Oefententamens Burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht - UU
- 2795 keer gelezen
Op grond van de Wet raadgevend referendum besluit het centraal stembureau ( hierna: de Kiesraad) of vanuit de bevolking voldoende ‘ondersteuningsverklaringen’ zijn afgelegd om een referendum af te dwingen. Artikel 44 van die wet bepaalt daarover het volgende:
1. Het centraal stembureau besluit binnen twee weken na afloop van de termijn van zes weken, bedoeld in artikel 41, of het definitieve verzoek tot het houden van een referendum wordt toegelaten.
2. Het centraal stembureau besluit slechts dat het definitieve verzoek niet wordt toegelaten, indien het aantal afgelegde ondersteuningsverklaringen minder bedraagt dan driehonderdduizend, dan wel, indien toepassing is gegeven aan artikel 45, tweede lid, het aantal geldige ondersteuningsverklaringen minder bedraagt dan driehonderdduizend.
Stel: de Kiesraad stelt op grond van het eerste lid van bovengenoemd artikel vast dat voldoende ondersteuningsverklaringen zijn afgelegd om een referendum af te dwingen over een nieuwe wet die het gemakkelijker maakt de Nederlandse nationaliteit af te nemen van personen met een dubbele nationaliteit. De Kiesraad heeft niet alle ondersteuningsverklaringen individueel bekeken, maar heeft op grond van steekproeven vastgesteld dat er – statistisch bezien – meer dan 300.000 geldige ondersteuningsverklaringen zijn afgelegd. Vanwege het hanteren van deze ‘steekproefsgewijze’ methode is Laura het niet eens met dit besluit van de Kiesraad.
a. Geef tot in hoogste instantie aan hoe Laura tegen dit besluit kan opkomen [12 punten]
b. Als het gaat over de toekomst van de inrichting van de bestuursrechtspraak circuleren verschillende plannen, die soms worden aangeduid met termen als ‘one peak’ of ‘twinpeaks’. Wat betekenen deze termen en hoe ziet het meest recente plan van het kabinet er wat betreft de toekomst van de inrichting van de bestuursrechtspraak uit? [13 punten]
Neem het volgende aan: Stichting ‘Bescherm de Gans!’ (hierna: de Stichting) heeft tijdig beroep ingesteld tegen een door gedeputeerde staten verleende ontheffing om een grote groep ganzen op de lokale akkers door verstikking met CO2 om het leven te brengen. De ontheffing was verleend aan Faunabeheer Gelderland. De grondslag van de ontheffing was gebaseerd op de Flora- en faunawet, in samenhang met artikel 5 van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren (hierna Bbsd). [NB: Deze (wettelijke) regelingen zijn niet nodig voor de beantwoording van de vraag]. Na haar ongenoegen kenbaar te hebben gemaakt in een tegen het ontwerpbesluit gerichte zienswijze in de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, voert de Stichting in beroep aan dat artikel 5 van het Bbsd geen grondslag biedt voor het toestaan van CO2 als middel om ganzen om het leven te brengen. Gedeputeerde staten dienen een verweerschrift in waarin zij deze onrechtmatigheid erkennen en tevens opmerken dat op zeer korte termijn een aanpassing van het Bbsd wordt verwacht waardoor alsnog een grondslag voor de ontheffing ontstaat. De maand voor de zitting bij de rechtbank wordt door de regering inderdaad artikel 5 van het Bbsd gewijzigd en wordt zodoende voorzien in de benodigde grondslag voor het verlenen van de ontheffing.
a. Geef aan hoe de uitspraak van de rechter zal luiden en benoem – indien van toepassing – op welke wijze deze het geschil definitief zal beslechten [15 punten]
Bij besluit van 23 september 2015 heeft de raad van de gemeente Muiden het bestemmingsplan “Fietspad Muiden” vastgesteld dat voorziet in een fietsroute door een polder. Tegen dat besluit heeft Koos Hopman beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) ingesteld. Koos Hoopman heeft in die polder zijn agrarisch bedrijf. In beroep voert hij aan dat hij zijn bedrijfsvoering niet onbelemmerd kan voortzetten omdat zijn landbouwweg door die fietsroute wordt gekruist. Door deskundigen heeft hij een rapport laten opstellen waaruit zou moeten blijken hoeveel fietsers elk jaar die fietsroute zullen nemen en welke gevolgen dat heeft voor zijn agrarische bedrijfsvoering.
a. Het zojuist genoemde rapport wordt 4 dagen voor de zitting bij de ABRvS ingediend. De gemeenteraad heeft van dit rapport kennis genomen en er een standpunt over ingenomen. Kan de ABRvS dit rapport bij haar beoordeling betrekken? [15 punten]
Als tweede beroepsgrond tegen het besluit van 23 september 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan “Fietspad Muiden” voert Koos Hopman aan dat bij de vaststelling van het bestemmingsplan onvoldoende rekening is gehouden met de verkeersveiligheid voor fietsers in verband met een buiten zijn perceel liggende spoorwegovergang.
b. De ABRvS is ten aanzien van deze tweede beroepsgrond van oordeel dat het niet tot een vernietiging van het bestreden besluit kan leiden. Welke redenering ligt aan dat oordeel ten grondslag? [10 punten]
In de literatuur wordt regelmatig gediscussieerd over de vraag in hoeverre het rechtens is toegestaan dat een belanghebbende in beroep nog met nieuw, niet eerder ingebracht bewijs komt als de bewijslast in de bestuurlijke fase bij hem ligt. Dient de rechter in een dergelijk geval bewijs(middelen) die pas in beroep voor het eerst naar voren worden gebracht, buiten zijn beoordeling te laten?
a. Schrijf een betoog waarin u ingaat op het hierboven weergegeven vraagstuk en kom daarbij tot een conclusie. Betrek in uw betoog zowel de visie van de ABRvS als die van de CRvB. [15 punten]
Marktkoopman Anton stelt schade te hebben geleden van € 4.000,- ten gevolge de nieuwe gemeentelijke Marktverordening. De rechter heeft geoordeeld dat deze verordening in strijd is met de Europese Dienstenrichtlijn en daarmee onrechtmatig.
a. Welke rechter of rechters kunnen over een verzoek van Anton om schadevergoeding oordelen? [10 punten]
b. Welke rechter of rechters kunnen oordelen over het verzoek om vergoeding van een schade van € 35.000 die B, ambtenaar bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, stelt te hebben geleden ten gevolge van een ontslagbesluit dat door de Centrale Raad van Beroep is vernietigd? [10 punten]
a.Het besluit van de Kiesraad is een appellabel besluit. Artikel 44, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum is opgenomen in de Regeling rechtstreeks beroep (bijlage I bij de Awb). Krachtens art. 7:1 lid 1 onder g kan Laura tegen dit besluit geen bezwaar maken. Zij kan wel beroep instellen. Op grond van artikel 8:6 jo. art. 2 van de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (bijlage II bij de Awb), wordt dit beroep niet ingesteld bij de rechtbank, maar bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
b. Het aantal ‘peaks’ staat voor het aantal ‘hoogste bestuurs rechters’ dat in Nederland actief is. De meest recente plannen van het kabinet bestaan eruit dat het CBb zou worden onde rgebracht bij de Afdeling Bestuurs rechtspraak en dat de CRvB zal worden geïncorporeerd in de gerechtshoven, waardoor de zaken die zij thans afhandelt uiteindelijk onder de rechts macht van de Hoge Raad zouden komen. Dit zou betekenen dat er nog twee ‘hoogste bestuursrechters’ overblijven (de Afdeling en de HR), hetgeen neerkomt op een ‘Twin Peaks’ model.
a. Omdat ten tijde van het bestreden besluit het gebruik van CO2 als middel om ganzen te doden niet was toegestaan, is het besluit onrechtmatig en het beroep in zoverre gegrond (artikel 8:70 onder d Awb). Het besluit komt dan ook in zoverre voor vernietiging in aanmerking (artikel 8:72 lid 1 Awb). De rechter dient vervolgens te onderzoeken of hij het geschil definitief kan beslechten (artikel 8:41a Awb). In het licht van het ge wijzigde wettelijke kader kan de rechter op grond van artikel 8:72 lid 3 onder a Awb de rechtsgevolgen van het vernietigde deel in stand laten. Er is hier geen sprake van een bestuursorgaan dat een ander besluit wenst te nemen en de grondslag van het besluit kan hetzelfde blijven.
a. Nieuwe/nadere stukken kunnen tot 10 dagen voor de zitting door partije n worden ingediend, aldus artikel 8:58, eerste lid, Awb. Echter, dit is geen harde grens. De bestuursrechter kan ook dichter op de zitting ingediende stukken toelaten, waarbij van belang is of dit vanuit het oogpunt van goede procesorde acceptabelis. In casu gaat het wel is waar om 4 dagen, maar heeft de gemeenteraad van het rapport kennis kunnen nemen en er een standpunt over in kunnen nemen. Waarschijnlijk zou de ABRvS daarom geen bezwaar hebben tegen inbreng van het rapport.
b. Ingevolge artikel 8:69a Awb vernietigt de bestuurs rechter een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechts regel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept. Voor hetgeen Koos Hopman heeft aangevoerd over de verkeersveiligheid geldt dat dat artikel eraan in de weg staat dat het bestreden besluit hierom wordt vernietigd. Zijn belang is gericht op een onbelemme rde voortzetting van zijn agrarische bedrijfsvoering. Het belang van verkeersveiligheid van fietsers houdt daarmee in casu geen verband. Deze beroepsgrond kan gelet op artikel 8:69a Awb niet tot vernietiging van het bestreden besluit leiden.
a. ABRvS: Naar het oordeel van de Afdeling we rkt de be wijslastverdeling door in beroep bij de rechter. Ligt de bewijslast bij een belanghebbende dan zal hij al in de bestuurlijke fase enig be wijs moeten hebben geleverd, wil de Afdeling verdere bewijslevering toegestaan. [Dit ligt anders indien de belanghebbende aannemelijk kan maken dat he m geen verwijt kan worden gemaakt dat hij nog geen (voldoende) bewijs heeft geleverd]. CRvB: De Raad hanteert de regel dat het een belanghebbende – binnen de eisen van de goede procesorde – vrijstaat zijn grond in beroep nade r te staven met bewijsmiddelen (CRvB 23 april 2015, JB 2015/120). Het standpunt van de Raad lijkt daarmee principieel anders te zijn. Hij ziet het feitenonderzoek meer als een taak die ook op de bestuursrechter rust, terwijl de Afdeling er van uit lijkt te gaan dat het feitenonderzoek behoort tot uitsluitend het besluitvormingsprimaat van het bestuursorgaan. De hieruit volgende conclusie: de vraag in hoeverre het rechtens is toegestaan dat een belanghebbende in beroep nog met nieuw, niet eerder ingebracht bewijs komt als de bewijslast in de bestuurlijke fase bij hem ligt, wordt door de verschillende hoogste bestuursrechters verschillend beantwoord.
a. ABRvS: Naar het oordeel van de Afdeling we rkt de be wijslastverdeling door in beroep bij de rechter. Ligt de bewijslast bij een belanghebbende dan zal hij al in de bestuurlijke fase enig be wijs moeten hebben geleverd, wil de Afdeling verdere bewijslevering toegestaan. [Dit ligt anders indien de belanghebbende aannemelijk kan maken dat hem geen verwijt kan worden gemaakt dat hij nog geen (voldoende) bewijs heeft geleverd]. CRvB: De Raad hanteert de regel dat het een belanghebbende – binnen de eisen van de goede procesorde – vrijstaat zijn grond in beroep nade r te staven met bewijsmiddelen (CRvB 23 april 2015, JB 2015/120). Het standpunt van de Raad lijkt daarmee principieel anders te zijn. Hij ziet het feitenonderzoek meer als een taak die ook op de bestuursrechter rust, terwijl de Afdeling er van uit lijkt te gaan dat het feitenonderzoek behoort tot uitsluitend het besluitvormingsprimaat van het bestuursorgaan. De hieruit volgende conclusie: de vraag in hoeverre het rechtens is toegestaan dat een belanghebbende in beroep nog met nieuw, niet eerder ingebracht bewijs komt als de bewijslast in de bestuurlijke fase bij hem ligt, wordt door de verschillende hoogste bestuursrechters verschillend beantwoord.
b. Als de schade wordt ve roorzaakt door een besluit als het onderhavige, waarover de Centrale Raad van Beroep in hoogste aanleg oordeelt, is op grond van artikel 8:89 lid 1 Awb de bestuurs rechter bij uitsluiting bevoegd om over het verzoek om schadevergoeding te oordelen, ongeacht de hoogte van het schadebedrag.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefententamens voor Burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht aan de Universiteit Utrecht
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1829 |
Add new contribution