Hoorcolleges Klinische Neuropsychologie
- 1635 reads
Intracranieel: tumor in het hoofd. Valt op te delen in:
Extracranieel: tumoren elders in het lichaam.
Soorten intracraniële tumoren: meningeoom (vanuit hersenvliezen) en gliomen (astrocytomen, oligodendrogliomen & glioblastomen).
Graad 1&2 tumoren zijn laaggradig (langzaam groeiend), graad 3&4 zijn hooggradig (snelgroeiend). Een laaggradige tumor wordt uiteindelijk vaak een hooggradige tumor.
Er is een steeds langere overleving door verbeterde behandelmethoden. Dit maakt ook dat er veel aandacht moet zijn van cognitie.
Cognitieve stoornissen bij intracraniële tumoren kunnen ontstaan door:
Cognitieve stoornissen komen heel veel voor. Uit een studie blijkt dat 60% al in minstens 1 cognitieve domein een stoornis had, voordat er enige behandeling heeft plaatsgevonden. De mensen met een hooggradige tumor hadden dit vaker dan de mensen met een laaggradige tumor. Na een wakkere hersenoperatie gaat vooral de psychometrische snelheid achteruit.
De eerste symptomen van een hersentumor is vaak een epileptische aanval. Maar dit kunnen ook cognitieve stoornissen zijn, bijvoorbeeld krachtsvermindering, verminderde sensibiliteit, verhoogde intracraniële druk en daardoor neurologische uitval.
De eerste stap is beeldvorming. Bij een ruimte innemend proces (RIP) weet je dat er iets zit, maar nog niet wat.
Cognitieve beschadiging kan effect hebben op het functioneren van een verder gelegen gebied.
Corticosteroïden worden gebruikt om de intracraniële druk te verlagen. Levert vaak veel op, maar er zitten wel veel bijwerkingen aan vast. Door de verminderde druk is er vaak een positieve opklaring van de cognitieve klachten.
Daarna kan hersenoperatie een stap zijn. Tijdens het opereren kan je de histologische diagnose stellen, en de symptomen verlichten en levensverlenging door massareductie.
Als de tumor in een eloquent gebied zit: wakkere hersenoperatie!
Cushing: grondlegger van de neurochirurgie.
Penfield: eerste die met behulp van elektrische stimulatie verschillende cognitieve functies in kaart bracht.
Wat zijn de voordelen van een hersenoperatie? Uit onderzoek blijkt dat de overleving beter is na een hersenoperatie en radiotherapie dan na alleen radiotherapie. Als je mensen wakker opereert kan je vaak meer weghalen van de tumor, en is de uiteindelijke uitval minder.
Wat is de rol van de klinisch neuropsycholoog bij een wakkere craniotomie?:
Pre-operatief: neuropsychologisch onderzoek en uitleg geven over de procedure.
Tijdens de operatie: cognitieve monitoring (met elektrische pen) en coaching.
Post-operatief: neuropsychologisch onderzoek en indien nodig psychologische behandeling.
Cognitieve monitoring tijdens de operatie bestaat uit:
De tests tijdens de operatie moeten:
Er zijn veel meer testen nodig die af te nemen zijn tijdens een wakkere hersenoperatie. Nu zijn er alleen voor taal veel taken.
Je vergelijkt tijdens een operatie een patiënt met zijn eigen functioneren pre-operatief. De normgegevens zijn hier minder belangrijk.
Psychologische begeleiding na een operatie bestaat uit:
Na de operatie wordt de PA uitslag gegeven, en wordt een verder behandeltraject besproken/gestart. Ook moet er post-operatief neuropsychologisch onderzoek worden verricht.
Vragen? Laat het vooral hieronder weten en ik probeer ze te beantwoorden!
Vond je deze samenvatting interessant en wil je op de hoogte blijven van mijn nieuwe bijdragen? Volg dan snel mijn Worldsupporter account! Dit kan door rechts naast deze samenvatting op '+ Follow' te klikken! Wordt erg gewaardeerd :)
Klinische neuropsychologie bestudeert de relatie tussen hersenen en gedrag, bij gezonde mensen en bij patiënten.
Een klinisch neuropsycholoog is een science-practitioner: klinische praktijk en wetenschappelijk onderzoek combineren.
Heteroanamnese: informatie verkrijgen met behulp van naasten van de patiënt.
Hippocrates: hersenen zijn zetel van intellect
Aristoteles: de geest is apart en onafhankelijk van het lichaam en de zintuigen
Herophilus: niet de hersenen, maar de ventrikels zijn de zetel van het intellect
Galen: de ventrikels zijn crucial voor actie en sensatie
Descartes: de geest zetelt in de pijnappelklier
Gall: frenologie, de vorm van de schedel indiceert de ontwikkeling van functies
Clinico-anatomische methode: aan de hand van specifieke hersenletsel het effect op cognitie en gedrag bekijken.
Broca onderzocht patiënt ‘Tan’. Hij ontdekte een correlatie tussen spraakstoornis en de linker frontaalkwab.
Wernicke onderzocht inhoudsloze spraak: posterieure gebieden in de linker hemisfeer.
Moeten we hersenfuncties zien als holistisch of zien als lokalisatie? Luria: hersenen is een complex systeem waarbinnen subsystemen een eigen bijdrage leveren aan een gezamenlijke activiteit.
Moderne neuropsychologie: heeft zich ontwikkeld als klinische discipline met psychologen ipv medici.
Patiëntgebonden onderzoek:
Diagnostiek omvat:
Neuropsychologisch onderzoek bestaat uit:
Je moet rekening houden met stoorfactoren of onderpresteren bij het beoordelen van scores (bijvoorbeeld achtergrondgeluid, medicatie, etc.)
Bij neuropsychologisch onderzoek zet je de behaalde scores af tegen de ‘normale populatie’.
Behandeling (altijd rekening houden met kenmerken van specifieke patiënt, zoals letsel):
Wat is intelligentie?
Binet wordt gezien als de grondlegger van intelligentietests. Hij werd gevraagd of een kind wel of niet geschikt is voor onderwijs, en ontwikkelde een test.
Standord-Binet Intelligence Test: worden veel van de huidige intelligentietesten op gebaseerd. Binet: intelligentie is ratio tussen chronologische leeftijd en mentale leeftijd x100.
Catell:
WAIS (4): In eerste instantie toetste dit verbale vs. nonverbale kennis, maar inmiddels 4 factoren:
Raven Progressive Matrices: meest zuivere test om g te meten. Raven zei dat dit een cultuuronafhankelijke test was, maar daar is kritiek op.
.....read moreWaarom motoriek binnen de neuropsychologie:
Het aanstruren van bewegingen gebeurt op verschillende niveau's:
Ruggenmerg bevat:
De motorneuronen ontvangen input van:
Corticospinale projecties (direct) komen vooral uit M1(broadman 4). Lateraal corticospinaal: vooral hand en voetbewegingen In deze verbinding zit maar 1 synaps, dus deze is erg snel. Is contralateraal. Mediale corticospinale zenuwbanen: aansturing van romp en bovenarm/been spieren. Alleen indirecte verbindingen via interneuronen in het ruggenmerk. Is bilateraal (aan beide kanten aansturen). Vanuit gebieden rostraal in de primaire motorische cortex.
Schade aan primaire motor cortex of corticospinale zenuwbanen:
Vingers worden door één hersenhelft (contralateraal) aangestuurd, en arm door beide hersenhelften (bilateraal).
Als één hersenhelft uitvalt is de andere kant van het lichaam ook een beetje aangedaan, omdat de hersenhelften samenwerken.
Sensorische informatie moet omgezet worden in motor commando’s. De posterieure parietaal kwab speelt hierbij een rol. Input: somatosensorische visuele corticale gebieden. Output: premotor cortex.
Sensorische informatie verwerking voor actie:
Primaire motor cortex schade: verlamming. Parietale cortex en premotor cortex hebben gelijke symptomen bij schade: probleem met aansturen van bewegingen op basis van visuele informatie. Dit heet een optische ataxie. Parietaal schade = dorsaal.
Representatie van bewegingen: bewegingen die gemaakt worden zijn op verschillende manieren en op verschillende plaatsen gerepresenteerd in de cortex. Representaties kunnen onafhankelijk zijn van de spieren die gebruikt worden (Schrijven).
Spiegelneuronen: dezelfde cellen zijn actief als je een ander een beweging ziet maken die ook
.....read moreGeheugen is het vermogen om informatie op te slaan (encoderen), te bewaren (retentie) en later weer toe te passen, zowel bij herkenning (recognitie) als bij reproductie (recall).
Geheugenprocessen bestaan uit:
Episodisch geheugen – geheugen over gebeurtenissen, zit in de mediale temporaalkwab.
Semantisch geheugen - feitelijke kennis, algemene kennis van de wereld. Zit in de inferolaterale temporaalkwab.
Procedureel geheugen - ‘hoe’, motorische, automatische handelingen. Zit in het cerebellum.
Werkgeheugen - het vermogen om informatie tijdelijk vast te houden en te manipuleren.
Ribot-effect: oudste herinneringen blijven het beste bewaard.
Tijdsaspecten:
Ebbinghaus forgetting curve: hoe meer tijd, hoe meer info er vergeten wordt
In welke processen kan het fout gaan als je iets vergeet?:
Encoderen
Opslag/consolidatie
Opdiepen
Geheugenklachten zijn de meest voorkomende cognitieve klacht. Maar dit is niet altijd veroorzaakt door een probleem in de geheugenfunctie, kan ook normale veroudering, attributie, non-geheugen processen, etc. zijn
Overrapportage van klachten: ernst klacht komt niet overeen met testprestaties. Type klacht komt ook niet overeen met theorie cognitieve functies.
Klinisch beeld is afhankelijk van:
Amnestisch syndroom: ernstige stoornis, beschadiging in mediale temporale kwab. Korte termijn geheugen is normaal. Herkenning > reproductie. Impliciet geheugen is ook intact.
Vragen? Laat het vooral hieronder weten en ik probeer ze te beantwoorden!
Vond je deze samenvatting interessant en wil je op de hoogte blijven van mijn nieuwe bijdragen? Volg dan snel mijn Worldsupporter account! Dit kan door rechts naast deze samenvatting op '+ Follow' te klikken! Wordt erg gewaardeerd :)
De taak van de hersenen is verbale, abstracte kennis naar een ruimtelijke analoge representatie omzetten.
Ruimtelijke voorzetsels geven plaatsbepaling.
Spacial neglect: hersenschade die onbewustzijn creëert voor een deel van een ruimtelijke locatie. Rechterhemisfeer hersenschade veroorzaakt dit meestal.
Neglect treedt op aan de contralaterale kant. 1 hemi-space wordt genegeerd. Kan voorkomen met anosognosia (geen bewustzijn van probleem) en apathie.
Er is overlap tussen de laesie gebieden, maar de temporoparietale en superior temporal gyrus komen veel voor.
Het rechter temporo-pariëtale gebied beheerst beide kanten van de ruimte, terwijl de linker gebieden alleen de contralaterale gebieden beheren.
Ruimtelijk werkgeheugen: actief vasthouden en bewerken van informatie voor een korte periode.
Corsi test: backward span (de informatie andersom terughalen) heeft meer centrale executieve processen nodig.
Spatiele werkgeheugen is niet alleen voor de zoektocht naar een object, maar ook voor mentale ‘scratch pad’ voor manipulaties van spatiele informatie.
Een mentale rotatie lijkt analoog te zijn aan een fysieke rotatie.
Bij mentale rotatie geldt: hoe hoger de angle of rotation, hoe langer de gemiddelde reactietijd.
Visuospatial sketchbad – bouwt een een ruimtelijk beeld.
Het visueelruimtelijk werkgeheugen zit in de rechterhemisfeer, frontoparietaal.
Object locatiegeheugen: onthouden waar dingen zich bevinden:
Twee types relaties:
Visuospatiele constructie / perceptie meet je met de benton line orientation test: lijnen kiezen die in dezelfde graden staan. Kan ook met de Rey complex figure of block construction.
Navigatie is bij veel patiënten een probleem:
Voordelen VR omgeving:
Nadelen VR omgeving: geen signalen van verplaatsing, de taak relevantie is gelimiteerd.
Vragen? Laat het vooral hieronder weten en ik probeer ze te beantwoorden!
Vond je deze samenvatting interessant en wil je op de hoogte blijven van mijn nieuwe bijdragen? Volg dan snel mijn Worldsupporter account! Dit kan door rechts naast deze samenvatting op '+ Follow' te klikken! Wordt erg gewaardeerd :)
Taal is het belangrijkste communicatie-middel tussen patiënt en arts.
Taalstoornissen zijn niet alleen primair, maar ook secondair (de oorzaak ligt ergens anders, maar resulteert toch in een taalstoornis). Bijvoorbeeld bij:
Taal is een gemeenschappelijk communicatiesysteem, bedoeld om elkaar te begrijpen en gedachtes over te brengen (Crystal)
Taal is een systeem, bestaande uit:
Cocktailparty fenomeen: als er veel geroezemoes is kan je toch opeens je eigen naam herkennen.
Taal is dus systematisch en onderverdeeld in meerdere subsystemen. Communicatie staat voorop.
Chomsky zegt: met beperkte middelen kan je toch oneindig veel zinnen maken. Taal is dus generatief. Dit is het belangrijkste onderscheid tussen ons communicatiesysteem en dat van andere diersoorten.
Zinsdelen kunnen ook de vorm van nieuwe zinnen hebben: dit is recursiviteit. Chomsky bedoelde dus dat we op eindeloze manieren uitweiden binnen een zin.
Je kan zinnen op syntax niveau, of op thematisch niveau begrijpen.
Je kan dezelfde betekenis op de verschillende manieren verwoorden:
Beschadiging bij volwassenen in talige hersengebieden is vele malen schadelijker dan bij kinderen.
Afasie: een taalstoornis ten gevolge van letsel. Het is dus geen waarnemingsstoornis, geen taalontwikkelingsstoornis en geen spraakstoornis.
Dyspraxie/apraxie: spraakstoornis, moeite met snel klanken achter elkaar produceren.
Er zijn 3 stadia van spraakproductie
Afasie van Broca: traag, moeizaam spreken. Anomie: niet op woorden kunnen komen. Een actieve zin waar de doener voorop staat is te onderscheiden door Broca patiënten.
Afasie van Wernicke: slecht taalbegrip, maar spreekt vloeiend.
Wernicke-Geschwind model: model gebaseerd op het spreken van woorden. Er zou één verbinding zijn tussen de gebieden van Broca en Wernicke. Als er tussen deze verbinding schade plaatsvindt, zorgt dat ervoor dat woorden niet meer herhaald kunnen worden (conductafasie). MAAR: dit model is een te simpel model, omdat die specifieke gebieden niet altijd betrokken zijn bij dezelfde klachten. Wel is taal meer links en broca en wernicke blijven belangrijk!
Vragen? Laat het vooral hieronder weten en ik probeer ze te beantwoorden!
Vond je deze samenvatting interessant en wil je op de hoogte blijven van mijn nieuwe bijdragen? Volg dan snel mijn Worldsupporter account! Dit kan door rechts naast deze samenvatting op '+ Follow' te klikken! Wordt erg gewaardeerd :)
Er zijn interne vs. externe bronnen:
Broadbents model beschrijft de stappen die een stimulus moet doorlopen om goed verwerkt te worden.
Selectiviteit:
Het model van Peterson & Posner beschrijft 3 aandachtssystemen:
De aandachtsfuncties zijn gelokaliseerd in uiteenlopende hersengebieden.
Stoornissen in de aandacht kunnen zeer beperkend zijn in het dagelijks leven van patiënten.
Executieve functies (EF) = de ‘control’ room van het brein. Dit heeft de controle over gedrag, gedachten en gevoelens. Executieve functies zijn minder nodig bij taken op routine, maar onmisbaar in nieuwe, complexe of ongestructureerde situaties!
Er is discussie over of EF een unitair begrip is, of dat er fractionering plaatsvindt (dit is geaccepteerd in de neuropsychologie). (Fractionering = onderverdelen van EF in verschillende subonderdelen).
Het model van Norman & Shallice wordt deels beheerd door de SAS (supervisory attentional system).
In het model van Brouwer & Schmidt (gereviseerde mentaalschematheorie) is goed het verschil tussen automatische verwerking en executieve functies te onderscheiden.
EF zijn sterk geassocieerd met de prefrontale cortex (PFC). Een grote meta-analyse toont positief verband tussen grootte PFC en prestaties op EF-taken, maar ook andere hersengebieden zijn betrokken.Een stoornis in de EF wijst dus niet per definitie op schade in PFC.
Ook in de gezonde populatie zijn er veel individuele verschillen in EF. Dus een lage score wijst niet per definitie op een hersenaandoening!
Bij stoornissen in EF kan ook gedrag verstoord zijn.
Emotionele verwerking verloopt via het tweeroutemodel van LeDoux.
Het ervaren van lichamelijke situaties is universeel binnen verschillende culturen en nationaliteiten. Er zit geen verschillen in sekse, opleiding of moedertaal. Er is wél verband met leeftijd: bij ouder worden neemt intensiteit van lichamelijke sensaties af.
Primaire emoties:
Secundaire emoties
Sociale cognitie zijn cognitieve processen betrokken bij het verwerken bij sociale informatie. Dit gebeurt veelal onbewust en automatisch.
Theory of mind:
Er is een verschil tussen een faux-pas herkennen en interpreteren.
Vragen? Laat het vooral hieronder weten en ik probeer ze te beantwoorden!
Vond je deze samenvatting interessant en wil je op de hoogte blijven van mijn nieuwe bijdragen? Volg dan snel mijn Worldsupporter account! Dit kan door rechts naast deze samenvatting op '+ Follow' te klikken! Wordt erg gewaardeerd :)
Transdiagnostiek: ongeacht de pathologie blijft het neuropsychologisch referentiekader en denken gelijk. De hypotheses zijn in eerste instantie gericht op functiedifferentiatie.
Epilepsie is officieel geen aandoening, maar een symptoom van iets wat op dat moment niet goed gaat in de hersenen. Maar we geven het wel de naam epilepsie.
1 op de 10 mensen krijgt ooit een aanval, 1/3 van hen heeft ook echt epilepsie.
Epilepsie is een chronische aandoening van de hersenen die gekenmerkt wordt door een voortdurende neiging tot het genereren van epileptische aanvallen, en door de neurobiologische, cognitieve, psychologische, en sociale gevolgen.
Een aanval is een abnormale, overmatige, synchrone ontlading van corticale neuronen, en dat leidt tot de symptomen.
Mogelijke beginsels van een aanval:
Focaal: intact bewustzijn, kan motorisch of niet-motorisch zijn. Focaal kan het zich verspreiden naar bilateraal tonisch-clonisch.
Gegeneraliseerd: motorisch of niet motorisch (absence)
Onbekend: motorisch of niet motorisch, maar niet geclassificeerd.
Deze beginsels kunnen gekenmerkd worden door:
Motorische verschijnselen kunnen verder worden gespecificeerd: automatismen, atonisch, clonisch, epileptisch spasme, hyperkinetisch, myoclonisch en tonisch.
Onder de niet-motorische verschijnselen vallen: autonome verschijnselen, plotseling stoppen met bezigheden (arrest), cognitieve, emotionele en sensorische verschijnselen.
Als de spanning te hoog oploopt, kunnen er ook nep-aanvallen gebeuren. Niet alles is een daadwerkelijke epileptische aanval.
Epilepsie is voor het grootste gedeelde genetisch bepaald.
Een absence is een abrupte onderbreking van bezigheden. Dit kan lijken op dagdromen, maar er zijn verschillen. Zo is dagdromen niet abrupt, te onderbreken, treedt op bij verveling, etc.
Enkelvoudige partiële aanvallen (geen vermindering van bewustzijn):
Bij classificatie moet ook gekeken worden naar leeftijd, intellectuele ontwikkeling, bevindingen tijdens neurologisch onderzoek, beeldvorming, Bij classificatie zijn er twee belangrijke aspecten:
Cryptogene epilepsiedyndromen: de oorzaak van epilepsie is waarschijnlijk een afwijking of beschadiging van de hersenen, maar de afwijking kan (nog) niet worden aangetoond.
Oorzaken van epilepsie bestaan uit:
Factoren die een epileptische aanval kunnen teweegbrengen bestaan uit hyperventilatie, slaap, slaapgebrek, sensorische stimuli, trauma, etc.
Behandeling van epilepsie kan met medicatie. Dit is effectief bij 70% van de patiënten. Kan door middel van:
Twee belangrijke pijlers zijn voorlichting/informatie en medicatie (aanvalsmedicatie/ preventieve medicatie).
Behandeling kan ook door middel van neurochirurgie, waarbij 2 dingen mogelijk zijn:
Veel van de kennis die we hebben over de neuropsychologie weten we van het onderzoek naar epilepsie.
Aandachtsproblemen worden vaak gerelateerd aan epilepsie:
.....read more
Dementie is een ziektebeeld waarbij de geestelijke vermogens ernstig zijn afgenomen.
De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer (70%), gevolgd door vasculaire dementie (16%).
De prodromale fase van dementie is MCI.
In de bijbel werd al gesproken over (mogelijke) dementie.
Longitudinaal onderzoek: waarnemingen of metingen bij ieder individu op een aantal achtereenvolgende tijdstippen herhaald
Cross-sectioneel onderzoek: ieder individu in een groep éénmaal en op hetzelfde tijdstop geobserveerd of gemeten.
Er zijn cognitieve functies die verval laten zien en ook functies die verbeteren. Je moet dus altijd leeftijd meenemen in de normgroepen.
Over de tijd neemt de prestatie af, en standaarddeviatie blijft gelijk. Dit betekent dat het verval met leeftijd voor iedereen ongeveer hetzelfde verloopt.
Er dient altijd rekening gehouden te worden met test-hertest effecten.
Dementie: stoornissen in minimaal 2 cognitieve domeinen die interfereren met het dagelijks leven, geen andere aantoonbare oorzaak hebben en het moet een degeneratief beloop in de tijd hebben.
De diagnose dementie beschrijft het syndroom en symptomen, niet de oorzaak. Dementie wordt veroorzaakt door een bepaalde hersenziekte.
Nosologisce diagnosen zijn aandoeningen waarvan de etiologie nog onbekend is, maar waarvan je wel wilt weten wat er aan de hand is. Bij verdenking op dementie dient nosologische diagnostiek verricht te worden.
Er zijn meer dan 70 dementie beelden. Angst is overeenkomstig tussen alle dementievormen. Screeningsinstrumenten voor dementie zijn onder andere:
Diagnostiek heeft als doel:
Corticale dementie
Subcorticale dementie
Ziekte van Alzheimer
We zitten in een dubbele vergrijzing: demogagische veranderingen en toename in levensverwachting.
MCI (mild cognitive impairment) heb je als je geheugenklachten hebt, een objectieve geheugenstoornis hebt, een relatieve normale prestatie op andere domeinen hebt en een relatief intact functioneren in dagelijks leven (is vaak de prodormale fase van dementie).
Er is een genetische aanleg voor dementie, namelijk een risicogen, maar het
.....read moreMS is een auto-immuun ziekte die het centrale zenuwstelsel aantast.
Er zijn vooral veel ontstekingen in de witte stof, namelijk in de oogzenuw, ruggenmerg, hersenstam en cerebellum.
Er is sprake van multifocale ontstekingen en de-myelinisatie,
Doordat de myelineschede aangetast wordt kunnen signalen veel minder snel overgedragen worden. Wanneer de myeline helemaal weg is kan er helemaal geen signaaloverdracht meer plaatsvinden.
Dit is ook te zien op hersenscans:
[note: enkele afbeeldingen bij de collegeaantekeningen zijn door de WorldSupporter redactie verwijderd wegens vermoedelijke inbreuk op het auteursrecht]
De symptomen die worden ervaren is afhankelijk van de schade, en er zijn grote individuele verschillen. Maar een algemeen beeld van symptomen is:
Subtypen van MS zijn:
Een aanval heet een Schub. Dit zijn exacerbaties door ontstekingsreacties in de myeline. Er is een toename van symptomen en verlittekening van zenuwcellen (plaques).
Het beloop is grotendeels afhankelijk van het subtype, maar dit is moeilijk te voorspellen. De levensverwachting is niet ernstig kort. Maar bij de ernstige vormen kan MS wel dodelijk zijn, door bijvoorbeeld een luchtweginfectie of urineweginfectie.
Ongeveer 1 op de 1000 inwoners heeft MS. Het aantal mensen is toegenomen over de jaren heen.
De oorzaak is onbekend, maar genetische achtergrond en gebrek aan vitamine D speelt mogelijk een rol.
Diagnostiek wordt gedaan door middel van een anamnese en neuropsychologisch onderzoek: MRI & McDonald criteria, hersenvocht & evoked-potential.
Behandeling:
43-70% van de mensen met MS heeft ook een cognitieve stoornis. Als dit in een vroeg stadium het geval is, is de prognose vaak slechter.
De cognitieve stoornissen komen meer voor als er in het begin van de ziekte atrofie van de witte stof is. Atrofie van de grijze stof is aan het begin beperkt, maar er is een toename bij het vorderen van de ziekte, en dit heeft een grote correlatie met cognitieve stoornissen.
De thalamus is een ‘doorgeefluik’ in de hersenen. Als deze aangedaan wordt kan dit veel gevolgen hebben.
Er is veel last van mentale traagheid, geheugenproblemen, aandachtsproblemen en executieve functies problemen.
Er is sprake van cognitieve stoornissen in de volgende domeinen:
Mentale traagheid
Geheugen
Iets minder dan de helft van de patiënten in de verslavingszorg heeft alcohol als primaire problematiek. Daarnaast is alcoholgebruik erg duur voor de samenleving.
Gevolgen door alcoholgebruik zijn onder andere schade aan het zenuwstelsel, TBI, hepatische encefalopathie, vasculaire schade, etc.
3 manieren hoe alcohol schade aanricht
Alcohol is een agonist voor de opiaat receptor en versterkt het GABA effect en onderdrukt glutamaat effecten.
GABA in het cerebellum: coördinatie en fijne motoriek worden aangetast.
Glutamaat zit onder andere in de hippocampus, het geheugen wordt dus minder geëxciteerd.
Dopamine: alcohol zorgt voor een golf aan dopamine, waardoor je je euforisch voelt. Serotonine: gelukzalig gevoel, en gevoel van verbondenheid
Opiaten: geven endorfines af (dit zit vooral in het hersengebied dat ademhaling regelt (medula oblangata, waardoor bij teveel alcohol de ademhaling kan stoppen)
Tolerantie: je hebt meer van het middel nodig om hetzelfde effect te bereiken.
Ontwenning: als je abrupt stopt houd je opeens heel veel prikkels over, wat voor ontwenningsverschijnselen kan zorgen.
Atrofie: afname van hersencellen, op beeldvorming zie je dit vaak als krimping van de hersenen. Waarschijnlijk komt dit door demyelinisatie. In de meeste gevallen is dit reversibel.
Cognitieve stoornissen kunnen voorkomen in het:
Verbale geheugen is snel aangetast, ook als je stopt met drinken.
Wernicke-encefalopathie: acuut neuropsychiatrisch beeld. Ontstaat door een vitamine B1 tekort. Heeft een mortaliteit van 20%, en 80-90% ontwikkeld Korsakoff. Symptomen:
Kenmerken Korsakoff: beperkt ziektebesef (inzien dat er iets mis is) en ziekte-inzicht (zien waar het misgaat). Veel geheugenstoornissen, executieve functieproblemen en gestoorde oriëntatie. Vaak is er sprake van confabuleren (verkeerde informatie opdiepen of verkeerd in de tijd plaatsen en daardoor ‘liegen’).
Aclohol gerelateerde dementie: wordt indirect veroorzaakt door alcohol.
Continuïteitshypothese: hoe meer je drinkt, hoe meer je achteruit gaat. Deze hypothese is echter achterhaalt, want als je goed blijft eten is de kans op Korsakoff veel kleiner.
Errorless learning: juist beroep doen op non-declaratieve geheugen, want dat kan nog wel (namelijk vooral het episodisch geheugen is aangetast).
Stemmingsstoornissen:
Risicofactoren voor een depressie zijn: een ouder met een depressie, vrouwen, praktisch opgeleid zijn, lage inkomens, werkloos, grote life events.
In de hersenen ontstaan ook veranderingen bij stemmingsstoornissen, zoals volumereductie, witte stof hyperintensiteiten en netwerkverstoringen. Specifiek kan dit zijn:
Cognitieve stoornissen bij mensen met een stemmingsstoornis:
.....read more
Het is belangrijk bij mensen die een beroerte hebben gehad om goed neuropsychologisch onderzoek uitvoeren. Ook de persoonlijkheidstrekken zijn belangrijk, en de manier hoe je omgaat met de situatie.
CVA is een snel ontwikkeld klinisch uitvalsymptoom met vasculaire origine, die meer dan 24 uur duurt. TIA: compleet herstel binnen 24 uur.
De CVA is de 3e grootste doodsoorzaak van de westerse wereld en de belangrijkste oorzaak van invaliditeit in NL.
20% van de patiënten krijgt een hersenbloeding, 80% krijgt een herseninfarct.
De risicofactoren op een CVA zijn vooral leeftijd, bloeddruk, atriumfibrilleren, diabetes mellitus, fysieke inactiviteit, etc.
Epiduraal hematoom:
Subduraal hematoom:
Subarachnoïdale bloeding: bloeding in de ruimte tussen de schedel en hersenen. Aneurysma zit meestal tussen de hersenvliezen (subarachnoidale ruimte). De symptomen hiervan zijn acute hoofd- en nekpijn, misselijkheid en soms bewusteloosheid.
Het behandelen van een SAB kan met clippen of coilen.
Symptomen na een beroerte:
Neurologische uitvalsverschijnselen
Cognitief
Emotioneel
Klachten blijven stabiel na een aantal maanden, of nemen zelfs toe.
Wat is de etiologie van acute cognitieve stoornissen na een beroerte?:
De directe gevolgen van de beroerte zijn gerelateerd aan de locatie en grootte van een beroerte.
Indirecte gevolgen:
- Diaschisis (functionele deactivatie door onderbreken netwerken)
- Hypoperfusie (tekort perfusie (bloedoorstroom) in verderaf gelegen gebieden)
- Metabolische afwijkingen in het gehele brein
Aspecifieke factoren: vermoeidheid, pijn, etc.
Bepaalde hersendelen hebben grotere kans om aangedaan te worden.
In een acute fase wordt de patiënt in de stroke unit behandeld. Hier worden de klassieke stoornissen wel onderkend (afasie, neglect, apraxie) maar de overige stoornissen vaak niet (aandacht, planning, organisatie).
Is er een algemene cognitief beeld van een CVA? Nee, dat hangt af van de locatie en of het corticaal en/of subcorticaal optreedt. Motor en taal meer verklaard uit laesie. Geheugen en aandacht gaat meer om netwerken?
Het cognitief herstel of juist achteruitgang is afhankelijk van de aangedane functie en initiële ernst. De meeste patiënten hebben gedeeltelijk herstel. Verschillende mechanismes liggen hier ten grondslag aan:
- Reorganisatie: andere hemisfeer neemt het over, gebieden rond de laesie nemen het over en/of dendritic sprouting
- Compensatiestrategieën via revalidatie
Cirkel van Willis: vanuit hier vertakken alle belangrijke arterie die gaan naar de hersenen.
Arteria Cerebri Anterior: voorziet voorste gedeelte van de hersenen van bloed (5%). Het voorziet de volgende structuren:
Intracranieel: tumor in het hoofd. Valt op te delen in:
Extracranieel: tumoren elders in het lichaam.
Soorten intracraniële tumoren: meningeoom (vanuit hersenvliezen) en gliomen (astrocytomen, oligodendrogliomen & glioblastomen).
Graad 1&2 tumoren zijn laaggradig (langzaam groeiend), graad 3&4 zijn hooggradig (snelgroeiend). Een laaggradige tumor wordt uiteindelijk vaak een hooggradige tumor.
Er is een steeds langere overleving door verbeterde behandelmethoden. Dit maakt ook dat er veel aandacht moet zijn van cognitie.
Cognitieve stoornissen bij intracraniële tumoren kunnen ontstaan door:
Cognitieve stoornissen komen heel veel voor. Uit een studie blijkt dat 60% al in minstens 1 cognitieve domein een stoornis had, voordat er enige behandeling heeft plaatsgevonden. De mensen met een hooggradige tumor hadden dit vaker dan de mensen met een laaggradige tumor. Na een wakkere hersenoperatie gaat vooral de psychometrische snelheid achteruit.
De eerste symptomen van een hersentumor is vaak een epileptische aanval. Maar dit kunnen ook cognitieve stoornissen zijn, bijvoorbeeld krachtsvermindering, verminderde sensibiliteit, verhoogde intracraniële druk en daardoor neurologische uitval.
De eerste stap is beeldvorming. Bij een ruimte innemend proces (RIP) weet je dat er iets zit, maar nog niet wat.
Cognitieve beschadiging kan effect hebben op het functioneren van een verder gelegen gebied.
Corticosteroïden worden gebruikt om de intracraniële druk te verlagen. Levert vaak veel op, maar er zitten wel veel bijwerkingen aan vast. Door de verminderde druk is er vaak een positieve opklaring van de cognitieve klachten.
Daarna kan hersenoperatie een stap zijn. Tijdens het opereren kan je de histologische diagnose stellen, en de symptomen verlichten en levensverlenging door massareductie.
Als de tumor in een eloquent gebied zit: wakkere hersenoperatie!
Cushing: grondlegger van de neurochirurgie.
Penfield: eerste die met behulp van elektrische stimulatie verschillende cognitieve functies in kaart bracht.
Wat zijn de voordelen van een hersenoperatie? Uit onderzoek blijkt dat de overleving beter is na een hersenoperatie en radiotherapie dan na alleen radiotherapie. Als je mensen wakker opereert kan je vaak meer weghalen van de tumor, en is de uiteindelijke uitval minder.
Wat is de rol van de klinisch neuropsycholoog bij een wakkere craniotomie?:
Pre-operatief: neuropsychologisch onderzoek en uitleg geven over de procedure.
Tijdens de operatie: cognitieve monitoring (met elektrische pen) en coaching.
Post-operatief: neuropsychologisch onderzoek en indien nodig psychologische behandeling.
Cognitieve monitoring tijdens de operatie bestaat uit:
De tests tijdens de operatie moeten:
Er zijn veel meer testen nodig die af te nemen zijn
.....read moreTransdiagnostiek: ongeacht de pathologie blijft het neuropsychologisch referentiekader en denken gelijk. De hypotheses zijn in eerste instantie gericht op functiedifferentiatie.
Epilepsie is officieel geen aandoening, maar een symptoom van iets wat op dat moment niet goed gaat in de hersenen. Maar we geven het wel de naam epilepsie.
1 op de 10 mensen krijgt ooit een aanval, 1/3 van hen heeft ook echt epilepsie.
Epilepsie is een chronische aandoening van de hersenen die gekenmerkt wordt door een voortdurende neiging tot het genereren van epileptische aanvallen, en door de neurobiologische, cognitieve, psychologische, en sociale gevolgen.
Een aanval is een abnormale, overmatige, synchrone ontlading van corticale neuronen, en dat leidt tot de symptomen.
Mogelijke beginsels van een aanval:
Focaal: intact bewustzijn, kan motorisch of niet-motorisch zijn. Focaal kan het zich verspreiden naar bilateraal tonisch-clonisch.
Gegeneraliseerd: motorisch of niet motorisch (absence)
Onbekend: motorisch of niet motorisch, maar niet geclassificeerd.
Deze beginsels kunnen gekenmerkd worden door:
Motorische verschijnselen kunnen verder worden gespecificeerd: automatismen, atonisch, clonisch, epileptisch spasme, hyperkinetisch, myoclonisch en tonisch.
Onder de niet-motorische verschijnselen vallen: autonome verschijnselen, plotseling stoppen met bezigheden (arrest), cognitieve, emotionele en sensorische verschijnselen.
Als de spanning te hoog oploopt, kunnen er ook nep-aanvallen gebeuren. Niet alles is een daadwerkelijke epileptische aanval.
Epilepsie is voor het grootste gedeelde genetisch bepaald.
Een absence is een abrupte onderbreking van bezigheden. Dit kan lijken op dagdromen, maar er zijn verschillen. Zo is dagdromen niet abrupt, te onderbreken, treedt op bij verveling, etc.
Enkelvoudige partiële aanvallen (geen vermindering van bewustzijn):
Bij classificatie moet ook gekeken worden naar leeftijd, intellectuele ontwikkeling, bevindingen tijdens neurologisch onderzoek, beeldvorming, Bij classificatie zijn er twee belangrijke aspecten:
Cryptogene epilepsiedyndromen: de oorzaak van epilepsie is waarschijnlijk een afwijking of beschadiging van de hersenen, maar de afwijking kan (nog) niet worden aangetoond.
Oorzaken van epilepsie bestaan uit:
Factoren die een epileptische aanval kunnen teweegbrengen bestaan uit hyperventilatie, slaap, slaapgebrek, sensorische stimuli, trauma, etc.
Behandeling van epilepsie kan met medicatie. Dit is effectief bij 70% van de patiënten. Kan door middel van:
Twee belangrijke pijlers zijn voorlichting/informatie en medicatie (aanvalsmedicatie/ preventieve medicatie).
Behandeling kan ook door middel van neurochirurgie, waarbij 2 dingen mogelijk zijn:
Veel van de kennis die we hebben over de neuropsychologie weten we van het onderzoek naar epilepsie.
Aandachtsproblemen worden vaak gerelateerd aan epilepsie:
.....read more
Dementie is een ziektebeeld waarbij de geestelijke vermogens ernstig zijn afgenomen.
De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer (70%), gevolgd door vasculaire dementie (16%).
De prodromale fase van dementie is MCI.
In de bijbel werd al gesproken over (mogelijke) dementie.
Longitudinaal onderzoek: waarnemingen of metingen bij ieder individu op een aantal achtereenvolgende tijdstippen herhaald
Cross-sectioneel onderzoek: ieder individu in een groep éénmaal en op hetzelfde tijdstop geobserveerd of gemeten.
Er zijn cognitieve functies die verval laten zien en ook functies die verbeteren. Je moet dus altijd leeftijd meenemen in de normgroepen.
Over de tijd neemt de prestatie af, en standaarddeviatie blijft gelijk. Dit betekent dat het verval met leeftijd voor iedereen ongeveer hetzelfde verloopt.
Er dient altijd rekening gehouden te worden met test-hertest effecten.
Dementie: stoornissen in minimaal 2 cognitieve domeinen die interfereren met het dagelijks leven, geen andere aantoonbare oorzaak hebben en het moet een degeneratief beloop in de tijd hebben.
De diagnose dementie beschrijft het syndroom en symptomen, niet de oorzaak. Dementie wordt veroorzaakt door een bepaalde hersenziekte.
Nosologisce diagnosen zijn aandoeningen waarvan de etiologie nog onbekend is, maar waarvan je wel wilt weten wat er aan de hand is. Bij verdenking op dementie dient nosologische diagnostiek verricht te worden.
Er zijn meer dan 70 dementie beelden. Angst is overeenkomstig tussen alle dementievormen. Screeningsinstrumenten voor dementie zijn onder andere:
Diagnostiek heeft als doel:
Corticale dementie
Subcorticale dementie
Ziekte van Alzheimer
We zitten in een dubbele vergrijzing: demogagische veranderingen en toename in levensverwachting.
MCI (mild cognitive impairment) heb je als je geheugenklachten hebt, een objectieve geheugenstoornis hebt, een relatieve normale prestatie op andere domeinen hebt en een relatief intact functioneren in dagelijks leven (is vaak de prodormale fase van dementie).
Er is een genetische aanleg voor dementie, namelijk een risicogen, maar het
.....read moreMS is een auto-immuun ziekte die het centrale zenuwstelsel aantast.
Er zijn vooral veel ontstekingen in de witte stof, namelijk in de oogzenuw, ruggenmerg, hersenstam en cerebellum.
Er is sprake van multifocale ontstekingen en de-myelinisatie,
Doordat de myelineschede aangetast wordt kunnen signalen veel minder snel overgedragen worden. Wanneer de myeline helemaal weg is kan er helemaal geen signaaloverdracht meer plaatsvinden.
Dit is ook te zien op hersenscans:
[note: enkele afbeeldingen bij de collegeaantekeningen zijn door de WorldSupporter redactie verwijderd wegens vermoedelijke inbreuk op het auteursrecht]
De symptomen die worden ervaren is afhankelijk van de schade, en er zijn grote individuele verschillen. Maar een algemeen beeld van symptomen is:
Subtypen van MS zijn:
Een aanval heet een Schub. Dit zijn exacerbaties door ontstekingsreacties in de myeline. Er is een toename van symptomen en verlittekening van zenuwcellen (plaques).
Het beloop is grotendeels afhankelijk van het subtype, maar dit is moeilijk te voorspellen. De levensverwachting is niet ernstig kort. Maar bij de ernstige vormen kan MS wel dodelijk zijn, door bijvoorbeeld een luchtweginfectie of urineweginfectie.
Ongeveer 1 op de 1000 inwoners heeft MS. Het aantal mensen is toegenomen over de jaren heen.
De oorzaak is onbekend, maar genetische achtergrond en gebrek aan vitamine D speelt mogelijk een rol.
Diagnostiek wordt gedaan door middel van een anamnese en neuropsychologisch onderzoek: MRI & McDonald criteria, hersenvocht & evoked-potential.
Behandeling:
43-70% van de mensen met MS heeft ook een cognitieve stoornis. Als dit in een vroeg stadium het geval is, is de prognose vaak slechter.
De cognitieve stoornissen komen meer voor als er in het begin van de ziekte atrofie van de witte stof is. Atrofie van de grijze stof is aan het begin beperkt, maar er is een toename bij het vorderen van de ziekte, en dit heeft een grote correlatie met cognitieve stoornissen.
De thalamus is een ‘doorgeefluik’ in de hersenen. Als deze aangedaan wordt kan dit veel gevolgen hebben.
Er is veel last van mentale traagheid, geheugenproblemen, aandachtsproblemen en executieve functies problemen.
Er is sprake van cognitieve stoornissen in de volgende domeinen:
Mentale traagheid
Geheugen
Iets minder dan de helft van de patiënten in de verslavingszorg heeft alcohol als primaire problematiek. Daarnaast is alcoholgebruik erg duur voor de samenleving.
Gevolgen door alcoholgebruik zijn onder andere schade aan het zenuwstelsel, TBI, hepatische encefalopathie, vasculaire schade, etc.
3 manieren hoe alcohol schade aanricht
Alcohol is een agonist voor de opiaat receptor en versterkt het GABA effect en onderdrukt glutamaat effecten.
GABA in het cerebellum: coördinatie en fijne motoriek worden aangetast.
Glutamaat zit onder andere in de hippocampus, het geheugen wordt dus minder geëxciteerd.
Dopamine: alcohol zorgt voor een golf aan dopamine, waardoor je je euforisch voelt. Serotonine: gelukzalig gevoel, en gevoel van verbondenheid
Opiaten: geven endorfines af (dit zit vooral in het hersengebied dat ademhaling regelt (medula oblangata, waardoor bij teveel alcohol de ademhaling kan stoppen)
Tolerantie: je hebt meer van het middel nodig om hetzelfde effect te bereiken.
Ontwenning: als je abrupt stopt houd je opeens heel veel prikkels over, wat voor ontwenningsverschijnselen kan zorgen.
Atrofie: afname van hersencellen, op beeldvorming zie je dit vaak als krimping van de hersenen. Waarschijnlijk komt dit door demyelinisatie. In de meeste gevallen is dit reversibel.
Cognitieve stoornissen kunnen voorkomen in het:
Verbale geheugen is snel aangetast, ook als je stopt met drinken.
Wernicke-encefalopathie: acuut neuropsychiatrisch beeld. Ontstaat door een vitamine B1 tekort. Heeft een mortaliteit van 20%, en 80-90% ontwikkeld Korsakoff. Symptomen:
Kenmerken Korsakoff: beperkt ziektebesef (inzien dat er iets mis is) en ziekte-inzicht (zien waar het misgaat). Veel geheugenstoornissen, executieve functieproblemen en gestoorde oriëntatie. Vaak is er sprake van confabuleren (verkeerde informatie opdiepen of verkeerd in de tijd plaatsen en daardoor ‘liegen’).
Aclohol gerelateerde dementie: wordt indirect veroorzaakt door alcohol.
Continuïteitshypothese: hoe meer je drinkt, hoe meer je achteruit gaat. Deze hypothese is echter achterhaalt, want als je goed blijft eten is de kans op Korsakoff veel kleiner.
Errorless learning: juist beroep doen op non-declaratieve geheugen, want dat kan nog wel (namelijk vooral het episodisch geheugen is aangetast).
Stemmingsstoornissen:
Risicofactoren voor een depressie zijn: een ouder met een depressie, vrouwen, praktisch opgeleid zijn, lage inkomens, werkloos, grote life events.
In de hersenen ontstaan ook veranderingen bij stemmingsstoornissen, zoals volumereductie, witte stof hyperintensiteiten en netwerkverstoringen. Specifiek kan dit zijn:
Cognitieve stoornissen bij mensen met een stemmingsstoornis:
.....read more
Het is belangrijk bij mensen die een beroerte hebben gehad om goed neuropsychologisch onderzoek uitvoeren. Ook de persoonlijkheidstrekken zijn belangrijk, en de manier hoe je omgaat met de situatie.
CVA is een snel ontwikkeld klinisch uitvalsymptoom met vasculaire origine, die meer dan 24 uur duurt. TIA: compleet herstel binnen 24 uur.
De CVA is de 3e grootste doodsoorzaak van de westerse wereld en de belangrijkste oorzaak van invaliditeit in NL.
20% van de patiënten krijgt een hersenbloeding, 80% krijgt een herseninfarct.
De risicofactoren op een CVA zijn vooral leeftijd, bloeddruk, atriumfibrilleren, diabetes mellitus, fysieke inactiviteit, etc.
Epiduraal hematoom:
Subduraal hematoom:
Subarachnoïdale bloeding: bloeding in de ruimte tussen de schedel en hersenen. Aneurysma zit meestal tussen de hersenvliezen (subarachnoidale ruimte). De symptomen hiervan zijn acute hoofd- en nekpijn, misselijkheid en soms bewusteloosheid.
Het behandelen van een SAB kan met clippen of coilen.
Symptomen na een beroerte:
Neurologische uitvalsverschijnselen
Cognitief
Emotioneel
Klachten blijven stabiel na een aantal maanden, of nemen zelfs toe.
Wat is de etiologie van acute cognitieve stoornissen na een beroerte?:
De directe gevolgen van de beroerte zijn gerelateerd aan de locatie en grootte van een beroerte.
Indirecte gevolgen:
- Diaschisis (functionele deactivatie door onderbreken netwerken)
- Hypoperfusie (tekort perfusie (bloedoorstroom) in verderaf gelegen gebieden)
- Metabolische afwijkingen in het gehele brein
Aspecifieke factoren: vermoeidheid, pijn, etc.
Bepaalde hersendelen hebben grotere kans om aangedaan te worden.
In een acute fase wordt de patiënt in de stroke unit behandeld. Hier worden de klassieke stoornissen wel onderkend (afasie, neglect, apraxie) maar de overige stoornissen vaak niet (aandacht, planning, organisatie).
Is er een algemene cognitief beeld van een CVA? Nee, dat hangt af van de locatie en of het corticaal en/of subcorticaal optreedt. Motor en taal meer verklaard uit laesie. Geheugen en aandacht gaat meer om netwerken?
Het cognitief herstel of juist achteruitgang is afhankelijk van de aangedane functie en initiële ernst. De meeste patiënten hebben gedeeltelijk herstel. Verschillende mechanismes liggen hier ten grondslag aan:
- Reorganisatie: andere hemisfeer neemt het over, gebieden rond de laesie nemen het over en/of dendritic sprouting
- Compensatiestrategieën via revalidatie
Cirkel van Willis: vanuit hier vertakken alle belangrijke arterie die gaan naar de hersenen.
Arteria Cerebri Anterior: voorziet voorste gedeelte van de hersenen van bloed (5%). Het voorziet de volgende structuren:
Intracranieel: tumor in het hoofd. Valt op te delen in:
Extracranieel: tumoren elders in het lichaam.
Soorten intracraniële tumoren: meningeoom (vanuit hersenvliezen) en gliomen (astrocytomen, oligodendrogliomen & glioblastomen).
Graad 1&2 tumoren zijn laaggradig (langzaam groeiend), graad 3&4 zijn hooggradig (snelgroeiend). Een laaggradige tumor wordt uiteindelijk vaak een hooggradige tumor.
Er is een steeds langere overleving door verbeterde behandelmethoden. Dit maakt ook dat er veel aandacht moet zijn van cognitie.
Cognitieve stoornissen bij intracraniële tumoren kunnen ontstaan door:
Cognitieve stoornissen komen heel veel voor. Uit een studie blijkt dat 60% al in minstens 1 cognitieve domein een stoornis had, voordat er enige behandeling heeft plaatsgevonden. De mensen met een hooggradige tumor hadden dit vaker dan de mensen met een laaggradige tumor. Na een wakkere hersenoperatie gaat vooral de psychometrische snelheid achteruit.
De eerste symptomen van een hersentumor is vaak een epileptische aanval. Maar dit kunnen ook cognitieve stoornissen zijn, bijvoorbeeld krachtsvermindering, verminderde sensibiliteit, verhoogde intracraniële druk en daardoor neurologische uitval.
De eerste stap is beeldvorming. Bij een ruimte innemend proces (RIP) weet je dat er iets zit, maar nog niet wat.
Cognitieve beschadiging kan effect hebben op het functioneren van een verder gelegen gebied.
Corticosteroïden worden gebruikt om de intracraniële druk te verlagen. Levert vaak veel op, maar er zitten wel veel bijwerkingen aan vast. Door de verminderde druk is er vaak een positieve opklaring van de cognitieve klachten.
Daarna kan hersenoperatie een stap zijn. Tijdens het opereren kan je de histologische diagnose stellen, en de symptomen verlichten en levensverlenging door massareductie.
Als de tumor in een eloquent gebied zit: wakkere hersenoperatie!
Cushing: grondlegger van de neurochirurgie.
Penfield: eerste die met behulp van elektrische stimulatie verschillende cognitieve functies in kaart bracht.
Wat zijn de voordelen van een hersenoperatie? Uit onderzoek blijkt dat de overleving beter is na een hersenoperatie en radiotherapie dan na alleen radiotherapie. Als je mensen wakker opereert kan je vaak meer weghalen van de tumor, en is de uiteindelijke uitval minder.
Wat is de rol van de klinisch neuropsycholoog bij een wakkere craniotomie?:
Pre-operatief: neuropsychologisch onderzoek en uitleg geven over de procedure.
Tijdens de operatie: cognitieve monitoring (met elektrische pen) en coaching.
Post-operatief: neuropsychologisch onderzoek en indien nodig psychologische behandeling.
Cognitieve monitoring tijdens de operatie bestaat uit:
De tests tijdens de operatie moeten:
Er zijn veel meer testen nodig die af te nemen zijn
.....read moreJoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Nice! Roos Heeringa contributed on 28-01-2021 15:25
Ik zie dat je hier de relevante onderwerpen van hoorcollege 14 behandeld, echt heel nice and goed te begrijpen! Ik blijf op de hoogte van je werk!!
Fijn dat het goed te JuliaV contributed on 31-01-2021 21:29
Fijn dat het goed te begrijpen is!! Bedankt voor je feedback!
Add new contribution