Oefententamens Handelsrecht - RUG
- 3397 keer gelezen
BV A is op 20 december 2015 opgericht door B en W. B en W zijn bij de oprichting van BV A aandeelhouder geworden; ieder houdt 15% van de aandelen. Q houdt de overige 70% van de aandelen van BV A en is tevens enig bestuurder van BV A.
B en W hebben in november 2015 namens BV A i.o. een dienstauto gekocht bij garage G. Q gebruikt deze auto voor zakelijke doeleinden. Hoewel Q al veel gebruik heeft gemaakt van de dienstauto, is op 1 februari 2016 de koopprijs ervan nog steeds niet voldaan.
Kunnen B, W, Q en/of BV A met succes worden aangesproken door garage G tot voldoening van de koopprijs van de dienstauto?
Stel dat garage G de koopprijs van de dienstauto alleen kan verhalen op BV A, maar dat BV A de koopprijs niet kan voldoen en mede hierdoor in april 2016 in staat van faillissement wordt verklaard. Biedt Boek 2 BW een mogelijkheid aan garage G om B en W met succes persoonlijk aansprakelijk te stellen ter zake van de schade die zij lijdt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel? Ga hierbij in op de bewijsposities.
De financiële positie van NV N ziet er aan het einde van boekjaar 2015 als volgt uit. NV N heeft een geplaatst kapitaal van € 65.000, dat bestaat uit 65 gewone aandelen met elk een nominale waarde van € 1.000. NV N houdt zelf 15 aandelen. NV N is eigenaar van roerende zaken voor een totaalbedrag van € 30.000 en heeft een banktegoed bij Bank B van € 10.000. NV N houdt een statutaire winstreserve aan van € 20.000. NV N heeft bovendien een vordering op Q van € 5.000 en een schuld aan Bank C van € 10.000. Het maatschappelijk kapitaal van NV N bedraagt € 100.000.
Maak de balans van NV N over boekjaar 2015.
Mag NV N op basis van de bovenstaande gegevens aandelen intrekken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoeveel?
De openbare maatschap ‘Advocaten-Kollektief’ heeft drie maten: K, L en M. De maatschapsovereenkomst is gedeponeerd bij het handelsregister. Niet-besturende maat K koopt, zonder daartoe gevolmachtigd te zijn, namens de maatschap op een beurs voor kantoorinventaris bij firma S drie nieuwe bureaustoelen voor een totaalbedrag van € 900. Het betreft een beursknaller: de bureaustoelen kosten normaal gesproken € 900 per stuk.
Wie kan/kunnen met succes worden aangesproken door firma S? Voor welk bedrag?
Besturende maat M, die op grond van de maatschapsovereenkomst een algemene volmacht heeft van zijn medematen ten behoeve van de uitoefening van zijn bestuurstaak, heeft op eigen naam een nieuwe laptop gekocht bij MMarkt voor een bedrag van € 1.000. De laptop is bestemd voor het werk op het advocatenkantoor.
Wie kan/kunnen met succes worden aangesproken door MMarkt? Voor welk bedrag?
De vereniging IJspret Sleen is op 21 september 2015 bij notariële akte opgericht. De vereniging is niet ingeschreven in het handelsregister. Het bestuur van de vereniging, bestaande uit Klaas, Piet en Arie, is voornemens te zijner tijd een weiland aan te schaffen om daarop een schaatsbaan te kunnen aanleggen. Tot die tijd maakt de vereniging gebruik van een aanpalend weiland van boer Betting.
Is het bestuur van vereniging IJspret Sleen bevoegd namens de vereniging een weiland aan te schaffen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel?
Vrijwilligers van vereniging IJspret Sleen hebben op het weiland van boer Betting een grote bouwkeet ingericht als kantine. Klaas, Piet en Arie kopen op 22 december 2015 namens vereniging IJspret Sleen bij firma F pannen en andere benodigdheden om snert, worst en chocolademelk te kunnen opwarmen. De vereniging heeft echter tot op heden de koopprijs van € 150 nog niet voldaan.
Wie kan/kunnen met succes door firma F worden aangesproken tot betaling van de koopprijs van € 150?
De heer Wielinga wordt op aanvraag van BV Bidon (verhuurder van een garagebox) op 1 juni 2016 failliet verklaard. Wielinga dreef, in de vorm van een eenmanszaak, een fietsenwinkel. In het faillissement van Wielinga komen de volgende crediteuren met de volgende, door de curator erkende, vorderingen op:
De curator gaat na verloop van tijd over tot verkoop van de tot de faillissementsboedel behorende goederen, waaronder het woon/winkelpand. Deze brengen, na aftrek van de kosten van executie en vereffening, € 250.000 op.
Geef onder verwijzing naar de relevante wetsbepalingen aan in welke rangorde het beschikbare bedrag van € 250.000 over de genoemde schuldeisers zal worden verdeeld.
Rangnummer | Naam schuldeisers | Bedrag van de uitkering | Wetsartikel(en) |
1 | |||
2 | |||
3 | |||
4 | |||
5 |
Pluim BV exploiteert een tennispark in Winsum. Zij heeft kantine-inventaris in eigendom. Op deze kantine-inventaris rust een bezitloos pandrecht van de Rabobank. Pluim BV draait slecht. Zij heeft een schuld aan de fiscus van € 3.000. Het gaat om verschuldigde omzetbelasting in de periode januari t/m mei 2016. Op 2 juni 2016 failleert Pluim BV. Er is sprake van een vereenvoudigde afwikkeling van het faillissement.
Kan de fiscus op 1 juni 2016 respectievelijk op 3 juni 2016 beslag leggen op de kantineinventaris?
Aan BV Z is door de rechtbank voorlopige surseance van betaling verleend. BV Z heeft op dat moment verschillende schuldeisers, waaronder een aantal leveranciers dat zonder eigendomsvoorbehoud roerende zaken aan BV Z heeft geleverd en de fiscus wegens niet door BV Z afgedragen BTW. De roerende zaken zijn inmiddels door BV Z verwerkt tot eindproducten. BV Z is voornemens aan haar schuldeisers een akkoord aan te bieden.
Stel dat het akkoord wordt aangenomen en gehomologeerd. Jegens welke van de genoemde schuldeisers heeft het akkoord wel/geen werking?
Wim heeft in 2014 bij NN een ongevallenverzekering afgesloten. Op basis van deze verzekering zal NN in geval van algehele arbeidsongeschiktheid van Wim als gevolg van een ongeval een vaste som van € 200.000 uitkeren. Voorafgaand aan het sluiten van de ongevallenverzekering zijn door NN geen vragen gesteld aan Wim omtrent zijn strafrechtelijk verleden. Wim heeft voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst met opzet niet medegedeeld aan NN dat hij in 2010 strafrechtelijk veroordeeld is wegens mishandeling, uit vrees dat NN anders geen overeenkomst met hem zou aangaan.
Wanneer Wim door de stad fietst, wordt hij geschept door de auto van Henk. Het ongeval is te wijten aan de schuld van Henk. Henk heeft voor zijn auto een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij Assurantia.
Bij Wim wordt algehele arbeidsongeschiktheid vastgesteld. Wim spreekt NN aan tot betaling van € 200.000.
NN weigert met een beroep op art. 7:930 lid 5 BW uitkering aan Wim omdat Wim hem met opzet niet heeft geïnformeerd omtrent zijn strafrechtelijk verleden. Is deze weigering terecht?
Stel dat – ongeacht uw antwoord op vraag 12 – NN € 200.000 uitkeert aan Wim. Kan NN ter zake van het door hem uitgekeerde bedrag met succes verhaal nemen op Assurantia?
Unilever BV is een producent van olijfolie en biedt haar flessen olijfolie (met daarop het woordmerk 'Gitana' afgebeeld) al jarenlang aan in de supermarktwinkels van Albert Heijn. Unilever BV is houdster van het geldige Benelux-woordmerk 'Gitana' ingeschreven voor olijfolie. Dat Benelux-woordmerk is al in 1999 voor het eerst in het Benelux-merkenregister ingeschreven en daarna in 2009 rechtsgeldig vernieuwd. De inschrijving van het woordmerk in het Benelux-merkenregister is in zwart wit. Op de flessen olijfolie is het woordmerk 'Gitana' in een felle paarse kleur afgebeeld.
Tot haar schrik komt Unilever BV erachter dat sinds vorige week er in de supermarkten van Albert Heijn ook flessen olijfolie worden aangeboden onder het merk 'Kitana', waarbij het merk 'Kitana' eveneens in een felle paarse kleur op de flessen olijfolie is afgebeeld. De producent van deze Kitana-olijfolie is Procter & Gamble BV en deze vennootschap blijkt al zes jaar geleden het (depot van het) Benelux-woordmerk 'Kitana' voor olijfolie ingeschreven te hebben.
Kan Unilever BV zich met succes verzetten tegen het aanbieden van de flessen Kitana-olijfolie en/of de merkinschrijving van Procter & Gamble BV?
Marloes Verkerk is helemaal gek van de muziek van Adele. Vorige week vrijdag was zij jarig en heeft op haar verjaardagsfeestje waar al haar vriendinnen aanwezig waren, de hele avond muziek van Adele (via haar legale Spotify-account) afgespeeld.
Kan Marloes beticht worden van een inbreuk op het auteursrecht van de muziek van Adele?
Garage G kan de koopprijs alleen verhalen op BV A. Sprake van stilzwijgende bekrachtiging als bedoeld in art. 2:203 lid 1 BW. B en W kunnen niet met succes worden aangesproken; art. 2:203 lid 2 BW. Q heeft niet gehandeld namens BV A i.o. en kan daarom ook niet met succes worden aangesproken.
Garage G kan B en W met succes aanspreken tot het betalen van schadevergoeding, mits zij ten tijde van het aangaan van de overeenkomst wisten of redelijkerwijs konden weten dat BV A de koopprijs van de auto niet zou kunnen betalen; art. 2:203 lid 3 BW. Sprake van het bewijsvermoeden van art. 2:203 lid 3 slotzin BW. B en W kunnen proberen dit te weerleggen; zij dragen de bewijslast.
Activa:
Roerende zaken: 30.000
Vordering op Q: 5.000
Banktegoed Bank B: 10.000
Schuld aan Bank C
Totaal: 45.000
Passiva:
Geplaatst kapitaal: 65.000
Stat. Winstreserve: 20.000
Schuld aan Bank C: 10.000
Verlies -/- : 50.000
Totaal: 45.000
Ingevolge art. 2:99 lid 2 BW mag NV N aandelen intrekken die zij zelf houdt. NV N mag 15 aandelen intrekken. Als gevolg hiervan wordt het geplaatste kapitaal verlaagd tot € 50.000. Er wordt nog steeds voldaan aan het minimumkapitaalvereiste van € 45.000; art. 2:67 lid 2 BW. NB 1: ook wordt voldaan aan de voorwaarde dat van het maatschappelijke kapitaal ten minste een vijfde deel moet zijn geplaatst; art. 2:67 lid 4 BW.
NB 2: in de casus is geen sprake van de soort aandelen waarvan art. 2:99 lid 2 BW overigens spreekt.
Firma S kan zowel de maatschap aanspreken (voor de gehele koopprijs), als K, L en M (ieder voor gelijke delen: € 300); art. 7A:1680 BW. Weliswaar had K geen volmacht, maar er is sprake van baattrekking; art. 7A:1681 BW.
(Alleen) M kan worden aangesproken voor € 1.000. Hij heeft op eigen naam gehandeld.
Het betreft een formele vereniging, dus art. 2:30 lid 1 BW vormt geen belemmering. Echter, de statuten van de vereniging moeten het ook toestaan; zie art. 2:44 lid 2 BW. Niet gegeven is dat de statuten dit toestaan. Het bestuur is dus niet bevoegd een weiland aan te schaffen namens de vereniging.
Omdat de vereniging nog niet is ingeschreven in het handelsregister, kunnen ingevolge art. 2:29 lid 2 BW naast de vereniging ook de bestuurders worden aangesproken tot betaling van de koopprijs van € 150. Sprake van hoofdelijke aansprakelijkheid.
1. Rabobank: € 230.000,- (art. 3:279 BW jo art. 58 Fw)
2. BV Bidon: € 1.000,- (art. 3:288 sub a BW jo art. 21 lid 2 IW 1990)
3. Fiscus: € 14.000,- (art. 21 leden 1 en 2 IW 1990)
4. Raas: € 3.000,- (art. 3:288 sub e BW)
5. BV Bidon: € 2.000,- (restant is voor concurrent schuldeiser/37a Fw)
Het gaat hier om bodemzaken, want zij dienen ter stoffering, die in eigendom zijn van Pluim BV. De fiscus kan voor faillietverklaring bodembeslag leggen op bodemzaken, vanwege de verschuldigde omzetbelasting (art. 22 lid 3 IW 1990). De fiscus kan na faillietverklaring geen bodembeslag leggen op bodemzaken; zie art. 33 Fw.
Art. 273 Fw: het gehomologeerde akkoord is verbindend voor alle schuldeisers ten aanzien van wie de surseance werkt. Dit zijn (in ieder geval) de concurrente schuldeisers van BV Z; zie ook art. 232 Fw. In concreto: het akkoord heeft werking jegens de leveranciers en niet jegens de fiscus. De fiscus heeft een voorrecht op grond van art. 21 lid 1 IW 1990.
Nee. Er geldt geen spontane mededelingsplicht ter zake van het strafrechtelijk verleden, zie art.
7:928 lid 5 BW. NN moet uitkeren, zelfs wanneer Wim het opzet heeft gehad NN te misleiden.
Nee. Aangezien de ongevallenverzekering een sommenverzekering is, wordt NN niet gesubrogeerd in de rechten van Wim ex art. 7:962 BW.
Aanbieden van de flessen: art. 2.20 lid 1 sub b BVIE is van toepassing. Is er verwarringsgevaar te duchten? Hangt af van 5 hoofdfactoren: (auditieve en visuele) overeenstemmende tekens; dezelfde of soortgelijke waren; bekendheid/onderscheidende kracht van het eisende merk;(deskundigheid/oplettendheid) van het relevante publiek en de wijze waarop het merk in de praktijk wordt gebruikt. Al deze factoren wijzen op verwarringsgevaar dus er kan met succes worden opgetreden (Geerts, p. 107-111).
Merkinschrijving Procter & Gamble: ex art. 2.28 lid 3 sub a BVIE nietigheid van de merkinschrijving inroepen. Het depot/de inschrijving van dit merk komt in rangorde na het depot/de inschrijving van het woordmerk 'Gitana'. Er geldt geen termijn (Geerts, p. 99).
Er is weliswaar sprake van een ter beschikking stelling van het werk, maar art. 12 lid 4 Aw bepaalt dat een ter beschikking stelling die zich beperkt tot de familie- of vriendenkring toegestaan is (mits voor de openbaarmaking niet betaald hoeft te worden). Er is dus geen sprake van een auteursrechtinbreuk (Geerts, p. 69-70).
Ook goed is een antwoord gebaseerd op art. 3 lid 1 sub a ARl: er is weliswaar sprake van een ter beschikking stelling van het werk/mededeling van het werk, maar omdat het publiek te onbepaald en/of te klein is, is geen sprake van een mededeling aan het publiek. Verzet is niet mogelijk.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Oefententamens te gebruiken bij het vak Handelsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2067 |
Add new contribution