Image

Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Europees Recht HC Week 1

HC 1A: Inleiding interne markt

 

De autonomie van de EU-rechtsorde:

  • Prejudiciëlevraagprocedure
  • Rechtstreekse werking
  • Voorrang

 

Bevoegdheidsverdeling tussen lidstaten en de EU:

  • Attributiebeginsel
  • Bevoegdheden van de EU
  • Het begrip rechtsgrondslag

 

Casus positieve integratie: Tabaksreclamerichtlijn

Casus negatieve integratie: Cassis de Dijon

 

De interne markt:

  • Wat is de interne markt? 26 lid 2 VWEU (werkingsverdrag): de interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarbinnen vrij verkeer van goederen, diensten en personen is gewaarborgd.
  • Waarden en beginselen van de interne markt: 3 lid 3 VEU
  • Waarom hebben we een interne markt? 1 en 3 lid 1 VEU: het praktisch nut. Duurzame ontwikkeling o.b.v. economische groei etc. Het doel is een totstandbrenging van een steeds hechtere band tussen de lidstaten in Europa.
  • Vier vrijheden:
    • Vrij verkeer van goederen (30, 34-36 en 110 VWEU)
    • Vrij verkeer van personen
      • Werknemers (45 VWEU)
      • Zelfstandigen (49 VWEU)
    • Vrij verkeer van diensten (56-62 VWEU)
    • Vrij verkeer van kapitaal (63-65 VWEU)

Unieburgerschap (20 en 21 VWEU), een systeem van onvervalste mededinging (101-109 VWEU en protocol 27).

 

Positieve en negatieve integratie:

  • Kernmethoden om een interne markt tot stand te brengen.
  • Negatieve integratie: verboden in het Verdrag.
    • De verdragen vertellen lidstaten d.m.v. de verboden wat ze niet mogen doen.
    • Focus op nationale regelgeving die het functioneren van de interne markt belemmert.
  • Positieve integratie (harmonisatie): Europese secundaire wetgeving.
    • Nationale regelgeving wordt vervangen door uniforme EU-standaarden.
    • Focus op EU-standaarden die het functioneren van de interne markt bevorderen.
  • Geen harmonisatie? De verboden in de verdragen vormen het beoordelingskader van nationale regels. Wel harmonisatie? De Europese secundaire wetgeving vormt het beoordelingskader van nationale regels. Recente voorbeelden:
    • Roaming-verordening (531/2012)
    • Geoblocking-verordening (2018/302)
    • Dienstenrichtlijn (2006/123)
    • Burgerschapsrichtlijn (2004/38)

 

Constitutionalisering van de verdragen:

  • Hof van Justitie speelt een grote rol in het succes van het recht.
  • Context: het falen van het internationaal recht in de voorafgaande decennia om oorlog te voorkomen (bijv. WOll). HvJ: integratie door recht, oftewel de constitutionalisering van de verdragen. Het recht krijgt een grondwettelijke identiteit. Drie beginselen:
    • Autonomie (bepalingen kunnen rechtstreeks worden ingeroepen voor nationale rechters en zijn hoger in de rangorde dan nationaal recht)
    • Rechtstreekse werking
    • Voorrang

Essentieel hierin is de prejudiciëlevraagprocedure.

 

Prejudiciëlevraagprocedure:

  • 267 VWEU: het Hof van Justitie van de EU is bevoegd, bij wijze van prejudiciële beslissing, een uitspraak te doen:

    • Over de uitlegging van de verdragen,
    • Over de geldigheid en de uitlegging van de handelingen van de instellingen, de organen of de instanties van de Unie.
  • Indien een vraag wordt opgeworpen voor een rechterlijke instantie van een der lidstaten, kan deze instantie, indien zij een beslissing op dit punt noodzakelijk acht voor het wijzen van haar vonnis, het Hof verzoeken over deze vraag een uitspraak te doen.

 

Van Gend en Loos:

  • Het verdrag is meer dan een overeenkomst welke slechts wederzijdse verplichtingen tussen de verdragsluitende mogendheden schept.
  • Nieuwe rechtsorde van de Gemeenschap ten bate waarvan de Staten hun soevereiniteit hebben begrensd, waarbinnen ook hun onderdanen gerechtigd zijn.
  • Gemeenschapsrecht is onafhankelijk van de wetgeving der lidstaten, roept ten laste van particulieren verplichtingen in het leven.
  • AUTONOMIE
  • Belangrijk dat de waakzaamheid der belanghebbenden op de verzekering van hun rechten een doelmatige controle verschaft, die zich paart aan het toezicht dat de artikelen 258 en 259 VWEU aan de Commissie en de lidstaten opdragen.
  • Praktische betekenis van rechtstreekse werking: een bepaling van Unierecht kan door een individu worden ingeroepen voor de nationale rechter.

 

Autonomie en rechtstreekse werking:

  • Welke bepalingen kunnen individuen inroepen? Bepalingen die voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk zijn (van Gend en Loos).
  • Tegen wie kan de bepaling worden ingeroepen? Verticaal: tegen de staat, horizontaal: tegen een ander individu.

 

Autonomie en voorrang:

  • Het verdragsrecht, dat uit een autonome bron voortvloeit, kan o.g.v. zijn bijzonder karakter niet door enig voorschrift van nationaal recht opzij worden gezet (Costa/ENEL).
  • Latere eenzijdige afgekondigde nationale wettelijke voorschriften die tegen het stelsel van de Gemeenschap ingaan, ontberen iedere werking.
  • Loyaliteitsbeginsel: lidstaten moeten zich loyaal gedragen richting elkaar en richting de EU (4(3) VEU), geldt voor alle entiteiten van de lidstaten (nationale rechters, bestuursorganen etc.).

 

Bevoegdheidsverdeling: attributie:

  • 4(1) VEU: de EU heeft alleen de bevoegdheden die de lidstaten aan haar hebben toegedeeld.
  • 5(1) en (2) VEU: de EU handelt slechts binnen de grenzen van haar bevoegdheden om de daarin bepaalde doelstellingen te verwezenlijken.
  • Drie soorten bevoegdheden:
    • Exclusieve bevoegdheden (3 VWEU): behoren alleen aan de EU toe, bijv. gemeenschappelijke handelspolitiek (handelsverdragen tussen lidstaten van de EU en andere landen).
    • Gedeelde bevoegdheden (4 VWEU): behoren zowel aan de EU als aan de lidstaten toe (bijv. interne markt en milieubeleid).
    • Ondersteunende bevoegdheden (6 VWEU)

 

Bevoegdheidsverdeling: rechtsgrondslag:

  • De verboden in de verdragen (negatieve integratie) kunnen meteen worden toegepast op maatregelen van lidstaten.
  • Voor positieve integratie is nadere (secundaire) wetgeving van de EU nodig binnen de grenzen van de bevoegdheidsverdeling.
  • Secundaire wetgeving vereist een specifieke rechtsgrondslag in de verdragen. Omdat de EU alleen mag handelen overeenkomstig de aan haar toegekende bevoegdheden, mag de EU alleen handelen naar iets wat is terug te voeren naar de verdragen.
  • Een rechtsgrondslag is een bepaling die voorschrijft:
    • Welke nadere maatregelen de EU mag nemen (inhoud en doel).
    • Welke procedure hiervoor gebruikt moet worden.
  • 114 VWEU: harmonisatie van de interne markt.

192 VWEU: activiteiten die de Unie moet ondernemen om de doelstellingen van 191 te verwezenlijken.

Artikel 3, 4 en 6 VWEU zijn geen rechtsgrondslagen!! Er staat namelijk niks in over de procedure die gevolgd moet worden.

 

Casus (positieve integratie): Tabaksreclamerichtlijn:

  • Richtlijn 98/43 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op het gebied van reclame en sponsoring voor tabaksproducten.
  • Vrijwel geheel verbod op reclame voor tabaksproducten (bijv. op affiches, parasols, asbakken etc.).
  • Gebaseerd op 114 VWEU: harmonisatie van de interne markt. Maar gaat deze richtlijn wel over het verbeteren van de interne markt voor producten waarin of waarop tabaksreclame is afgebeeld, of gaat zij in werkelijkheid over volksgezondheid?
  • Bondsrepubliek Duitsland: dit heeft niets met interne markt te maken, dit is gewoon volksgezondheid. Ergens in het verdrag staat een expliciet verbod van de harmonisatie van volksgezondheid. Daarvoor is dus geen bevoegdheid. Duitsland gaat naar HvJ.
  • Argumenten: totaal reclameverbod maakt de vrijheden van de interne markt t.a.v. tabaksreclame nagenoeg geheel ongedaan, er is geen bewijs voor aanzienlijke verstoringen van de interne markt voor tabaksproducten. Richtlijn kan leiden tot nieuwe handelsbelemmeringen. Het eigenlijke doel is bescherming van de volksgezondheid. Lidstaten mochten volgens de richtlijn ook alle vormen van reclame verbieden, dan heb je alsnog geen bevorderde interne markt.
  • Harmonisatieverbod in 168 lid 5 VWEU. Duitsland was bang dat als dit al mocht, je eigenlijk alles o.g.v. 114 VWEU wel mag aannemen.
  • Hof van Justitie:

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

    • Sommige producten hebben deels tabaksreclame (bijv. kranten), maar sommige producten hebben ook alleen maar tabaksreclame (bijv. affiches): hiervoor wordt het intern verkeer niet verbeterd, alleen maar verbod.
    • Een totaal verbod draagt niet bij aan het functioneren van de interne markt.
  • Reikwijdte van 114 VWEU:
    • Maatregelen moeten nationale regelgeving harmoniseren, d.w.z. verschillen tussen nationale regels wegnemen (r.o. 102-104).
    • Het enkele feit dat nationale regels verschillen is niet voldoende om 114 VWEU als rechtsgrondslag te rechtvaardigen (r.o.  84).
    • Toekomstige belemmeringen moeten waarschijnlijk zijn (r.o. 86).

Abstracte criteria, maar hoe werkt dit in de praktijk? Wordt de EU daadwerkelijk beperkt in haar harmonisatiebevoegdheid?

 

Casus (negatieve integratie): Cassis de Dijon:

  • Een Duitse supermarktketen importeert de vruchtenlikeur Cassis de Dijon uit Frankrijk en wil deze in haar supermarkten verkopen.
  • Probleem: volgens Duitse wetgeving mag deze vruchtenlikeur niet op de Duitse markt gebracht worden ter bescherming van de volksgezondheid. Er zit te weinig alcohol in, want als je in Duitsland vruchtenlikeur wil verkopen moet er minimaal zoveel alcohol in zitten. Als je drank hebt met een beetje alcohol drink je dat als limonade, dus je moet flink wat alcohol erin hebben zitten om mensen in de hand te houden.
  • 34 VWEU: kwantitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking zijn tussen de lidstaten verboden.
  • Kernvragen: is dit een beperking van het vrij verkeer? Is dit toegestaan?
  • HvJ: dit soort regels moeten wel strikt noodzakelijk zijn. Alle regels van lidstaten die een negatief effect kunnen hebben op de interne markt zijn verboden, tenzij het strikt noodzakelijk is.

 

 

 

 

HC 1B: Vrij verkeer van goederen

 

Leerdoelen:

  • Wat zijn goederen?
  • De Europese douane-unie
  • In- en uitvoerrechten en heffingen van gelijke werking (30 VWEU)
  • Interne belastingen (110 VWEU)
  • Kwantitatieve invoerbeperkingen en maatregelen van gelijke werking (34 en 36 VWEU)

 

Wat zijn goederen?

  • Op geld waardeerbaar en als zodanig het voorwerp van handelstransacties (zaak Italiaanse kunst).

    • Italië: kunst is een gevoel en geen goed.
  • Tastbare fysieke eigenschappen (zaak Jägerskiöld)
  • Dus ook: afval, menselijke stoffelijke overschotten, elektriciteit etc.
  • Soms is het onderscheid tussen goederen en diensten ingewikkeld.

 

De Europese douane-unie:

  • Interne dimensie: afschaffing van alle in- en uitvoerrechten en alle heffingen van gelijke werking (28 en 30 VWEU). Geldt ook voor goederen afkomstig uit derde landen (28(2) en 29 VWEU). Een in- en uitvoerrecht is een belasting of verkapte belasting die je heft op het overschrijding van een grens.

    • 30 VWEU: absoluut verbod, geen benedengrens (geen de minimis-regel dus), geen uitzonderingen.
  • Externe dimensie: gemeenschappelijk douanetarief (31 VWEU) en gemeenschappelijk handelsbeleid (207 VWEU).

 

Binnenlandse belastingen (110 VWEU):

  • Reikwijdte:

    • Binnenlandse belasting: onderscheid met 30 VWEU (Outokumpu)
    • Alleen van toepassing op indirecte belastingen (heffingen op producten), zoals BTW en accijnzen.
  • Wat verbiedt 110 VWEU:
    • Verbod op discriminerende belastingen
    • Verbod op beschermende belastingen (protectionisme)
  • Vrij matige bepaling vergeleken met andere regels van EU recht.
  • Uitgangspunt: alle belasting differentieert/discrimineert tussen producten: dit is toegestaan mits buitenlandse producten niet worden benadeeld.
  • Discriminerende belastingen:
    • Gelijksoortige producten
    • Algemeen verbod op directe discriminatie (Outokumpu): belasting op elektriciteit. Systeem met verschillende belastingtarieven o.g.v. waar de elektriciteit vandaan kwam. Voor buitenlandse elektriciteit was dit een probleem, want je kan niet zien waar dat vandaan kwam. Ze hadden een midden tarief bedacht. Hof: direct onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse stroom. Geen reden om zo’n tarief maar vast te stellen.
    • Verbod op indirecte discriminatie, tenzij objectief gerechtvaardigd (Humblut)
  • Protectionistische belastingen:
    • Producten die niet gelijksoortig zijn, maar wel met elkaar concurreren. Iets soepelere toets.
    • Wanneer concurreren producten met elkaar:
      • Kijken naar productkarakteristieken en productieprocessen
      • Kijken naar consumentenvoorkeuren
      • Protectionisme kan al een smoking gun zijn
    • In praktijk vaak lastig vast te stellen (zie Commissie tegen VK): bier/wijn. Als je deze met elkaar gaat vergelijken kom je er snel achter dat ze niet gelijksoortig zijn. De smaak, de grondstoffen, het productieproces etc. is allemaal anders. VK had hoog belastingtarief op wijn en laag belastingtarief op bier. Moet je nou kijken naar de belasting o.g.v. volume, alcoholpercentage etc.? Enorm lastig vast te stellen wat een redelijke belasting vaststelling zou zijn.
  • 34 VWEU: verbod voor non-tarifaire belemmeringen van vrij verkeer.
    • Kwantitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking zijn tussen de lidstaten verboden.
    • Kwantitatieve invoerbeperkingen = quota = verboden onder 34 VWEU.
      • Rechtvaardigingen in 36 VWEU, lukt in de praktijk bijna nooit.
    • De vraag van vandaag: wat is een maatregel van gelijke werking (MGW)?
      • Dassonville (r.o. 5 en 6): opmerkelijke definitie. Net als quota kunnen MGW’s gerechtvaardigd worden door 36 VWEU. Iedere handelsregeling der lidstaten die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks kan belemmeren. Vrij breed, er wordt niet eens gepraat over discriminatie.

 

Cassis de Dijon:

  • Zie HC 1A, gaat over minimumpercentage alcohol.
  • Beperking van vrij verkeer: Ja, dit is een MGW, want alle producteisen die worden gesteld aan producten die rechtmatig op de markt zijn gebracht in een andere lidstaat zijn MGW’s (r.o. 15). Gaat over beginsel van wederzijde erkenning: als een van de lidstaten een bepaalde productstandaard hanteert en je brengt daar een product rechtmatig op de markt, moeten alle lidstaten die productstandaarden erkennen. Niet per se verboden onder 34 VWEU, want bij gebreke aan harmonisatie voor de productie en verhandeling van alcohol mogen de lidstaten ieder op hun eigen grondgebied maatregelen treffen. Eisen: dwingende reden van algemeen belang die je beschermt m.b.v. deze regel. Nog steeds een MGW, maar niet in strijd met 34 VWEU (r.o. 8). Denk aan bijv. de bescherming van volksgezondheid, milieu, consument. Alle niet economische redelijke doelstellingen. Cassis-rechtvaardiging als extra rechtvaardigingsgronden naast 36 VWEU.

 

Van Dassonville naar Cassis de Dijon:

  • Dassonville-regel (r.o. 5): wederzijdse erkenning
  • Rule of reason (r.o. 6): extra, ongeschreven rechtvaardigingsgronden o.g.v. de jurisprudentie (Cassis-rechtvaardiging)
  • Wat voegt Cassis de Dijon toe aan Dassonville:
    • Beginsel van wederzijdse erkenning
    • Verduidelijking van de criteria voor rechtvaardiging, nml:
      • Een rechtvaardigingsgrond (dwingende reden van algemeen belang)
      • Geen harmonisatie
      • Alleen maatregelen zonder onderscheid
      • Evenredigheid/noodzakelijkheid

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Je hoeft bij vragen over 34 VWEU niet dit hele schema per se af te lopen, de vraag gaat vaak over een specifiek onderdeel.

 

  1. Grensoverschrijdend effect:

    • 34 VWEU is alleen van toepassing op situaties met een grensoverschrijdend effect.
    • Het is dus niet van toepassing op:
      • Omgekeerde discriminatie: discriminatie van je eigen onderdanen of producten. Dit is in principe geen probleem.
      • Alle andere situaties waarvan alle aspecten zich binnen een lidstaat afspelen.

 

  1. Rechtstreekse werking:

    • 34 VWEU heeft verticale rechtstreekse werking.
    • 34 VWEU verplicht lidstaten handhavend op te treden tegen duurzame beperkingen van het vrij verkeer door individuen (Schmidberger): verlengde verticale rechtstreekse werking.
  • Traditionele regel: geen horizontale rechtstreekse werking. Dus niet van de ene tegen de andere particulier. Dus wel inperking van de reikwijdte.

 

Van Cassis de Dijon naar Keck:

  • Iedere handelsregeling die al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel...
  • Dit betekent:
    • Geen de minimis-regel in 34 VWEU
    • Geen daadwerkelijke effecten vereist
  • Gevolg: handelaren en hun advocaten gebruiken 34 VWEU om alle nationale regelgeving aan te vechten.
  • Poging van het Hof om het tij te keren: niet alle regels zijn een MGW (Krantz). Duitse producten in NL geleverd. Verkoop op afbetaling. Particulier in Duitsland verkocht onder eigendomsvoorbehoud op afbetaling producten in NL. NL’se klant ging failliet. Dan heeft de belastingdienst vaak voorrang, onmiddellijk beslag op alle eigendommen van de failliete onderneming. Dit NL’se faillissementsrecht is voor de Duitser een belemmering om in NL te handelen. Negatief effect.
    • Hof: dit is zo indirect en onzeker, hier beginnen we niet aan. Er zijn wel allemaal tussenvarianten (bijv. verkoop van producten op zondag).
  • Keck en Mithouard: gaat over verbod in Frankrijk op het verkopen van producten onder de inkoopprijs. Keck en Mithouard deden dit wel. Zij zeiden als wij niet onder de inkoopprijs mogen verkopen, dan verkopen wij minder producten en ook minder geïmporteerde producten, dus invloed op handel. Hier had het Hof geen zin in, dus ze gingen de rechtspraak wijzigen.
    • Cassis de Dijon blijft (r.o. 15), maar voor bepaalde verkoopmodaliteiten wordt het anders:
      • Mits van toepassing op alle handelsdeelnemers, en;
      • Rechtens (direct) en feitelijk (indirect) geen discriminatie;
      • Zijn bepaalde verkoopmodaliteiten geen MGW (r.o. 16).
    • Want de markttoegang wordt niet verhinderd of moeilijker gemaakt dan voor nationale producten (r.o. 17).
    • De vraag is wat is een bepaalde verkoopmodaliteit: regels die geen betrekking hebben op de samenstelling van een product zelf, maar op de omstandigheden waaronder de producten worden verkocht.
    • Als een regel wordt gekwalificeerd als een bepaalde verkoopmodaliteit moet sprake zijn van discriminatie om onder 34 te vallen. Als dit niet zo is geldt gewoon Dassonville. Je hebt altijd een beetje ruimte om te beargumenteren of het een verkoopmodaliteit is of iets anders.

 

Soms is het verschil tussen producteisen en verkoopmodaliteiten niet zo duidelijk. Wat is een bepaalde verkoopmodaliteit?

  • Familiapress (verbod op bepaalde promotieslogans op tijdschriftcovers): geen idee, maar iig geen producteis. Als je iets moet veranderen aan het product om aan de regel te voldoen, dan is de regel een producteis.
  • Wanneer zijn bepaalde verkoopmodaliteiten niet discriminerend? Gourmet International: algeheel verbod op televisiereclame voor alcohol. Indirect discriminerend, als het gaat om alcohol moet je rekening houden met het feit dat consumenten bepaalde gewoontes hebben. In NL ben je bijv. gewend aan Heineken, je zult dan niet zo snel een Duits biertje gaan drinken. Een buitenlands biermerk heeft dus veel meer behoefte aan reclame dan een Nederlands biermerk.

 

Gebruiksverboden en markttoegang:

  • Directe en indirecte discriminatie is altijd een MGW. Producteisen, zelfs zonder onderscheid, zijn altijd een MGW. Bepaalde verkoopmodaliteiten zijn geen MGW, tenzij ze direct of indirect discrimineren.
  • Er is meer dan producteisen en verkoopmodaliteiten
    • Gebruiksverboden (Italiaanse aanhangwagens): een algeheel verbod op het gebruik van aanhangwagens voor motorfietsen. Gevaarlijk voor veiligheid op de weg. Is een gebruiksverbod niet net zoiets als een verkoopmodaliteit? Compromis:
      • Een nieuwe markttoegang-toets (r.o. 33-37): een gebruiksverbod belemmert de markttoegang (r.o. 56-57), dus is het een MGW. Eigenlijk nog steeds Dassonville, concrete toepassing kan verschillen.
      • Soepele evenredigheidstoets (r.o. 61-66)
    • Regels over prijzen (Scotch Whisky Association)

 

Rechtvaardigingen:

  • 36 VWEU en Cassis-rechtvaardiging
  • Het verschil: 36 is limitatief, Cassis omvat een niet-limitatieve opsomming van potentiële rechtvaardigingsgronden. 36 kan ook worden gebruikt voor direct discriminerende maatregelen, Cassis is alleen van toepassing op maatregelen zonder onderscheid.

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

Image

Follow the author: romycnossen
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Suiker als schadelijk voor de volksgezondheid

Hoi Romy, 

Wat komisch dat Duitsland de vruchtenlikeur als schadelijk ziet omdat er te weinig alcohol in zit! Maar hoe zit het met die Italiaanse Kunst? Wordt fysieke kunst gezien als gevoel en hoe werkt dit in het Europees recht? Ik volg het vak zelf (nog) niet maar vond het zeker interessant om te lezen. 

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
1017 1