Samenvatting Koop en verkoop van onroerende zaken (Huijgen)
- 5503 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.
2.1 Algemeen
Op de koopovereenkomst zijn –naast de algemene bepalingen uit boek 3, 5 en 6- de artikelen 7:1 t/m 50 (titel 7.1) van toepassing.
De koopovereenkomst is erop gericht om tegen betaling van een geldsom de eigendom van een bepaalde –roerende of onroerende- zaak over te dragen (zie art. 7:1). Naast zaken in de zin van art. 3:2, ziet afdeling 7.1 ook op vermogensrechten in de zin van art. 3:6 (zie art. 7:47). Bovendien is afdeling 7.1 overeenkomstig van toepassing verklaart op de ruilovereenkomst (art. 7:50).
Voor internationale handelskoop is ook het United Nations Convention on Contracts of the International Sale of Goods (CISG) van belang. Dit verdrag is er op gericht het kooprecht tussen een professionele koper en verkoper internationaal te uniformeren. Het regelt de totstandkoming van koopovereenkomsten en de daaruit voortvloeiende rechten en plichten voor koper en verkoper.
Uitgangspunt bij titel 7.1 is dat alle regels uit titel 7.1 van aanvullend recht zijn en gelden derhalve in beginsel alleen indien de contractspartijen zelf niets anders overeenkwamen. Een uitzondering op dit uitgangspunt is de consumentenkoop, gezien in art 7:6 BW een groot aantal artikelen van dwingend recht verklaard.
Alleen een zaak in de zin van art 3:2 BW valt onder afdeling 7.1. De regels over koop zijn desondanks overeenkomstig van toepassing op de koop van vermogensrechten in de zin van art 3:6 BW krachtens art 7:47 BW. Een ruilovereenkomst wordt niet als koopovereenkomst gekwalificeerd, maar krachtens art 7:50 BW zijn de bepalingen omtrent koop overeenkomstig van toepassing op ruilovereenkomsten.
2.2 Totstandkoming
Een koopovereenkomst komt tot stand d.m.v. aanbod en aanvaarding (art. 6:217). Het gaat erom dat partijen het eens zijn over de essentiële punten, zoals de prijs en de hoeveelheid. Indien de prijs geen essentieel punt is kan er een geldige koopovereenkomst tot stand komen zonder dat er een prijs is bepaald. Een redelijke prijs is dan verschuldigd (art. 7:4). Echter, indien partijen al hebben onderhandeld over de prijs en er niet uit zijn gekomen dan wordt de prijs gezien als essentieel punt en is er dus geen geldige koopovereenkomst tot stand gekomen. Aanbod is niet hetzelfde als een uitnodiging tot het doen van een aanbod of uitnodiging om in onderhandeling te treden. Enkel als duidelijk is dat de aanbieder door de aanvaarding zonder enig voorbehoud gebonden wil raken, is er sprake van een aanbod.
Aanvaarding van een aanbod gaat pas lopen indien zij de geadresseerde heeft bereikt (ontvangsttheorie, art. 3:37 lid 3). Een uitzondering hierop is art. 6:224.
Is een zaak ongevraagd toegezonden met als doel de ontvanger tot een koop te bewegen, dan is deze bevoegd de zaak onder zich te houden zonder betaling blijkens art 7:7 BW.
Bij de koop op proef (art. 7:45) wordt de koop gesloten onder de opschortende voorwaarde dat de zaak voldoet. Voldoet de zaak niet, dan mag de koper deze terugsturen en is er geen koopovereenkomst tot stand gekomen.
In een aantal gevallen kan de kopen een koopovereenkomst ontbinden door zich te beroepen op de wettelijke bedenktijd. Een koper komt bedenktijd toe, indien de wet dit expliciet bepaalt. Voorbeelden zijn te vinden in art. 7:2 (de koop van woningen), art. 25 Colportagewet (consumentenkoop aan de deur) en art. 7:46d (op afstand gesloten overeenkomsten tot het leveren van zaken en diensten).
2.3 Vernietiging
Een koopovereenkomst kan nietig/vernietigbaar zijn. Zij wordt dan met terugwerkende kracht aangetast (art. 3:53). Ook kan één bepaling uit het contract worden vernietigd, terwijl de rest van het contract in stand blijft (art. 3:41).
Voorbeelden van een nietige koopovereenkomst zijn art. 3:39 jo. 7:2 lid 1 (niet voldaan aan schriftelijkheidsvereiste) en art. 3:40 lid 2&3 (strijd met de Winkelsluitingstijdenwet).
Voorbeelden van een vernietigbare koopovereenkomst zijn art. 1:234 (gesloten door handelingsonbekwame), art. 7:6 lid 1 (strijd met een dwingende wetsbepaling die louter de bedoeling heeft om één van de contractspartijen te beschermen) art. 6:227b lid 4 (onvoldoende informatie bij elektronische koop via internet) en wanneer er sprake is van een wilsgebrek (dwaling, bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden). Dwaling (art. 6:228) komt bij de koopovereenkomst het vaakste voor.
2.4 Verplichtingen verkoper
Tweetal verplichting voor de verkoper tot eigendomsoverdracht (art. 7:9), namelijk de verplichting om de verkochte zaak met toebehoren in eigendom over te dragen en deze zaak bij koper af te leveren en de verplichting om de verkochte zaak aan de overeenkomst te laten beantwoorden oftewel conformiteitvereiste krachtens art 7:17.
Hiervoor gelden de gewone regels uit art. 3:84 (geldige titel, beschikkingsbevoegdheid en levering). Niet alleen de zaak zelf, maar ook de toebehoren (garantiecertificaten, aankoopbewijzen en gebruiksaanwijzingen) moeten worden overgedragen blijkens art 7:9.
De verkochte zaak moet bovendien zonder rechtsgebreken of bijzondere lasten (denk aan hypotheek, erfpacht, enz.) worden overgedragen, tenzij de koper deze uitdrukkelijk heeft aanvaard (art. 7:15 lid 1). Tenzij partijen anders afspreken, is derhalve het uitgangspunt dat de volledige eigendom wordt overgedragen en derden geen rechten van welke aard ook op de zaak geldend kunnen maken. Voor de eigendomsoverdracht is het moment van inschrijving in de openbare registers beslissend. Indien tussen de contractssluiting en de inschrijving van de notariële akte, een recht van een derde wordt ingeschreven, zonder dat de koper dit weet, dan kan deze derde zijn rechten tegen hem inroepen. De verkoper schiet dan tekort in de nakoming van zijn verbintenis en is financieel aansprakelijk (art. 7:15 lid 2). Hij heeft de zaak immers niet vrij van lasten/beperkingen kunnen leveren. Art 7:15 geldt ongeacht enig andersluidend beding en is dus voor elke soort koop dwingend recht. Indien op de gekochte zaak een dergelijke last of beperking rust, kan de koper vorderen dat de last opgeheven wordt krachtens art 7:20. Echter, in de praktijk is het voor de koper meestal gunstiger krachtens art 7:15 jo 6:74 jo 6:95 schadevergoeding te vorderen of krachtens art 6:265 de overeenkomst te ontbinden.
Verplichting tot afleveren krachtens art 7:9 (tweede verplichting van verkoper).
‘Afleveren’ houdt in; het stellen van de zaak in het bezit van de koper (lid 2). Of in geval van koop met eigendomsvoorbehoud: het stellen van de zaak in de macht van de koper (lid 3).
Bezit is geregeld in art. 3:107. De manier waarop bezit wordt verkregen in art. 3:112, maar kan ook krachtens art 3:115. Indien de zaak onder eigendomsvoorbehoud wordt verkocht, blijft de verkoper eigenaar en bezitter. In dat geval is voldoende dat de zaak in de feitelijke macht van de koper wordt gesteld, blijkens art 7:9 lid 3.
Art. 7:12 jo 7:13 bepaalt wie de kosten draagt voor de aflevering.
De aflevering van de zaak heeft tot gevolg dat de koper vanaf dat moment het recht krijgt op de natuurlijke en burgerlijke vruchten (art. 7:14). Ook gaat vanaf het moment van aflevering het ‘risico’ van de zaak over op de koper (art. 7:10 lid 1). Dit houdt in dat de koper dan geen recht meer heeft om de overeenkomst (gedeeltelijk) te ontbinden indien de gekochte zaak ná het moment van aflevering. Hij dient de gehele koopprijs te betalen. Deze regel geldt ook als de zaak wel juridisch is afgeleverd, maar zich feitelijk nog bij de verkoper of een derde bevindt. Een uitzondering hierop is indien de zaak in waarde vermindert door laakbaar gedrag van de verkoper. In geval van schuldeisersverzuim (de koper werkt niet mee), gaat het risico al voor de aflevering over op de koper (art. 7:10 lid 2).
Indien de koper goede gronden heeft om de overeenkomst te ontbinden, verliest hij deze bevoegdheid niet indien de zaak na aflevering tenietgaat/verslechtert (art. 7:10 lid 3). Vanaf het moment dat hij wil gaan ontbinden, dient hij zich echter wel als een ‘zorgvuldig schuldenaar’ voor de zaak te zorgen (art. 7:10 lid 4).
Verplichting om een conform product te leveren krachtens art 7:17 (derde verplichting van verkoper)
Dit wordt ook wel het ‘conformiteitsvereiste’ genoemd. De zaak moet beantwoorden aan de overeenkomst (lid 1). Dit is in ieder geval niet het geval indien de zaak niet de eigenschappen bezit die de koper mocht verwachten (lid 2) of als er een geheel andere zaak dan afgesproken wordt geleverd (lid 3). Moeilijker is het wanneer wordt getwist over de kwaliteit van de zaak. De aard van de zaak, de hoogte van de prijs, de omstandigheden van de koop en de mededelingen van de verkoper zijn factoren die invloed hebben op de vraag of de zaak de vereiste kwaliteit heeft.
Bij het beantwoorden van de vraag wat de koper mocht verwachten, staan de mededelingsplicht van de verkoper en de onderzoeksplicht van de koper centraal blijkens art 7:17 lid 2. Blijkens art 7:17 lid 5 kan koper zich niet op non-conformiteit beroepen indien hij dit gebrek tijdens de contractsluiting kende of behoorde te kennen. Indien de koper de zaak met een specifiek doel wil gebruiken, dan dient hij hiervan melding te maken blijkens art 7:17 lid 2 slotzin. Art. 7:18 is alleen dwingend ten aanzien van de consumentenkoop en kan niet contractueel worden uitgesloten of beperkt.
After salesservice en product recall (art. 6:248 lid 2)
Deze verplichtingen vloeien voort uit de redelijkheid en billijkheid. After salesservice houdt in dat de verkoper van duurzame artikelen, de zaak nog enige tijd na aankoop moet kunnen repareren en dus nog enige tijd reserveonderdelen in voorraad moet houden. Product recall houdt in dat de verkoper de verplichting heeft om een zaak terug te halen, indien deze gevaarlijk blijkt te zijn.
2.5 Niet-nakoming verkoper
Indien de verkoper tekortschiet in nakoming van de overeenkomst, dan kan de koper in de eerste plaats zijn eigen prestatie (koopsom betalen) tijdelijk opschorten om tot nakoming aan te sporen (art. 6:52, 262). Werkt dit niet dan kan de koper drie dingen eisen, namelijk nakoming, ontbinding en schadevergoeding.
Nakoming (art. 3:296 jo. 7:20 jo 7:21)
In de eerste plaats bepaalt art. 7:20 dat als de verkoper zich niet houdt aan art. 7:15 (zaak zonder rechtsgebreken afleveren), de koper kan vorderen dat de last of beperking wordt opgeheven, mits de verkoper hier redelijkerwijs aan kan voldoen. De verkoper moet de derde dan bewegen afstand te doen van zijn recht, vaak tegen betaling van een geldsom. Krachtens art 7:20 is verkoper gehouden die geldsom aan de derde te betalen voor zover deze redelijk is.
In de tweede plaats bepaalt art. 7:21 dat als een zaak niet feitelijk beantwoordt aan de overeenkomst krachtens art 7:17. De koper het volgende kan vorderen:
Aflevering van het ontbrekende (sub a), hetgeen kosteloos en binnen een redelijke termijn dient te gebeuren overeenkomstig art 7:21 lid 2 jo lid 3.
Herstel (sub b)
Dit kan alleen worden gevorderd indien de verkoper hier redelijkerwijs aan kan voldoen. Hierbij wordt gekeken naar de waarde van de zaak in relatie tot de kosten van herstel. De koper heeft geen expliciet recht op een gratis vervangende zaak tijdens de herstelperiode, maar dat kan wel voortvloeien uit de verplichting de zaak binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast te herstellen krachtens art 7:21 lid 3.
Vervanging (sub c)
Dit houdt in dat de koper in principe een nieuw product kan eisen, tenzij het slechts een onbeduidend gebrek betreft. Indien de non-conforme zaak extra beschadigd is geraakt in de periode dat de koper nadacht om de zaak te retourneren, dan is vervanging geen mogelijkheid. Derhalve is art 7:10 lid 4 omtrent zorgvuldige schuldenaar relevant.
Voor alle drie geldt dat dit moet gebeuren zonder overlast en binnen een redelijke termijn (art. 7:21 lid 3).
Schadevergoeding (art. 6:74, 95 jo. 7:24, 35, 36, 37)
Dit is alleen mogelijk indien er sprake is van een toerekenbare tekortkoming (zie art. 6:74, 75 en 81). Indien de verkoper bepaalde eigenschappen van het product in een garantie heeft gezet, komt een tekortkoming sowieso voor zijn rekening, ongeacht of hij verwijtbaar heeft gehandeld. Welke schadeposten en hoeveel schade in aanmerking voor vergoeding komen wordt in art. 6:95 e.v. beantwoord. Voor consumentenkoop geldt de speciale regel van art. 7:24. Daarnaast geven art 7:36 jo 7:37 aan dat bij koop twee bijzondere vormen van schadevergoeding mogelijk zijn:
Dagprijs
Aanvullende schadevergoeding bij ontbinding van de koop van zaken is gelijk aan het verschil tussen de koopprijs en de dagprijs (art. 7:36). Gezien in principe irrelevant is welke schade de koper daadwerkelijk geleden heeft, wordt hier gesproken van een objectieve of abstracte schadeberekening.
Dekkingskoop
Schadevergoeding kan ook concreet worden vastgesteld op het niveau van een redelijke ‘dekkingskoop’. Dit is de koop waartoe moest worden overgegaan omdat de oorspronkelijke koop niet doorging.
De koper mag kiezen voor art 7:36 of 7:37. Ten aanzien van beide vormen van schadevergoeding geldt eveneens dat een eventuele hogere schade ook nog voor vergoeding in aanmerking komt.
Ontbinding (art. 6:265 jo. 7:22)
Dit heeft een wederzijdse ongedaanmakingsverbintenis tot gevolg, waarbij de koper het geleverde product moet teruggeven en de verkoper de koopprijs moet restitueren, eventueel samen met een aanvullende scahdevergoeding. Voor ontbinding moet de schuldenaar krachtens art 6:265 lid 2 eerst in verzuim zijn en dient degene die wil ontbinden eerst een ingebrekestelling uit te brengen overeenkomstig art 6:81. Ook partiële ontbinding (prijsvermindering) is mogelijk. Dit komt van pas als de zaak gebrekkig is, maar de koper haar toch wil houden.
O.g.v. art. 7:23 lid 1 moet de koper de verkoper binnen bekwame tijd op de hoogte stellen nadat hij heeft ontdekt/had behoren te ontdekken (onderzoeksplicht!) dat het gekochte niet aan de overeenkomst beantwoordt. De koper die niet voldoet aan deze klachtplicht, verliest al zijn rechten en kan dus geen nakoming/ontbinding/schadevergoeding eisen. De lengte van de termijn staat niet vast en is o.a. afhankelijk van de vraag of het gebrek eenvoudig was te ontdekken of pas na het gebruik van de gekochte zaak te ontdekken was.
Uit art. 7:23 lid 2 volgt dat de koper die aan zijn klachtplicht heeft voldaan, nog twee jaar de tijd heeft om een rechtsvordering in te stellen. Daarna is het verjaard.
2.6 Verplichtingen koper
De koper moet de koopprijs betalen (art. 7:26 lid 1). Indien de koopprijs niet is vastgelegd is een ‘redelijke’ prijs verschuldigd (art. 7:4). Uitgangspunt is dat contant wordt betaald op het moment van aflevering (art. 7:26 lid 2), maar hiervan kan worden afgeweken.
De koper is niet verplicht om de zaak in ontvangst te nemen, maar doet hij dit niet dan raakt hij in schuldeisersverzuim (art. 6:58). Wanneer hij de zaak wel in ontvangst neemt, maar deze voldoet niet aan de overeenkomst, dan mag de koper de zaak terugsturen, ofwel omdat hij een nieuwe zaak wil, ofwel omdat hij de overeenkomst wil ontbinden. Tot die tijd dient hij als een goed schuldenaar voor het behoud van de zaak te zorgen (art. 7:29). Gaat het om een bederfelijke zaak, dan moet de koper deze op geschikte wijze verkopen (art. 7:30).
2.7 Niet-nakoming koper
De verkoper kan in dit geval de volgende rechtsvorderingen instellen: opschorting eigen verplichting, nakoming, ontbinding en schadevergoeding.
Krachtens art. 7:33 is de weigering van de koper om een zaak -waarvan de aflevering op een bepaalde dag essentieel is- in ontvangst te nemen, een grond voor ontbinding. De verkoper kan de koop schriftelijk ontbinden, indien van tevoren al duidelijk is dat niet zal worden nagekomen (art. 7:34), ingeval ontbinding krachtens art 6:80 ipv 6:265 zal plaatsvinden.
Een vorm van ontbinding is het recht van reclame (art. 7:39). Gebruikmaking van dit recht leidt ertoe dat de verkoper zijn eigendomsrecht herkrijgt en de verkochte zaak als zijn eigendom kan revindiceren. Zo wordt een verkoper door tussentijd faillissement van koper niet wordt benadeeld. Het kan alleen worden ingeroepen onder de volgende voorwaarden:
De prijs is niet (volledig) betaald en er is aan art. 6:265 voldaan ,inclusief de verzuimregeling.
Het gaat om een roerende zaak/niet-registergoed die aan de koper is afgeleverd;
De afgeleverde zaak moet zich nog in dezelfde staat bevinden (art. 7:41)
Het reclamerecht moet zijn ingeroepen binnen 6 weken na de vordering tot betaling en binnen 60 dagen nadat de zaak is opgeslagen (art. 7:44)
Het kan ook worden ingeroepen tegen degene aan wie de zaak door de eerste koper in eigendom is overgedragen of aan wie een beperkt zakelijk recht is verleend (zie art. 7:39: een ‘rechtsverkrijger’). Art. 7:42 beschermt deze rechtsverkrijger echter, indien cumulatief aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Er werd geleverd door bezits- of machtsverschaffing aan de rechtsverkrijger.
De zaak is niet in handen van de eerste koper gebleven.
De overdracht aan de rechtsverkrijger geschiedde tegen betaling ofwel anders dan om niet.
De rechtsverkrijger was te goeder trouw en kon het inroepen van het reclamerecht redelijkerwijs niet verwachten.
De verkoper die vergoeding van schade door niet-nakoming van de verplichtingen van de koper wenst, is aangewezen op art 6:74 e.v. jo 6:95 e.v. (inclusief bepalingen over wettelijke rente bij vertraagde betaling art 6:119 jo 119a). Eveneens zijn de artikelen 7:36, 37 en 74 e.v. van toepassing.
2.8 De consumentenkoop
In beginsel is titel 7.1 van aanvullend recht. Een uitzondering wordt gemaakt voor de zogenaamde consumentenkoop (zie art. 7:6). Omdat art 7:6 louter is bedoeld ter bescherming van de consument, is elk strijdig contractueel beding vernietigbaar krachtens art 3:40 lid 2. De bepaling is bedoeld op één van de contractspartijen te beschermen, namelijk de consument, dus zijn strijdige bedingen vernietigbaar maar niet nietig. Hier zijn extra beschermingsregels aan gewijd, omdat de consumentkoper vaak zwakker en slechter ingelicht is. Van sommige artikelen mag wel worden afgeweken, maar dan alleen in een individuele afspraak en niet in algemene voorwaarden (art. 7:6 lid 2). De algemene voorwaarden krachtens art 6:231 e.v. behoren ook consumenten te beschermen tegen onredelijke clausules, maar dat beroep is minder gunstig dan een beroep op 7:6 jo 3:40 lid 2. Het exoneratiebeding uit algemene voorwaarden wordt enkel vermoed onredelijk bezwarend en dus vernietigbaar te zijn. De verkoper kan daarbij nog aanvoeren dat het beding wel gerechtvaardigd is, terwijl dat bij art 7:6 jo 3:40 lid 2 niet het geval is.
Bij een consumentenkoop (art. 7:5) moet het gaan om (a) de koop van een roerende zaak, (b) waarvan de koper een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en (c) waarvan de verkoper wel moet handelen in de uitoefening van een (vrij) beroep of bedrijf
Bij een consumentenkoop is verkoper niet verplicht het gekochte product bij de consumentkoper te bezorgen. Komen partijen overeen dat de verkoper de zaak thuis bezorgt, dan kunnen hiervoor slechts kosten in rekening worden gebracht indien deze bij het sluiten van de overeenkomst zijn opgegeven (art. 7:13 afwijkend van art 7:12). Indien de zaak bij de consument wordt bezorgd door de verkoper of een door de verkoper aangewezen vervoerder, dan komt een achteruitgang van de zaak pas voor rekening van de koper op het moment van de feitelijke bezorging, ook al was de zaak in juridisch opzicht eigenlijk al geleverd (art 7:11)
Bij de conformiteitseis (art. 7:17) geldt bij een consumentenkoop een drietal bijzondere regels:
Art. 7:18 lid 1: Naast de mededelingen die door de verkoper zijn gedaan, moet ook gelet worden op serieuze mededelingen die openbaar zijn gemaakt door/t.b.v. een vorige professionele verkoper (zoals bijv. reclame-uitingen).
Art. 7:18 lid 2 (omkering van de bewijslast): De zaak wordt vermoed non-conform te zijn geweest, indien de zaak binnen 6 maanden na aflevering gebrekkig raakt. De verkoper moet dan aannemelijk maken dat het gebrek niettemin na de aflevering is ontstaan.
Art. 7:18 lid 3: Een gebrekkige montage/montagevoorschriften waardoor de zaak beschadigd raakt, worden gelijk gesteld met non-conformiteit.
Bij de consumentenkoop gelden speciale voorwaarden t.a.v. nakoming, ontbinding en schadevergoeding.
Art. 7:21: nakoming: De consumentenkoper heeft eerder recht op nakoming. Een vordering tot herstel/vervanging wordt altijd toegewezen, tenzij blijkt dat dit onmogelijk is of niet van de verkoper kan worden gevergd (lid 4&5). Daarbij moet gelet worden op de warde van de zaak, de mate van afwijking van het overeengekomene en de vraag of de uitoefening van een ander recht geen ernstige overlast voor de koper veroorzaakt. Indien niet binnen een redelijke termijn na een schriftelijke aanmaning is hersteld, kan de consumentkoper de zaak door een derde laten repareren (lid 6). De kosten komen dan voor rekening van de verkoper. Voor het overige gelden de regels uit art 7:21 onverkort.
Art. 7:22: ontbinding: De consumentenkoper heet een beperkter recht op ontbinding. Dit kan namelijk pas nadat herstel/vervanging onmogelijk is gebleken. Zijn deze opties niet mogelijk, dan is geen ingebrekestelling meer vereist.
Art. 7:24: schadevergoeding: De normale eisen uit art. 6:74 e.v. gelden (lid 1). De producent van een zaak met een veiligheidsgebrek is aansprakelijk voor schade door dood/lichamelijk letsel (ook immateriële schade ex. art. 6:106) én voor schade die een dergelijk gevaarlijk product toebrengt aan een andere zaak die in de privé-sfeer wordt gebruikt, mits deze laatste schade hoger is dan €500 (lid 2). De verkoper is dus niet aansprakelijk, maar de producent. Behalve bij transactieschade (aan het gebrekkige product zelf) of onder de grens van €500 (de zgn. ‘franchise’). Soms zijn beiden aansprakelijk en kan de consument kiezen wie hij aanspreekt. Namelijk indien de verkoper het veiligheidsgebrek kende/behoorde te kennen, of indien de verkoper de afwezigheid van het gebrek had toegezegd.
Sommige consumenten zijn bereid om tegen betaling een garantie voor een aantal jaren bij te kopen. In zo’n garantie wordt toegezegd dat het product bepaalde eigenschappen heeft. Vaak is het zonde omdat het de rechten van de consument t.o.v. de wettelijke regeling niet altijd uitbreidt. Wel is het handig voor de bewijslast, want zodra de consument dat de gekochte zaak niet werkt zoals in de garantie wordt toegezegd, zal het product zonder meer vervangen of gerepareerd worden. Zonder garantie zal de consument moeten bewijzen dat het gebrek het gevolg was van een tekortkoming van de verkoper. In art. 7:6a staan een aantal formele eisen waaraan een garantie moet voldoen. Zij mag de rechten van de koper in ieder geval niet beperken. Art 7:6 voegt daar aan toe dat van o.a. het conformiteitsvereiste krachtens art 7:17 en rechten uit art 7:21 en art 7:24 niet ten nadele van de consument kan worden afgeweken. Een garantie van de producent, versterkt meestal wel de positie van de koper, gezien de koper dan de verkoper en producent kan aanspreken.
Bij een consumentenkoop geldt geen onderzoeksplicht. De koper moet slechts binnen een bekwame tijd na de daadwerkelijke ontdekking van het gebrek protesteren. Binnen 2 maanden is sowieso op tijd, maar iets langer kan ook nog tijdig zijn (art. 7:23 lid 1).
Art. 7:25 bepaalt dwingendrechtelijk dat een professionele verkoper zijn professionele voorschakel i.g.v. consumentenkoop aansprakelijk kan houden en dat een exoneratieclausule geen effect heeft.
De grootste verplichting van de koper is de betaling van de koopprijs. Hij kan hierbij hooguit worden verplicht om de helft van de koopprijs vooraf te betalen (art. 7:26 lid 2), tenzij individueel (dus niet via algemene voorwaarden) anders is overeengekomen. Een prijsverhogingsbeding (dat de verkoper de mogelijkheid biedt om de prijs van een –sterk in waarde fluctuerend- product tussentijds te verhogen) is slechts beperkt toelaatbaar (zie art. 7:35).
De consumentenkoop op afstand is geregeld in art. 7:46a t/m 46j. Wat het begrip ‘consumentenkoop’ op afstand inhoudt is neergelegd in art. 7:46a sub a&b. Een voorbeeld is de koop via internet. Het moet dan wel gaan om een website waarop bestellingen kunnen worden gedaan. Een enkele bestelling via e-mail is niet genoeg.
Voor aanbod en aanvaarding geldt art. 6:227c; de koper kan na het drukken op ‘OK’ de koop nog ontbinden totdat de verkoper de totstandkoming van de overeenkomst bevestigt. Totdat de verkoper een en ander bevestigt, kan de koper de koop nog ontbinden krachtens art 6:227c lid 2. Omdat de consumentkoper de zaak niet in werkelijkheid kan zien/testen rust op de verkoper een informatieplicht (art. 7:46c). Zo moeten de belangrijkste kenmerken van de zaak, de prijs, kosten van levering en identiteit van de verkoper aan de consument worden doorgegeven. De consumentkoper heeft een bedenktijd van 7 werkdagen na ontvangst van de zaak bij koop op afstand. Binnen deze termijn mag hij de overeenkomst –zonder opgaaf van redenen- beëindigen (art. 7:46d). Hij moet dan wel de terugzendkosten betalen (lid 2). Een aantal uitzonderingen zijn te vinden in lid 4.
De verkoper moet de zaak binnen 30 dagen na de bestelling leveren (art. 7:46f). Bedragen die frauduleus in rekening worden gebracht of d.m.v. misbruik van een betaalkaart, hoeft de koper niet te betalen, tenzij het misbruik aan hem zelf te wijten is (art. 7:46g).
2.9 De koop van een onroerende zaak
De gewone regels van de kooptitel zijn van toepassing (met uitzondering van de speciale regels voor consumentenkoop!). In art. 7:2 is het schriftelijkheidsvereiste neergelegd. (Dit geldt niet voor twee professionele contractspartijen). Zolang er tussen partijen geen akte is opgemaakt, is de koopovereenkomst niet geldig totstandgekomen (want nietig krachtens art. 3:39). De akte moet ter hand worden gesteld, maar een notariële akte is niet vereist. Gedurende 3 dagen na overhandiging van de akte heeft de koper het recht om de koopovereenkomst te ontbinden, ongeacht de reden (art. 7:2 lid 2).
In veel koopovereenkomsten met een particulier is de ontbindende financieringsvoorwaarde opgenomen. Deze houdt in dat wanneer de koper de financiering niet rond krijgt, de koopovereenkomst komt te vervallen op basis van art. 6:22. Op de koper rust wel een zekere inspanningsverplichting bij het bemachtigen van financiering.
Voor de eigendomsoverdracht van een registergoed is beslissend dat een notariële akte wordt opgemaakt, die wordt ingeschreven in de openbare registers. Pas op het moment van inschrijving is juridisch geleverd en gaat de eigendom over (art. 3:89). Als in de tussenperiode –zonder dat de koper het weet- het huis nogmaals wordt verkocht en de notariële akte eerder wordt ingeschreven, dan is de tweede koop geldig. Dit kan worden voorkomen door krachtens art. 7:3 de koopovereenkomst alvast in te schrijven in de registers (‘Vormerkung’). Dit is niet de echte inschrijving van de notariële akte ex. art. 3:89, maar zorgt er wel voor dat de eerste koper –ook in de tussentijd- het sterkste recht heeft.
De betaling bij de koop van onroerende zaken hoeft pas ná de inschrijving van de notariële akte te geschieden (art. 7:26 lid 3). De consumentkoper van een woning mag slechts beperkt tot vooruitbetaling van de koopsom worden verplicht (zie art. 7:26 lid 4 en art. 7:8 jo. 768).
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2560 |
Add new contribution