Inleiding Europees Recht - UU - Werkgroepopdrachten 2016/2017 - Week 3

Vragen

Vraag 1

Geef aan welk van de onderstaande stellingen juist is. Beargumenteer je antwoord.

  1. Verbindende rechtsinstrumenten van de Unie omvatten: verordeningen, richtlijnen, besluiten en aanbevelingen.

  2. Een verordening heeft algemene strekking en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

  3. Een richtlijn heeft een algemene strekking en is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is.

  4. Een richtlijn heeft een algemene strekking en is verbindend in al haar onderdelen.

Vraag 2

Welke belangrijke kwalificaties heeft het Hof van Justitie in het arrest Van Gend en Loos aan de Europese Unie gegeven? Beargumenteer je antwoord.

  1. Het Hof verklaarde dat de EEG een nieuwe rechtsorde is.

  2. Het Hof verklaarde dat de EEG een autonomie rechtsorde is. -> Costa/ENEL

  3. Het Hof verklaarde dat de EEG een eigen rechtsorde is.

  4. Het Hof verklaarde dat de EEG een rechtstreeks werkende orde is.

Vraag 3

Welke kenmerken van de Unie heeft het Hof in Van Gend en Loos gebruikt ter onderbouwing hiervan? (meerdere antwoorden zijn juist). Beargumenteer je antwoord.

  1. Instelling van een gemeenschappelijke markt is het oogmerk van de EEG.

  2. De gemeenschappelijke markt betreft direct de burgers in de LS.

  3. De gemeenschap is voorzien van rechtspersoonlijkheid en handelingsbevoegdheid, van vertegenwoordigingsbevoegdheid op het internationale vlak.

  4. Bij verdrag zijn organen met eigen bevoegdheden in het leven geroepen (overgedragen door LS).

  5. De gemeenschap is opgericht voor onbepaalde tijd.

Vraag 4

In haar arrest Costa ENEL heeft het Hof van Justitie het voorrangsbeginsel geformuleerd. Waarom is het beginsel van voorrang van Europees recht essentieel voor het functioneren van de Europese rechtsorde? Beargumenteer je antwoord.

Casusvragen

Het bedrijf Supra Saltus is gespecialiseerd in de ontwikkeling van tuinspeelgoed voor kinderen tot 12 jaar en is gevestigd in Finland. Supra Saltus heeft onlangs in Finland twee nieuwe speeltoestellen geproduceerd. Het betreft de volgende twee toestellen:
1) De Nopea-glijbaan, die uitsluitend bedoeld is voor publieke speeltuinen, en
2) De Humora-nestschommel, die is bedoeld voor privégebruik.
Deze producten zijn in 2016 ook op de Duitse en Nederlandse markt gebracht. De Nopea-glijbaan is hoger en daardoor spectaculairder dan andere glijbanen in publieke speeltuinen. De nieuwe Humora-nestschommel maakt gebruik van de bijzonder sterke Wickey©-kettingen waardoor meerdere kinderen plaats kunnen nemen in de schommel. Op een zonnige dag in april 2016 spelen Edie en Pam in een openbare speeltuin in Rotterdam op een Nopea-glijbaan. Tijdens het spelen raakt Pam gewond doordat zij onderaan de glijbaan met Edie botste. Hierdoor is ze met haar gezicht op de rand van de glijbaan gevallen. Een paar dagen later spelen Edie en Pam met de Humora- nestschommel in de tuin van hun opa. Tijdens het schommelen komt een van de kettingen los. Edie en Levi vallen op de grond en Levi breekt zijn been. In verband met deze twee ongevallen neemt de Nederlandse Voedsel & Warenautoriteit een besluit waardoor ogenblikkelijk de verkoop van alle in Finland geproduceerde speeltoestellen tijdelijk wordt verboden totdat er nader onderzoek is gedaan naar de veiligheid ervan. Daarnaast verbiedt de Voedsel & Warenautoriteit tot nader orde alle reclame op televisie en in tijdschriften en kranten voor netschommel (ongeacht hun plek van herkomst) die Wickey©-kettingen gebruiken. Door de maatregelen van de Nederlandse Voedsel & Warenautoriteit daalt de verkoop van de producten van Supra Saltus in Nederland drastisch.

Vraag 5- rechtstreekse werking

De advocaten van Supra Saltus dagvaarden de Nederlandse staat namens hun cliënt voor de rechtbank in Den Haag. Zij voeren onder meer aan dat de door de Voedsel & Warenautoriteit genomen maatregelen in strijd zijn met Art. 34 Wv en met Richtlijn 2009/48/EG betreffende de veiligheid van speelgoed (ga op zoek naar de Richtlijn). De Rechtbank Den Haag buigt zich allereerst over de vraag of artikel 34 Wv en Richtlijn 2009/48/EG rechtstreeks door Supra Saltus kan worden ingeroepen jegens de Nederlandse Staat.

a) Aan welke voorwaarden dient een bepaling van EU-recht te voldoen alvorens deze voor de nationale rechter ingeroepen kan worden?

b) Heeft Art. 34 Wv rechtstreekse werking? Motiveer uw antwoord.

c) Ga op zoek naar Richtlijn 2009/48/EG. Analyseer de richtlijn en beantwoordde volgende vraag: Kan Supra Saltus zich tegenover de Nederlandse staat voor de nationale rechter beroepen op Art. 12 van Richtlijn 2009/48/EG om het verkoopverbod van de nestschommel en de glijbaan aan te vechten? In uw antwoord dient u eerst in te gaan op de personele en materië le werkingssfeer van Richtlijn 2009/48/EG.

d) Stel dat de advocaten van Supra Saltus zich voor de nationale rechter op een verordening in plaats van op een richtlijn hadden willen beroepen, was uw antwoord op de vorige vraag dan anders geweest?

Vraag 6- EU-recht conforme interpretatie

Analyseer de zaak Von Colson en Kamann (zaak 14/83, Reader). Beantwoord daarna de volgende vragen:

a) Waarom had de gelijke behandeling richtlijn geen directe werking?

b) Welke alternatieve vorm van doorwerking introduceert het Hof in deze zaak? En waarom?

c) Wat zijn de voorwaarden om gebruik te maken van deze vorm van doorwerking en aan welke grenzen is dit gebonden? Verwijs naar relevante rechtsbronnen.

d) Hoe verhoudt deze vorm van doorwerking zich tot het direct inroepen van een bepaling van Europees recht voor de nationale rechter?

Vraag 7- Staatsaansprakelijkheid

Analyseer het arrest Brasserie du Pêcheur.

a) Wat was in Brasserie du Pêcheur de feitelijke situatie die voor het Hof aanleiding gaf om het leerstuk van de staatsaansprakelijkheid toe te passen?

b) Licht toe waarom het volgens het Hof ondanks het bestaan van het leerstuk van de directe werking ook mogelijk moet zijn voor particulieren om een beroep op het leerstuk van de staatsaansprakelijkheid te kunnen doen.

c) Welke situaties kunt u bedenken waarin het voor de rechter zowel niet mogelijk is om het leerstuk van directe werking é n het leerstuk van conforme interpretatie toe te passen, en waarin aan een individu dus slechts een beroep op staatsaansprakelijkheid openstaat?

Bekijk opnieuw de casus.
De advocaten van Supra Saltus vinden dat het verkoopverbod van alle in Finland geproduceerde speeltoestellen in strijd is met Art. 34 Wv. Ter compensatie van de door Supra Saltus geleden schade (gederfde inkomsten) eisen ze een schadevergoeding ter hoogte van € 2,5 miljoen van de Nederlandse staat.

d) Beargumenteer uitgebreid aan de hand van het arrest Brasserie du Pêcheur of Supra Saltus in aanmerking komt voor een schadevergoeding.

Vraag 8- Faccini Dori

Analyseer de zaak Faccini Dori (zaak C-91/92) en beantwoord de volgende vragen.

a) Welke rechtsvragen dient het rechterlijk orgaan te beantwoorden?

b) Wat is het uiteindelijke antwoord van het orgaan op de gestelde rechtsvragen en wat was de motivering van het rechterlijk orgaan om tot deze conclusie te komen?

Vraag 9 - Prejudiciële procedure

Tijdens deze cursus zult u regelmatig uitspraken van het Hof van Justitie bestuderen die in het kader van de prejudicië le procedure (art. 267 Wv) zijn gedaan. Licht toe wat de procedure inhoudt, wat de bevoegdheden/taken van het Hof van Justitie en de nationale rechters zijn in de procedure en wat het belang van deze procedure is.

Antwoordindicatie

Vraag 1

B is juist, volgens artikel 288 VWEU is een richtlijn verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen. De verordening is rechtstreeks toepasselijk.

Vraag 2

D) In het arrest Van Gend & Loos bepaalde het Hof dat Unierecht rechtstreeks doorwerkt in het nationale recht van de lidstaten.

Vraag 3

  1. Juist, volgens Van Gend & Loos: overwegende dat het oogmerk van het EEG-Verdrag, namelijk de instelling van een gemeenschappelijke markt.

  2. Juist, de ingezetenen rechtstreeks betreft.

  3. Onjuist, staat in Costa/ENEL

  4. Juist, die zich over de regeringen heen richt tot de volken en wel zeer duidelijk door het in leven roepen van organen, bekleed met soevereine rechten welker uitoefening zowel de lidstaten als hun burgers raakt.

  5. Onjuist, staat in Costa/ENEL

Vraag 4

Door het beginsel van voorrang heeft het Europees recht voorrang gekregen op het nationale recht. Hierdoor is iedereen verbonden aan het Europees recht en is het voor iedereen hetzelfde, als het nationale recht voor zou gaan, geldt voor iedere lidstaat ander recht, waardoor er geen sprake meer is van eenheid. Als er geen voorrang is, kan de nationale rechter het Europees recht aan de kant schuiven, waardoor het eigenlijk geen zin heeft om Europees recht te hebben. De hele EU heeft dan geen zin meer eigenlijk. Het voorrangsbeginsel is een soort functioneel recht om het Europees recht te laten slagen.

Vraag 5

a. Er is sprake van rechtstreekse werking als een bepaling onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is geformuleerd. Een belangrijke extra voorwaarde voor rechtstreekse werking van richtlijnen is dat de omzettingstermijn ervan is verstreken. De maatregel moet een negatieve verplichting behelzen. De verplichting mag geen reserves bevatten en de nakoming van de norm moet niet van nadere wetgeving afhankelijk zijn gesteld. Voldoende nauwkeurig: geen ondubbelzinnige bewoordingen. Onvoorwaardelijk: aan geen enkele voorwaarde is gebonden en die voor haar uitvoering of werking niet afhangt van een handeling van de instellingen van de Unie of van de lidstaten (bepaald in arrest Grassmayr).

b. De bepaling is onvoorwaardelijk, omdat er verder niks meer hoeft te gebeuren. De bepaling is niet voldoende nauwkeurig, want wat valt er allemaal onder maatregelen van gelijke werking. Het Hof van Justitie heeft bepaald dat het wel een ondubbelzinnige bewoording is, dus het heeft uiteindelijk wel rechtstreekse werking. (Arrest Brasserie du Pêcheur)

c. De personele werkingssfeer van deze richtlijn is alle producten, behalve als er in artikel 2 staat dat zij geen betrekking heeft daarop. Voor openbare ruimte bestemde speeltoestellen in speeltuinen vallen daar niet onder. De materiële werkingssfeer staat in artikel 12 van de richtlijn; het verbod op Finse speeltoestellen en het verbod op reclame voor schommels heeft daar betrekking op. Het verbod op Finse speeltoestellen is een belemmering van artikel 12 van de richtlijn. Het verbod op reclame kan wel belemmerend werken, maar is geen directe belemmering. Privéschommels is een personele werkingssfeer, het verbod op Finse speeltoestellen is een materiële werkingssfeer (art. 12 richtlijn). Heeft artikel 12 van de Richtlijn rechtstreekse werking? Nee, want de omzettingstermijn is al verstreken, ook al is de richtlijn wel goed omgezet.

d. Bij een verordening moet eralleen gekeken worden naar onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig. Dit is het geval, dus dan zou de verordening rechtstreeks toepasselijk zijn.

Vraag 6- EU-recht conforme interpretatie

a. Was niet onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig

b. Conforme interpretatie, omdat er alsnog voor gezorgd wordt dat je als burger niet met lege handen staat. Dit volgt uit het beginsel van loyale samenwerking. Hieruit vloeit voort dat de nationale rechter het nationale recht zoveel mogelijk moet uitleggen in het licht van het Unierecht

c. Conforme interpretatie moet een grondslag hebben in het nationale recht, niet in strijd zijn met algemene beginselen en niet contra legem zijn. Zie arrest Dominguez ro 25.

d. Ze kiezen eerder voor conforme interpretatie. Geen nationale bepalingen worden buiten toepassing gelaten.

Vraag 7- Staatsaansprakelijkheid

a. Een Frans bedrijf, Brasserie du Pêcheur, mocht zijn product niet als bier verkopen op de Duitse markt, aangezien er niet werd voldaan aan het Reinheitsgebot. Dit was in strijd met de regels van het vrije verkeer van goederen volgens het Hof.

b. Aansprakelijkheid van de lidstaat ontstaat enkel indien de geschonden norm ertoe strekt om rechten aan particulieren toe te kennen. Het gaat hier om een Europeesrechtelijke relativiteitsvereiste of ook wel Schutznorm genoemd. Hiermee kun je andere dingen eisen, zoals schadevergoeding. Staatsaansprakelijkheid vult het gat van rechtsbescherming op.

c. Voor gevallen in het verleden die niet meer goed te maken zijn door gelijk te krijgen en als conforme interpretatie en rechtstreekse werking niet mogelijk is (dus als er niet voldaan is aan de criteria daarvoor).

d. Er zijn drie voorwaarden die uit het arrest komen, namelijk een geschonden rechtsregel die ertoe strekt aan particulieren rechten toe te kennen, dat er sprake is van een voldoende gekwalificeerde schending en dat er een direct causaal verband bestaat tussen de schending van de op de staat rustende verplichting en de door de benadeelde personen gelede schade. Aan de eerste voorwaarde is voldaan
(Brasserie du Pêcheur -> art. 30 EEG = art. 34 VWEU). Aan de tweede voorwaarde moet als beslissend criterium worden gehanteerd de kennelijke en ernstige miskenning van de grenzen waarbinnen de discretionaire bevoegdheid van de staat dient te blijven.

Vraag 8- Faccini Dori

a. Moet de betreffende richtlijn voldoende nauwkeurig en gedetailleerd worden geacht en, zo ja, kan zij in de periode tussen het verstrijken van de aan de lidstaat verleende omzettingstermijn en de dag waarop zij omgezet, effect sorteren in de betrekking tussen particulieren en de Italiaanse staat en in de betrekking tussen particulieren onderling?

b. Richtlijnen hebben geen horizontale werking, wanneer individuen schade lijden door niet-implementeren van richtlijnen binnen de daarvoor gestelde termijn kunnen zij schade vorderen van de staat wanneer aan drie voorwaarden voldaan is.Een richtlijn kan verticale werking hebben, omdat een richtlijn zich richt tot de lidstaten en als de lidstaat dan iets fout doet in de implementatie dan is het logisch dat de burger zich daarop kan beroepen, anders heeft zij niks aan de richtlijn. Een richtlijn heeft geen horizontale werking.

Vraag 9 - Prejudiciële procedure

Het Hof van Justitie kan prejudiciële beslissingen doen over de uitlegging van de Verdragen, de geldigheid en uitlegging van de handelingen van de instellingen, organen of instanties van de Unie. Het gaat om uitleg van primair recht en over uitleg en geldigheid van secundair recht. Vragen van uitleg van Europees recht worden door een nationale rechter gesteld om te weten of het eigen nationale recht in strijd is met het Unierecht. Het belangrijkste doel is te waarborgen dat het Unierecht door alle rechters in alle lidstaten op uniforme wijze wordt uitgelegd en toegepast, doordat uiteindelijk slechts een centraal rechterlijk orgaan aangeeft hoe dat Europese recht dient te worden uitgelegd. De prejudiciële procedure wordt geactiveerd in een zaak voor de nationale rechter, tussen particulieren onderling of tussen een particulier en de overheid, waarbij een van de partijen een beroep doet op een regel van Europees recht. Een eerste vereiste voor activering van de prejudiciële procedure is dus dat de burger of het bedrijf een rechtsingang op nationaal niveau heeft gevonden en daar gebruik van heeft gemaakt. Nadat het Hof zijn beslissing heeft gegeven, dient de nationale rechter nog een einduitspraak te doen, met inachtneming van de beslissing van het Hof. De prejudiciële procedure is een vorm van horizontale samenwerking met duidelijk onderscheid tussen Hof en nationale rechter.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1823