Samenvatting Artikelen, deel 1

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


Artikel 1 – The nature of music from a biological perspective

 

Inleiding

Over het algemeen wordt muziek gezien als een kunstvorm, een product van de menselijke cultuur. Daarom wordt het vaak als sociaal construct bestudeerd in cross-cultureel onderzoek. In dit onderzoek wordt gekeken naar de diverse perspectieven op muziek en de vraag of muziek biologische wortels heeft wordt beantwoord. De vraag is of muziek een cultureel product is of dat het in onze genen zit. Muziek is in alle culturen onafhankelijk van elkaar ontstaan. Alle mensen zijn muzikaal aangelegd, maar talent komt alleen voor bij een selecte groep. Muziek heeft geen duidelijk doel en is moeilijk te definiëren. Muziek wordt enerzijds gezien als iets dat aangeboren is en anderzijds als het resultaat van de omgeving. Theorievorming is hierbij belangrijk omdat het veel velden beïnvloedt, zoals hoe muziek bestudeerd wordt, hoe muziek en muzikale vaardigheden worden gebruikt en beoordeeld en bij bijvoorbeeld het bepalen van een muzikaal curriculum voor scholen. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van muziek, omdat het niet als nuttig gezien werd.

 

Zijn mensen van nature muzikaal?

Alle mensen zijn experts op het gebied van muziek, al zijn ze zich hier niet altijd van bewust. In onderzoek naar de vaardigheid om gelijkheid in muziek te onderscheiden kon het verschil tussen muzikanten en niet-muzikanten niet gevonden worden. Ook op andere vaardigheden die gerelateerd zijn aan muziek scoorden de muzikanten niet hoger dan niet-muzikanten. Aanleg en talent zijn bijdragende factoren aan muzikale carrières, maar voorliefde voor muziek en een muzikale omgeving zijn net zo belangrijk, zo niet belangrijker. Het feit dat alle mensen een muzikale basis hebben die uitgebreid kan worden is een nieuwe ontdekking in wetenschappelijk onderzoek.

 

Soorten muziek

Functionele (of populaire) muziek is de muziek die door de meeste leden van een culturele groepering wordt gewaardeerd. Muzikanten houden zich liever bezig met complexere muziek. Functionele muziek bestuderen geeft meer informatie over de populatie en dankzij dit onderzoek kunnen universele en cultuurspecifieke factoren gevonden worden. In de praktijk vallen deze resultaten tot nu toe nog tegen.

Nettl, een belangrijke ethnomusicologist, heeft een aantal universele factoren in de muziek gevonden. Hieronder vallen vocale muziek, ritme en het gebruik van drie of vier verschillende toonhoogten. Er zijn twee verschillende soorten muziek gevonden door Lomax. De eerste is ontstaan in het arctische gebied, gekarakteriseerd door mannelijke solo’s en onregelmatige ritmes. De tweede is ontstaan bij Afrikaanse verzamelaars, waar vrouwelijke meerstemmige, repititieve en ritmische liedjes centraal staan. Deze muzieksoorten hebben waarschijnlijk meer te maken met rollen van de verschillende seksen dan met andere factoren. In bijna alle culturen zijn ook schalen gevonden voor toonhoogten. Andere universele factoren zijn:

  • Verdeling van octaven in schalen

  • Een basistoon ter referentie

  • Een structuur

  • Groepering van tonen

  • Referentie tikken (ritmes)

  • Ritmische patronen gebaseerd op regelmatige tikken

  • Een speciaal genre liedjes voor kinderen

 

Het gebruik van vaste toonhoogten is uniek voor muziek en blijkt universeel en niet aangeleerd. Het gebruik hiervan leidt tot een ongelimiteerde hoeveelheid mogelijkheden voor het maken van muziek.

 

De cognitieve verwerking van muziek

Muziek maakt gebruik van vaste toonhoogtes en is hierin heel anders dan spraak. Maar is muziek dan ook aangeboren en gespecialiseerd in het brein? Dat hoeft niet zo te zijn. Het brein is plastisch, waardoor ervaringen ook de structuren in het brein beïnvloeden. Of muziek domeinspecifiek is in het brein is wel al onderzocht. Er wordt gesteld dat de basis, de toonhoogten horen, vastgelegd is in ons brein. De schalen voor toonhoogten zijn universeel en zijn allemaal gecentreerd om de centrale toon. Hierdoor kunnen we allemaal een ‘foute’ noot uit een muziekstuk halen. Deze vaardigheid helpt bij perceptie, geheugen en presteren door het voorspellen van toekomstige auditieve ervaringen. Naar de domeinspecificiteit van muziek moet nog verder onderzoek gedaan worden.

 

Domeinspecificiteit
Er zijn meerdere mechanismen die domeinspecifiek kunnen zijn en bij kunnen dragen aan muzikaal gedrag. Het ene mechanisme kan specifiek zijn voor muziek en het andere algemeen voor geluiden. Domeinspecificiteit kan ook ontstaan door leermechanismen of algemene principes. Er zijn dus veel mechanismen in het brein die bijdragen aan muziek, maar niet domeinspecifiek zijn. Het coderen van een bepaalde toon is een kandidaat als mechanisme achter muziekprocessen.

 

Wat is muziek?
De grenzen van wat muziek is zijn vaag. Zo kan rap als muziek gezien worden, of als snelle spraak. Maar dit wordt dan ook niet onderscheiden in het brein. Alle geluiden worden zowel door het spraaksysteem als de muziekverwerkingssystemen gestuurd. Het kan zijn dat muziek buiten het herkennen van tonen geen domeinspecifieke componenten heeft. Muziekverwerkingssystemen kunnen bestaan uit systemen die in andere zaken gespecialiseerd zijn. Muziek zou dan bijvoorbeeld de gebieden voor hechting activeren door de intonatie en toon waarop ‘gesproken’ wordt. Voor deze theorie is weinig steun, omdat niet duidelijk is wat eerst kwam, spraak of muziek.

 

Sommige gebieden in het brein moeten muziekspecifiek zijn, omdat door hersenbeschadigings-, toondoofheids- en autisme-onderzoek bewezen is dat gevoel voor muziek zich onafhankelijk van andere vaardigheden kan ontwikkelen en andersom. Er zijn bijvoorbeeld ook gevallen van hersenbeschadiging waarbij de taal niet meer herkend kan worden, maar muzikale wijsjes nog wel, of waarbij wel de tekst van liedjes opgezegd kan worden, maar het wijsje niet meer herkend wordt. Muziek en taal blijken dus onafhankelijk van elkaar te kunnen functioneren. Het komt weinig voor dat zowel taal als muziek aangetast wordt bij hersenbeschadiging (double dissociation), waardoor het vermoeden bestaat dat er een apart verwerkingssysteem is voor muziek. Dit systeem zou het coderen van toon kunnen zijn, aangezien de meeste mensen met toondoofheid (congenital amusia) niet in staat zijn een afwijkende noot uit een melodie te halen. Toch kan het zijn dat het coderen van toon niet het probleem is, maar een symptoom van een dieper liggend probleem.

 

Ritmeverwerking ligt ook ten grondslag aan muziek. Een stoornis hierin kan onafhankelijk van toonstoornissen optreden. Er is dus een aanwijzing voor meerdere systemen die muzikale vaardigheden beïnvloeden in het brein. Maar er is nog niet aangetoond dat dit proces muziekspecifiek is.

 

Is muzikaal talent aangeboren?

Er wordt algemeen aangenomen dat talent aangeboren is. Hoeveel je ook oefent, als je geen talent hebt voor muziek, wordt je nooit een Mozart. Het al dan niet domeinspecifiek zijn van muziekverwerkingssystemen zegt niets over of muziek aangeboren is. Vaardigheid in geschreven taal is ten slotte ook in het brein terug te vinden terwijl dit volledig aangeleerd is. Er is gevonden dat het FOXP2 gen gerelateerd is aan spraak. Dit is ontdekt bij een onderzoek naar de KE-familie. De helft van de leden van deze familie in drie generaties heeft een spraak en taal stoornis en er blijkt sprake te zijn van erfelijkheid. Deze stoornis bleek niet taalspecifiek te zijn, maar beïnvloedt ook mondbewegingen en muzikale vaardigheden, zoals ritmeverwerking en productie, en melodieverwerking en productie.

 

Ook toondoofheid bij mensen blijkt in de familie te zitten. Elke respondent met toondoofheid heeft een familielid met hetzelfde probleem. Deze data suggereert dat er twee factoren meespelen bij muzikale vaardigheden, namelijk ritmeverwerking en toonverwerking. De genetische oorsprong van deze problemen correleert met de stoornissen, maar hoeft niet de enige factor te zijn die de stoornis veroorzaakt. In verder onderzoek zal gepoogd worden te achterhalen welke genen hier ten grondslag aan kunnen liggen.

 

Muzikale aanleg
De meeste mensen lijken met muziek geboren te worden. Kinderen hebben al muzikale talenten en zijn gevoelig voor dissonante muziek. Kinderen tonen al een voorkeur voor ritmische, zuivere muziek, wat duidt op het bestaan van muzikale aanleg. Dit kan daarentegen ook te maken hebben met de plasticiteit van het kinderbrein. De ervaringen vanuit de omgeving worden makkelijk opgenomen in het brein, waardoor muziek toch aangeleerd kan zijn. Dit ontstaat bijvoorbeeld door slaapliedjes en kinderliedjes die gezongen worden door de ouders. Kinderen geven de voorkeur aan liedjes die gericht zijn op kinderen, ook in onderzoek bij kinderen van dove ouders. Ook verkiezen kinderen zang boven spraak. De voorkeur voor het luisteren naar muziek lijkt dus aangeboren. Dit kan aangevuld worden met door ervaring aangeleerde regels over muziek. Toch lijkt dit niet het geval te zijn, aangezien over verschillende culturen mensen dezelfde soort regels voor muziek aanhoudt. Niet alle regels blijken leerbaar, een deel is waarschijnlijk al vastgelegd in ons brein.

 

Muziek als menselijke eigenschap

De oorsprong van muziek in onze dierlijke wortels wordt nog onderzocht. Dit is moeilijk, omdat er nog geen duidelijk onderscheid is tussen muziek en spraak. Sommige dieren zijn in staat basale taalvaardigheden te verwerven, zoals onderscheid maken tussen verschillende talen en het leren van basale taal. Dit soort onderzoek zou ook gedaan moeten worden met muziek.

 

Muziek en het brein
Domeinspecificiteit hangt samen met de locatie van muziekverwerkingssystemen in het brein. Het kan best dat er geen systeem aan te wijzen is in het brein, omdat het systeem samenhangt met andere systemen. Toch moet er een aparte locatie bestaan, anders zou specifieke amuzikaliteit niet kunnen ontstaan door hersenbeschadiging. Het coderen van toon zou deze aparte module kunnen zijn en zich kunnen bevinden in het frontale brein. Toch wordt verwacht dat toonherkenning zijn wortels heeft in verschillende delen van het brein. De hoop is om het essentiële mechanisme te vinden dat hier ten grondslag aan ligt. Dit is al gedaan voor andere vaardigheden, dus het is mogelijk.

 

Muziek en taal in het brein

Het gebied van Broca blijkt zowel met muziek als taal te maken te hebben, al hoeft dit niet veel te zeggen over de functie van dit gebied bij muziek. Hier moet nog verder onderzoek naar gedaan worden. Het is makkelijker om de afzonderlijke functies van gebieden te beschrijven dan de overlappen hierin. Het blijkt moeilijk om muziek afzonderlijk van taal in het brein te localiseren.

 

De plasticiteit van het brein

De localisatie van de muzikale verwerkingssystemen biedt belangrijke informatie over de biologische gronden van muziek. Net als bij het verwerven van een tweede taal, worden bij elke persoon andere gebieden gebruikt voor de opslag van nieuwe kennis over muziek. Hierdoor is muziek niet bij alle mensen op dezelfde manier gecodeerd in het brein.

Het muzikale deel van het brein van muzikanten zou er dan ook heel anders uitzien dan die van niet-muzikanten. Één van deze gebieden is het motorische gebied, vanwege de fijne motoriek die bij het bespelen van een instrument komt kijken. Het brein wordt dus sterk beïnvloed door de ervaringen en trainingen met muziek. Toonverwerking zou aangeboren zijn, omdat dit bij alle respondenten in hetzelfde gebied gevonden werd, terwijl andere factoren van muziek plastisch zijn.

 

Het emotionele effect van muziek

Emotie is een belangrijk onderdeel van de muzikale ervaring, zowel voor luisteraars als muzikanten. Kinderen kunnen al onderscheiden of muziek vrolijk is of verdrietig, of angst en woede uit. Vanaf het 6e levensjaar kunnen kinderen de patronen in muziek onderscheiden die muziek vrolijk of droevig maakt. Dit hoeft niet aangeboren te zijn, maar kan door blootstelling aan muziek aangeleerd zijn. Mensen waarderen onbewust muziek die ze herkennen meer dan onbekende muziek. De rillingen die mensen van muziek kunnen krijgen worden veroorzaakt door het limbische systeem en kan geregistreerd worden in verschillende gebieden in het brein, zoals het dorsale brein, het ventrale striatum met de nucleus accumbens, de insula en de orbitofrontale schors. Dit zijn plezier en beloningscentra in het brein. De rillingen zelf worden geassocieerd met endorphines, die als beloning werken voor eten en seks. Ook de amygdala kan geactiveerd worden door muziek. Emoties opgeroepen door muziek kunnen reflexmatig ontstaan, door de werking van het limbische systeem.

 

Muzikale mensen

Wat is het nut van muziek bij mensen? Hiervoor zijn twee evolutionaire verklaringen. Darwin stelde dat muziek diende om seksuele partners te lokken en indruk te maken op deze partners. Daarnaast kan muziek dienen om groepsgevoel te bevorderen, door dans, religieuze rituelen en ceremonies. Dit begint al bij het zingen van slaapliedjes voor baby’s. Door emotional contagion zijn kinderen geneigd dit gedrag na te doen en zich emotioneel aan te passen. Muziek is ook geschikt om met groepen aan mee te doen, doordat het de mogelijkheid biedt tot meerstemmig in harmonie te zingen, terwijl de individuele stem toch belangrijk blijft. Muziek dient dan om zonder het Zelf volledig te verliezen op te gaan in een groep.

 

Conclusie

Veel vragen over muziek blijven onbeantwoord, maar er is wel bewijs gevonden voor specifieke processen in het brein die te maken hebben met de aanleg voor muziek. Muziek blijkt niet cultureel bepaald te zijn, maar gedeeltelijk aangeboren te zijn. Muziek is belangrijk in de menselijke samenleving, al heeft het evolutionair misschien weinig nut. Er is nog wel behoefte aan veel onderzoek naar de wortels van muziek in ons brein.

Artikel 2 – Cascading reminiscence bumps in popular music

Inleiding

Als je muziek hoort die je als kind vaak gehoord hebt, ervaar je dit als zeer herkenbaar. Van deze muziek weet je vaak veel feiten en het roept specifieke herinneringen op uit de vroege jeugd. Dit wordt het reminiscence effect, of de reminiscence bump genoemd. Dit soort herinneringen zijn sterk cultureel bepaald en worden ook sterk door de ouders beïnvloed, aangezien de muziekkeuze in de vroege jeugd wordt bepaald door de ouders. Over het algemeen vergeten mensen over de tijd veel dingen die ze meegemaakt hebben. Maar opvallend is dat in de periode van 10 tot 30 jaar juist erg veel teruggeroepen kan worden. Deze bump is gevonden bij verschillende onderzoeken, waaronder vrije associatie en woordassociaties. Dit werd verklaard door de hoeveelheid nieuwe ervaringen die in deze periode opgedaan worden of doordat mensen sowieso veel nadenken over hun adolescentie in een later stadium van hun leven. Ook kan het te maken hebben met neurobiologische veranderingen, al is het moeilijk deze hypothesen te testen. In eerdere onderzoeken is gevonden dat muziek sterke emotionele reacties en specifieke herinneringen kan oproepen aan de periode waarin de muziek voor het eerst (of veel) geluisterd werd. In dit artikel wordt gekeken naar het patroon van de autobiografische herinneringen die muziek kunnen oproepen en of er veranderingen zijn ontstaan in dit patroon door de snel veranderende populaire muziekstijlen van de laatste tientallen jaren.
 

Methode

Er deden aan dit onderzoek 62 participanten mee, waaronder 40 vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van 20.1 jaar en gemiddeld 6.2 jaar muziekonderwijs. 72.1 procent bespeelt een instrument. De vragenlijst bevatte muziekkeuzes uit Billboard, een tijdschrift over de muziekindustrie. De top twee singles van de eindejaars top 100 vanaf 1995 werden gebruikt als stimuli. Elke participant kreeg 11 clips te horen van 10 liedjes per clip, die per clip de top twee liedjes van een periode van vijf jaar bevatten. Na het horen van de clips gaven de participanten aan hoeveel liedjes ze herkenden, gaven een beoordeling van hoe leuk ze de muziek vonden en beoordeelden de kwaliteit van de muziek. Daarnaast gaven ze een emotionele reactie op de clips, waarbij gescoord werd op verdriet, blijdschap, vertedering, woede, angst, nostalgie en energie. Ook werd gekeken naar persoonlijke herinneringen die aan de muziek gerelateerd waren en de context hiervan.

 

Resultaten

Wat opvalt in de resultaten is dat er meerdere bumps gevonden zijn, waarbij het aantal herinneringen die geassocieerd worden met muziek groeit: in de jeugd van de ouders

  • in de periode dat de ouders 20 jaar waren in de eigen jeugd tot 20 jaar

 

Muziek die geluisterd werd met de ouders werd sterk gekoppeld aan herinneringen uit de vroege jeugd, terwijl later een eigen muzieksmaak werd ontwikkeld. Dit is te zien in de groei van eigen herinneringen die gekoppeld zijn aan muziek die ontwikkeld is na de geboorte van de participant. De muziek die ouders luisterden toen ze 20 jaar waren wordt vaker herkend en kwalitatief hoger beoordeeld dan de rest van de muziek van voor de geboorte van de participant. Muziek van na de geboorte wordt nog vaker herkend en hoger beoordeeld. Wat betreft de gevoelens die de muziek oproept werden de bumps vooral gevonden bij nostalgie, blijdschap, energie en minder bij vertedering en verdriet. In het geval van woede en angst was er bijna geen reactie. De soort muziek die participanten luisterden toen ze opgroeiden en die ze nu luisteren komt grotendeels overeen. De luistergewoontes blijken dus stabiel te zijn over de tijd. Er is een genderverschil gevonden, maar de participantengroep is waarschijnlijk niet representatief. Zie ook figuur 1, 2, 3 en 4 in het artikel.

 

Discussie

Naast de al besproken resultaten was het opvallend dat er duidelijke bumps te zien zijn in muziek uit de periode voordat de participanten geboren zijn. Dit werd verklaard door de leeftijd van de ouders (namelijk de muziek waarmee zij opgegroeid zijn en de muziek die zij tijdens hun 20er jaren luisterden). Toch is deze muziek niet gerelateerd aan recente herinneringen van de participanten. Dat betekent dat ze op dit moment niet meer (regelmatig) naar die muziek luisteren. Er worden ook andere verklaringen gegeven voor de bump in de periode van 1960-1969. Zo wordt genoemd dat deze muziek kwalitatief gewoon beter was en nu nog bekend staat als classic rock, waardoor de jongeren hier positieve herinneringen aan hebben. Het kan dus te maken hebben met de kwaliteit van de muziek, of met de intergenerationele transmissie van muzieksmaken. Maar ook met de ontwikkeling van de cassette in de jaren ’60, waardoor muziek wijder verspreid kon worden.

 

Eerder onderzoek beschreef de intergenerationele transmissie van muziekvoorkeur al. Muziek zou hierin uniek zijn, omdat ouders op actieve en passieve wijze hun muziek, stijl en band voorkeuren zouden overdragen aan hun kinderen. Herinneringen die te maken hebben met de muziek van voor de geboorte is meer semantisch van aard, de participant heeft de herinneringen uit verhalen in plaats van uit eigen ervaring. Maar in dit onderzoek werden ook persoonlijke herinneringen naar voren gebracht die geassocieerd werden met de muziek van voor hun geboorte. Er zou een parallel bestaan tussen de herinneringen die opgeroepen worden door muziek en die opgeroepen door geur. Geur is net zo een moeilijk te beschrijven ervaring als muziek en kan heftige emoties oproepen. Hier moet verder onderzoek naar gedaan worden. Muziek speelt een centrale rol in de opvoeding en ontwikkeling van jonge kinderen. Muziek die gehoord wordt in deze periode zou een blijvende indruk maken op de herinneringen, voorkeuren en emotionele reacties van de kinderen.

Artikel 3 – The role of music in adolescent development: Much more than the same old song

 

Inleiding

Muziek kan veel verschillende effecten hebben op mensen in verschillende levensfasen. Vooral jonge mensen besteden veel tijd en geld aan muziek. In dit artikel wordt beschreven hoe groot de impact van muziek is op de ontwikkeling van adolescenten.
 

Invloed van muziek
Muziek schijnt een significante invloed te hebben op verschillende factoren van de menselijke natuur, namelijk:

 

Biologische effecten
Muziek wordt evolutionair gezien als adaptief omdat het kan leiden tot betere partnerselectie, sociale cohesie, groepswerk, de perceptuele en motorische vaardigheden, conflict reductie, ontspanning, overdracht van culturele facetten en zelfregulatie. Tegenwoordig wordt gesteld dat muziek invloed heeft en beïnvloed wordt door onze biologische kenmerken. Muziek reguleert bijvoorbeeld neurotransmitters die genot (dopamine), stress (cortisol) en hechting (oxytocine) beïnvloeden.

 

Psychologische effecten

Muziek luisteren is een emotionele ervaring. De psychologie achter muziek helpt ons om emoties die door muziek worden opgewekt beter te begrijpen. Door muziek kunnen emotionele reacties op andere factoren worden beïnvloed. Muziek kan dus ook gebruikt worden bij emotieregulatie.
 

Sociale effecten

Bijna alle functies van muziek zijn sociale functies. Slaapliedjes bevorderen bijvoorbeeld de hechting en muziek bij sociale bijeenkomsten beïnvloedt de interpersoonlijke interacties. Muziek wordt daarom een sociaal smeermiddel genoemd. Muzieksmaak is een belangrijk matching criterium bij de kennismaking met nieuwe personen. Er bestaan immers stereotyperingen over de fans van bepaalde genres, wat personen kan verbinden of juist uit elkaar kan drijven.

 

De wetenschap achter muziekonderzoek
Toch wordt er weinig gebruik gemaakt van de psychologie achter muziek. Dit komt onder andere doordat er weinig onderzoek binnen de muziekpsychologie naar buiten wordt gebracht, waardoor reguliere psychologen deze kennis niet kunnen gebruiken. Er wordt vaak genoemd dat muziek belangrijk is bij de opgroeiende jeugd, maar dit wordt niet wetenschappelijk onderbouwd.

 

Na 1960 begon muziek pas naar voren te komen in onderzoeken die zijn gepubliceerd in peer reviewed journals. Dit aantal is daarna exponentioneel gegroeid, maar muziek blijft een onderbelicht thema in de ontwikkelingspsychologie.

 

Ontwikkeling en muziek

Vanwege het gebrek aan interdisciplinair gebruik van de bekende kennis, wil de onderzoeker in dit artikel de kennis uit de muziekpsychologie weergeven om zo een brug te slaan tussen muziekpsychologie en de ontwikkelingspsychologie. Hier zijn drie argumenten voor:

  • Muziek beïnvloedt belangrijke aspecten van de ontwikkeling in de adolescentie.

  • Muziek kan dienen als beschermende en als risicofactor.

  • Muziek kan gebruikt worden als onderdeel van preventie en interventie.

 

De adolescentie is een belangrijke vormende fase tussen de kindertijd en volwassenheid waarin interacties tussen de adolescent en de sociale omgeving centraal staan. Doordat er veel verandert en ontwikkelt tijdens de adolescentie komt de adolescent veel belangrijke kwesties en uitdagingen tegen, die gepaard gaan met stress. Muziek neemt in deze ontwikkeling een belangrijke plaats in. Dit wordt alleen maar belangrijker in een tijd van technologische vooruitgang, waarin muziek als achtergrond dient bij veel andere activiteiten.

 

Muziek en schoonheid
De psychologie die focust op schoonheid heeft zich meer gericht op visuele dan op muzikale ervaringen. Toch worden adolescenten vooral blootgesteld aan muzikale stimuli, die hun perceptie van schoonheid beïnvloeden. Ze luisteren naar muziek omdat het mooi is, ze genieten ervan. Tijdens de adolescentie ontwikkelen jongeren hun muzieksmaak voor de rest van hun leven en bepalen ze wat ‘goede’ muziek is en wat niet in hun jongerencultuur. Muzieksmaak wordt tijdens de vroege adolescentie bepaald en stabiliseert tijdens de late adolescentie.

 

Muziek en identiteit
Ook de identiteit van de jongere wordt bepaald tijdens de adolescentie. Jongeren bepalen hun zelfbeeld en eigenwaarde aan de hand van belangrijke mensen in de muziekindustrie. Daarnaast wordt muziek gebruikt om een sociale identiteit aan te nemen. Dit bepaalt hun sociale contacten en de groepen waar ze wel en niet bij horen. Hun muzikale subcultuur bepaalt vervolgens hun (jongeren)culturele identiteit en beïnvloeden de jongere op sociaal gebied door een script aan te bieden van wat hoort bij de cultuur. Daarnaast gelden bekende muzikanten als rolmodellen voor de jongeren. Muziek is dus meer dan een sociaal smeermiddel, het is een bron die de jongeren informatie biedt wat betreft sociaal wenselijk gedrag, sociale rollen en toekomstbeeld.

 

Muziek en socialisatie
Muziek brengt jongeren dichter bij hun leeftijdsgenoten en helpt ze los te komen van hun ouders. Muzieksmaak kan helpen bij het vormen van vriendschappen. Hierbij speelt aanpassingsgedrag ook een rol. Vrienden zijn geneigd meer muziek die hun vrienden leuk vinden, ook te gaan luisteren. Dit is op neurologisch vlak ook aangetoond. Tijdens het luisteren van muziek denken jongeren na over sociale interacties. Daarnaast verdrijft muziek gevoelens van eenzaamheid.

 

Muziek, emotieregulatie en coping

Muziek kan voor adolescenten dienen als middel om hun emotionele behoeften te vervullen, zeker als het gaat om emotieregulatie. Zo kan muziek hen afleiden, ze het gevoel geven dat ze goed genoeg zijn of een methode zijn om emoties af te reageren of te uiten. Daarnaast luisteren jongeren naar muziek om te ontspannen en zichzelf af te leiden van zorgen. Muziek wordt dan gebruikt als copingmechanisme om met stress om te gaan. Miranda en Claes (2009) hebben een model ontwikkeld dat emotieregulatie, probleemoplossend vermogen en vermijding meet. Muziek kan helpen bij emotieregulatie en vermijding, maar niet bij het oplossen van het probleem.

 

Persoonlijkheid en motivatie

De persoonlijkheidsfactoren van de Big Five (vooral extraversie en openheid) kunnen muzieksmaken voorspellen in adolescenten. Er is ook gevonden dat coping door muziek de mate van neuroticisme kan voorspellen. Muziek en persoonlijkheid lijken dus in interactie met elkaar te zijn.

 

Motieven om muziek te luisteren worden samengevat in drie factoren in het model van Chamorro-Premuzic:

  • Emotioneel gebruik van muziek

  • Rationeel en cognitief gebruik

  • Gebruik als achtergrond

Ook North en zijn collega’s hebben een model samengesteld waarin de volgende factoren centraal staan:

  • Sociaal imago creëren

  • Vervullen van emotionele behoeften

  • Plezier

 

Ter Bogt en zijn collega’s hebben vier redenen gevonden om muziek te luisteren:

 

  • Stemming beïnvloeden

  • Omgaan met problemen

  • Vormgeven van de eigen identiteit

  • Sociale identiteit weergeven

Daarnaast hebben ze drie types luisteraars gedefinieerd, namelijk een sterk betrokken type, een matig betrokken type en een nauwelijks betrokken type, wat overeenkwam met ander onderzoek van Miranda. De meeste jongeren zijn betrokken bij het luisteren van muziek. Uit alle onderzoeken blijkt dat emotieregulatie de belangrijkste reden is voor het luisteren van muziek.

 

Muziek en genderverschillen

Genderverschillen in muziek zijn bijna nooit eenduidig. Meisjes luisteren over het algemeen meer muziek dan jongens en vinden popmuziek leuker, terwijl voor jongens rock muziek als leukste wordt ervaren. Maar dit laatste verschil verdwijnt langzaam. Longitudinaal zijn er geen genderverschillen te vinden. In de motieven voor het luisteren van muziek geven meisjes aan muziek te luisteren om emotionele behoeften te vervullen en te gebruiken als copingmechanisme en jongens geven aan muziek te luisteren om hun sociale identiteit vorm te geven. Vanuit de media krijgen jongeren duidelijke scripts mee over genderstereotypen en de relatie van deze stereotypen met muziek. Muziek kan dus ook een bron zijn van ideeën over gender.

 

Muziek en positieve ontwikkeling
Muziek heeft invloed op het emotionele welzijn van jongeren en kan de sociale relaties van jongeren reguleren. Muzieklessen op jonge leeftijd kunnen ook invloed hebben op intellectuele vaardigheden en creativiteit.

 

Het effect van muziek op externaliserend probleemgedrag

Er is veel aandacht voor de negatieve invloed die muziek zou kunnen hebben op probleemgedrag. Muziek die dit effect zou hebben valt in de genres Heavy Metal, Hip-hop en Goth. Er bestaat daadwerkelijk een verband tussen het luisteren van deze soort muziek en externaliserend probleemgedrag en er wordt gesuggereerd dat antisociale muziek antisociale gedachten veroorzaakt. Agressieve muziek zou agressief gedrag bekrachtigen in jongeren die hier gevoelig voor zijn. Onderzoek tot nu toe heeft voornamelijk gekeken naar negatieve invloeden en niet naar positieve invloeden.

 

Het effect van muziek op internaliserend probleemgedrag

Muziek kan subklinische symptomen van internaliserende problematiek beïnvloeden. Muziekvoorkeur zou geen risicofactor zijn voor internaliserend probleemgedrag. Excessieve blootstelling aan media kan wel een risicofactor zijn voor depressie vanwege de mogelijkheid tot vergelijk met onbereikbare modellen. Luisteren naar Soul zou juist een beschermende factor zijn voor depressie.

 

Risicogedrag

De boodschappen over drugsgebruik in populaire muziek is gerelateerd aan drugsgebruik bij jongeren. Dit effect wordt gemedieerd door drugsgebruik bij peers, terwijl fantaseren tijdens het luisteren van muziek werkt als beschermende factor tegen het peer effect. Duidelijk seksuele teksten in muziek leidt tot het eerder starten met seksuele gedragingen. De relatie tussen (Goth) muziek en zelfbeschadiging lijkt geen oorzakelijk verband te zijn, maar eerder een aanwijzing voor gevoeligheid voor zelfbeschadiging. Dit zou te maken hebben met peer selectie door het luisteren van deze muziek.

 

Preventie en interventie

Muziek kan gebruikt worden in preventie en interventie. Muziek waarin bijvoorbeeld het risico op HIV wordt aangekaart heeft effect op de populatie luisteraars. Al is het effect klein, op grote schaal kan dit veel positieve gevolgen hebben. Om jongeren te helpen omgaan met het effect van media zelf kunnen strategiën gebruikt worden om ze kritisch te laten nadenken over bijvoorbeeld reclames.

 

In interventies kan muziek als middel gebruikt worden om mensen met depressieve symptomen te helpen. Muziektherapeuten stellen dat muziek jongeren kan helpen bij het vormen van hun identiteit, weerbaarheid, verbondenheid en competentie.

 

Conclusie

In dit artikel is besproken dat muziek moet worden onderzocht omdat muziek belangrijke aspecten van de ontwikkeling beïnvloedt, als beschermende of risicofactor kan dienen en omdat muziek gebruikt kan worden in preventie en interventie bij adolescenten. Er zijn veel voordelen verbonden aan muziekonderzoek. Onderzoek naar muziek is theoretisch gebaseerd op de jongerenculturen waarin muziek een centrale rol speelt. Het bouwt verder op ontwikkelingstheorieën waarbij het ingaat op een zeer belangrijke factor tijdens de adolescentie, namelijk muziek. Er worden goede onderzoeksmethoden gebruikt en onderzoek wordt gedaan in verschillende delen van de wereld. Ten slotte biedt onderzoek informatie over preventie en psychotherapie voor adolescenten. Er zijn ook kanttekeningen bij dit soort onderzoek. Er is bijvoorbeeld geen eenduidige terminologie voor muziekonderzoek en er is een gebrek aan etnische studies binnen het muziekonderzoek. Er is ook gebrek aan multi-faceted onderzoek, muziek wordt vaak binnen een vacuum onderzocht. Er is weinig communicatie tussen onderzoekers en therapeuten en er is weinig mogelijkheid tot multi-factored onderzoek door een gebrek aan de nodige methoden en programmatuur.

Artikel 4 – Exposure to degrading versus nondegrading music lyrics and sexual behavior among youth

 

Omdat populaire muziek zo’n grote rol speelt in de levens van adolescenten, kan de jeugd niet begrepen worden zonder te kijken naar de manier waarop de muziek in de levens van adolescenten past. Van muziek krijgen adolescenten informatie over de maatschappij, sociale en gender rollen en verwacht gedrag, het helpt bij het vormen van een identiteit.

Volgens de sociale cognitieve theorie leren mensen hoe ze zich moeten gedragen door te kijken naar anderen, dit gedrag zullen ze imiteren. Deze theorie zal dus ook voorspellen dat mensen die luisteren naar muziek met teksten die gaan over seks dit gedrag zullen aannemen als gewild en normaal waardoor ze dit gedrag zullen imiteren. Wat mensen leren van mediarolmodellen wordt scripts genoemd. Een script laat zien wat normaal zou gebeuren bij een bepaalde gebeurtenis, hoe een persoon zich zou moeten gedragen tijdens zo’n gebeurtenis en wat de mogelijke uitkomsten van hun gedrag zou kunnen zijn.

 

Deze studie test de relatie tussen de blootstelling aan muziek die degradeert en muziek die niet degradeert en de veranderingen in het seksuele gedrag van een adolescent. Het onderzoek collecteerde longitudinale data over het gebruik van media en het seksuele gedrag van adolescenten. De survey’s werden afgenomen via de telefoon. De participanten werden 1 jaar en 3 jaar later weer overnieuw geïnterviewd. De vragenlijst meet: media gebruik, seks kennis, opvattingen en gedrag en een grote set van demografische en psychologische variabelen die seksueel gedrag en media gebruik voorspellen. De participanten waren 12 tot 17 jaar.

 

Belangrijkste resultaten:

  1. Het onderzoek bewijst dat blootstelling aan seksuele inhoud van teksten van liedjes gerelateerd is aan ontwikkelingen in seksuele activiteiten bij adolescenten.

  2. Blootstelling aan muziek met seksuele teksten was niet gerelateerd aan veranderingen in seksueel gedrag als die teksten niet seksueel degraderend waren.

  3. De bovenstaande bevindingen staan los van het ras van de participanten.

 

De onderzoekers zeggen dat het bovenstaande verband een causaal verband is maar omdat ze te maken hebben met correlatie mogen ze dit niet stellen maar moeten ze het zien als een waarschijnlijkheid.

 

Artikel 5 – Performing gender: a content analysis of gender display in music videos

 

Dit onderzoek is een inhoudsanalyse die eerder gedane inhoudsanalyses van muziekvideo’s probeert bij te werken door de sekserollen afgebeeld in muziekvideo’s op MTV en MTV2 te analyseren. Deze studie onderzoekt de mate waarin mannelijke en vrouwelijke artiesten in muziekvideo’s zich houden aan de gebruikelijke genderrollen.

 

In het totaal werden er 34 muziekvideo’s geanalyseerd. Er werd gekeken naar handgebaren, lichaamsbeweging, gezichtsuitdrukkingen en kleding. Er werd verwacht verschil te vinden in het gedrag tussen mannelijke en vrouwelijke artiesten.

 

Uit eerder onderzoek is gebleken dat geseksualiseerde gender beelden in de media een negatief effect kunnen hebben op de mentale, emotionele en seksuele gezondheid van vooral tiener meisjes en jonge vrouwen. Ook kan het ervoor zorgen dat men abnormaal seksueel gedrag gaat accepteren en dat er meer tolerantie komt wegens seksuele intimidatie.

 

Genderrollen zijn tertiaire seksuele karakteristieken die worden aangeleerd en dus sociaal gecreëerd worden. Het zijn een soort codes die vertellen hoe mannen en vrouwen zich moeten gedragen in sociale situaties, ze worden vaak gezien als ‘natuurlijk’ door de gene die het uitvoert en door de ontvanger.

Volgens Goffman zijn onze sekserollen en onze concepten van mannelijk en vrouwelijkheid schema’s die gevormd worden door onze omgeving die we bewust en onbewust van leren en in handelen om zo de juiste rollen te spelen in de samenleving. Er is volgens hem geen genderidentiteit.

 

Onderzoeksvraag:

Wat zijn de genderrollen van mannelijke en vrouwelijke artiesten in hun muziekvideo’s en hoe verschillen ze van elkaar?

 

4 hypothesen:

  1. Vrouwelijke artiesten zullen meer ondergeschikt non-verbaal gedrag vertonen dan mannelijke artiesten.

  2. Mannelijke artiesten zullen meer dominant non-verbaal gedrag vertonen dan vrouwelijke artiesten.

  3. Vrouwelijke artiesten zullen meer seksueel gedrag vertonen dan mannelijke artiesten als er gekeken wordt naar suggestieve gebaren, gezichtsuitdrukkingen en kleding.

  4. Mannelijke artiesten zullen meer agressief non-verbaal gedrag vertonen van vrouwelijke artiesten.

 

 

 

Belangrijkste resultaten:

  • Genderrollen zijn een opvallend kenmerk van muziekvideo’s

  • Er zijn verschillen gevonden tussen de muziekvideo’s met als artiest een man of een vrouw.

  • De genderrollen in de muziekvideo’s waren versterkt en stereotypisch.

  • De vrouwen werden afgebeeld als fragile, alsof ze bescherming nodig hadden van de man.

  • Mannelijke artiesten lieten geen seksueel gedrag zien. Vrouwen 3 van de 5 keer wel. Ook de kleding liet dit zien. De mannen waren vooral neutraal gekleed en de vrouwen uitdagend. Van vrouwen wordt dus vaak verwacht dat ze sexy zijn maar van mannen niet.

  • Mannen lieten meer agressief gedrag zien dan vrouwen.

Artikel 6 – Converging interracial consequences of exposure to violent rap muzic on stereotypical attributions of blacks

 

Deze studie onderzoekt de effecten van blootstelling aan stereotypische racistische informatie over zwarte mensen, in de vorm van agressieve rap muziek, op de applicatie van stereotype in de perceptie en evaluaties van witte en zwarte mensen. onderzoekers hebben bewezen dat er een scheiding is tussen de activatie en de applicatie van stereotypes. De activatie refereert naar de mogelijkheid om bij de stereotype informatie te komen en de applicatie refereert naar het gebruik van deze informatie in situaties waarin je iets waarneemt of iets evalueert. Dit onderzoek is gedaan om eerde onderzoek uit te breiden op 3 manieren:

  • Overwegen hoe de massa media, in dit geval agressieve rap muziek, racistische stereotypes kan activeren.

  • Onderzoeken hoe de applicatie van stereotypes gemodereerd kan worden door de relatie tussen de geactiveerde stereotype en de karakteristieken van de applicatie situatie. In dit geval het ras van de persoon die geëvalueerd wordt en of de evaluatie gerelateerd was aan stereotypische dimensies.

  • Het exploreren van de mate waarin racistische in-group-out-group lidmaatschap deze effecten modereert.

 

Eerder onderzoek laat duidelijk zien dat blootstelling aan out-group stereotypische informatie invloed kan hebben op out-group percepties. Er i echter nog weinig bewijs voor de effecten van blootstelling aan in-group stereotypische informatie op in-group percepties. Vandaar dat dit onderzoek kijkt naar de gevolgen van blootstelling aan stereotypische racistische informatie in de massa media over zwarte mensen op de percepties en evaluaties van beide witte en zwarte mensen.

 

Door de sterke semantische associaties door herhaalde blootstelling en socialisatie, kan het activeren van een stereotype karakteristiek automatische de toegankelijkheid naar andere stereotype karakteristieken vergroten, zelf onder mensen die niet bewust deze stereotype kenmerken overdragen. Doordat witte en zwarte mensen dezelfde socialisatie ervaringen en culturele uitingen hebben heeft het activeren van zwarte stereotypes systematisch invloed op de percepties en de evaluaties van zwarte als van witte mensen. Dit noemt Steele de stereotype threat. Het is een situationele dreiging van negatieve stereotypes die geactiveerd wordt als relevante negatieve aspecten van de stereotypes van de groep worden ingelast.

 

De studie werd gedaan aan de hand van een experiment. Tijdens het onderzoek werden de zwarte en witte participanten vertelt dat ze mee zouden doen aan twee verschillende onderzoeken. Het eerste deel bestond uit vragen over de rol van de overheid in het reguleren van muziek. Het tweede deel ging over keuzes maken, om te kijken welke factoren keuzes en beoordelingen beïnvloed.

 

Er deden in totaal 180 participanten mee aan het onderzoek waarvan er 90 wit en 90 zwart waren. Bij de zwarte waren er 50 vrouw en 40 man en bij de blanken waren er 52 vrouw en 38 man.

 

Belangrijkste resultaten:

  • De resultaten van het onderzoek laten zien dat blootstelling aan agressieve rap muziek significante implicaties kan hebben voor zwarte Amerikanen en dat deze effecten voorkomen bij en zwarte en witte evaluatoren.

  • De participanten blootgesteld aan de agressieve rap muziek maakte meer negatieve attributies van geweld naar zwarte maar niet naar witte participanten.

  • Blootstelling aan gewelddadige rap muziek heeft ook negatief effect op de oordelen van zwarten over andere stereotypische dimensies, maar niet over non stereotypische dimensies.

 

Artikel 7 – The role of music preferences in early adolescents’ friendship formation and stability

 

Deze studie onderzoekt de rol van gelijksoortigheid in muziekvoorkeur in de vorming en het breken van vriendschappen over een periode van 1 jaar. Uit eerder onderzoek is gebleken dat muziek een centrale rol speelt in de levens van adolescenten en bij de interactie met leeftijdsgenoten. Ook is gebleken dat er vrienden vaak circuleren rond dezelfde soort muzieksmaak.

 

Verschillende theorieën bewijzen dat het hebben van dezelfde muziekvoorkeur van belang kan zijn bij sociale relaties. Als eerst de Social Identity Theory: individuen krijgen een sociale identiteit van de groep waarbij ze horen waardoor ze verschillende dingen als voorkeuren of gewoontes zullen overnemen om zo hun waardigheid en gevoel van samenhoren te versterken. Adolescenten hebben dus vrienden met dezelfde muzieksmaak doordat vrienden elkaars voorkeuren overnemen. Een tweede theorie is de similarity-alltraction hypothesis en the perspective of assortative mating: individuen worden het meest aangetrokken door tot andere mensen die dezelfde houding en waardes, gedrag en persoonlijkheidskenmerken hebben, ze zullen deze mensen als vrienden of als romantische partners kiezen. Als derde is er de filtering perspective: zegt aan de hand van de similarity-attraction hypothese dat direct observeerbare informatie over andere individuen de initiële filter vormt voor het vormen van vriendschappen. Als vriendschappen blijven voortbestaan wordt juist de direct observeerbare informatie steeds minder belangrijk voor de stabiliteit van de vriendschappen. Dus adolescenten worden verwacht dezelfde muziekvoorkeur te hebben als hun vrienden en ze nemen de voorkeuren over. Ook is de overeenkomst van muziekvoorkeur van belang bij het vormen van de vriendschap, maar het wordt minder belangrijk naarmate de vriendschap voortduurt.

 

De muziekvoorkeur van Nederlandse adolescenten kan onderverdeeld worden in 4 belangrijkste muziek dimensies: Elite dimensie, rock dimensie, pop/dance demensie en de urban dimensie.

 

Dit onderzoek zal eerst kijken naar de mate waarin vrienden gelijk zijn in hun specifieke en algemene voorkeur voor muziek. Daarnaast zal er gekeken worden naar de mate waarin muziekvoorkeur de selectie van nieuwe vrienden kan voorspellen. En in het onderzoek zal gekeken worden naar de mate waarin de muziekvoorkeur kan voorspellen of vrienden ook dergelijk vrienden zullen blijven of niet over een jaar tijd.

De focus van het onderzoek zal alleen liggen op de eerste beste vriend omdat uit eerder onderzoek is gebleken dat deze band veel sterker is dan andere soorten vriendschappen. Ook heeft de beste vriend de meeste invloed op school prestaties en drugsgebruik.

Ook zullen alleen de vriendschappen mee worden gerekend waarbij beide deelnemers elkaar als beste vriend opgegeven hebben. Het onderzoek bevat 3 hypotheses:

  • Vrienden zullen overeenkomsten laten zien in hun voorkeur voor specifieke muziekdimensies en in het algemene patroon van muziekvoorkeur.

  • Een overeenkomst in de voorkeur voor specifieke en algemene muziek zal vriendschappen voorspellen.

  • Een overeenkomst in de voorkeur voor specifieke en algemene muziek zal niet de stabiliteit van een vriendschap kunnen voorspellen.

 

Er deden 566 adolescenten mee aan het onderzoek. De gemiddelde leeftijd van de participanten was 12.97. alle vriendschappen waren uniek, wat betekent dat een iemand uit een vriendschap hoorde niet ook nog bij een vriendschap met aan ander. Het onderzoek werd uitgevoerd aan de hand van een vragenlijst.

 

Belangrijkste resultaten:

  • De resultaten lieten zien dat er overeenkomsten waren tussen vrienden in de specifieke en de algemene muziek voorkeur. Ook was de gelijkenis in specifieke muziek dimensies en gelijkenis in de algemene muziek dimensies hoger bij de vrienden dan tussen random geselecteerde paren. Ook werd bewezen dat de overeenkomsten sterker waren bij jonge adolescenten dan bij oudere.

  • Overeenkomst in beide algemene en specifieke muziek in de dimensies die minder mainstream waren in de formatie van vriendschappen.

  • Als er overeenstemming was in de algemene muziek voorkeur dan was er een grotere kans om het jaar daarna vrienden te worden.

  • Er werd, gelijk aan de hypothese, geen bewijs gevonden dat muziek voorkeur invloed heeft op de stabiliteit van de vriendschap. Muziek voorkeur heeft dus wel invloed op de vorming van vriendschappen, maar niet op de stabiliteit van vriendschappen.

  • Adolescenten met een hoger opleidingsniveau hadden meer kans om vriendschappen te vormen met adolescenten met dezelfde muzieksmaak dan adolescenten met een lager opleidingsniveau. Dit verklaren de onderzoekers aan de hand van eerder onderzoek dat beweert dat hoger opgeleide adolescenten een meer gedifferentieerde muzieksmaak hebben dan laag opgeleide adolescenten.

 

Tekortkomingen van het onderzoek:

  • De elite en pop/dance dimensies werden niet door iedereen het zelfde gezien, waardoor deelnemers in de verschillende groepen geplaatst zijn geworden.

Dit onderzoek heeft zich alleen gefocust op beste vrienden en kan dus niets zeggen over andere vrienden, of het verschil tussen andere vrienden en beste vrienden enz.

Artikel 8 – Booze, drugs, and pop music: trends in substance portrayals in the billboard top 100-1968-2008

 

Dit artikel laat de resultaten zien van een inhoudsanalyse van alcohol en drugs afgebeeld in de liedjes van de Billboard top 100 in de jaren 1968, 1978, 1988, 1998 en 2008. Hierdoor kan er een algemeen beeld geschetst worden van de hoeveelheid referenties naar alcohol en drugs en kunnen de veranderingen die de afgelopen jaren zich hebben voor gedaan geanalyseerd worden. Het is bewezen dat popmuziek invloed kan hebben op het gedrag en de houding van de luisteraars, dat popmuziek vaak referenties naar alcohol en drug bevat en dat de jeugd het meest naar popmuziek luistert.

 

Het is belangrijk om naar de sterkte en naar de hoeveelheid referenties naar alcohol en drugs in populaire muziek te kijken voor twee redenen:

  • Onder de assumptie dat de inhoud van de populaire muziek iets zegt over wat er in de hoofden van de jeugd, die de muziek produceren en consumeren, omgaat zal een onderzoek naar de teksten van de populaire muziek een beeld schetsen van wat de jeugd denkt, waarin ze geïnteresseerd zijn, wat men wil bereiken enzovoort. Al moeten we wel onthouden dat deze teksten niet direct uit de hoofden komen van de adolescenten maar uit de hoofden van muzikanten en componisten. De inhoud van muziek mag dus niet gezien worden als een reflectie maar meer als een funhouse mirror (lachspiegel). Deze reflecteert een verstoort, overdreven beeld van de frequentie, context en consequenties van de realiteit.

  • De tweede reden is het feit dat de berichten van de muziek invloed kan hebben op het geloof, de houding en het gedrag van de luisteraars. Twee theorieën leggen dit verder uit. De media cultivation theory: zegt dat diegene blootgesteld aan hoge maten van media inhoud van de subjectieve realiteit van de media gaan zien als waarheid in plaats van de realiteit ontstaan uit de sociale wereld.

De social cognitive theory (Bandura): het gedrag geobserveerd in de media zal overgenomen worden (want het zal zorgen voor positieve uitkomsten). Het gedrag in de media wordt ‘voorgedaan’ door aantrekkelijke, succesvolle media modellen. Deze condities zorgen ervoor dat de relatie tussen de media en jongeren goed is.

 

Twee onderzoeksvragen:

  1. Wat is op lange termijn de trend geweest in de frequentie van referenties naar drugs en alcohol in populaire muziek.

  2. Wat is de valentie van de referenties naar drugs en alcohol over een lange tijd; wanneer komen de referenties voor, worden ze positief of negatief afgebeeld ( zijn het positieve of negatieve elementen in de leefstijlen van jongeren).

 

In het totaal zijn er 496 liedjes onderzocht. Er vielen er een paar af omdat er geen tekst in voor kwam. De teksten hebben de onderzoekers van verschillende websites afgehaald.

 

Belangrijkste resultaten:

  1. Referenties naar drugs en alcohol werden over de hele tijdspanne gevonden. Wel kon er een tweedeling gemaakt worden: tussen 1968 en 1988 waren de referenties naar drugs en alcohol schaars. De periode erna liet echter meer referenties zien. De reputatie en de verbeelding van de tijd rond 1960 en 1970, veel artiesten waarvan bekend was dat ze drugs en alcohol gebruikten, kwam niet overeen met de hoeveelheid referenties die gevonden werden in de populaire muziek.

  2. Er was een sprong in de hoeveelheid referenties tussen 1988 en 1899, ook was er op dat moment een verandering in de populariteit van hiphop muziek (werd steeds populairder). Van deze muziek is bekend dat er veel referenties naar alcohol en drugs in voorkomen. Dit wordt ook wel het hip-hop effect genoemd. Dit onderzoek mag hierover alleen geen verdere uitspraken doen aangezien hun sample hiervoor niet geschikt is.

  3. Verder werd bewezen (net als in eerder onderzoek) dat de referenties naar alcohol en drug meestal ook nog positief zijn. Ze worden afgebeeld als leuk, zonder consequenties en deel van het leven van jongeren. Dit betekent echter niet dat er helemaal geen negatieve verwijzingen naar alcohol en drugs waren. Vooral in de vroegere jaren werd alcohol en drugs negatief afgebeeld, tussen 1998 en 2008 werd het echter steeds positiever.

 

Artikel 9 – Early adolescent Music Preferences and Minor Delinquency

 

Tijdens de 80 en de 90er jaren de meest ruige vormen van rock afro Amerikaanse en elektronische muziek ontstaan. Door vele ouders werd deze muziek afgeschreven als probleem muziek. Het luisteren en kijken naar dit soort muziek zou er voor zorgen dat men probleem gedrag gaat vertonen.

 

Het belang van muziek:

80 tot 90% van de adolescenten tussen de 12 en de 18 jaar luistert naar muziek. Muziek is voor hen een belangrijk medium om te leren omgaan met hun humeur en problemen, ook helpt het bij het ontwikkelen van een sociale identiteit. Adolescenten luisteren vooral naar 5 verschillende muziekstijlen:

  • Conventionele, mainstream popmuziek (chart pop)

  • Intense en ruige rock (rock, heavy metal, emo, gothic, punk)

  • Ritmisch en soul ( blues, soul, hiphop, R&B, reggae)

  • Highly energetic dance music ( house, trance, techno, hardhouse)

  • Ingewikkelde highbrowmuziek ( klassieke muziek, jazz en singer-songwriter)

 

De muziekvoorkeur van adolescenten staat al redelijk vast in het begin van de adolescentie en zal ook redelijk stabiel blijven.

 

Adolescentie is een periode voor het testen en het internaliseren van normen en waarden. Door de verminderde toezicht van de ouders en de sterkere contacten en invloeden tussen peers vermeerderd de delinquentie bij adolescenten. Het piekt als de adolescenten 17 jaar oud zijn en het neemt weer af rond hun 20e of 21e.

Sommige onderzoekers beweren dat blootstelling aan agressieve teksten of muziekvideo’s een direct effect kan hebben op het externaliserende problemen. Andere onderzoekers beweren dat adolescenten de soort media consumeren dat bij hun persoonlijkheid en sociale context past. Diegene die verschillen van hun ouders zullen dan eerder sensatie opzoeken.

Adolescenten vrienden zoeken die dezelfde muzieksmaak hebben als hen. Muziek speelt dus een belangrijke rol in het vormen van groepen bij adolescenten. Adolescenten die een voorkeur hebben voor harde niet mainstream muziek zullen eerder riskant en afwijkend gedrag vertonen dan leeftijdsgenoten die naar tegenovergestelde muziek luisteren.

 

Onderzoek naar de potentiele effecten van muziek moeten onderzocht worden aan de hand van een ontwikkelingsperspectief. Vandaar dit onderzoek. Het gehele onderzoek is gebaseerd op de music marker theorie (MMT). MMT beweert dat:

  1. In het begin van de adolescentie zitten jongeren nog een beetje vast aan het ouderlijkhuis, school en de directe omgeving. De jongere heeft weinig ruimte om te bewegen, laat staan om regels te breken.

  2. In de privacy van de eigenkamer of door apparaten als mp3 spelers en iPod ‘s kunnen ze naar hun eigen muziek luisteren en ontwikkelen ze een mainstream of juist een meer afwijkende muzieksmaak.

  3. Als de adolescenten ouder worden krijgen jongeren steeds minder contact met hun ouders en steeds meer contact met vrienden, dit resulteert in meer norm brekend gedrag. (het meest rond het 17e jaar)

  4. Adolescenten met een vroege en sterke voorkeur voor afwijkende muziek zullen meer overeenkomsten vinden met adolescenten die dezelfde soort muziek luisteren.

  5. Het normen brekende gedrag van adolescenten die luisteren naar de meer afwijkende niet mainstream muziek zal zich verspreiden rond de andere adolescenten die dezelfde soort muziek luisteren.

  6. Systematische blootstelling aan afwijkende media kan invloed hebben op normen brekend gedrag of het kan het versterken bij jongeren die niet mainstream muziek luisteren. Er kan dus ook gezegd worden (al is de exacte balans nog niet bekend) dat de muziekvoorkeur van jonge adolescenten normen brekend gedrag kan voorspellen in de toekomst.

 

Dit onderzoek wil testen of de voorkeur voor harde, energierijke, niet mainstreammuziek, zoals heavy metal, hip hop en techno/hardhouse, tijdens het begin van de adolescentie geassocieerd kunnen worden met delinquentie.

 

Aan het 4 jaar durende onderzoek deden 309 (149 vrouw en 160 man) deelnemers mee. De gemiddelde leeftijd was 12 jaar. Het onderzoek werd gedaan aan de hand van vragenlijsten.

 

Belangrijke resultaten:

  • Dit is het eerste onderzoek dat bewijst dat een vroege voorkeur voor niet mainstream muziek een sterke voorspeller is voor delinquentie in de toekomst.

  • Muziekvoorkeuren tijdens het begin van de adolescentie is een belangrijkere voorspellen van delinquent gedrag dan een voorkeur die zich ontwikkelt tijdens de adolescentie.

  • Ook R&B, rock en trance voorspelden deviant gedrag.

  • Longitudinal associations between music preferences at age 12 and minor delinquencies at age 16 were generally stronger compared to concurrent associations between music and minor delinquencies at both age 12 and age 16.

 

Artikel 10 – Brief report: labelling effects on the percieved deleterious consequences of pop music listening

 

De onderzoekers willen kijken of er andere verklaringen zijn voor de associaties tussen muziek en probleem gedrag. Het doel van het onderzoek is kijken of censuur bij muziek waarvan verwacht wordt dat het probleem gedrag versterkt juist dit gedrag nog meer zal versterken.

 

Hypothesen:

  • De participanten die een beschrijving van een liedje hoorden waarin gezegd werd dat het liedje voor probleem gedrag kan zorgen zullen de muziek ook zien als een liedje dat probleem gedrag zal veroorzaken daarentegen zullen de participanten die hetzelfde liedje luisteren maar in de beschrijving horen dat de muziek mensen door hun emoties heen helpt dit niet denken.

  • De participanten werden ook gevraagd om de reactie op het liedje dat ze verwachten van iemand van hun eigen leeftijd en sekse een cijfer te geven.

 

Er deden in het totaal 80 participanten mee aan het onderzoek waarvan er 16 man en 64 vrouw zijn. De gemiddelde leeftijd is 18.98 jaar.

 

Belangrijkste resultaten:

  • Als een liedje aan de participanten werd beschreven als een liedje dat ooit verbonden was met een aantal zelfmoorden, zagen de participanten het liedje als iets dat gevoelens van zelfmoord versterkte.

  • Als een liedje werd beschreven als een liedje dat mensen juist door hun emoties heen hielp, zagen de participanten dit als leven-bevestigend.

  • Er was geen verschil te vinden tussen de artiesten die beter bekend waren en de artiesten die minder bekend waren.

 

Er zijn 3 tekortkomingen aan dit onderzoek:

  • Er moet een zelfde onderzoek plaatsvinden onder een andere sample.

  • Sommige participanten kunnen de tekst van de muziek eerder gehoord hebben en dit kan hun antwoord beïnvloeden.

  • De bevindingen hier moeten gezien worden als indicaties.

 

Het heeft volgens dit onderzoek dus juist een negatief effect als men de liedjes waarvan verwacht wordt dat ze probleemgedrag als zelfmoord versterken censuur gaan opleggen.

 

Artikel 11 – Rock, rap, and rebellion: Comparisons of traits predicting selective exposure to defiant music

 

Deze studie onderzoekt of bepaalde persoonlijkheidskenmerken corresponderen met en de fascinatie van jonge mensen voor uitdagende muziek kan verklaren.

 

Hypothesen:

  • Mensen die rebels zijn zullen meer tijd steken in het luisteren van uitdagende muziek dan mensen die weinig van dit kenmerk bevatten.

  • Mensen die de kenmerken provocatieve rebelsheid en ontremming bevatten zullen eerder naar uitdagende muziek luisteren dan mensen die laag scoren op deze kenmerken.

  • Mensen die de kenmerken reactieve rebelsheid en vijandigheid bevatten zullen eerder naar uitdagende muziek luisteren dan mensen die laag scoren op deze kenmerken.

  • Proactieve rebelsheid en ontremming zijn meer gerelateerd aan uitdagende muziek dan reactieve rebelsheid en vijandigheid.

 

Er deden in het totaal 56 participanten mee aan het onderzoek waarvan er 19 man en 37 vrouw zijn. De gemiddelde leeftijd voor vrouwen was 19.5 en voor mannen 20.9. Als eerst moesten de participanten persoonlijkheidsvragenlijsten invullen. Daarna moeten ze uit een lijst van liedjes een aantal liedjes kiezen.

 

Belangrijke resultaten:

  • Participanten die hoog scoorden op rebelsheid kozen inderdaad vaker uitdagende muziek.

  • Boze individuen zullen eerder van nog heftigere muziek houden dan de rock enz. in de top 40.

 

 

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
417