Vraag 1
Vraag 1a
Welke verbintenissen vloeien er voort uit de overeenkomst die Nuis BV en Bakkerij Smits hebben gesloten?
Vraag 1b
Zijn de prestaties opeisbaar op 15 december 2015?
Vraag 1c
Is Nuis BV aansprakelijk voor de gevorderde schade? Zo nee, waarom niet? Zo ja, vanaf welke datum komen de door Bakkerij Smits gemaakte kosten voor inschakeling van uitzendkrachten dan voor rekening van Nuis BV?
Vraag 1d
Kan Bakkerij Smits BV af van de overeenkomst met Nuis BV of zal zij Nuis BV eerst schriftelijk moeten aanmanen en moeten afwachten of nakoming binnen de gegeven termijn uitblijft?
Vraag 1e
Kan een en dezelfde brief zowel een ingebrekestelling als een ontbindingsverklaring bevatten of zal eerst moeten worden afgewacht?
Variant casus
Stel dat Nuis BV op 30 januari 2016 een verpakkingsmachine aflevert bij Bakkerij Smits. In een mum van tijd zijn er al 1000 broden en 2500 gevulde koeken mee verpakt. Nadat die broden en koeken geleverd zijn aan de supermarkten, regent het echter klachten.De verkoop van brood en koeken bij supermarkten loopt stekt terug, omdat klanten voortaan hun brood en koeken elders kopen.
Als zij Nuis BV op 5 februari 2016 op de hoogte stelt, belooft Nuis BV om op 6 februari 2016 een andere verpakkingsmachine van hetzelfde type te bezorgen en het eerder geleverde exemplaar weer mee te nemen. Bakkerij Smits neemt daar geen genoegen mee. Nuis BV stelt echter dat zijn geen schadevergoeding aan Bakkerij Smits verschuldigd is.
Vraag 1f
Heeft Nuis BV gelijk?
Vraag 1g
Stel dat het feit dat de verpakkingsmachine ondeugdelijk was, een schade heeft toegebracht aan de supermarkten van in totaal €8000. Nuis BV erkent na een lange discussie met Bakkerij Smits uiteindelijk dat zij tegenover Bakkerij Smits aansprakelijk is voor dat schadebedrag. Bakkerij Smits wil nu graag ook de extra schade vergoed zien, die zij heeft geleden doordat het zolang geduurd heeft voordat zij de schadevergoeding ontvangen heeft. Nuis BV weigert, omdat Bakker BV haar nooit schriftelijk heeft aangemaand om €8000 binnen een bepaalde termijn te betalen.
Is de extra schadevergoeding verschuldigd?
Vraag 1h
Stel -ongeacht het antwoord op vraag g- dat er rente verschuldigd is over het schadebedrag. Is dan de rente van 6:119 BW of (hogere) rente van 6:119a BW verschuldigd?
Vraag 2
Een chartermaatschappij huurt een Boeing van een luchtvaartmaatschappij. Het vliegtuig zal op 1 juni 2010 te Schiphol ter beschikking van de chartermaatschappij worden gesteld. In april 2010 heeft het vliegtuig, terwijl het in Australië is ernstige schade opgelopen doordat de piloot bij het taxiën een fout maakte, waardoor het vliegtuig botste tegen een ander vliegtuig. De reparatie zal ten minste twee maanden duren. Hoe luidt uw advies.
Antwoordindicatie
Vraag 1a
- Er is een verbintenis tot het leveren van de verpakkingsmachine door schuldenaar Nuis BV.
- En er is een verbintenis tot het doen van de PIN betaling van €2500 door Bakkerij Smits.
Vraag 1b
- Bij nakoming van verbintenissen kan je opeisen; Art. 6:38 en 6:39 BW.
6:38 BW; als je niks bent nagekomen dan terstond nakomen. In 6:39 BW is gegeven dat het mogelijk is om een tijd na te komen.
- Na twee maanden is het opeisbaar geworden zo blijkt uit de casus. Op 15 december zijn de twee maanden nog niet verstreken en is dus nog niets opeisbaar. Op 3 februari is levering van de machine nog niet opeisbaar. De termijn van ong. 2 maanden is nu wel verstreken. (wel betwistbaar). Echter hebben ze duidelijk afgesproken dat pas bij levering opeisbaarheid intreedt.
Vraag 1c
Allereerst kijken naar art. 6:74 lid 1 BW: Is er sprake van tekortkoming in de nakoming? Ja dit is het geval want nog niet geleverd. Art. 6:76 BW; schuldenaar maakt gebruik van hulppersonen aansprakelijk voor gelijke wijze. En sprake van causaal verband tussen tekortkoming en de schade.
Kijken naar art. 6:74 lid 2: pas schadeplichtig na verzuim want niet blijvend onmogelijk. Nu door naar verzuim, 2e paragraaf.
Art. 6:81: gedurende prestatie uitblijft en er aan art. 6:82 en 6:83 BW is voldaan.
Art. 6:82 BW; schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld à Niet voldoende voor een ingebrekestelling, wat in casu is gedaan. Slechts sprake van een aansprakelijkheidsstelling waar geen duidelijke termijn is gegeven.
Art. 6:83 BW: is hier sprake van een fatale termijn? Niet het geval, gaat om een termijn van “ongeveer 2 maanden” en dat een dag van te voren zal worden gebeld. Dus er is eerst een ingebrekestelling vereist voordat er sprake is van verzuim. Ook dan pas kan schade worden gevorderd.
Vraag 1d
6:265 BW: Als nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, dan is verzuim vereist voor ontbinding. In dit geval is verzuim vereist, je komt in art. 6:81 BW e.v. Dit is geen termijn met een fatale strekking. Niet te snel zeggen dat het tijdelijk onmogelijk is. Eerst kijken wat redelijke termijn van nakoming is. Anders omzeil je de eis van IGB te snel.
Je kijkt voor ontbinding eerst blijvend of tijdelijk onmogelijk. En dan ga je in het geval van blijvend naar 6:81 BW. IGB is een voorportaal van verzuim.
Vraag 1e
Ja je kan ex. art. 6:230 en 6:191 BW combineren.
Vraag 1f
Het product werkt niet naar behoren, dus sprake van ondeugdelijke nakoming. In casu is er sprake van gevolgschade (Kinheim/Pelders). Er is sprake van een onmogelijkheid en dus niet van verzuim.
Schade door een ondeugdelijk product, voor die gevolgschade is in zoverre nakoming dus blijvend onmogelijk. Voor het vorderen van die schadepost heb je dus geen verzuimvereiste, het is direct verschuldigd.
Vraag 1g
Aan toerekening is ook voldaan 6:75. In beginsel wel verzuim want niet blijvend onmogelijk MAAR 6:83 sub b BW!! Art. 83 sub b BW; wanneer de verbintenis voortvloeit tot strekking van schadevergoeding als bedoeld in art. 74 lid 1 en de verbintenis niet terstond wordt nagekomen is voor het verzuim geen ingebrekestelling vereist.
Vraag 1h
De eerste verbintenis is een handelsovereenkomst, dus de hogere rente van art. 6:119a BW is verschuldigd.
De tweede verbintenis is een nieuwe verbintenis tot schadevergoeding, hier is art. 6:119 BW.
Vraag 2
Hij wil de eerste overeenkomst ontbinden, 6:265. Art. 6:80 lid 1 sub b. Verzuim dat vereist opeisbaarheid, 81. Betreft hier geen opeisbare verbintenis. Is termijn voor nakoming bepaald, 1 juni. In april dus ook nog geen sprake van tekortkoming. Maar door art 80 lid 1 sub b is er sprake van niet nakoming. Dus hij kan ontbonden worden o.g.v. 6:267 lid 1 BW.
Burgerlijkrecht 2 - RUG -Werkcolleges
- werkcollege 2b burgerlijkrecht 2
- Werkcollege 3a bestuursrecht 2
- werkcollege 3b bestuursrecht 2
- Werkcollege 4a burgerlijkrecht 2
- werkcollege 4b burgerlijkrecht 2
- werkcollege 5a burgerlijkrecht 2
- Burgerlijkrecht 2 WC7B responsiecollege
- WC7A Burgerlijkrecht
- WC5B burgerlijkrecht
- WC6A burgerlijkrecht
- WC6B Burgerlijkrecht
Add new contribution