te onderscheiden. Ook wil de Hoge Raad de eisen aan de individuele bijdrage bij medeplegen gelijk trekken aan een in vereniging gepleegd delict. De wezenlijke bijdrage wordt vervolgens in de context van het samenwerkingscriterium geplaatst. Vervolgens wijst de Hoge Raad op de noodzaak van een deugdelijke motivering van de bewezenverklaring van medeplegen in zaken waar bewust en nauw is samengewerkt, zonder dat het delict gezamenlijk is uitgevoerd.
De Hoge Raad gebruikt dus een vage deelnemingsnorm die de feitenrechter de ruimte geeft om zijn oordeel op te baseren op een niet-gelimiteerde hoeveelheid feiten en omstandigheden. Het overzichtsarrest geeft wel twee nieuwe punten. De Hoge Raad maakt een gradueel onderscheid tussen medeplegen en medeplichtigheid (gewicht van de bijdrage). De tweede is gelegen in de vereiste kwaliteit van de bijdrage van de medepleger. Er moet een wezenlijke bijdrage zijn geleverd aan het delict.
In deze zaak staat niet ter discussie dat de bewuste en nauwe samenwerking was gericht op de hoteloverval. De kernvraag is of die samenwerking zich ook uitstrekte tot de tenlastegelegde feiten die verband hielden met het gevaarlijke rijgedrag: het medeplegen van primair de opzettelijke levensberoving van de voetganger (artikel 287 Sr), dood door schuld in het verkeer (artikel 6 WVW) en kortweg het veroorzaken van gevaar voor de verkeersveiligheid (artikel 5 WVW). Het probleem was dat verdachte mogelijk slechts bijrijder is geweest, terwijl niet kon worden vastgesteld dat vooraf afspraken waren gemaakt over een eventuele vlucht en evenmin bleek dat de bijrijder tijdens de vlucht wezenlijke invloedheeft uitgeoefend op het rijgedrag van de bestuurder. Het Hof verbond hieraan de conclusie dat het gevaarlijke rijgedrag daarmee niet in bewuste en nauwe samenwerking was begaan. Om die reden sprak het Hof de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten die daarmee verband hielden.
De advocaat-generaal spreek van een gezamenlijk plan in de sleutel van voorwaardelijk opzet: is het rijgedrag als ‘reële mogelijkheid’ ingebakken in het gezamenlijke plan om het hotel te overvallen, dan kan de verdachte ‘geacht’ worden ‘voorwaardelijk opzet’ te hebben gehad op het gevaarlijke rijgedrag.
Voor het redelijkerwijs toerekenen van het gevolg aan (een gedraging van) de verdachte is vereist dat wordt vastgesteld dat dit gedrag een onmisbare schakelkan hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot het gevolg hebben geleid. Ook moet aannemelijk zijn dat het gevolg met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door de gedraging van de verdachte is veroorzaakt.’ Aldus de Hoge Raad in de Groninger HIV zaak. De Hoge Raad lijkt enkel een causaliteitsverband te eisen.
Er wordt een algemeen aansprakelijkheidsmodel ontwikkeld. In dit aansprakelijkheidsmodel krijgt medeplegen een meer objectieve invulling omdat de aansprakelijkheidsgrond berust op gezamenlijke gevaarzetting. De causaliteit wordt neergezet als een zelfstandige factor: het over en weer toerekenen van gedragingen tussen medeplegers wordt genormeerd door de eerste twee delen van de drietrapsraket; samenwerking en causaliteit. De medepleger hoeft géén opzet te hebben op de gedraging van zijn mededader. Toegepast op de Nijmeegse scooterzaak: vereist is een causaal verband tussen samenwerking en rijgedrag, niet geëist wordt dat het opzet van de verdachte op dat rijgedrag is verricht.
Er is ingegaan op de eisen die worden gesteld aan de voor medeplegen vereiste samenwerking. Die samenwerking heeft betrekking op een strafbaar feit. Het volgende heeft betrekking op het medeplegen van een opzetdelict. Het heersende uitgangspunt is dat dit opzet in ieder geval moet zijn gericht op de bestanddelenvan de delictsomschrijving die door het opzetbestanddeel worden bestreken. Het komt naar voren in het vereiste van globaal opzet.
In de globaal opzet-rechtspraak komt naar voren dat de Hoge Raad van de deelnemer ‘globaal opzet’ verlangt ten aanzien van de vervullingswijze van het opzetdelict. De auteur geeft aan dat het gaat om een op de deelnemingsvormen toegesneden inkleuring van opzet.Jurisprudentie over medeplegen en medeplichtigheid laat inderdaad zien dat de Hoge Raad voor beide deelnemingsvormen min of meer dezelfde eisen stelt aan het opzet: de medepleger hoeft niet op de hoogte te zijn van de ‘precieze gedragingen van zijn mededader’, terwijl het opzet van de medeplichtige niet de ‘precieze uitvoeringswijze’ van het misdrijf omvat
Het kenmerk van de globaal opzet-jurisprudentie die hiervoor is besproken, is dat het opzet van de medepleger niet hoeft te zijn gericht op kortweg de precieze uitvoeringswijze die wél is tenlastegelegd. In deze zaak had de verdachte in bewuste en nauwe samenwerking met zijn mededaders gepoogd om een gewapende overval te plegen op een hennepkwekerij. De overwegingen van de Hoge Raad kunnen inhouden dat materieelrechtelijkniet is vereist dat het opzet van de medepleger ook is gericht op de vervullingswijze van de delictsomschrijving. Anders zou het gemaakte onderscheid tussen delictsomschrijving en tenlastelegging overbodig zijn. Als dit inderdaad het geval is, dan heeft de betrokkenheid van het opzet op de manier van vervullen van het delict enkel een formeelrechtelijke oorzaak: de inrichting van de tenlastelegging.
Aansprakelijkheid van de medepleger wordt van een betere grondslag voorzien, wanneer de vervullingswijze van het opzetdelict wordt beoordeeld vanuit de causaliteit in plaats van vanuit het opzet van de medepleger. Zo kan dat opzet worden beperkt tot delictsbestanddelen, en hoeft dat opzet niet (globaal) te zijn gericht op de tenlastegelegde vervullingswijze daarvan
Met het Overzichtsarrest benadrukt de Hoge Raad het gewicht van individuele bijdrage van de medepleger aan het delict. De overwegingen in de Nijmeegse scooter zaak gaan over de reikwijdte van de bewuste en nauwe samenwerking bij samenhangende delicten. Daarbij gebruikt de Hoge Raad een waarschijnlijkheidsredenering. Het arrest NJ2014/502 handelt over het opzet dat van de medepleger is vereist ten aanzien van de tenlastegelegde vervullingswijze van het opzetdelict.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1503 | 1 |
Add new contribution