Algemene Rechtswetenschap 2 - Recht - RUG - B1 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen
- 1422 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
De behandelde onderwerpen zijn in 2017/2018 hetzelfde gebleven, maar de volgorde van behandeling is nu chronologisch.
De onderwerpen 'legaliteitsbeginsel' (art. 1:2 lid 2 Awb) en 'specialiteitsbeginsel' (art. 3:4 lid 1 Awb) worden dit jaar behandeld.
Er wordt in het hoorcollege de nadruk gelegd op de term Bestuursorgaan; dit is te vinden in artikel 1:1 Awb. In lid 2 van dit artikel zijn uitzonderingen op de bestuursorganen te vinden. Er werd benadrukt dat deze uitzonderingen belangrijk zijn om te kennen voor het tentamen.
De term belanghebbende moet je voor het tentamen kunnen toepassen! Weet wanneer iemand dit is:
Eigen persoonlijk belang
Objectief
Actueel
Art. 1:2 Awb: degene wiens belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken; eigen en persoonlijk belang.
Het aannemen van een rechtvaardigingsgrond leidt soms tot vrijspraak, dit is het geval wanneer wederrechtelijkheid een bestanddeel is!
Een a orgaan is een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld. Een b orgaan is een rechtspersoon krachtens privaatrecht ingesteld.
De Nederlandsche Bank is een rechtsorgaan, belast met overheidstaken. Het is een soort toezichthouder op particuliere banken. De Nederlandsche Bank is een b-orgaan.
De APK-keurder is maar voor een heel klein stukje bestuursorgaan. Ook dit is een B-orgaan.
Een A-orgaan is altijd Awb plichtig. Een B-orgaan is alleen bij uitoefening bestuursbevoegdheid Awb plichtig. Dus de APK-keurder is alleen Awb plichtig wanneer hij APK’s doet.
We kennen vier besluiten:
Algemeen verbindend voorschrift (avv): hierin wordt bepaald hoe een bestuursorgaan om moet gaan met een aan haar toegekende bevoegdheid;
Beleidsregels (art. 1:3 lid 4 Awb). De beleidsregel lijkt op een algemeen verbindend voorschrift. Een beleidsregel wordt ook wel een ‘kan’ regel genoemd. “de minister kan iets doen, is hier niet toe verplicht;
Bestuurlijke maatregel
Beschikking: is een besluit in een individueel geval (art. 1:3 lid 2 Awb). Dit staat recht tegenover het algemeen verbindend voorschrift.
Kenmerken van een besluit zijn:
Schriftelijke beslissing, dit is een op schrift gestelde bedoeling;
Publiekrechtelijk van aard;
Door een bestuursorgaan;
Rechtshandeling: een beoogd rechtsgevolg.
Het is belangrijk het verschil tussen publiek en privaat rechtelijk besturen. Publiekrechtelijk besturen is door middel van een wetgevende bevoegdheid, privaatrechtelijk besturen is vaak door middel van het eigendomsrecht. Een voorbeeld van privaatrechtelijk handelen is het aanpakken van de riolering. De riolering is eigendom van de gemeente, dus de gemeente kan ook beslissen om die riolering aan te pakken.
Belangrijk hierbij is het Ikon arrest HR 1987: Ikon heeft in een huis woonruimte gevestigd in Amsterdam. De gemeente Amsterdam is het hier niet mee eens. Ikon vindt dat de gemeente Amsterdam in strijd handelt met het gelijkheidsbeginsel, door niet ook de anderen aan te pakken. De gemeente Amsterdam zegt dan dat ze handelen op privaatrechtelijk handelen en dan niks van doen hebben met het gelijkheidsbeginsel. De Hoge Raad beslist, dat ook al doen ze aan privaatrechtelijk handelen, ze zich alsnog moeten houden aan het gelijkheidsbeginsel.
Wanneer een zwerver in de UB zit en de studenten hier overlast van ervaren, dan wil het bestuur de zwerver er uit zetten. Dit is dan privaatrechtelijk besturen. Het bestuur is eigendom van het gebouw en kan gebruik maken van hun privaatrechtelijke bevoegdheid.
De EU heeft zich als doel gesteld te zorgen voor veiliger verkeer. Wanneer de gemeente drempels legt op straat, is dit privaatrechtelijk handelen. De gemeente heeft de straat namelijk in eigendom.
Wanneer de regering de A1 wil verbreden: is dit een privaatrechtelijke handeling.
Wanneer de wetgever de wegenverkeerswet wil wijzigen, om op die manier te zorgen voor veiliger verkeer, is dit geen besluit. Een besluit van de wetgever is een wet, de wetgever is geen bestuursorgaan. Ook al wordt er voldaan aan bijna alle eisen van een besluit, het blijft gewoon een wet. Het is namelijk wetgeven en geen besturen.
Zelfstandig en naar buiten werkend voorschrift;
Voor herhaalde toepassing vatbaar;
Algemeen naar persoon;
Krachtens Grondwet of formele wet bevoegd orgaan.
Een besluit dat geen algemene strekking heeft;
De beschikking is echt een besluit in de zin van art. 1:3 Awb.
De afwijzing van een aanvraag is ook een beschikking (art. 1:3 lid 2 Awb) ook al heeft het geen rechtsgevolg: zoals het afwijzen van de aanvraag van een lening bij DUO. Hier wordt op het tentamen vaak een vraag over gesteld.
Aanwijzingsbesluiten: een bestuurlijke maatregel is een concretisering van een algemeen verbindend voorschrift naar plaats of tijd. Bijvoorbeeld het plaatsen van een verkeersbord voor een voetgangersgebied. De bestuurlijke maatregel activeert eigenlijk de algemeen verbindend voorschrift. De bestuurlijke maatregel heeft dus geen zelfstandige werking, het heeft altijd een algemeen verbindend voorschrift nodig.
Beleidsregels zijn er ter voorkoming van willekeur. Wanneer er ‘kan’ staat in de wet, bestaat er beleidsvrijheid voor gemeente of Provinciale Staten.
Verschillen tussen een algemeen verbindend voorschrift en een beleidsregels zijn: het bestuursorgaan moet van zijn beleidsregel afwijken wanneer het echt niet anders kan (art. 4:84 Awb). Dit kan bij een algemeen verbindend voorschrift niet.
Daarnaast kan een beleidsregel geen bevoegdheden creëren voor zichzelf en in een beleidsregel kunnen niet echte verplichtingen voor de burger worden gecreëerd. Dit kan bij een algemeen verbindend voorschrift allemaal wel.
Organen kunnen toezichthouden (Hfst. 5:2 Awb) op allerlei verschillende zaken.
Ze hebben verschillende bevoegdheden:
Binnentreden;
Vorderen inlichtingen;
Vorderen ID;
Zakelijke bescheiden;
Onderzoek doen/ monsters nemen
Bij alle bevoegdheden bestaat er een verplichting tot medewerking.
De burgemeester heeft de bevoegdheid, in verband met cafés en restaurants, te controleren op de drank en horeca wet. Ook het college van B&W heeft deze bevoegdheid. Daarnaast wordt er veel gecontroleerd op de naleving van de tabakswet. Wanneer het niet wordt nageleefd, zijn er sancties. Er bestaat een onderscheid tussen herstelsancties en bestraffende sancties.
Voorbeelden van herstelsancties:
Ongedaan maken overtreding;
Voorkomen van herhaling;
Wegnemen of beperken gevolgen.
Er bestaan twee soorten herstelsancties: last onder bestuursdwang en last onder dwangsom.
Last onder bestuursdwang (art. 5:21 Awb) is het dreigen met feitelijk optreden, bijvoorbeeld een briefje aan een fiets hangen, waarop staat dat de fiets binnen een week verwijderd moet worden, anders doet de gemeente dit.
Een last onder dwangsom is het dreigen met een boete (art. 5:32 Awb). Bijvoorbeeld wanneer iemand permanent in een zomerhuisje woont en dan het bericht krijgt, dat deze persoon binnen een jaar eruit moet anders moet hij een boete betalen.
Voorbeeld van een bestraffende sanctie:
Leed toevoegen.
Voor beide sancties bestaat er een wettelijke grondslag op grond van artikel 5:4 Awb.
Daarnaast bestaan er nog de regressieve sancties. Deze soort sancties worden niet in het boek genoemd. Een voorbeeld van een regressieve sanctie is het intrekken van een vergunning.
In deze bundel worden college-aantekeningen en updates in de vorm van sheetnotes aangeboden bij de colleges van Algemene Rechtswetenschap 2 voor de opleiding Rechten Bachelor aan de Rijksuniversiteit Groningen
Voor een compleet overzicht
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1342 |
Add new contribution