Een weekje Kanaan; Mooi en levensgevaarlijk

Oké, ik heb het waarschijnlijk over mezelf afgeroepen toen ik in mijn vorige blog schreef dat ik niet begreep waarom iedereen gillend weg rent wanneer ik een machete oppak. Maar de huidige status is: een pink die dik en geel is, door een of andere contra beweging; een geel, groen, blauw en paarse rug en een bijna door hyena's opgegeten worden ervaring. 

We waren bezig met het naar beneden halen van een hek, toen ik er achter kwam dat bedrijfshulpverlening ook in het wild toegepast kan worden. Nadat ik een grote rots wilde verplaatsen, en dit blijkbaar nogal vreemd deed, vouwde mijn pink de verkeerde kant op. Gelukkig heb ik goed gekeken naar Bear Grylls, en ondanks ik niet gelijk in een dode kameel hoefde te gaan liggen, en om uitdroging te voorkomen, genoodzaakt was mijn plas te drinken, voelde ik me toch best wel een survivaller toen ik mijn pink spalkte met een tak die ik eerst had bewerkt met mijn zakmes. 

Het volgende ongeluk gebeurde tijdens het paardrijden; ik zat op mijn paard in mijn trainingsbroek met mijn Air Max een beetje Sjonnie te wezen, terwijl ik, nogal nuchter van aard, tussen de meiden zat die tegen hun paarden liefkozende woordjes aan het fluisteren waren. Het was koud, ik was hongerig, had het gehad met deze paardenmeisjes en wilde graag naar huis. Blijkbaar hadden de paarden ook genoeg van het gelispel in hun oren, want toen het plan was om een stukje te draven, gingen ze er in een volle galop vandoor. Net toen ik comfortabel zat schrok mijn paard van mijn begeleider die opeens voor mij op de grond lag, omdat hij van zijn paard gevallen was. Een man die niet meer op zijn paard zit, maar opeens voor je op de grond ligt, is natuurlijk super eng. De reactie hier op was dan ook logischerwijs een plotselinge handrem en sprong naar links, en net zoals bij de meeste plotselinge gebeurtenissen was ik daar niet op voorbereid, en vond ik mijzelf op de grond afvragend wat ik daar deed. Gelukkig heb ik, zoals Sharon ze zo graag noemt, redelijke kadetten, die de val braken, maar lopen doe ik een beetje vreemd tegenwoordig. Tot slot laat ook al mijn mechanica mij in de steek. Het grappige is echter dat, omdat ik in Afrika zit, het me allemaal niet meer echt uitmaakt. Ik verkeer in een soort chronische vorm van 'high-heid'. Dingen die me thuis het bloed onder de nagels vandaan zouden halen, zijn hier slechts kleine rimpelingen op een kalme oceaan, die in de de late zomerzon oranje kleurt. Zolang ik maar kan lopen en af en toe contact met het thuisfront kan hebben, mag mijn hele lichaam bont en blauw zijn en koop ik desnoods 10 nieuwe powerbanks, wereldstekkers, opladers en zaklampen. 

Dan rest mij nog de 'bijna door hyena's opgegeten worden' ervaring. Midden in de woestijn hadden we onze zoveelste sleep-out. Met onze slaapzakken lagen we in een soort kleine Westergasfabriek zonder dak. Dit om de hyena's die, omdat hier geen leeuwen meer zijn, gewend zijn om zelf te jagen, op afstand te houden. Het was negen uur en ik had zojuist de meest sensationele vallende ster/ meteoriet ooit gezien, toen ik besloot dat het tijd was om mijn blaas te legen. Wederom verzamelde ik mijn Air Max'jes en klom over het muurtje. Voordat ik van de muur afsprong, checkte ik nog met de zaklamp van mijn telefoon of ik (groene) ogen kon zien. Die zag ik niet, en achter mij hoorde ik meer mensen zich klaarmaken voor een plasje, dus haastte ik me het hoekje om en plaste zielsgelukkig en nietsvermoedend de halve woestijn nat. Bij terugkomst na deze irrigatie, had zich een groepje verzameld op het muurtje waar ik zojuist overheen gesprongen was, om te overleggen of de 3 paar ogen die ons aan stonden te staren van jakhalzen of hyena's waren. Dit was het moment waarop ik besloot dat het ernstig tijd was om mijn bonte billetjes terug de kleine versie van de technotent in te krijgen. NP (Niels-Peter) besloot echter vol zelfvertrouwen dat het jakhalzen waren, sprong over de muur, markeerde de fabriek als zijn territorium, en begon daarna stenen te gooien om ze weg te jagen. Tip lieve lezers: gooi geen stenen naar ogen als je niet weet aan wie ze toebehoren, voor je het weet word je aangeklaagd voor mishandeling van een 80-jarige man. Wij stonden ondertussen nog steeds twijfelachtig op de muur, en ook NP werd nu een beetje nerveus aangezien de ogen niet kleiner, maar groter leken te worden. We schrokken ons ook dood toen onze coördinator opeens achter ons was komen staan, en keihard begon te schreeuwen dat NP zijn 'ass' onmiddellijk terug moest brengen omdat het overduidelijk hyena's waren. Nog nooit heb ik een jongen zo snel over een muurtje zien klimmen, als een soort Max Verstappen sjeesde hij de bunker in. 
Het menselijk lichaam werkt interessant, want tien minuten na dat ik bijna was opgegeten doordat ik moest plassen moest ik, door dié spanning van het weten dat ik had zitten plassen tussen de hyena's, opnieuw plassen. Het was net toen ik comfortabel in de plaspositie stond en de hyena's begonnen te roepen, dat ik echter besloot dat de volgende ochtend wellicht een geschikter moment zou zijn. 

Toch is er één dier dat echt de meeste indruk op me heeft gemaakt: een jakhals. Er zijn hier heel erg veel jakhalzen, maar met deze was iets bijzonders aan de hand; hij verkeerde namelijk in een vergevorderd stadium van rabiës. 
We zaten net in de auto terug van de stokstaartjes, en er hing al een beetje een onheilspellende sfeer omdat ze zich niet lieten zien, en er veel jakhals sporen zichtbaar waren, toen we hem zagen; strompelend, struikelend en met een zichtbaar slechte coördinatie, kwam hij recht op de auto af. Hij probeerde ons misschien aan te vallen, of ging gewoon af op beweging en/ of geluid, ik weet het niet. Ik vond het verschrikkelijk om zo machteloos naar dit ten dode opgeschreven dier te kijken, dat zich zó onnatuurlijk gedroeg. Behalve zijn lijf, was er niks meer van een jakhals over. Zijn brein volledig weggevreten door de ziekte. Een levende dode. Het enige wat we nog voor hem konden doen, was hem uit zijn lijden te verlossen en te zorgen dat hij het virus niet verder verspreiden kon. Zijn lichaam hebben we verband en zijn kop moest met mij mee terug naar Windhoek om getest op rabiës te worden. Dus ja, terwijl ik dit schrijf, zit ik met de kop van een jakhals in een doosje op mijn schoot. Het is eeuwig zonde van dit mooie beestje, maar dit is Namibië, en dagelijks sterven hier honderden dieren, maar ook mensen door gruwelijke omstandigheden. 

Door de droogte waar dit land tegen vecht is er een crisis uitgeroepen; bloemen mogen niet meer bewaterd worden, zelf auto's wassen is illegaal en je struiken en bomen mag je maar een keer per twee weken water geven (vandaar mijn poging de woestijn wat te bevochtigen). Het is ook deels deze ongereptheid wat dit land zo mooi maakt. Het is ontzettend cliché, maar ik geloof dat er in mijn blog wel een beetje plaats is voor clichématig gezwets. Wanneer je wordt geconfronteerd met zoveel dood (dode dieren in hekken, nutteloze paarden die als vlees verkocht worden, kadavers van roofdieren, dode katten op de stoep), ga je relativeren en je toch nog eens even goed achter de oren krabben wanneer je denkt aan die totaal doorgeslagen Nederlanders, die reanimatiecursussen voor honden verzinnen. 

Het is dan ook niet geheel verrassend dat ik me hier volledig distantieer van mijn landgenoten. Blijkbaar heb ik in de Britten mijn mede-gekkies gevonden, want op de Deense NP na, zijn al mijn vrienden hier Engels. Spijtig genoeg blijf ik achtervolgd worden door Ronnie Flex en Lil' Kleine, want de assistent-manager van mijn project in Kanaan, Tjibbe a.k.a. Handigste Bosman, Rotterdammert (...) (na Rotterdammert verloor ik (uiteraard) de draad, iets met hart volgen en Afrika), was 3 maanden geleden nog de productiemanager van o.a. het koppel en bijvoorbeeld De Jeugd van Tegenwoordig, Gers Pardoel en dat soort gepeupel. Zo zie je maar weer hoe klein ons wereldje is. 

Op het moment begeef ik me onder de andere backpackers in Windhoek. Een redelijk intimiderende stad voor een meisje met blond haar, vind ik. Boodschappen doen zonder aangesproken te worden gaat niet en op dag één in Windhoek probeerde iemand mij al te rollen. In het bed onder mij ligt een of andere vreemde Duitse snuiter, die met zijn gele bouwvakkers helm, stinkvoeten en een hele hoop zooi nogal opvalt. Het zal wel bij de charme van het backpacken horen. Ik mis mijn lieve, nieuwe vrienden ontzettend erg en denk met veel weemoed terug aan al onze geweldige verhalen. Van het vrij maken van de weg tot onze hikes, het was één groot, geweldig plezier. Met dit in gedachte kijk ik enorm vooruit naar mijn volgende, en tevens alweer laatste avontuur: de delta & falls overland tour.

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos

Dat is wel een serieuze

Dat is wel een serieuze survival ervaring zeg! Gaaf om van een (grote) afstand te lezen! (Y)

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Related topics:
Countries and regions:
Statistics
2001 1