Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU - Oefententamen 2014/2015

Vragen

Vraag 1

Hoewel de vertrouwensregel niet is verankerd in de Grondwet, valt het wel onder de Nederlandse constitutie.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 2

Het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging is vastgelegd in de Grondwet en valt derhalve onder de Nederlandse constitutie.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 3

De trias politica (scheiding der machten) wordt in het huidige Nederlandse staatsrecht strikt toegepast.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 4

De uitoefening van overheidsgezag is volgens Rousseau's leer van het 'contrat social' gegrond op het vrijwillig aanvaarden daarvan door de burger.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 5

Uit de Grondwet vloeit voort dat enkel de formele wetgever bevoegd is om beperkingen aan de grondrechten te stellen. De formele wetgever kan echter niet een beperkingsbevoegdheid delegeren, omdat het begrip ''wet'' in elke grondwettelijke bepaling ''wet in formele zin'' betekent.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 6

Beperkingen aan grondrechten kunnen volgens het EVRM tevens worden gesteld door lagere vormen van regelgeving, bijvoorbeeld ministeriële regelingen of gemeentelijke verordeningen. Het begrip ''law'' in een beperkingsclausule van het EVRM omvat meer dan ''wet in formele zin''.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 7

Normaal gesproken betreft de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken, terwijl de termijn voor het indienen van een beroepschrift acht weken betreft.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 8

De rechter zal een bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren indien het na het verstrijken van de bezwaartermijn wordt ingediend, behalve als er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 9

Ondanks dat er krachtens de Awb geen mogelijkheid bestaat om tegen een besluit ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling beroep in te stellen, kan er wel bezwaar worden gemaakt tegen dit besluit.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 10

Het connexiteitsvereiste van artikel 8:81 Awb is van belang als een voorlopige voorziening wordt aangevraagd.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 11

Het koninklijk besluit ex. artikel 11:2 Awb wordt een klein KB genoemd.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 12

Concretiserende besluiten en algemeen verbindende voorschriften hebben gemeen dat tegen beide geen beroep open staat bij de rechtbank.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 13

Wat betreft de grenzen aan de verordenende bevoegdheid van de gemeenteraad is het beschermen van de persoonlijke levenssfeer zowel bij de benedengrens als bij de bovengrens van belang, omdat de Grondwet en verschillende verdragen dit recht waarborgen.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 14

Een groep burgers kan middels een volksinitiatief de regering verzoeken om een bindend referendum te houden en dit referendum kan bij voldoende steun onder kiesgerechtigden worden afgedwongen.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 15

Bestuursorganen dienen blijkens de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State altijd handhavend op te treden als een bestuursrechtelijke voorschrift wordt overtreden.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 16

Voor het toepassen van artikel 6 EVRM is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen herstelsancties en bestraffende sancties.

  1. Juist.
  2. Onjuist

Vraag 17

Welke persoon maakt blijkens de Grondwet geen deel uit van de Nederlandse regering?

  1. Koning Willem-Alexander, want de ministers zijn vanaf de Grondwet van 1848 staatsrechtelijk verantwoordelijk.
  2. Minister-president Rutte. Hoewel Rutte voorzitter is van de ministerraad, is hij zelf geen lid.
  3. Minister voor Immigratie en Asiel, want hij is een minister zonder portefeuille is en valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
  4. Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen., omdat hij geen stemrecht in de ministerraad heeft.

Vraag 18

Zet de onderstaande grondwetsartikelen in de goede volgorde (van oud naar nieuw) zoals het boek Beginsel van het Nederlandse staatsrecht is behandeld.

  1. Artikel 42 lid 2, artikel 19, artikel 24.
  2. Artikel 24, artikel 42 lid 2, artikel 19.
  3. Artikel 19, artikel 24, artikel 42 lid 2.
  4. Artikel 19, artikel 42 lid 2, artikel 24.

Vraag 19

Veel wetten kunnen worden aangeduid als kaderwetgeving. In geval van kaderwetgeving stelt de wetgever in formele zin zelf amper inhoudelijke normen; lagere regelgevers krijgen de bevoegdheid tot inhoudelijke normstelling gedelegeerd. Welke spanning met het legaliteitsbeginsel kan hierdoor ontstaan?

  1. Lagere regelgevers kunnen zelf nieuwe regelgevende bevoegdheden creëren, omdat zij middels delegatie over de bevoegdheid beschikken om inhoudelijke normen te stellen.
  2. Krachtens het legaliteitsbeginsel dient er voor elk overheidsoptreden een wettelijke grondslag te bestaan. In geval van delegatie van een regelgevende bevoegdheid aan een lager bestuursorgaan mist de wettelijke grondslag.
  3. De oorspronkelijke gedachte van het opleggen van verplichtingen aan burgers gebaseerd op formele, democratische gelegitimeerde, wetgeving is naar de achtergrond verdwenen doordat de wetgever in formele zin zich vaak beperkt tot kaderwetgeving.
  4. Overheidsoptreden moet blijkens het legaliteitsbeginsel conform het recht plaatsvinden. Aangezien het vaak voorkomt dat lagere regelgevers de echte normen vaststellen, komt de rechterlijke controle hierop in gevaar.

Vraag 20

Welke van onderstaande uitspraken omtrent het goedkeuren van verdragen is juist?

  1. Uitdrukkelijke of stilzwijgende goedkeuring van een geheim verdrag door de Staten-Generaal is niet vereist.
  2. Een verdrag hoeft niet aan de Eerst Kamer te worden voorgelegd als het verdrag met tweederde meerderheid door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
  3. Een verdrag hoeft niet in de Tweede Kamer maar wel in de Eerste Kamer te worden behandeld, als het vereiste aantal Eerste Kamerleden uitdrukkelijke goedkeuring van een verdrag wenst.
  4. Een verdrag dat uitdrukkelijk is goedgekeurd, prevaleert boven een verdrag dat stilzwijgend is goedgekeurd.

Vraag 21

Welk parlementair recht of machtsmiddel heeft geen basis in de Grondwet?

  1. de motie
  2. het begrotingsrecht
  3. het mondelinge vragenrecht
  4. het recht van interpellatie

Vraag 22

Welke van de onderstaande opmerkingen over de Eerste kamer is onjuist?

  1. Het is voor de voorzitter van de Eerste Kamer mogelijk om het doorsturen van schriftelijke vragen van een lid van de Kamer te weigeren.
  2. De minister-president kan door een enquêtecommissie van de Eerste Kamer worden dagvaarden om als getuige voor de commissie te verschijnen.
  3. Tijdens het vragenuurtje op dinsdagmiddag dienen ministers te verschijnen om antwoord te geven op mondelinge vragen van Kamerleden.
  4. In geval van een interpellatie in de Eerste Kamer moet de betrokken bewindspersoon in de Kamer verschijnen om mondelinge vragen te beantwoorden.

Vraag 23

Welke van de onderstaande opmerkingen omtrent de Algemene wet bestuursrecht is onjuist?

  1. De Awb kan enkel worden toegepast op rechtshandelingen.
  2. De Raad van State dient rekening te houden met voorschriften van de Awb omtrent advisering bij het geven van adviezen over algemene maatregelen van bestuur en wetsvoorstellen.
  3. Een wet in formele zin is geen besluit in de zin van de Awb, maar een algemene maatregel van bestuur is dit wel.
  4. De Awb kan enkel worden toegepast op besluiten of handelingen van bestuursorganen.

Vraag 24

Welke inwoner van Maastricht kon deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen op 7 april 2014?

  1. Een Nederlandse middelbare scholier die op 15 april 2014 18 jaar werd.
  2. Een 21-jarige Duitser die sinds september 2013 in Maastricht studeert.
  3. Een 49-jarige Chinees die sinds januari 2010 in Den Haag werkzaam is.
  4. Geen van de genoemde personen.

Vraag 25

Wat is de goede volgorde van de diverse fases in het tot stand komen van een verdrag?

  1. 1. ondertekening, 2. parlementaire goedkeuring, 3. inwerkingtreding, 4. bekrachtiging (ratificatie)
  2. 1. parlementaire goedkeuring, 2. bekrachtiging (ratificatie), 3. ondertekening, inwerkingtreding.
  3. 1. bekrachtiging (ratificatie), 2. ondertekening, 3. inwerkingtreding, 4. parlementaire goedkeuring.
  4. 1. Fondertekening, 2. parlementaire goedkeuring, 3. bekrachtiging, 4. inwerkingtreding.

Vraag 26

Welke organen hebben in staatsrechtelijke zin dezelfde betekenis?

  1. Kabinet en ministerraad.
  2. Kabinet en regering.
  3. Kroon en regering.
  4. Ministerraad en regering.

Vraag 27

Welke positie neemt het Reglement van Orde van de Tweede Kamer (RvO TK) in de hiërarchie van regelgeving in?

  1. Het RvO TK staat boven de provinciale verordening maar lager dan de algemene maatregel van bestuur.
  2. Het RvO TK is een algemene maatregel van bestuur.
  3. Het RvO TK heeft een hogere status dan een algemene maatregel van bestuur, maar een lagere status dan een wet in formele zin.
  4. Het RvO TK is geen algemeen verbindend voorschrift en heeft geen plaats in de hiërarchie.

Vraag 28

Bij de Tweede Kamerverkiezingen geldt het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging. Welke onderstaande bewering over dit kiesstelsel is juist?

  1. Er kan enkel op een partij worden gestemd.
  2. Het uitbrengen van een voorkeursstem is betekenisloos.
  3. Partijen die de meeste stemmen behalen, verkrijgen meestal de restzetels.
  4. Restzetels bestaan in dit stelsel niet.

Vraag 29

Carlo Cabrio runt het Utrechtse garagebedrijf Wheels. Wheels is een krachtens artikel 84 Wegenverkeerswet erkende garage en is derhalve bevoegd om APK-keuringsbewijzen te verstrekken. Cabrio besluit echter om geen APK-keuringen meer uit te voeren in zijn vestiging in de wijk Lunetten. Kan Carlo worden aangemerkt als bestuursorgaan?

  1. Ja, Carlo kan worden aangemerkt als a-orgaan. De garage bezit krachtens publiekrecht namelijk rechtspersoonlijkheid.
  2. Ja, Carlo kan worden aangemerkt als b-orgaan. Carlo is namelijk met enig openbaar gezag bekleed.
  3. Nee, een natuurlijk persoon kan nooit optreden als bestuursorgaan, enkel instanties kunnen dat.
  4. Nee, Bert verricht namelijk een feitelijke handeling.

Vraag 30

De Eerste Kamer heeft naast wetgevende bevoegdheden ook controlerende bevoegdheden. Over welke bevoegdheid beschikt de Eerste Kamer niet?

  1. Het schriftelijk vragenrecht.
  2. Het begrotingsrecht.
  3. Het recht van initiatief.
  4. Het recht van interpellatie.

Vraag 31

Het recht van bepaalde studenten om ingeschreven te zijn werd als gevolg van de Harmonisatiewet met terugwerkende kracht beperkt. De Landelijke Studenten Vakbond maakt dientengevolge een kort geding tegen de Staat aanhangig. Volgens de President van de Rechtbank mocht de Harmonisatiewet aan het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden worden getoetst, in casu aan artikel 43, waarin de rechtszekerheid wordt genoemd. De landsadvocaat stelde echter in een procedure van sprongcassatie bij de Hoge Raad dat de rechter krachtens artikel 120 Gw hiertoe niet bevoegd was. Het oordeel van de Hoge Raad inzake het toetsingsrecht van de rechter betrof dat de rechter de formele wet:

  1. aan het Statuut mag toetsen, maar niet aan het ongeschreven rechtszekerheidsbeginsel;
  2. niet aan het Statuut mag toetsen, maar wel aan het ongeschreven rechtszekerheidsbeginsel;
  3. zowel aan het Statuut als aan het ongeschreven rechtszekerheidsbeginsel mag toetsen;
  4. noch aan het Statuut, noch aan het ongeschreven rechtszekerheidsbeginsel mag toetsen.

Vraag 32

In de Biltsche Courant wordt een artikel omtrent het vermoedelijke omkopen van agent Paulussen gepubliceerd. Paulussen is ambtenaar van politie te De Bilt. Gezien de ontstane commotie geeft de burgemeester van De Bilt opdracht onderzoek te verrichten naar de beschuldigingen tegen agent Paulussen. Intussen zal agent Paulussen door de burgemeester voorlopig worden geschorst. De bevoegdheid van de burgemeester is voorzien in het Rijksambtenarenreglement. Dit reglement is een AMVB dat is gebaseerd op de Ambtenarenwet en geen administratief beroepsvoorziening kent. Paulussen meent onschuldig te zijn en beschouwt de schorsing als een smet op zijn goede reputatie. Welke juridische stappen kan Paulussen ondernemen om de schorsing te laten intrekken?

  1. De Groot moet eerst een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester en daarna beroep instellen bij de Rechtbank (sector bestuursrecht). Vervolgens is hoger beroep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrechtspraak.
  2. De Groot dient eerst een bezwaarschrift in te dienen bij de burgemeester en daarna beroep in te stellen bij de Rechtbank (sector bestuursrecht). Vervolgens is hoger beroep mogelijk bij de Centrale Raad van Beroep.
  3. De Groot kan rechtstreeks beroep instellen bij de Ambtenarenrechter en daarna hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
  4. De Groot heeft geen beroepsmogelijkheid bij een administratieve rechter. Hij kan de schorsing aanvechten via een beroep op de politierechter.

Vraag 33

In welk opzicht verschilt de positie van de nationale rechter bij het toepassen van het EU-recht van die bij het toepassen van het EVRM?

  1. het EU-recht werkt via de artikelen 93 en 94 van de Grondwet door en het EVRM vormt een eigen rechtsorde en werkt buiten deze artikelen om door.
  2. de nationale rechter dient bij onduidelijkheid over de uitleg van een bepaling uit het EVRM het EHRM te verzoeken tot het geven van een oordeel. Bij het EU-recht bestaat geen vergelijkbare mogelijkheid.
  3. de burgers kunnen voor de nationale rechter rechtstreeks geen beroep doen op bepalingen uit het EVRM, maar wel op bepalingen van het EU-recht.
  4. de lagere nationale rechter beschikt over de bevoegdheid om op grond van artikel 267 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie vragen omtrent de uitleg van het EU-recht voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU. In geval van het EVRM bestaat daartoe geen mogelijkheid.

Vraag 34

Nog steeds is er een tekort aan donororganen. Orgaandonatie is derhalve een onderwerp waarover vaak in de Tweede Kamer wordt gediscussieerd. De betekenis van het grondrecht op onaantastbaarheid van het lichaam komt gedurende daarbij aan bod. Volgens artikel 11 Gw kan een door de Tweede Kamer getroffen regeling geregeld worden in...:

  1. een formele wet en alleen in het belang van de volksgezondheid;
  2. zowel een formele wet als in lagere regelgeving en alleen in het belang van de volksgezondheid;
  3. zowel een formele wet als in lagere regelgeving en voor elk belang;
  4. enkel een formele wet en voor elk belang.
Vraag 35

Uit artikel 8 EVRM blijkt dat een ieder recht heeft op respect voor zijn privéleven en zijn familie- of gezinsleven. Als de rechter concludeert dat een nationale wettelijke bepaling in strijd is met artikel 8 EVRM, wat kan hij dan hiertegen ondernemen?

  1. De rechter kan hier niets tegen doen. Hoewel het EVRM op basis van het monistisch stelsel binnen de Nederlandse rechtsorde doorwerkt, heeft artikel 8 EVRM geen rechtstreekse werking.
  2. De rechter dient het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg in een prejudiciële procedure om advies te vragen.
  3. De rechter kan de nationale wettelijke bepaling buiten toepassing laten wegens strijd met een 'een ieder verbindende' verdragsbepaling.
  4. De rechter kan hier niets tegen doen, omdat de rechten van artikel 8 EVRM niet in de Grondwet zijn verankerd.

Vraag 36

Aan welke voorwaarde moet zijn voldaan als het toepassen van een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur in een concrete situatie een bestuursorgaan verplicht om te handelen in strijd met een wettelijk voorschrift?

  1. Er dient schade bij de belanghebbende te zijn ontstaan doordat het onderhavige beginsel van behoorlijk bestuur is geschonden.
  2. Een in de Algemene wet bestuursrecht gecodificeerd beginsel van behoorlijk bestuur moet zijn geschonden.
  3. Een formeel beginsel van behoorlijk bestuur moet zijn geschonden.
  4. Tegen een besluit van een bestuursorgaan staat geen administratief beroep open.

Vraag 37

Indien een bepaling van de Grondwet de woorden ''de wet stelt regels'' vermeldt, is...

  1. delegatie mogelijk.
  2. mandaat mogelijk.
  3. delegatie verboden.
  4. mandaat verboden.

Vraag 38

Welke van de onderstaan. de stellingen is juist?

  1. Beleidsregels berusten niet op een bevoegdheid tot regelgeving.
  2. Beleidsregels kunnen niet door de rechter als 'recht' worden toegepast.
  3. Beleidsregels hebben geen algemene werking.
  4. Belanghebbenden kunnen beroep instellen tegen beleidsregels bij de bestuursrechter.

Vraag 39

Mevrouw Fabiola wil een kanoverhuurbedrijf beginnen in de buurt van de Maarseveense plassen. Voor het verhuren van kano's is een vergunning vereist. Fabiola vraagt een vergunning aan bij de gemeente. Het college van B&W weigert echter deze vergunning te verstrekken, omdat er al genoeg andere kanoverhuurbedrijven rond de Maarseveense plassen zijn gevestigd. In de verordening is geen beroepsmogelijkheid opgenomen. Welke rechtsgang kan Fabiola ondernemen om de weigering van de vergunning aan te vechten?

  1. Fabiola kan administratief beroep bij de gemeenteraad instellen. Zij kan bij een negatieve beslissing beroep bij de rechtbank (sector bestuursrecht) instellen. Vervolgens kan zij hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State instellen. De mogelijkheid bestaat om na het indienen van het beroepsschrift een voorlopige voorziening te laten treffen door de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak.
  2. Fabiola kan een bezwaarschrift indienen bij B&W. Zij kan bij een negatieve beslissing beroep bij de rechtbank (sector bestuursrecht) instellen. Vervolgens kan zij hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State instellen. De mogelijkheid bestaat om na het indienen van het beroepsschrift een voorlopige voorziening te laten treffen door de president van de rechtbank.
  3. Fabiola kan op basis van een actie uit onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) een procedure aanhangig maken bij de burgerlijke rechter. Zij zou eventueel een kort geding bij de president van de rechtbank kunnen aanspannen.
  4. Fabiola kan een bezwaarschrift indienen bij het college van B&W. Zij kan bij een negatieve beslissing beroep bij de rechtbank (sector bestuursrecht) instellen en hoger beroep instellen bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Na indienen bezwaarschrift bestaat de mogelijkheid van voorlopige voorziening van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.

Vraag 40

Sinds de opening van eetcafé Patatje Oorlog is het vaak onrustig in de Utrechtse wijk Lombok. Bezoekers van Patatje Oorlog verlaten het café vaak beschonken en maken veel lawaai. Patatje Oorlog heeft een vergunning om elke werkdag tot 2.00 uur open te zijn. De heer Jansen is de overlast spuugzat en stuurt de gemeente een brief met de vraag of de vergunning kan worden ingetrokken. Anderhalve week later ontvangt Patatje Oorlog een brief waarin wordt vermeld dat de vergunning per direct wordt gewijzigd. Dit heeft als gevolg dat het eetcafé maar tot 22.00 uur open mag zijn. Welk algemeen beginsel van behoorlijk bestuur wordt hierdoor geschonden?

  1. Het beginsel van zorgvuldige voorbereiding.
  2. Het gelijkheidsbeginsel.
  3. Het formele rechtszekerheidsbeginsel.
  4. Het dispositievereiste.

Antwoordindicatie

  1. A

  2. A

  3. B

  4. A

  5. B

  6. A

  7. B

  8. B

  9. B

  10. A

  11. A

  12. B

  13. A

  14. A

  15. B

  16. A

  17. D

  18. B

  19. C

  20. A

  21. A

  22. C

  23. A

  24. B

  25. D

  26. C

  27. D

  28. C

  29. D

  30. C

  31. D

  32. B

  33. D

  34. C

  35. C

  36. A

  37. A

  38. A

  39. B

  40. A

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is used in:

Oefententamens - Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU

Oefententamens - Inleiding staats- en bestuursrecht - B1 - Rechten - UU

Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
This content is also used in .....

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2246