Verschil van leven, maar niet van waarde.

Dit is een van de vele blogs die ik in Peru heb geschreven. Dit verhaal staat in het teken van mijn vrijwilligerswerk. Ik zal nog meer blogs plaatsen op dit forum, maar indien jullie nu al meer willen lezen, wees dan lekker zo vrij om een kijkje te nemen op mijn reisblog www.ellenperu.reismee.nl

Hola lieve volgers,                                                                                                                                                                                                                                

Na diverse blogs te hebben geschreven, wil ik graag in het bijzonder iets schrijven over mijn vrijwilligerswerk hier in Peru.

Zoals jullie weten werk ik op een kleinschalige school, in Peru wordt dit ook wel een jardin (spreek je uit als gardien) genoemd. De school is gevestigd in San Sebastián. De stad Cusco bestaat uit diverse districten, San Sebastián is er hier een van. Dit district is samen met San Jeronimo en het bergdisctrict een van de arme delen in Cusco. Dit geeft mijn lerares Gladys ook zelf eerlijk aan. Per maand krijgt Gladys 70 dollar aan loon. Hier ben ik best van geschrokken toen ze me dit vertelde en het liet me realiseren in welke luxe ik (vaak onbewust) leef in Nederland. Deze 70 dollar is te verklaren vanuit het klassensysteem waar men hier in leeft maar het het heeft er ook mee te maken dat tot en met de universiteit de ouders geen schoolgeld hoeven te betalen. The gouverment vindt dat ieder kind recht heeft op educatie, wat een mooi streven is. Echter is er een groot verschil tussen arm en rijk zichtbaar in Cusco. Zoals ik al zei is Cusco verdeeld in diverse districten. Zo is er een groot verschil te zien tussen het deel waar ik vrijwilligerswerk doe en het centrum van Cusco. Het centrum van Cusco straalt door zijn rijke historie, welke is terug te zien in onder andere de straten en gebouwen, veel macht en pracht uit. Naast deze pracht ligt de kwaliteit van de straten, de huizen, en het welbevinden van de mensen in San Sebastián een stuk lager. Het verschil geldt niet alleen tussen de districten, binnen de districten is dit ook zichtbaar. Zo is er bijvoorbeeld een jaar geleden op de grens van San Sebastián en Cusco (centrum) een heuse shoppingmall gebouwd welke is voorzien van moderne winkels, een bioscoop en diverse restaurantjes. Met grens bedoel ik enkel een bord wat aangeeft dat je op dat moment St. Sebastián binnenrijdt. Toen ik voor het eerst binnenliep in de mall (Real Plaza wordt het genoemd) ging ik door een ware cultuurschok. Ik geloofde niet wat ik zag. Vijf minuten geleden aanschouwde ik nog een vervallen huis en op dat moment bevond ik me in een waan van luxe. Het voelde bijna ongemakkelijk om rond te lopen over de blinkende vloer en langs de winkels, de een nog moderner en duurder dan de ander. In een woord, geshockeerd. Hoe is het mogelijk dat er op nog geen halve kilometer zo'n verschil kan zijn? Waarom deze luxe en in St. Sebastián leven ze met 10 mensen in een klein huis met als vloer zand/aarde? Het is een vraag die niet alleen in Cusco voorkomt, maar ook in de andere steden in Peru en in vele andere landen op deze wereld. Het is een vraagstuk waar de wereld allang mee kampt maar er zijn zoveel aspecten die hier invloed op hebben. Want zo heeft het ook een andere kant, want naast dat de lerares een moeilijke thuissituatie heeft wil ik jullie graag voorstellen aan een onwijs sterke, hartelijke vrouw die met veel kennis en passie lesgeeft aan en zorgt voor haar, zoals zij zegt, 'angelitos' (engeltjes). Een vrouw die heel realistisch in het leven staat en ondanks de armoedige situatie waar ze in leeft alles eruit haalt wat erin zit. Het is denk ik de meest enthousiaste vrouw (samen met Miss Happiness in Monduli-Tanzania) die ik tot nu toe in mijn leven heb ontmoet. Afgelopen week had ze veel last van haar maag, maar ondanks dat stond ze iedere dag weer met een grote lach voor de klas. Nee het kwam absoluut niet ter sprake om naar huis te gaan toen dat voorstelde... Lieve volgers, mag ik jullie voorstellen aan Gladys.

In San Sebastián zijn diverse jardins waar vrijwilligers werken. Vanaf mijn huis, wat ligt in een ander district, Wanchaq, ben ik ongeveer een halfuurtje onderweg met de bus. Aangezien ik niet veel keuze heb in welke bus ik kan nemen, beland ik vaak in een kleine bus waarin we knusjes met TEveel mensen worden ingepropt. Ach zo heeft alles wel z'n charme.. In de school waar ik werk, ondersteun ik Gladys gedurende de ochtend in het lesgeven aan en begeleiden van zeventwintig kinderen in de leeftijd van 3 tot 6 jaar. Het zijn allemaal schatten van kinderen (niet altijd natuurlijk) die allen op hun eigen manier intelligent zijn. Ze leven onder armoedige omstandigheden en komen al vroeg in aanraking met het zien van o.a. geweld en seksuele situaties. Dit is ook sterk terug te zien in het gedrag van sommige kinderen. In veel gevallen is er sprake van eenoudergezinnen en leven de kinderen dus in de middag veelal op straat omdat moeder moet zorgen dat er brood op de plank beland.

Mijn ervaring als vrijwilligster is gedurende de afgelopen zes weken steeds interessanter voor mij geworden. De band met de lerares en de kinderen maakt dat ik me vrijer en beter ben gaan voelen in mijn handelen binnen de vrijwilligersplek. Zoals ik eerder in een blog al aangaf vormde de taal in begin een tamelijke drempel voor me in de wijze waarop ik de met de kinderen kon communiceren en hen kon begeleiden. Het voelde als een stukje machteloosheid. Machteloosheid omdat ik dingen zag gebeuren en daar vanuit mijn ervaring en kennis op wilde reageren, maar dit niet positief tot uitvoering kon brengen doordat ik belemmerd werd vanwege mijn beperkte woordenschat. Ik weet niet of ik het bij het juiste eind heb maar ik denk dat ik op een andere manier die belemmering ervaar dan bijvoorbeeld Leia. Leia is net afgestuurd aan het voortgezet onderwijs en kijkt dus denk ik ook anders naar dit werk. Met een meer open en als het ware 'lege' blik wat specifieke kennis en ervaring betreft. Automatisch en onbewust wordt mijn handelen beïnvloed door de kennis en ervaringen die ik reeds in dit werkveld, met kinderen, heb opgedaan. Ik reageer op de situaties maar in mijn hoofd weet ik dat ik eigenlijk anders zou willen. Ik weet bijvoorbeeld dat het goed is om bij kids de dingen en situaties voor te zijn, je moet als het ware altijd een stapje vooruit denken. Als je bijvoorbeeld in een speeltuin met de kids arriveert en je ziet daar verderop prikkeldraad in de struiken liggen, dan zeg je alvorens je hen vrij laat spelen 'Wees voorzichtig met de prikkeldraad, ik wil niet dat jullie hiermee gaan spelen'. Ofwel ik ben duidelijk naar hen. Dit kan voor hen heel helpend zijn omdat ze dan weten wat van hen verwacht wordt. Zo ligt er op het moment een berg restafval en stenen op het pleintje bij de school, uiteraard rennen de jongens deze berg op en gaan met de steentjes gooien. Het punt is dat ik op dat moment snel moet kunnen reageren, want vijf seconden nadat ze de berg gespot hadden vlogen de steentjes als door de lucht. Die vijf seconden zijn voor mij niet genoeg om mijn Spaanse brein te openen en te reageren naar de kinderen toe. Na verloop van tijd weet ik dit wel omdat ik me kan voorbereiden, maar de onverwachte situaties blijven moeilijk. En gezien het leven uit veel onverwachte dingen bestaat, wordt er een groot beroep gedaan op jou als persoon en de wijze waarop je reageert. Echter merk ik dat het nu al veel beter gaat. Naast dat mijn Spaanse taalvaardigheden (veelal onbewust, stiekem wel beetje trots haha) zijn toegenomen, komt dit ook doordat de band tussen de kinderen en mij is gegroeid. Zij voelen zich denk ik al meer op het gemak bij me en ik weet ook al een beetje wie, wat op welke momenten nodig heeft. Sommige kinderen hebben bijvoorbeeld meer stimulatie nodig bij het maken van de oefeningen in het werkboek, andere kinderen vinden het leuk als ik met ze lees, weer andere kinderen vinden het gezellig om een babbeltje te maken en van de jongens weet ik dat als ze buiten zijn ik een extra oogje in het zeil moet houden. En zo heeft ieder kind wel z'n eigen 'schilderijtje'. Naast dat ik kinderen beter heb leren kennen, heb ik nu ook al meer 'in de sjmieze' (in de gaten) hoe de ochtend verloopt. Dit maakt dat ik beter kan anticiperen op wat er gebeurt en al meer initiatief kan tonen.

Iets wat ik niet had verwacht, maar wat Gladys zeker wel doet, is dat ze doelgericht handelt. In Nederland wordt het doelgericht handelen als heel belangrijk bestempeld, bijna alles wat we doen in het contact met het kind of de volwassene moeten we kunnen legitimeren naar onder andere collega's binnen de instelling en het directe netwerk van de betreffende persoon toe. Alvorens mijn reis heb ik deze kennis en ervaring geparkeerd in een laatje in mijn gedachten en ben met een bewust open blik begonnen aan mijn vrijwilligerswerk. Ik wilde voorkomen dat bepaalde misschien onrealistische verwachtingen op basis van mijn eigen (stage)ervaringen en kennis het moeilijk(er) konden maken om de werkwijze van de vrijwilligersplek een eerlijke kans te geven. Echter ben ik er gedurende de afgelopen weken achtergekomen dat Gladys een eenduidige en vaste lijn heeft in haar manier van lesgeven. Zo zijn we nu bijvoorbeeld met de getallen bezig. Er zijn tal van manieren om een kind van 1 tot 10 te leren tellen. Gladys heeft daarbij haar manier. Ze legt allereerst de basis uit en zet vervolgens het ervaringsgerichte leren in. In de basis vertelt ze op het white bord iets over het betreffende getal. Bijvoorbeeld nummer 7. Ze gebruikt de regenboogvlag (vlag van Cusco) waar zeven kleuren op staan afgebeeld als middel om te laten zien dat dit 7 kleuren zijn. Ze doet dus niet alleen een beroep op het gehoor van de kinderen maar ook op de visus, ze wisselt het af. Tijdens deze uitleg maakt Gladys veel gebruik van interactie, op een enthousiaste wijze bevraagt ze de kinderen. Na dit te hebben gedaan gaan we met de kids naar buiten en spelen we een spel, een spel waarbij de muziek aan wordt gezet en de kinderen vrij mogen dansen. Zodra de muziek wordt stop gezet, moeten de kinderen groepjes maken van het betreffende getal. Om het een beetje een actieve en plezierige dimensie te geven, moeten ze zo snel mogelijk groepjes proberen te maken. Aan de gespannen gezichten van de kinderen is te zien dat dit zeker werkt. Na deze activiteit, waarin ze even lekker hebben kunnen bewegen, gaan we terug naar de klas waar ze aan de hand van materialen het tellen gaan oefenen. Iedere tafel krijgt een berg met flessendopjes en de bedoeling is dat ieder kind voor zich 7 dopjes moet verzamelen. Hierbij oefenen ze het tellen en ze zijn met materiaal bezig. Echter verloopt dit onderdeel van de les wel altijd een beetje onrustig. Gladys laat de kids vrij lang met de dopjes aanmodderen. En wat denken jullie dat gebeurt als kinderen vrije tijd krijgen met zulk materiaal? Juist, na vijf minuten vliegen de dopjes door de ruimte, is de vloer bezaaid met het materiaal en beginnen de kinderen elkaar te vervelen want 'hij heeft mijn dopje afgepakt....'. Ik probeer dit te beperken door eerder met de beloning te beginnen, want ieder kind dat het juiste aantal dopjes heeft en telt wordt beloont met een stempel 'champion met een beker' op zijn/rechter hand. Zoals in Nederland bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van het beloningssysteem in de vorm van stickers, worden hier stempels gebruikt. Dit heeft zichtbaar effect; de kinderen laten altijd met veel trots de stempel aan elkaar zien. Dat de stempel op de rechter hand wordt gezet is een belangrijk detaille want enkel de rechter hand mag hiervoor worden gebruikt. Dit heeft te maken met de rechten van de kinderen. Tot slot doen we een groter beroep op de concentratie van de kinderen want dan is het tijd voor de schrijfoefeningen in het werkboek. Hierbij wordt dus met name de fijne motoriek getraind. De kinderen slagen erin om deze oefeningen goed te maken, een ieder op zijn eigen tempo. Wel wordt de nauwkeurigheid helaas belemmerd doordat de kinderen snel willen zijn. Ze zijn altijd erg met elkaar aan het vergelijken en de een wil snel dan de ander zijn en andersom. Zodra de kids een bladzijde af hebben is het weer tijd voor een stempel en klinkt het 'profe, profe!' door het lokaal. 'Profe' is een afkorting voor profesora en betekent juffrouw. Op het moment kan ik dit wel goed 'handelen' maar ik denk als Leia, de andere vrijwilligster volgende week weg is mijn oren weer zullen 'tuuten' zoals de eerste weken. Maar komt goed. Aan de hand van het onderdeel leren tellen heb ik jullie hopelijk een goede indruk gegeven van de manier waarop wordt lesgegeven. Er wordt dus bewust over nagedacht. Dit is een voorbeeld van de educatie. Zoals ik ook al in mijn andere blog heb verteld, gaan we er ook regelmatig met de kids op uit. Zo hebben we al een bezoek gebracht aan het politie bureau, een meubelmaker, een bakker en de kerk. Ervaringen als deze maken altijd veel indruk op de kinderen, het is voor hun een waar uitje. Ik ervaar deze uitjes ook altijd als erg leuk. Vind het bijzonder om te zien op welke manier de mensen hier hun vak uitoefenen en om te te zien wat dit voor een invloed heeft op de kinderen. Daarnaast is het altijd een avontuur op zich om met zeventwintig kinderen op pad te zijn.          

Na het educatieve gedeelte volgt altijd el desayuno (het onbijt) voor de kinderen, ofwel arroz con leche wat rijst met melk inhoudt. Soms voegt Gladys chocolade toe of wordt de rijst vervangen door choclo (mais). Alvorens het ontbijt gaan we met de kinderen de handen wassen, ik vind het fijn om te zien dat de hygiene binnen de school redelijk goed wordt gewaarborgd. Zo heeft de tandartsassistente al twee keer een bezoek gebracht aan de school om samen met de kinderen de tanden te poetsen. Zij gaaf aan dat ze twee keer per maand op bezoek komen. Naar mijn mening zou het super zijn als de kids (na het eten) voordat ze naar huis gaan hun tanden poetsen op school. Want aan de tanden van de kinderen te zien is het tandenpoets ritueel thuis geen gewoonte. De reden dat ik hieraan denk heeft ook deels te maken met het feit dat ik vanuit Nederland materiaal t.a.v. tandenpoetsen (zoals tandenborstels, tandpasta, tabletjes die aantonen welke delen van het gebit meer aandacht verdienen) heb meegenomen. Dit materiaal is een schenking van Tandartsenpraktijk Heijnen in Hulsberg aan de kinderen. Met hen heb ik kunnen regelen dat ik dit materiaal kon meenemen, iets waar ik uiteraard erg trots en de praktijk ook heel dankbaar voor ben. Ik heb Gladys ingelicht over de spullen en volgende week neem ik ze mee naar de school (want het heeft helaas even geduurd voordat het pakket met de post van Nederland is aangekomen in Cusco, gezien mijn bagage helaas al aan zijn maximum zat). 

Zo, ik denk dat deze schenking een mooi iets om mijn blog mee af te ronden. Dit gezien ik zie dat mijn blog alweer erg lang is geworden. Sorry als ik aan het schrijven ben, kan ik mijn gedachten en typen niet onder controle houden. Afgezien van het gegeven dat ik nooit een kei ben geweest en zal worden in het kort van stof zijn, laat dit wel hopelijk ook zien dat ik met veel enthousiasme mijn rol als vrijwilligster binnen de school Santa Rosa vervul. Het is voor mij onmogelijk om triest of chagrijnig te zijn op mijn werk, want zodra ik het poortje van de school binnenloop word ik enthousiast verwelkomt door de kids middels knuffels en vrolijke begroetingen. Echter blijf ik alert op mijn rol en wil ik voorkomen dat ik onmisbaar wordt. Dat is naar mijn mening erg belangrijk als vrijwilliger zijnde, t.a.v. met name het hechtingsproces met de kinderen en de taken die ik vervul. Ik voel dat ik zeker van toegevoegde waarde ben op het project en het voor mij een immense leerervaring is, maar ik probeer iedere dag in zoverre dat mogelijk is alert te zijn op mijn rol en gedrag t.a.v. zowel de kinderen als mijn samenwerking met Gladys.

Liefs uit Peru van Ellensita (Gladys die mij zo noemt)

Related content or attachment:
Verschil van leven, maar niet van waarde.
Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Statistics
1960