Psychology and behavorial sciences - Theme
- 15989 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Er is nog veel onbekend over het bewustzijn. Hoe meer er bekend wordt over de hersenen en het gedrag, hoe minder er bekend wordt over het bewustzijn. Het heeft te maken met het eigen perspectief. Iedereen ziet dingen op een andere manier en heeft daarbij een eigen ervaring. Er moet hierbij gekeken worden naar de objectieve en subjectieve wereld van een persoon. Het gaat om je eigen kennis van andere knelpunten die zorgt dat je antwoord kan krijgen op bepaalde vragen.
De uitleg van bewustzijn kan opgedeeld worden in twee theorieën. Ten eerste de monist theorie waarbij er wordt gedacht dat er maar een soort in de wereld bestaat. Ten tweede de dualisme theorieën die uitgaan van twee soorten. Descartes was een aanhanger van het dualisme. Hij is vooral bekend geworden door de uitspraak 'ik denk dus ik besta'. Hij zei dat zelfs wanneer je aan alles twijfelt er altijd nog iets blijft bestaan en keek dan ook vooral naar dingen die na twijfel bleven bestaan. Volgens hem heb je omvangrijk materiaal, zoals ons lichaam (fysiek), en onverdeeld materiaal, zoals het denken. Er bestaat dus een relatie tussen fysieke en mentale aspecten en deze staan met elkaar in interactie, zij beïnvloeden elkaar. Dit wordt substance dualism genoemd.
Bovenstaande wordt niet door iedereen ondersteund. Vanuit de ordinary-language filosofie wordt gedacht dat veel problemen ontstaan doordat de taal om mentale processen te beschrijven niet helder is of verkeerd gebruikt wordt. Dit wordt vooral ondersteund door Ryle. Hij probeerde behaviorisme en dualisme tot elkaar te brengen. Hij ondersteunt het idee dat de geest of het verstand is wat de hersenen doen. Er is minder onderbouwing voor bewustzijn. Er blijkt wel veel overlap te zijn tussen hoe mensen denken over bewustzijn, verstand en het zelf.
In 1977 hebben Popper en Eccles de dualistische interactie theorie voorgesteld. Zij dachten dat de processen in de hersenen beïnvloed konden worden door het gevoel van het zelf. Dit zou ook leiden tot vrije wil en subjectieve ervaring. Dit werd ook ondersteund door Chalmers in 2007. Hij gelooft dat ervaring ontstaat door fysieke processen zonder dat de fysieke wereld daarbij een grote rol speelt. Hierbij gaat het om het verkrijgen van fysieke en onvoorstelbare informatie.
Dennett hangt dezelfde ideeën aan als Ryle, waarbij hij stelt dat je dualisme niet zou moeten accepteren. Toch is het moeilijk om dit te vermijden. Hij zag bewustzijn als een theater. Dit noemde hij het Cartesian Theatre. Zodra je zegt dat iets in je bewustzijn aanwezig is, dan is het alsof je het publiek bent van je eigen show.
Een andere benadering is de materialistische benadering. Hierbij wordt gedacht dat de interactie tussen alle factoren al vaststaat en dat bewustzijn hier geen rol meer in kan spelen. Hierbij hoort identiteit (mentale status is gelijk aan de status van de hersenen) en functionalisme (mentale status is gelijk aan de functionele status). Er is binnen deze theorie geen ruimte voor een subjectieve benadering.
Daarnaast is er nog het idee van epiphenomenalism. Dit is het idee dat de mentale status ontstaat door gebeurtenissen, maar mentale status heeft geen effect op gebeurtenissen. Dit lijkt niet zo te zijn, omdat dit zou betekenen dat we nooit over een gebeurtenis kunnen praten.
Met de extreme theorieën is het moeilijk om niet terug te vallen op dualisme. Een manier om dit te doen is door te geloven in panpsychism. Hierbij wordt gedacht dat mentale operaties op een bepaalde manier bewust zijn. De extreme versie gelooft daarnaast ook dat alle elementen bewust zijn zoals wolken en rivieren. Dat zou betekenen dat een steen een bepaald niveau van bewustzijn heeft.
Psychologie werd geïntroduceerd om de filosofie van mentale operaties te beschrijven. Later werd het gezien als wetenschap. James beschreef in 1890 in een boek verschillende onderdelen van bewustzijn. Hij zag psychologie als de wetenschap die de verschillende operaties van de hersenen verklaart. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om gevoelens maar ook om bewustzijn. Bewustzijn heeft geen specifieke definitie. James heeft hier veel onderzoek naar gedaan en zag ook de rol van de fysiologie. Hij onderzocht het domein psychophysics waarbij de waarnemingen en fysieke stimuli gecombineerd worden.
Helmholtz deed in dezelfde periode onderzoek naar de snelheid van signalen vanuit de hersenen naar de zenuwen. Hij dacht dat hij hiermee bewustzijn had gemeten, maar hij had vooral de bovenliggende processen gemeten. Dit heeft geleid tot de phenomenology. Hierbij gaat het vooral om de subjectieve ervaring. Hierbij werd uitgegaan van het idee dat bewustzijn gaat over een object of gebeurtenis. Dit object gaat verder niet over iets. Hierbij is de subjectieve ervaring dus van belang waardoor het bewustzijn ontstaat.
Wundt maakte gebruik van introspectie, waarbij het gaat om hoe iemand zich van binnen voelt. Volgens hem waren er sensorische kenmerken (zoals licht) en affectieve kenmerken (zoals plezier). Een combinatie van deze twee kenmerken kon leiden tot bewustzijn. Een probleem met zijn experimenten was dat deze experimenten als vereiste hadden dat je moest kunnen rapporteren wat je had gedaan of wat je voelde. Dit zorgt alleen weer voor een verstoring in de daadwerkelijke gedachten en gevoelens.
Watson is de grondlegger van het behaviorisme en ging uit van het voorspellen en controleren van gedrag. Hierdoor kon het gedrag betrouwbaar gemeten worden. Door zijn theorie is het bewustzijn steeds verder uit de psychologie verdreven. Veel van de experimenten en gedachten van Watson kwamen voort uit Pavlov. Hierbij speelde Skinner met operante conditionering ook een rol. Deze benadering hielp bij onderzoek naar geheugen en leren maar minder bij onderzoek naar bewustzijn.
Uiteindelijk werd bewustzijn wel weer opgenomen binnen de psychologie en het boek van James speelde hierbij een rol. Hij ging daarbij uit van radicaal empirisme. Hierbij werd ervaring aan betekenis gekoppeld. Door de introductie van computers werd er meer gekeken naar de connecties. Een benadering die de feedback tussen de hersenen, het lichaam en de wereld combineert wordt gebruikt om te verklaren dat de hersenen constant proberen om sensorische input te combineren met eigen verwachtingen. Door Vygotsky werd juist gesteld dat het veel meer afhankelijk is van sociale interactie. Er is tegenwoordig nog steeds veel onduidelijk.
Met de term bewustzijn worden subjectieve ervaringen bedoeld in deze samenvatting.
Een verandering in het bewustzijn vindt nooit plaats zonder een verandering in de hersenen en dat vindt nooit plaats zonder een verandering in bewustzijn. Volgens Chalmers was het probleem dat bewustzijn samenhangt met ervaring. Over ervaring is wetenschappelijk gezien nog weinig bekend. Daardoor is het moeilijk om bewustzijn te begrijpen vanuit een wetenschappelijke basis.
Tegenwoordig wordt vooral gedacht dat wat er in het zenuwstelsel gebeurt onbewust is maar dat dit wel kan leiden tot bewustzijn. Deze interactie werd ook beschreven in de psychodynamische theorie van Freud. Hierbij zouden de onbewuste factoren, id, ego en superego, uiteindelijk terugkomen in meer bewuste situaties zoals dromen. Echter, het onderzoek van Freud bleek niet altijd betrouwbaar en daarom wordt deze theorie niet meer als uitleg van bewustzijn gezien.
Het is moeilijk om bewustzijn en onderbewustzijn te onderscheiden.
Er is nog veel onbekend over het bewustzijn. Hoe meer er bekend wordt over de hersenen en het gedrag, hoe minder er bekend wordt over het bewustzijn. Het heeft te maken met het eigen perspectief. Iedereen ziet dingen op een andere manier en heeft daarbij een eigen ervaring. Er moet hierbij gekeken worden naar de objectieve en subjectieve wereld van een persoon. Het gaat om je eigen kennis van andere knelpunten die zorgt dat je antwoord kan krijgen op bepaalde vragen.
Wanneer je iets bewust noemt, dan ga er ervanuit dat dit organisme of object een mening heeft en een bepaald oogpunt. Het gaat dus zoals eerdergenoemd over een bepaalde subjectiviteit die iemand kan ervaren. Volgens Nagel kunnen we ons niet voorstellen hoe het is om iets of iemand anders te zijn. Zelfs als we ons indenken hoe wij denken dat het zou zijn, dan kunnen wij nooit weten hoe het echt zou zijn. Daaruit ontstond phenomenal bewustzijn, geïntroduceerd door Block. Hierbij gaat het om ervaring en het gevoel hebben over hoe het is om die ervaring te hebben. Met access bewustzijn verwijst hij naar de mogelijkheid om ergens over te praten. Er is vaak veel meer aanwezig in het bewustzijn dan dat we kunnen beschrijven. Als je reflecteert over bewustzijn, dan wordt het reflective bewustzijn genoemd. Dit is van een hogere orde.
Het probleem met bewustzijn ligt dus ook deels bij het communiceren over bewustzijn.
Hoe we sensorische informatie interpreteren is per persoon afhankelijk en kan dus ook verschillen. Dit hangt samen met de subjectiviteit. Qualia zijn de factoren die samen zorgen voor sensorische ervaring. Het gaat om de ervaring en gaat erom hoe iets is. Hoe zorgen objectieve hersenen voor een uitkomst van subjectieve qualia? Iedere benadering heeft hier een eigen antwoord op.
Onderzoek van Dennett richt zich vooral op intuïtie. Dit kan uitgelegd worden aan de hand van een voorbeeld. Wanneer iemand zijn eerste slok bier drinkt, vindt bijna niemand dit lekker. Naarmate het vaker gedronken wordt, blijken meer mensen het lekker te vinden. Betekent dit dat de smaak veranderd is of dat de mening veranderd is?
Er zijn veel verschillende versies van qualia waar mensen in kunnen geloven. Het is namelijk onduidelijk wat er precies met de term bedoeld wordt en hoe het met elkaar in verhouding staat. Het zou bijvoorbeeld ook kunnen gaan om de eigenschappen van ervaringen in plaats van over de ervaringen op zichzelf. Dit is niet te meten, waardoor het moeilijk is om hier onderzoek naar te doen.
Mary is een wetenschapper uit de toekomst die alles weet over kleurperceptie en de fysieke kenmerken die hiermee te maken hebben. Zo weet zij bijvoorbeeld ook precies hoe de ogen werken en hoe dat kan leiden tot het zien van een bepaalde kleur. Nu is het zo dat Mary is opgegroeid in een kamer die alleen maar zwart-wit was en zij heeft nog nooit kleur gezien. Vervolgens wordt zij vrijgelaten en ziet ze overal kleuren. Ze begint te wijzen naar kleuren om deze te benoemen. Hoe zou Mary reageren op de kleuren?
Als je verwacht dat zij verrast zou zijn, dan kom je bij de dualistische benadering. De benadering van Maloney verwacht dat Mary de kleuren op een juiste manier zou kunnen herkennen omdat zij zich de kleur voor kan stellen als zij alle mogelijke informatie heeft. Volgens Dennett zou iedereen die denkt dat Mary verrast zou zijn, zich niet aan de instructies hebben gehouden. Het is namelijk erg moeilijk om ons voor te stellen dat iemand daadwerkelijk alles weet over een bepaalde situatie. Bewustzijn wordt dan ook los gezien van de daadwerkelijke kennis over de wereld. Tegenwoordig is er een nieuwe versie van dit verhaal die gebruik maakt van een robot.
Chalmer heeft het Zombie verhaal bedacht, waarbij de 'zombie' een exacte kopie is van een persoon. Het enige verschil is dat de zombie geen bewustzijn heeft. Als je gelooft dat bewustzijn weinig effect heeft, dan is een zombie alsnog een kopie van de persoon. Als je gelooft dat bewustzijn wel een rol speelt dan betekent het dat de zombie bijvoorbeeld niet kan praten. Dan zou bewustzijn dus daadwerkelijk het verschil maken. Dit experiment zou volgens Moody kunnen leiden tot beter inlevingsvermogen, waardoor wij bepaalde aspecten beter zouden kunnen begrijpen. Door het gebruik van experimenten kunnen meer leren over bewustzijn.
Dennett gelooft door het Zombie experiment dat bewustzijn bestaat uit denken en praten over mentale representaties en dromen. Als je zou geloven in zombies, dan geloof je niet dat bewustzijn iets extra's toe kan voegen aan gedrag. Wanneer je dit niet gelooft dan kies je meer de dualistische benadering. Dan geloof je wel dat we een soort ziel nodig hebben.
Om onderzoek te doen naar bewustzijn worden vaak gedachtenexperimenten gedaan. De reactie op het probleem kunnen opgedeeld worden in vijf categorieën:
Het probleem is onverklaarbaar: volgens Nagel hebben we niet eens een idee wat een mogelijke verklaring zou kunnen zijn. McGinn stelt dat we cognitief simpelweg niet in staat zijn om bewustzijn te begrijpen. Aanhangers van deze benadering gaan ervanuit dat we het antwoord nooit zullen weten.
Probeer het probleem op te lossen: het zou volgens deze benadering kunnen helpen om het probleem op te delen in kleinere delen. Hierbij zou een voorbeeld zijn om eerst de vraag te beantwoorden hoe de hersenen qualia kunnen opwekken. Er moet gekeken naar de fysieke en ervaringsgerichte factoren. Aanhangers van deze benadering zijn het er wel over eens dat er nieuwe kennis moet komen om het probleem op te lossen.
Probeer eerst de makkelijke problemen op te lossen: veel theorieën zijn volgens deze benadering niet gericht op het grote probleem van bewustzijn maar op diverse kleine problemen. Hierbij kan je het dus eerst opdelen in de makkelijkere problemen. Dan kan je uiteindelijk het moeilijke probleem oplossen. Daarbij kan ook gekeken worden naar de neurale factoren die correleren met bewustzijn.
Bekijk meer moeilijke problemen: wanneer er neurale correlaties worden gevonden betekent dit niet dat bewustzijn wordt gevonden. Er is ook hersenactiviteit die bijvoorbeeld niets te maken heeft met het opwekken met bewustzijn, maar dit is moeilijk te onderscheiden. Chalmer heeft het probleem daarom opgesplitst in het hard existence probleem waarbij wordt gekeken naar hoe en waarom we bewustzijn hebben en het hard character probleem waarbij wordt gekeken naar de reden voor specifieke hersenactiviteit.
Er is geen moeilijk probleem: we moeten eerst de makkelijke problemen oplossen en dit zal zorgen voor een andere interpretatie van het moeilijke probleem. Het probleem wordt nu nog niet goed genoeg begrepen. We moeten niet vergeten dat fysieke activiteit gelijk staat aan ervaring en dat we ons dus niet te veel moeten richten op wat we uit kunnen drukken met taal. Gevoelens komen bijvoorbeeld ook vanuit de hersenen. Om het probleem op te lossen moet onderzocht worden waarom de materialistische benadering onjuist is. We moeten daarbij niet vergeten dat er meerdere aspecten van de hersenen zijn die we nog niet begrijpen. We moeten er vooral achter komen waarom wij denken dat bepaalde dingen zo zijn. Dit wordt illusionisme genoemd.
Wanneer je iets bewust noemt dan ga er ervanuit dat dit organisme of object een mening heeft en een bepaald oogpunt. Het gaat dus zoals eerdergenoemd over een bepaalde subjectiviteit die iemand kan ervaren. Volgens Nagel kunnen we ons niet voorstellen hoe het is om iets of iemand anders te zijn. Zelfs als we ons indenken hoe wij denken dat het zou zijn dan kunnen wij nooit weten hoe het echt zou zijn. Daaruit ontstond phenomenal bewustzijn, geïntroduceerd door Block. Hierbij gaat het om ervaring en het gevoel hebben over hoe het is om die ervaring te hebben. Met access bewustzijn verwijst hij naar de mogelijkheid om ergens over te praten. Er is vaak veel meer aanwezig in het bewustzijn dan dat we kunnen beschrijven. Als je reflecteert over bewustzijn dan wordt het reflective bewustzijn genoemd. Dit is van een hogere orde.
Het probleem met bewustzijn ligt dus ook deels bij het communiceren over bewustzijn.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1366 | 1 |
Add new contribution