Vraag 1
Geef aan welke stadia een wetsvoorstel in het Verenigd Koninkrijk in beide Huizen van het parlement doormaakt en welke verschillen er bestaan ten opzichte van de Nederlandse wetsprocedure, zoals deze in de Grondwet en de reglementen van orde van beide Kamers zijn vastgelegd. (300 woorden)
Vraag 2
De Nederlandse homogeniteitsregel houdt in dat het kabinet met één mond spreekt en bewindspersonen naar buiten toe het kabinetsbeleid verdedigen. In hoeverre kent Zweden een vergelijkbare regel? Geef in uw antwoord ook aan wat de historische achtergrond is van de Zweedse relevante regels. (300 woorden)
Vraag 3
Ten aanzien van internationaal recht heeft Nederland een incorporatiestelsel, waarin internationaal recht als zodanig onderdeel uitmaakt van de nationale rechtsorde. Waarom is het, gegeven de in Nederland en in Duitsland bestaande systemen van doorwerking, goed te verklaren dat de Grondwet normen bevat over verdragsrecht en het Grundgesetz juist normen over ongeschreven volkenrecht? (300 woorden)
Vraag 4
Geef twee redenen waarom het Zweeds gedeconcentreerde bestuur op provinciaal niveau maar in zeer beperkte mate beïnvloed kan worden door de Zweedse regering. (250 woorden)
Vraag 5
Bestrijd de volgende stelling:
Het kiesstelsel voor de Franse Assemblée Nationale schendt de democratische kernwaarde van stemgelijkheid, doordat het de kiezersvoorkeuren niet proportioneel vertaalt in zetels in de Assemblée. (250 woorden)
Vraag 6
Is in het Zweedse constitutionele recht het EVRM van groter belang dan in het Nederlandse constitutionele recht? Beargumenteer uw antwoord (300 woorden)
Vraag 7
In de Duitse constitutionele geschiedenis is federalisme een centraal uitgangspunt geweest in zowel 1871 als in 1949. De achterliggende reden waarom werd gekozen voor een federale staatsstructuur was op beide momenten in de geschiedenis echter een andere. Leg van beide momenten uit waarom er werd gekozen voor een federale staatsstructuur. (250 woorden)
Vraag 8
In eenheidsstaten als Nederland is het vaak een constitutioneel probleem dat het lastig is de autonomie van gemeenten en provincies te garanderen. De Nederlandse constitutie kent immers niet een harde grens van bevoegdheden die de wetgever niet aan zich mag trekken. In hoeverre biedt het Britse stelsel een adequate oplossing voor dit probleem? (300 woorden)
Vraag 9
Geef aan in hoeverre en waarom de volgende stelling (niet) juist is: “Het Franse Conseil Constitutionnel heeft bij de beoordeling van de grondwettigheid van nog niet in werking getreden wetsvoorstellen minder mogelijkheden tot een ongrondwettigverklaring dan het Bundesverfassungsgericht”. (200 woorden)
Vraag 10
Thans is bij de Staten-Generaal een voorstel aanhangig om te komen tot de opneming in de Grondwet van een zogeheten algemene bepaling. De tekst van deze bepaling luidt: “De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat”. Aan de overige bepalingen van de Grondwet wordt niets gewijzigd. Geef, met behulp van de wijze waarop het Grundgesetz de grondrechten en de democratische rechtstaat wil garanderen, drie punten waarop de Grondwet inhoudelijk gewijzigd zou moeten worden om de door de algemene bepaling beoogde waarborging daadwerkelijke
.....read more
Add new contribution