Ik kon alleen maar denken; En dit is nu jouw toekomst.... Deel 1 van mijn reis naar Vietnam
Het is alweer even geleden dat ik in Vietnam was. Ik heb de tijd genomen om al mijn belevingen en bevindingen goed te evalueren en een plekje te geven. Eind mei vloog ik met mede wereldsupporter Cecile Cremer naar Vietnam voor onze minor Global Development Issues om vrijwilligerswerk te doen. In het vliegtuig had ik bepaalde verwachtingen en gedachtes bij het grote avontuur dat op mij te wachten stond. Zo was ik erg benieuwd hoe veel impact vrijwilligerswerk heeft op een land en haar maatschappij en of ik wel echt mijn steentje kon bijdragen. Ben ik daar nu echt nodig of kan ik makkelijk gemist worden. Doen we het echt om te helpen of ook vooral om onszelf beter te laten voelen. Dit zou mijn eerste ervaring worden met vrijwilligerswerk en ik was erg benieuwd hoe dit in z'n werk gaat. Eenmaal aangekomen in Ho Chi Minh city hadden we een paar dagen om aan het land de mensen en de cultuur te wennen. Even aarde zoals ze dat zo mooi noemen. Ik had al meerder reizen naar Azië gemaakt dus het voelde eigenlijk gelijk best vertrouwd. De mensen, de drukte, het eten en de gewoontes ik was er al enigszins bekend mee, daarbij is Ho Chi Minh een grote stad en ook best modern. Na een paar leuke dagen was het dan eindelijk zo ver om naar Can Tho te gaan en aan het echte avontuur te beginnen. Drie uurtjes met de locale bus naar het zuiden en we zaten midden in de Mekong Delta. Veel water, landbouw en prachtige groene natuur is waar we omsingeld mee waren. Can Tho zelf was best een behoorlijke stad met meer dan een miljoen inwoners. We kwamen tegen de avond aan en hebben toen een rondleiding gekregen van Phuong ons aanspreekpunt van Vrijwillig Wereldwijd. Deze rondleiding was op onze fietsen en tegelijkertijd onze grootste nachtmerrie. Ik kan me niet herinneren ooit zo erg gezweet te hebben op een fiets, de hitte, vochtigheid en de druk die een stad met zich meebrengt waren niet de beste omstandigheden om in te fietsen. Naïef dat ik was om te denken dat ik daar alleen aan moest wennen, want deze helse tochten zijn nooit beter geworden na al die weken. Phuong had ons ingedeeld op verschillende projecten.
Nhip Cau: hier moest ik les geven aan lichamelijk gehandicapte volwassenen die op een kokosnoot werkplaats werkte. Drie maal per week moest ik in alle vroegte uit bed om les te geven om 07:00 uur 's ochtends. Tijdens mijn eerste les was ik bloed nerveus want ik had natuurlijk nog nooit les gegeven en had geen idee van hoe je dit moest aanpakken. Gelukkig had iedereen een werkboek die ik als leidraad kon gebruiken. Het lesgeven hier was erg leuk en omdat iedereen wat ouder was waren ze erg gemotiveerd en luisterde goed. Je kon onderwerpen meer op niveau behandelen en volwassen gesprekken met ze voeren,
City Orphanage: dit was het meest heftige project van allemaal. In dit weeshuis zaten mensen van alle leeftijden en veel waren gehandicapt, sommige ZWAAR gehandicapt. De echte kleintjes waren bijna allemaal kern gezond. Bij de kleuters hadden sommige kinderen een handicapt. De mannen en vrouwen waren bijna allemaal zwaar gehandicapt en hier moest ik enorm aan wennen. Onze taken hier waren met alle kinderen en de mannen spelen en de vrouwen moesten we eten geven. Het eten geven van de vrouwen was iets waar ik in het begin erg veel moeite mee had. Deze mensen zijn levenloos en kunnen echt niks dus het eten geven ging soms erg moeizaam. De hygiëne was niet al te best en de verzorgers gaven de vrouwen ontzettend ruig en niet erg vriendelijk deze mensen te eten. Dus daar zat ik dan in een sterke urinelucht, tussen huilende gehandicapte vrouwen die pijn hadden tijdens het eten met mijn bakje en lepel. Na een aantal weken kon ik bepaalde heftigheden realiseren en ging deze taak mij een stuk beter af. Bij de kinderen was het vooral leuk en ze waren ontzettend blij als je er was. Niet alleen om ons te zien maar vooral het geen wat mee mee brachten, SPEELGOED. Veel kindjes hadden hun favoriete speeltjes en dan hadden ze weer 45 minuten was afleiding. Sommige kinderen hadden een lichamelijke of verstandelijke handicap maar veel waren gewoon gezond. Bij de mannen moesten we ook 45 minuten spelen. Deze mannen leefde in een ruimte zonder bedden en alleen een keiharde koude vloer om op te slapen, niet erg gezellig dus. Zij waren erg blij als je kwam met al het speelgoed en genoten volop van alle aandacht. Er was hier 1 jongen die blind geboren was en geobsedeerd was met muziek en zingen. We namen voor hem altijd een speeltje mee waar muziek uitkwam en je zag gewoon hoe erg hij opleefde en genoot als het apparaat aan ging. Hij hield dit voor 45 lang aan zijn oor en iedereen snapte dat dit ZIJN speeltje was. Ongelofelijk hoe je met zo iets simpels even een lichtpuntje aan iemand zijn dag kan brengen. Op het einde van de middag was het tijd om naar de peuters en baby's te gaan, het leukste deel van de middag. De peuters zitten met hun voetje vastgebonden aan hun bedje en mogen eruit als wij met ze kunnen spelen. Je kan je voorstellen dat we daar ontzettend hartelijk werden verwelkomd door deze kleine schoffies. Ze rende door de kamer, speelde met elkaar, met ons en natuurlijk het speelgoed. Van de 12 kindjes hier waren er maar 2 gehandicapt, je ziet duidelijk dat de nasleep en effecten van de chemicaliën etc uit de oorlog steeds minder wordt. Naast de peuters zaten de baby's, die konden we lekker knuffelen de fles geven en vertroetelen. Sommige baby's hadden geen bedje maar sliepen op een stenen plaat met een ultra dun dekentje dat het was zou moeten verzachten. Ik heb nog geprobeerd om hier wat aan te doen maar dit aanbod werd afgewezen door het weeshuis. Bemoeienis ligt erg gevoelig en als ze het idee krijgen dat we vinden dat ze het niet goed doen dan vliegen wij eruit. Mijn meest heftigste moment van mijn vrijwilligerswerk heb ik ook gehad bij dit project en bij de baby's. Op woensdag middag en vrijdag middag had ik een shift bij city orphanage. Op een zekere woensdagmiddag was alles zoals het de vorige keren ook was en op vrijdag middag was daar ineens een nieuwe baby. Pasgeboren, piep klein en nog een rood huidje van de bevalling. Ik probeerde los te peuteren bij de verzorgers, die geen woord engels spraken, wanneer deze baby was gebracht/gevonden en wees naar de kalender. Ze wezen naar de woensdag, twee dagen geleden na ons vertrek is deze baby hier gekomen dacht ik. Hij was zooooo immens klein en ik vond het zo wreed. Natuurlijk weet je dat alle kindjes zo zijn gekomen maar in mijn beleving hoorde die gewoon bij het weeshuis. Dit kindje gaf me een enorme reality check met wat hier gebeurt. Ik kon alleen maar denken; En dit is nu jouw toekomst, van de ene ranzige naar urine stikkende ruimte naar de andere verhuizen naarmate je ouder wordt. Het brak mijn hart en vond het verschrikkelijk, ik zal dit kindje nooit vergeten.
In mijn volgende post zal ik de overige projecten bespreken anders wordt mijn verhaal wel erg lang.
Deel twee zal snel volgen!!!
Add new contribution