Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering
HC5 Inleiding privaatrecht
Privaatrecht
Rechtspositie en –verhoudingen tussen burgers onderling. Dus: horizontale, gelijkwaardige verhouding.
Niet alleen natuurlijke personen, maar ook rechtspersonen. Deze rechtspersonen kunnen ook zelfstandig optreden in het rechtsverkeer.
= civiel recht = burgerlijk recht
Bij publiekrecht gaat het om de verhouding tussen burgers en staat > geen horizontale, gelijkwaardige verhouding.
Nogal eens samenhang strafrecht en privaatrecht
Indeling privaatrecht
Formeel privaatrecht: hoe regels uit het materiële privaatrecht worden gehandhaafd. Hoe geschillenbeslechting bij de rechter verloopt.
Materiële privaatrecht: onderdelen
Handelsrecht (/economisch privaatrecht)
Betreft handel en bedrijfsleven > Verzekeringsrecht, faillissementsrecht, vervoersrecht etc.
Boek 2, 7, 8 Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Koophandel (alle specifieke bepalingen van Nederlandse handelsrecht) en Faillissementswet (alle specifieke regels wat er moet gebeuren als een onderneming failliet dreigt te gaan).
Burgerlijk recht
Vermogensrecht > op geld waardeerbaar
Het kopen/verkopen/huren van goederen etc.
Personen- en familierecht > niet op geld waardeerbaar, geen materiële belangen
Deze rechten komen bijv. samen bij zaken over alimentatie etc.
Vermogensrecht
Betrekkingen tussen personen- en goederen en tussen personen onderling
Tussen personen: A heeft op B een vordering
Personen en goederen: eigendomsrecht
Drie onderdelen
Goederenrecht
Rechtsverhouding mens – goed
Goederen verkrijgen of verliezen
Bevoegdheden als eigenaar of beperkte gerechtigde
Rechten op een goed (eigendom, hypotheek, erfpacht).
Meestal dwingend recht
Zie bijv. Art. 3: 84 BW over de overdracht van een goed. Je kan niet van deze eisen afwijken.
Verbintenissenrecht
Rechtsverhouding mens – mens
Schuldenaar (debiteur) - schuldeiser (crediteur)
Totstandkoming
Door overeenkomst: als je een contract met iemand sluit: iemand wil voor 100 euro een mobiel op marktplaats kopen > verbintenis dat die persoon 100 euro aan de ander moet betalen + verbintenis dat de mobiel naar de koper gaat > nu komt het samen met het goederenrecht: eigendom van de mobiel gaat over van de een naar de ander.
Buiten overeenkomst: er kan een verbintenis ontstaan terwijl je dat niet voor ogen had: bij het voetballen in de tuin, gooi je het raam van de buurvrouw in > verbintenis dat je het raam moet vergoeden (onrechtmatige daad) > juridische verbintenis.
Meestal aanvullend recht
Regels in het wetboek gelden, behalve als je samen in een overeenkomst iets anders hebt afgesproken.
Bijv. Art. 6:250: Bij overeenkomst kan worden afgeweken van de volgende artikelen (…)
Erfrecht
Alle wettelijke regels nadat iemand overlijdt. Wettelijke erfrecht en testamenteel erfrecht.
Zowel goederenrecht als verbintenissenrecht:
Goederenrecht: eigendom gaat van A naar B
Verbintenissenrecht: verbintenis dat persoon B een bedrag aan persoon A moet betalen + verbintenis dat A het huis aan B geeft.
B: schuldenaar, A: schuldeiser
Risicoaansprakelijkheid ouders en voogden
< 14: risicoaansprakelijk
14 & 15: risicoaansprakelijk en kinderen zelf aansprakelijk
> 16: kinderen zelf aansprakelijk
Zie art. 6:169 BW (onrechtmatige daad door kinderen: verbintenis buiten ovk)
Je kan ook ouderlijk gezag hebben zonder dat je de juridische ouder bent.
Rechtsfeiten
Feitelijke handelingen: onrechtmatige daad
Blote rechtsfeiten: dingen die gebeuren met rechtsgevolgen: het komt niet door jouw gedrag.
Burgerlijk procesrecht
Onderdeel van het privaatrecht: formeel > zorgen ervoor dat het materiële recht uitgevoerd kan worden.
Doel:
Geschillen oplossen door rechter.
Regels voor procedures en instrumenten voor handhaving van het materiële privaatrecht.
Bronnen:
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
In rechtsvordering zijn alle procedures geregeld om het recht te regelen.
Wet op de Rechterlijke Organisatie (Wet RO)
Hoe de rechterlijke macht geregeld is.
Verordeningen van EU
Internationale deel
Mensenrechtenverdragen – art. 6 EVRM & 14 IVBPR
Internationale deel
Soorten procedures
Onderscheid 1
Contentieuze procedure: eigenlijke rechtspraak. Procedure op tegenspraak: er wordt verweer gevoerd.
Voluntaire procedure: vrijwillig
Onderscheid 2
Dagvaardingsprocedure/vorderingsprocedure: contentieuze rechtspraak
Kort geding: eiser en gedaagde > contentieuze rechtspraak
Verzoekschriftprocedure: hoeft geen andere partij bij betrokken te zijn. Wel een andere partij > belanghebbende. Die kan verweer voeren.
Vorderings-/dagvaardingsprocedure
Eiser en verweerder (ook wel: gedaagde)
Verstekprocedure (verweerder komt niet opdagen/reageert niet) of procedure op tegenspraak (verweerder schrijft wel verweerschrift)
Eiser start de procedure met een dagvaarding met de eis > dagvaarding wordt betekend aan de gedaagde > conclusie van antwoord van gedaagde, dan een mondelinge behandeling van de zaak = zitting (NB: indien verweerder niet verschijnt na oproepingsbericht: verstekvonnis) > rechter doet uitspraak in een vonnis.
Verzoekschriftprocedure
Verzoeker en belanghebbende
Art. 261 RV Jo wettelijke bepaling BW > wanneer verzoekschrift?
Verzoeker dient een verzoekschrift in > afschrift van verzoekschrift gaat naar belanghebbende(n) > vaak is er wel een verweerder, die een verweerschrift indient (ouders met gezag kunnen als belanghebbenden verweer voeren) > uitwisseling van stukken, mondelinge behandeling > rechter doet uitspraak in een beschikking.
Lijdelijkheid rechter
Civiele procesrecht
Strijdende partijen bepalen omvang en inhoud geschil
Ene partij stelt een feit, ander betwist dat niet: rechter vaststaand feit
Ruimte van de rechter: kan de gronden ambtshalve aanvullen: als die partijen belangrijke dwingende juridische regels niet opvoeren, dan moet de rechter dat wel aanvullen.
Rechter andere rol dan in strafprocesrecht
De rechter is lijdelijk: laat partijen het geschil bepalen, tenzij hij die gronden dus gaat aanvullen.
Partijen bepalen, tenzij de wet anders bepaalt.
Personen- en familierecht (onderdeel materiële recht)
Personenrecht: rechtspositie van een natuurlijke persoon
Bijv. Recht op naam, recht op naamswijziging, transgenders (van man naar juridisch vrouw worden).
Familierecht: rechtsverhoudingen tussen natuurlijke personen op het terrein van familie en relaties (verticale en horizontale relaties)
Staat tussen meerdere mensen in
Verticaal: tussen ouders en kinderen
Horizontaal: tussen partners
Bronnen familie- en personenrecht
Boek 1 Burgerlijk Wetboek (BW)
Nb: veelal dwingend recht > focus op bescherming bieden
NB: algemeen vermogensrecht (van toepassing via schakelbepalingen)
Bijzondere wetten, bijv. Jeugdwet, Transgenderwet, Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting.
Internationale wetten
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
VN Kinderrechtenverdrag IRVK
Minderjarigheid
Meerderjarig > 18 jaar en toepassing van art. 253ha
NB: pas sinds 1988! Daarvoor 21 jaar
Minderjarige vrouw > 16 jaar en wens juridisch gezag, verzorging en opvoeding kind: kinderrechter kan haar meerderjarig verklaren.
Rechtspositie minderjarigen
Handelingsonbekwaamheid:
Om kwetsbare minderjarigen in het maatschappelijk- en rechtsverkeer te beschermen.
Onder gezag:
Ouderlijk gezag
Voogdij
Handelingsbekwaamheid
Nodig om rechtshandelingen te mogen verrichten.
Hoofdregel: iedere natuurlijke persoon (=mens) is handelingsbekwaam.
Uitzondering: minderjarigen en mensen die onder curatele zijn gesteld.
Rechtshandelingen minderjarigen
Toestemming wettelijke vertegenwoordiger > bekwaam rechtshandelingen te verrichten (tenzij de wet anders bepaalt).
Voor een bepaalde rechtshandeling of voor een bepaald doel.
In het maatschappelijk verkeer gebruikelijk > toestemming verondersteld te zijn verleend.
Het moet dus gaan om handelingen die in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk zijn. Dat iedereen weet het is een 12-jarige, dus die mag een bepaald iets doen (bijv. Een blikje kopen). In dat geval wordt de toestemming van de ouder/voogd als verleend te zijn verondersteld.
Handlichting
Als ouders er niet uitkomen, wordt het aan de rechter voorgelegd, en beslist hij.
Bevoegdheden meerderjarige aan minderjarige
> 16 jaar
Op verzoek door kantonrechter
Toestemming ouders vereist
Bevoegdheden benoemd
Gezag (boek 1 titel 14 BW)
Minderjarigen staan onder gezag
Ouderlijk gezag dan wel voogdij
Door de ouders gezamenlijk of door één ouder. Voogdij wordt door een ander dan een ouder uitgeoefend.
Betrekking op 1) de persoon van de minderjarige, 2) bewind over vermogen en vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte.
Moeder krijgt in eerste instantie altijd automatisch gezag. Kan wel worden ontnomen.
Vermogen en belangen minderjarige
Minderjarige heeft 3 belangen:
In levensonderhoud voorzien
Ruimte om te groeien naar (financiële) zelfstandigheid met begeleiding gezaghebbenden.
Op verantwoorde wijze beheer vermogen (naast consumptie).
Maatregelen: bescherming en gezag
Raad voor de Kinderbescherming:
Kan rechter verzoeken beschermingsmaatregel te treffen.
Gevraagd en ongevraagd adviseur van de rechter – gezag, omgang.
Gezagsregister
Gezagssituatie minderjarigen: rechterlijke beschikkingen of gezamenlijk gezag.
Aantekeningen van rechtsfeiten die betrekking op het gezamenlijk gezag van kinderen hebben.
Grondslagen van het recht - Hoorcolleges - Universiteit Utrecht - 2020/2021
Recht: aard, functies en bronnen - Universiteit Utrecht
HC1 Recht: aard, functies en bronnen
Functies van het recht
Het scheppen van sociale orde (rechtszekerheid)
Rechtszekerheidsbeginsel: burgers moeten weten waar ze aan toe zijn. De regels moeten helder zijn, kenbaar > mensen weten wat ze van elkaar kunnen verwachten en hoe ze zich in de samenleving moeten gedragen.
In het recht is sprake van grote rechtszekerheid als je een goed geformuleerde regel hebt. Er zijn ook wetten met lage rechtszekerheid, heeft een functie:
Kunnen inspringen op maatschappelijke ontwikkelingen (zoals Corona, er moet verandering kunnen plaatsvinden);
Lastig om de balans van rechtszekerheid te vinden. Overheid wil flexibel blijven, maar ook duidelijkheid bieden.
Gebrek aan rechtszekerheid > sociale orde in de samenleving kan op termijn onder druk komen te staan.
Het bevorderen van vreedzame conflictbeslechting (denk aan het strafrecht)
Zorgen dat mensen niet zelfstandig de keuze maken om wraak te nemen.
Individuele ontplooiing van burgers
Door ons systeem van rechtsregels krijgen mensen de mogelijkheid hun talenten te ontwikkelen, hun vrijheden uit te kunnen oefenen.
Klassieke vrijheidsrechten: godsdienst, meningsuiting; vrijheden die ons toekomen als burgers > burgers kunnen zich ontplooien als zelfstandige en mondige burgers.
Overheid moet dit faciliteren en de ruimte bieden. Ook de zwakken in de samenleving moeten zich kunnen ontplooien > sociale grondrechten.
Sociale grondrechten: grondrechten waarin een verplichting aan de overheid is opgelegd. Deze moet bepaalde zaken garanderen (zaken die belangrijk zijn voor de ontwikkeling als mens).
Rechtvaardige verdeling van diensten en goederen
Zwakkeren verdienen extra ondersteuning. De lasten van de samenleving moeten door de sterkste schouders gedragen worden.
Het kanaliseren van sociale verandering
Maatschappelijke veranderingen vinden hierdoor heel langzaam en weloverwogen plaats.
Voordeel: maatschappelijke veranderingen zijn aanleiding voor verandering in het recht. Het besluitvormingsproces is weloverwogen, maar ook traag. Er zal niet vaak niet goed doordacht gehandeld worden > niet snel een foute keuze wat schade aan kan richten.
Nadeel: doordat het proces van verandering via het recht zo traag is, zie je dat wanneer de wet is aangepast, de maatschappelijke ontwikkelingen inmiddels alweer veel verder zijn waardoor de wet al een stuk achterloopt.
Trias politica
Wetgevende macht
Maakt wetten en regels;
Bestuur (uitvoerende macht)
Wie voert de wetten en regels uit? Denk aan Belastingdienst, Justitie;
Rechtsprekende macht
Beslist hoe de regels toegepast moeten worden;
Drie gescheiden machten waardoor de macht verspreid is > misbruik van gezag neemt af. Zo strikt als de scheiding oorspronkelijk was, is niet meer te zien. Het zijn geen totaal gescheiden werelden meer:
Parlementsleden (wetgevende macht) kunnen direct/indirect invloed uitoefenen op de rechtsprekende macht.
De Rechtspraak - Universiteit Utrecht
HC3 De Rechtspraak
Rechterlijke organisatie
H6 van de Grondwet
Rechterlijke macht:
Art. 116 Grondwet: de wet (in formele zin!) bepaalt welke gerechten tot de rechterlijke macht behoren
Art. 2 Wet RO (Rechterlijke Organisatie):
Rechtbanken
Gerechtshoven
Hoge Raad
Maar er zijn meer instanties/personen die tot de rechtspraak worden gerekend.
PG bij de Hoge Raad, OM (staande magistratuur) worden tot de rechterlijke macht in brede zin gerekend.
Staande magistratuur: een officier van Justitie van OM zijn strafeis en de verdere behandeling voordraagt. Bij rechters is dit altijd zittend (zittende magistratuur).
De rechtbank
11 rechtbanken in NL, behandeling van zaken in eerste aanleg
Als er een conflict reist (bijv. Met je buurman) en je moet voor de rechter verschijnen. Wordt die zaak altijd in behandeling genomen door de rechtbank (tenzij wet anders bepaalt).
In beginsel zal zo’n zaak behandeld worden in een enkelvoudige kamer (1 rechter). Naarmate zaak complexer is, kan die ook behandeld worden in meervoudige kamers (doorgaans 3 rechters).
3 sectoren:
Strafrecht
Burgerlijk (civiel, privaat) recht
Bestuursrecht
Sector kanton: niet behouden aan een bepaald rechtsgebied/specialisme. Kantonrechter behandelt zaken uit in principe alle rechtsgebieden. Gaat over eenvoudige zaken. Was eerst een aparte sector. Ondertussen geïntegreerd, maar vormt nog steeds de onderlaag van onze rechtbanken.
Bijvoorbeeld op grond van 382 Sv: vrijwel alle overtredingen en beroepsprocedures bij verkeersboetes.
Binnen het civiele recht: vorderingen tot 25.000 euro
De kantonrechter beslist over meerderjarigenbescherming (bijv. Dementerende ouderen):
Curatele: alle belangen worden door een curator behartigd (zowel op persoonlijk als financieel vlak)
Bewind: je krijgt een bewindvoerder die je financiële belangen behartigd.
Mentorschap: iemand die je op persoonlijk vlak begeleid bij beslissingen die genomen moeten worden (behalve op financieel vlak).
Rechtbank in Nederland
Verschillen interne organisatie rechtbanken
Vrijwel altijd een team Jeugd of een afdeling familierecht
Team Jeugd: zowel jeugdzaken uit het civiele recht als jeugd strafzaken.
Afdeling familierecht: civielrecht > binnen deze afdeling worden kinderbeschermingszaken gedaan en jeugdstrafzaken worden binnen grotere afdeling strafrecht voor volwassenen afgehandeld. Deze worden wel behandeld door een gespecialiseerde kinderrechter.
Kinderrechter behandelt jeugd- en familiezaken zoals:
Jeugdstrafzaken
Kinderbeschermingszaken
Gezag en omgangszaken
Gerechtshoven
Hier kom je terecht als je in hoger beroep gaat.
4 gerechtshoven (Den Haag, Den Bosch, Amsterdam, Arnhem-Leeuwarden)
Vaak afgekort als ‘hof’
Rechter wordt hier raadsheer genoemd
Wet bepaalt of, en zo ja hoe je in hoger beroep kunt
Verschil Hoge Raad:
Als je bent veroordeeld, kan een zaak weer voorgelegd worden aan een gerechtshof met een hoger beroep. Alles mag dan weer ter sprake komen.
Hoge Raad
Hoogste rechterlijke instantie in NL
Zetelt in Den Haag
In de regel 5 raadsheren
Taak is bevorderen van rechtseenheid – cassatierechtspraak
De Hoge Raad is geen feitenrechter (gerechtshof hoger beroep)
Zorgen dat het recht correct wordt toegepast.
Parket bij de Hoge Raad geeft rechtsgeleerde adviezen.
Jeugdbeschermingsrecht - Universiteit Utrecht
Hoorcollege 8
Uitgangspunten jeugdbeschermingsrecht
Privaatrecht (hoewel het alle kenmerken van publiekrecht heeft)
Privaatrecht: partijen streven eigen belangen na, horizontale verhouding
Publiekrecht: verticale verhouding (overheid-burger), overheid neemt initiatief om procedure te starten.
Kinderbescherming: overheid, Raad van Kinderbescherming doet onderzoek. En kan procedure starten, maatregel vragen bij kinderrechter > kan inbreuk maken op fundamentele rechten van kind en ouder. Alles wijst er dus op dat kinderbeschermingsrecht publiekrecht zou moeten zijn, maar dat is het niet.
Besloten om het tot privaatrecht te laten gelden: het gaat uit van twee gelijkwaardige partijen. Overheid grijpt in bij ouders en kind, maar er is niet heel veel aanvullende bescherming bij (omdat het onderdeel is van privaatrecht).
Gedwongen ingrijpen door de overheid maakt inbreuk op het recht van kind en ouder op eerbiediging van hun familie- en gezinsleven.
Deze bepaling heeft interne en rechtstreekse werking. Mocht er een conflict komen met nationaal recht, dan heeft deze bepaling voorrang.
Je kan doorprocederen, in hoger beroep/cassatie gaan. Daarna kan je zaak aanhangig maken bij EHRM.
Consequentie van een kb-maatregel is een beperking of zelfs beëindiging van het gezag van de ouder.
Gezag:
Persoon minderjarige, verzorging en opvoeding
Beheer vermogen
Vertegenwoordiging van minderjarige zowel in als buiten rechte
In die kinderbeschermingsprocedure, wordt het kind vertegenwoordigd door zijn ouders. Ouders moet zijn belangen waarborgen. Tegelijkertijd heeft die ouder ook zijn eigen belangen. Dit kan tot spanning leiden: wat is het beste voor het kind en hoe wordt het het beste vertegenwoordigd?
Positie ouder-kind in de gerechtelijke procedure?
Kinderbeschermingsautoriteiten bevinden zich in een moeilijke positie:
Positieve verplichting om het kind te beschermen tegen geweld en schadelijke invloeden.
Maar te snel ingrijpen maakt inbreuk op de rechten van kind en ouders en is potentieel schadelijk voor het kind (vals positieven).
Negatieve verplichting om de rechten van kind en ouders te respecteren en in beginsel zich niet met de opvoeding te bemoeien.
Maar te laat ingrijpen heeft mogelijk grote gevolgen voor de ontwikkeling of welzijn van het kind (vals negatieven).
Overheid kan het dus eigenlijk nooit goed doen.
Op wie kan het kinderbeschermingsrecht van toepassing zijn?
Minderjarigen
En ongeboren kinderen?
Het kind waarvan een vrouw zwanger is wordt als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.
Wet creëert fictie om kinderen voor de geboorte al te kunnen beschermen.
Levensvatbaarheid als eis?
Levensvatbaarheid ligt bij 24 weken. Maar kind verdient na de conceptie al alle vormen van bescherming.
Maatregelen van jeugdbescherming
.....read moreInleiding Privaatrecht - Universiteit Utrecht
HC5 Inleiding privaatrecht
Privaatrecht
Rechtspositie en –verhoudingen tussen burgers onderling. Dus: horizontale, gelijkwaardige verhouding.
Niet alleen natuurlijke personen, maar ook rechtspersonen. Deze rechtspersonen kunnen ook zelfstandig optreden in het rechtsverkeer.
= civiel recht = burgerlijk recht
Bij publiekrecht gaat het om de verhouding tussen burgers en staat > geen horizontale, gelijkwaardige verhouding.
Nogal eens samenhang strafrecht en privaatrecht
Indeling privaatrecht
Formeel privaatrecht: hoe regels uit het materiële privaatrecht worden gehandhaafd. Hoe geschillenbeslechting bij de rechter verloopt.
Materiële privaatrecht: onderdelen
Handelsrecht (/economisch privaatrecht)
Betreft handel en bedrijfsleven > Verzekeringsrecht, faillissementsrecht, vervoersrecht etc.
Boek 2, 7, 8 Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Koophandel (alle specifieke bepalingen van Nederlandse handelsrecht) en Faillissementswet (alle specifieke regels wat er moet gebeuren als een onderneming failliet dreigt te gaan).
Burgerlijk recht
Vermogensrecht > op geld waardeerbaar
Het kopen/verkopen/huren van goederen etc.
Personen- en familierecht > niet op geld waardeerbaar, geen materiële belangen
Deze rechten komen bijv. samen bij zaken over alimentatie etc.
Vermogensrecht
Betrekkingen tussen personen- en goederen en tussen personen onderling
Tussen personen: A heeft op B een vordering
Personen en goederen: eigendomsrecht
Drie onderdelen
Goederenrecht
Rechtsverhouding mens – goed
Goederen verkrijgen of verliezen
Bevoegdheden als eigenaar of beperkte gerechtigde
Rechten op een goed (eigendom, hypotheek, erfpacht).
Meestal dwingend recht
Zie bijv. Art. 3: 84 BW over de overdracht van een goed. Je kan niet van deze eisen afwijken.
Verbintenissenrecht
Rechtsverhouding mens – mens
Schuldenaar (debiteur) - schuldeiser (crediteur)
Totstandkoming
Door overeenkomst: als je een contract met iemand sluit: iemand wil voor 100 euro een mobiel op marktplaats kopen > verbintenis dat die persoon 100 euro aan de ander moet betalen + verbintenis dat de mobiel naar de koper gaat > nu komt het samen met het goederenrecht: eigendom van de mobiel gaat over van de een naar de ander.
Buiten overeenkomst: er kan een verbintenis ontstaan terwijl je dat niet voor ogen had: bij het voetballen in de tuin, gooi je het raam van de buurvrouw in > verbintenis dat je het raam moet vergoeden (onrechtmatige daad) > juridische verbintenis.
Meestal aanvullend recht
Regels in het wetboek gelden, behalve als je samen in een overeenkomst iets anders hebt afgesproken.
Bijv. Art. 6:250: Bij overeenkomst kan worden afgeweken van de volgende artikelen (…)
Erfrecht
Alle wettelijke regels nadat iemand overlijdt. Wettelijke erfrecht en testamenteel erfrecht.
Kinderrechten en mensenrechten - Universiteit Utrecht
HC7 Kinderrechten en mensenrechten
Wat zijn mensenrechten?
Fundamentele rechten = grondrechten = mensenrechten
Nationale recht: Grondwet
Internationale recht: verdragen (sinds WOII)
Staten zijn deze rechten aangegaan met andere staten om hun burgers te beschermen.
Deze rechten moeten gehandhaafd worden > formele regels. Via internationaal toezicht kan worden gewaarborgd dat internationale rechten ook werkelijk worden nagekomen.
Film: what are the universal human rights?
Universeel: onafhankelijk van wie je bent, waar je bent geboren, iedereen heeft dezelfde basale rechten en vrijheden.
Onvervreemdbaar: je hebt ze, je kan ze niet verliezen. Het zijn geen privileges. Ze worden je niet verleend en ook niet afgenomen.
Essentiële vragen: 1) wat zijn de mensenrechten; 2) wie bepaalt welke het zijn en 3) wie handhaaft ze?
Achtergrond: WOII > instelling VN’45. Handvest van de VN: art. 1: o.a. respect voor de rechten van de mens. Staten hebben daarbij een belangrijke rol. Voorkomen om weer zoiets als de WOII zou plaatsvinden. 1948: Universele verklaring rechten van de mens
Universele verklaring Rechten v.d. mens
Door internationale commissie; vastgesteld tijdens de Algemene Vergadering van de VN.
Set van basiswaarden waar alle mensen uit alle naties recht op hebben (10 beginselen: non-discriminatie, bescherming om je te ontwikkelen, recht op naam, recht op sociale zekerheid, recht op bijzondere zorg, recht op begrip en ouderlijke zorg, recht op onderwijs, recht op hulp, recht op bescherming tegen mishandeling, recht op opvoeding waarbij je begrip mag tonen en verdraagzaam mag zijn naar andere mensen).
Historische mijlpaal op het gebied van mensenrechten en het bevorderen van internationale vrede.
Niet juridisch bindend, wel vaak naar verwezen door rechters en overheden > gezaghebbend.
Het is een verklaring, geen verdrag.
Basis voor verdragen bijv. EVRM en IVRK.
Kern casus: vaak combinatie bronnen mensenrechten (bijv. EVRM, IVRK en Handvest van de grondrechten van de EU).
Bronnen internationale mensenrechten
EVRM
Regionaal: gaat alleen over regio Europa
IVRK
Wereldwijd
VN-Vrouwenverdrag
Wereldwijd
Gericht op rechten van vrouwen (kwetsbare groep)
Handvest v.d. Grondrechten van de Europese Unie
Gaat alleen om landen die lid zijn van EU
Verdrag voor de bescherming van personen met een handicap (voor Nederland inwerkingtreding 2016)
Gericht op bepaalde soort rechten
Horizontale werking grondrechten
Mensenrechten gelden tussen staat en burgers.
De horizontale werking van mensenrechten (ook wel: derdenwerking) is de toepassing van grondrechten op de verhouding tussen burgers (privaatrechtelijke betrekkingen).
Ik mag bijv. Iemand niet discrimineren om zijn handicap.
Bepaalde grondrechten kunnen met elkaar botsen: scholen hebben het recht om o.b.v. hun religieuze overtuiging het onderwijs in te richten. Maar
Internationaal recht - Universiteit Utrecht
Hoorcollege 4 Internationaal recht
Actueel: covid 19
De corona-crisis bewijst dat internationale samenwerking erg belangrijk is. Waarom lukt dit dan niet echt? Nationale belangen lijken voorop te staan.
Verschillende landen moeten bij een samenwerking solidair zijn en hun culturele verschillen overstijgen. Zelfs landen in Europa lijken niet samen te kunnen werken.
Internationaal recht
Internationaal recht (internationaal publiekrecht)
Rechtsregels die staten of internationale organisaties hebben vastgesteld of die internationaal erkend zijn en aangeven hoe deze zich t.o.v. elkaar of tegenover hun onderdanen hebben te gedragen.
Volkenrecht: verhouding tussen staten onderling. Wordt beheerst door internationale publiekrecht.
Recht m.b.t. internationale organisaties: oorsprong in verdragen.
Onderscheid tussen recht m.b.t. organisatie zelf (inrichting etc.), en de rechtsregels die door de organisaties worden gemaakt > onafhankelijk rechtsgebied.
Nationaal recht: recht dat binnen nationale staten tot stand komt en gelding heeft.
Uitzonderingen: internationale privaatrecht
Onderscheid internationaal en nationaal recht:
Herkomst (waar komt het vandaan?) en doel
Geldingsbereik
Nationaal en internationaal recht is niet helemaal van elkaar uitgesloten. Onderdelen van nationaal recht kunnen bijdragen aan vorming internationaal gewoonterecht. En internationaal recht kan doorwerken in nationaal recht.
Subjecten internationaal recht
Rechtssubject: persoon/organisatie die rechten en plichten ontleent aan het (internationale) recht.
Nationaal recht: natuurlijke personen en rechtspersonen (verenigingen en stichtingen).
Internationaal recht:
Staten
Staten: drager van rechten en plichten. 3 eisen om een staat te zijn:
Bepaald territoir
Bevolking
Effectief gezag (over bevolking op dat territoir)
Het is dus niet nodig dat de staat wordt erkend door andere staten. Erkenning is meer een signaal van bereidheid om met elkaar samen te werken.
Staten hebben veel vrijheid, maar niet onbeperkt:
Dwingend volkenrecht: verplichtingen waar ze aan moeten voldoen (bijv. Verbod op slavernij, verbod op geweld (maar uitzonderingen!).
Staten zijn soeverein: gelijk aan elkaar in juridische zin. Wat heeft dat als gevolg?
Geen centrale gezagsorganisatie. Staten zijn zelf verantwoordelijk voor vorming en uitvoering van recht. Staten zijn daar dus best wel vrij in. Landen leggen soevereiniteit gedeeltelijk aan banden voor mensenrechten.
Voorbeeld van een staat: Koninkrijk der Nederlanden.
(Gouvernementele) internationale organisaties (= volkenrechtelijke organisaties)
Definitie: permanente, door Staten bij een verdrag opgerichte instituties, gericht op verwezenlijking van bepaalde doelstellingen.
Alleen staten kunnen lid worden van internationale organisatie. De organisaties hebben internationale rechtspersoonlijkheid.
Voorbeelden: VN; RvE; EU
Onderscheid non-gouvernementele organisaties (NGO’s), zoals Defence for Children International en KidsRights.
Opgericht door particulieren/particuliere organisaties.
Geen rechtssubjecten van internationaal recht > geen drager van internationale rechten en plichten.
Individuen
Ontlenen verplichtingen en rechten aan
Inleiding Strafrecht - Universiteit Utrecht
Hoorcollege 6 Inleiding Strafrecht
Ook begrippen uit hoofdstuk 15 en 16 (hoofdlijnen kennen).
Materieel strafrecht: wanneer is iemand strafbaar, wat voor sancties?
Formeel strafrecht: procedures voor een strafrechter. Hoe dient een proces vorm te krijgen? Hoe moet naar het materiële recht worden gekeken?
Uitgangspunten strafrecht
Onderdeel publiekrecht: nadruk op sanctionering
Primair verticale verhouding tussen de procesdeelnemers.
Strafrecht: gedwongen staatsinterventie, kan vervolging instellen t.a.v. burgers.
Sancties vormen in vrijwel alle gevallen een inbreuk op fundamentele rechten en vrijheden van de burger:
Vrijheid
Vermogen (strafrechtelijke boete)
Overige rechten
Strafbaar gedrag volgens strafrecht is niet hetzelfde als storend, vervelend, verwerpelijk gedrag.
Zorgvuldigheid en terughoudendheid (strafrecht als ultimum remedium)
Zorgvuldigheid: procedure moet verlopen zoals volgens de regels gesteld is. In het proces van vervolging, moet heel zorgvuldig met verkregen informatie omgegaan worden.
Niet zorgvuldig? > gerechtelijke dwaling > heeft juist bij het strafrecht een grote impact.
Terughoudendheid: subsidiariteitsbeginsel: strafrecht is alleen voorbehouden aan de meest ernstige zaken. Eerst proberen conflict op te lossen buiten het strafrecht.
Gezien de ingrijpende aard van gedwongen overheidsoptreden zijn concrete regels extra belangrijk (dit is bijv. Anders bij het privaatrecht (veel meer open regels)). Burger beschermen tegen willekeur.
Materiële legaliteitsbeginsel: ‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafrechtelijke bepaling.’
Wettelijke: wet in materiële zin (het gaat om de inhoud van de wettelijke, strafrechtelijke bepaling). Dus ook lagere wetgevers (gemeente) hebben het recht om wettelijke strafbepalingen vast te stellen. Zij moeten die bevoegdheid om de regels vast te stellen, zijn toegekend bij wet in formele zin (gemeentewet).
Wettelijke strafbepaling - delictsomschrijving – bestanddelen
Delictsomschrijving: precieze omschrijving van strafbaar gesteld gedrag.
Bestanddelen (van de delictsomschrijving)
Artikel 140 Wetboek van Strafrecht:
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Deelnemen aan (opzet en aandeel)
Oogmerk (plegen van misdrijven)
Onvoldoende als er binnen een organisatie weleens/door enkele personen een misdrijf wordt gepleegd.
Organisatie (gestructureerd samenwerkingsverband)
Vaste gebruiken, vaste hiërarchie en vaste structuur.
Aan alle bestanddelen moet voldaan zijn.
Legaliteitsbeginsel
Materieel strafrechtelijk legaliteitsbeginsel kent verschillende aspecten:
Lex scripta
De gedraging moet in de wet staan (Wetboek van Strafrecht en andere (lagere) regelgeving).
Lex certa
Strafbepalingen moeten voldoende concreet zijn.
Geen analoge toepassing
Staat het niet in de wet maar lijkt het er wel op?
Organisatie van de Staat – Technische aspecten van wetgeving - Universiteit Utrecht
HC2 Organisatie van de Staat – Technische aspecten van wetgeving
Vooral H4 en 6
Trias politica revisited
Openbare lichamen: georganiseerd gemeenschapsverband gebonden door organen van het openbare lichaam (artikel 134 Grondwet)
De staat
Provincie
Gemeente
Waterschappen
Het openbare lichaam bestaat uit verschillende organen.
Gemeente bestaat uit gemeenteraad, college van burgemeesters en wethouders > bij elkaar vormen deze organen het openbaar lichaam (de gemeente).
Organen i.p.v. machten en bevoegdheden i.p.v. functies
Kenmerken democratische rechtstaat
Democratie (‘volksheerschappij’)
Formeel
Kiezersoordeel (stemmen)
Prospectief: vooraf anticiperen van welke partij het beste aansluit bij je idealen/wat is een strategische keuze? > indirect invloed uitoefenen op mogelijke coalities > maar een klein deel van de idealen van de partij zullen gerealiseerd worden (omdat er veel partijen zijn in de coalitie).
Voordeel meerpartijenstelsel: in NL vrijwel nooit een extreemrechtse/linkse regering. Besluitvorming is meestal enigszins gematigd.
Retrospectief: met je stem duidelijk maken of je wel/niet eens bent met het beleid.
Materieel
Publiek debat: voedt de democratie, onze regering en de Staten-Generaal met ideeën wat wij als volk wensen, wat we wel/niet aanvaardbaar vinden. Kan via media gaan, maar ook heel direct door bijvoorbeeld te protesteren.
Representatieve democratie (indirect): wij kiezen als volk volksvertegenwoordigers. Zij nemen uiteindelijk de beslissingen.
Directe democratie?
Denk aan referenda. Meningen zijn sterk verdeeld of dit wenselijk is of niet. Volk kan direct invloed uitoefenen op het beleid dat wordt gevoerd.
Machtsevenwicht
Trias politica
Machtenspreiding > niet een bepaalde partij/stroming die te veel invloed krijgt.
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechtsprekende macht
Tegenkrachten en tegenwichten (Checks and balances)
Vierde macht?
Bijvoorbeeld media/pers als vierde macht omdat deze een controlerende functie uitoefent > invloed op besluitvorming (zowel uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende besluitvorming).
Of ambtenarij: voor een belangrijk deel bezig met voorbereiden en uitvoeren van een beleid. Nu is altijd de minister die boven de ambtenaar staat verantwoordelijk.
Legaliteitsbeginsel: overheidshandelen moet gebaseerd zijn op een geldende en voor burgers kenbare wettelijke bepaling.
Art. 16 Grondwet: geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke bepaling.
Formeel: als je een bevoegdheid uitoefent (bijv. Een overheid die een wet aanneemt), moet die bevoegdheid in de wet zijn toegekend aan het specifieke orgaan.
Bevoegdheid ontleend aan de wet
Attributie: nieuwe bevoegdheid opgedragen aan ander orgaan.
Delegatie: bestaande bevoegdheid opgedragen aan een ander orgaan.
Verticale spreiding van bevoegdheden: bepaalde bevoegdheid wordt toegekend aan een ander, lager of
- ‹ previous
- 2 of 63
- next ›
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
- Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
- Use the topics and taxonomy terms
- The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
- Check or follow your (study) organizations:
- by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
- this option is only available trough partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- by following individual users, authors you are likely to discover more relevant study materials.
- Use the Search tools
- 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
- The search tool is also available at the bottom of most pages
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Field of study
- All studies for summaries, study assistance and working fields
- Communication & Media sciences
- Corporate & Organizational Sciences
- Cultural Studies & Humanities
- Economy & Economical sciences
- Education & Pedagogic Sciences
- Health & Medical Sciences
- IT & Exact sciences
- Law & Justice
- Nature & Environmental Sciences
- Psychology & Behavioral Sciences
- Public Administration & Social Sciences
- Science & Research
- Technical Sciences
Add new contribution