Algemene Rechtswetenschap 2 - Recht - RUG - B1 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen
- 1422 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
De behandelde onderwerpen zijn in 2017/2018 wat week 2 betreft hetzelfde, maar ze worden in een iets andere volgorde behandeld.
Het internationaal conflictenrecht wordt in 2017/2018 als nieuw onderwerp behandeld.
Het stappenplan 'hoe komt een Verdrag tot stand' is ten opzichte van 2016/2017 uitgebreid.
De conformeringsplicht wordt behandeld.
Tijdens het college wordt er een casus gegeven. De docent stelt hier toepasselijke vragen over, om erachter te komen welk recht van toepassing is. Deze casus (en andere) helpen je te oefenen met de manier van denken die bij dit vak van je gevraagd wordt.
Belangrijk om te weten is waar de term “volkenrecht” voor staat in het internationaal recht! Dit staat voor verkeer tussen:
Staten onderling;
Staten en volkenrechtelijke organisaties;
Direct tot individuele personen.
Ken de twee termen voor doorwerking van verdragen in het nationale recht: dualisme en monisme.
De verhouding tussen internationaal en nationaal recht, is het moeilijkste element van ons recht.
Stel je voor dat de zeespiegel internationaal recht is, het land achter de dijk is het nationaal recht. Dit geeft aan dat het internationaal boven het nationaal recht staat. Anders gezegd geldt het recht van de grotere gemeenschap boven het recht van de kleinere gemeenschap.
Volgens het Weens verdragsrecht moet een staat het internationale recht te goeder trouw naleven. Dit is allemaal nog extern.
Nu gaan we naar het interne, dus hoe gaat het water door de dijk heen naar binnen toe. Daarbij zijn twee implementatiesystemen. De ene wordt transformatiestelsel genoemd. Het transformatiestelsel zet alle internationale verplichtingen om in nationale recht, althans wanneer het om verdragen gaat.
Nederland heeft het incorporatiestelsel. Oftewel: het water komt over de dijk en overspoelt het hele land. Het internationale recht is een hogere norm binnen ons land. Het internationale recht wordt niet vertaald in nationaal recht, dus we hebben in Nederland ook geen keuze wat er binnen komt. Dit geldt voor verdragen en voor gewoontes.
Het incorporatiestelsel van Nederland staat niet in art. 93 en art. 94 GW zoals ze ons bij staatsrecht vertellen. In art.93 en art. 94 GW wordt alleen een bevoegdheid gegeven aan de rechter. In art. 93 GW staat dat er een bekendmakingseis is en dat de rechter alleen ieder verbindend verdragsrecht toe mag passen. Deze bekendmaking gebeurt in het tractatenblad. Dus niet in het staatsblad. Tractaat is een ander woord voor verdrag.
In art.94 GW staat de toetsingsplicht en bevoegdheid van de rechter en de consequenties die hieraan worden verbonden. Hierin wordt de bevoegdheid gegeven aan de rechter een wet buiten beschouwing te laten wanneer deze onverenigbaar is met verdragsrecht.
Een ieder verbindende verdragsbepaling is een bepaling die de rechter toe kan passen zonder zijn constitutionele rol te overschrijden.
De wetgever, het bestuur en de rechter hebben een conformeringsplicht ten overstaan van de internationale regels. Ieder moet dit doen in zijn eigen constitutionele taak.
De wetgever moet kijken of de wetten die hij maakt in strijd zijn met verdragen. Een voorbeeld hiervan zijn art. 137 c en art 137 d Sr. Deze artikelen zijn laatst nog aangepast, omdat ze in strijd waren met het statuut internationaal strafhof (statuut is een ander woord voor een verdrag). Een wetgever mag geen onverenigbare wetten opstellen. Toch is dit wel eens gebeurd. Zo is er in 2010 een wettelijke inburgeringsexamen verplicht gesteld voor Turken. Dit inburgeringsexamen werd ook verplicht gesteld voor Turken die hier al lang woonden. Dit was strijdig met het associatieverdrag van Turkije met de EU. De Turken gingen een procedure aan en de rechter heeft de wet toen onverenigbaar verklaard.
Het bestuur mag ook geen wetten uitvoeren die niet overeenkomen met het internationale recht. Een voorbeeld hiervan is de procedure tegen de SGP (is ook in het vorige college naar voren gekomen).
Ook de rechter moet zorgen dat hij uitspraken doet die niet in strijd zijn met het internationale recht. De rechter heeft een toetsingsplicht met het internationale recht. De rechter kan dit op vier manieren doen:
Hij past een ieder verbindende verdragsbepaling gewoon toe. Een voorbeeld hiervan is art. 8 EVRM: een ieder heeft recht op gezinsleven. Hier is toen bepaald dat ook vader wanneer ze niet gehuwd zijn toch een juridische relatie kan hebben met hun kind. Dit is het gevolg van het Marcks-arrest. Dit arrest is verplicht voor het tentamen.
Hij kan een onverenigbare wet niet toepassen. Zo zijn er verdragen ter voorkoming van dubbele belastingheffing. Bijvoorbeeld wanneer twee landen een ander belastingstelsel hebben en dit niet overeenkomt. De rechter kan dan één belastingstelsel besluiten niet toe te passen. Een grensarbeider kan hier mee te maken hebben die bijvoorbeeld woont in België en werkt in Duitsland.
Hij kan een wet verdragsconform uitleggen. Zo werd in het sociale verzekeringswet uitgelegd dat wanneer er een man staat, hier ook vrouw gelezen mag worden (art. 26 IBVP gelijkheidsbeginsel).
Een onrechtmatige daad actie toewijzen. Dan verklaart de rechter een handelswijze onrechtmatig van een bestuursorgaan.
De wetgever, het bestuur en de rechter hebben ook een conformeringsplicht aan ongeschreven volkenrecht. De rechter heeft geen bevoegdheid om onverenigbare wet niet toe te passen. Hieruit volgde het Nuygat-arrest van 1958. Een rechter kan het nationale recht wel toetsen aan het internationale verdragsrecht, maar niet aan het internationale gewoonterecht. Dit is wat volgt uit het Nuygat-arrest.
Staten worden geacht zich te houden aan de internationale rechtshandhaving, wanneer ze dit niet doen volgen er acties van andere landen. Een voorbeeld hiervan is Rusland. Rusland heeft nu erg veel last van de sancties die Europa opgelegd heeft.
Bij de internationale rechtshandhaving ontbreekt een centrale gezagsdrager. De staten zijn namelijk soeverein. Er is een verbod van inmenging in andere staten.
In art. 2 lid 4 van het Handvest, staat dat een land zich mag verdedigen wanneer ze aangevallen worden. Amerika heeft dit gedaan in 2001, toen de ramp met de Twin Towers plaats vond. Frankrijk doet dat nu, nu net de ramp in Parijs heeft plaatsgevonden.
Naast gewapend ingrijpen, kunnen er ook retorsie of represaillemaatregelen genomen worden om het internationale recht af te dwingen retorsiemaatregelen zijn maatregelen waarbij bijvoorbeeld de ambassadeur teruggeroepen wordt of het afzeggen van een evenement. Represaillemaatregelen zijn het bevriezen van banktegoeden bijvoorbeeld.
Daarnaast zijn er ook collectieve maatregelen, die worden genomen door de Veiligheidsraad. De Veiligheidsraad is het belangrijkste orgaan binnen de internationale vrede en veiligheid. Er zijn twee soorten resoluties: vreedzame maatregelen en militaire maatregelen. Vreedzame maatregelen zijn bijvoorbeeld embargo. Vreedzame maatregelen staan beschreven in artikel 41 Hv. Een voorbeeld van militaire maatregelen is bijvoorbeeld de golfoorlog (1990). Dit staat beschreven in artikel 42 Hv.
De Verenigde Naties verricht ook vredesoperaties. Dit is dan op verzoek van de landsregering, maar niet op verzoek van een bepaald wetsartikel. Deze missies worden Peace Keeping Forces genoemd. Hun belangrijkste doel is het voorkomen van conflicten.
Militair ingrijpen in Syrië was volgens de Nederlandse regering nog niet gelegitimeerd. Nu er een aanval plaatsgevonden heeft op Frankrijk, kan Nederland ervoor kiezen ook de militaire vliegtuigen te laten vliegen boven Syrië.
Procedurele besluiten: 9 van de 15 stemmen
Niet procedurele besluiten: 9 van de 15 stemmen, waarvan 5 vetorechtbezitters. Vetorechtbezitters kunnen vóór stemmen of zich onthouden van een stem
Internationaal gerechtshof, heeft geen verplichte rechtsmacht. Tenzij je lid bent van de Verenigde Naties. Internationaal Gerechtshof doet bindende uitspraken. Het Internationaal Gerechtshof is de opvolger van het Permanente Hof van Arbitrage. Het Internationaal Gerechtshof is gevestigd in Den Haag. Het Internationaal Gerechtshof geeft ook adviezen, dit is vanzelfsprekend dan niet bindend.
Internationaal Zeerecht Tribunaal, dit tribunaal kwam vorig jaar in het nieuws. Toen er in Rusland een schip van Greenpeace voer die protest voerde. Dit arrest wordt besproken in week 2 van Rechtsvinding.
Internationaal strafrecht hof. Hier worden misdaden van individuen behandeld. Dit strafhof kan misdrijven tegen de mensheid behandelen, oorlogsmisdrijven, genocide en agressie. De definitie van agressie ontbreekt nog, dus tot nu toe worden alleen de eerste drie behandeld.
Er bestaat oorlogsrecht, dit staat beschreven in de Geneefse verdragen. Zaken die hier behandeld worden zijn: hoe om te gaan met gewonden/zieken op het slagveld, hoe mogen strijdkrachten zich gedragen op zee, hoe om te gaan met krijgsgevangenen, hoe de burgers te beschermen. Dus ook als je in oorlog bent, heb je je nog te houden aan bepaalde regels.
Houden toezicht op het burgerlijke en politieke rechten, sociaaleconomische en culturele rechten, Europees sociaal handvest.
Je hebt toegang tot het EHRM wanneer je alle nationale rechtsmiddelen hebt uitgeput. EHRM doet vaak spraakmakende zaken, zoals in het Goodwin arrest van 1996. Dit gaat over journalisten die hun bron niet prijs willen geven.
In deze bundel worden college-aantekeningen en updates in de vorm van sheetnotes aangeboden bij de colleges van Algemene Rechtswetenschap 2 voor de opleiding Rechten Bachelor aan de Rijksuniversiteit Groningen
Voor een compleet overzicht
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1514 |
Add new contribution