Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Emotional and Behavioural Disturbances hoorcollege 5

 

Hoorcollege 5: Autismespectrumstoornissen

 

In de prevalentie van autisme bestaan er verschillen in geografische plekken, maar SES heeft hierbij geen invloed. Niemand weet waar dit verschil precies door wordt veroorzaakt en zo zijn er nog wel meer dingen waar men de oorzaak nog niet voor heeft gevonden. Toch is er wel een verklaring voor de verschuiving in de statistieken van autisme. Zo is er nu een betere diagnose die verbreed is in de criteria.

 

Autisme types

Binnen autisme is er onderscheid te maken tussen vier verschillende types: het afzijdige type, het passieve type, het eigenaardige type en het formele type. Het afzijdige type leeft in zijn of haar eigen wereld en ziet deze als iets waar hij of zij niet in thuis hoort. Dit past bij de klassieke vorm van een autistische stoornis. Het passieve type maakt geen contact met anderen, maar accepteert het daarentegen wel als zij benaderd worden. Bij dit type is er vaak sprake van PDD. Het eigenaardige type karakteriseert zichzelf vooral door vreemde interacties. Zo kan een kind aan een vreemde vragen welke kleur onderbroek zij dragen en hierin oprecht geïnteresseerd zijn. Bij het formele type wordt er vooral gelet op het aanhouden van regels. Zo vier je een verjaardag alleen op de verjaardag zelf en niet het weekend erna of een dag ervoor. Het contact onderhouden met mensen gebeurt dan ook aan de hand van strikte regels. Asperger syndroom sluit bij dit type aan.

DSM-IV criteria

Om gediagnosticeerd te worden met autisme, moeten er moeilijkheden bestaan bij sociale interacties. Dit kan verschillende dingen bevatten, zoals het niet lachen of het tonen van een constante gezichtsuitdrukking. Kinderen kunnen bijvoorbeeld ook geen idee hebben wanneer of hoe zij een gesprek moeten starten en zij houden over het algemeen niet van interacties. Wanneer er wel sprake is van een interactie, is deze vaak eenzijdig waarbij de persoon met autisme geen antwoorden of reacties geeft. Daarnaast moet er volgens de DSM-IV sprake zijn in moeilijkheden bij communicatie. Hierbij gaat het meer om taalproblemen dan om interacties op zich. Zo moet er sprake zijn van een spraakontwikkeling die zich langzaam of niet ontwikkelt en herhalen zij zichzelf vaak (repetitief gedrag). Daarnaast kunnen zij hun eigen taal verzinnen en hebben zij moeite met rollenspellen of ‘doen alsof’. Bovendien moet er sprake zijn van moeilijkheden in gedrag of interesses. Zo zijn kinderen met autisme eerder gefascineerd of zelfs geobsedeerd met objecten en niet zozeer met personen. Wanneer een kind met autisme ontzettend dol is op de kleur oranje, moet en zal alles wat dit kind omgeeft oranje zijn.

 

DSM-IV diagnose

Bij het krijgen van diagnoses wordt er onderscheid gemaakt tussen de volgende types:

·       Autisme diagnose

·       Asperger

·       PDD-NOS

Voor een diagnose autisme moeten symptomen zich voor de leeftijd van vier jaar voordoen. Het minimum aantal symptomen is als volgt: Er moeten zich twee tekorten voordoen in sociale interactie, één tekort in communicatie en één tekort in stereotype gedrag of interesses. Voor een Asperger diagnose moet er, net als bij autisme, sprake zijn van moeilijkheden in sociale relaties. Dit hoeft echter niet zo prominent aanwezig te zijn als bij autisme. Ook de moeilijkheden in stereotype gedrag of interesses komen voor bij Asperger, maar er is geen sprake van taalachterstand of cognitief functioneren. Er is sprake van PDD-NOS, oftewel ‘Pervasive Developmental Disorder – Not Otherwise Specified’, wanneer er tijdens een diagnose niet aan alle DSM voorwaarden is voldaan. Vaak ontwikkelt deze stoornis zich pas later en daarnaast niet in dezelfde vorm en hevigheid als de andere twee stoornissen. Bij PDD-NOS is er bovendien vaak sprake van een langzame ontwikkeling en niet van een afwezige ontwikkeling. Bij het diagnosticeren kan er naast deze drie diagnoses tevens gekozen worden voor de ‘multi complex developmental disorder’, oftewel MCCD. Hierbij heeft een kind moeite met het reguleren van emoties, het opvangen van sociale signalen bij sociale interacties en hebben zij tevens moeilijkheden in hun denkvermogen. Vaak hebben zij een moeilijkheid om fantasie en werkelijkheid te onderscheiden en maken zij gekke sprongen in hun gedachtes.

 

DSM-V

In de DSM-V zijn er een aantal veranderingen opgetreden in vergelijking met de DSM-IV. Zo moeten de sociale tekorten zichtbaar zijn in verschillende contexten en moet er een specifiek gebrek zijn in de non-verbale communicatie bij sociale interacties. Daarnaast moeten symptomen al in de vroege kindertijd zichtbaar zijn en daarbij voor een benadeeld functioneren zorgen. Hiermee wordt bedoeld dat kinderen niet meer alledaags kunnen functioneren. Bovendien is er toegevoegd dat de symptomen niet verklaard mogen worden door mentale vertraging of globale achteruitgang in ontwikkeling.

 

Blindheid

Kinderen met autisme hebben last van, wat wij noemen, blindheid. Zij hebben bijvoorbeeld een gebrek in sociale vaardigheden waar joint attention (gezamenlijke aandacht) een belangrijke betekenis heeft. Daarnaast vinden zij het moeilijk om informatie te filteren en irrelevante informatie te verwijderen van wat werkelijk nuttig is. Het kan voor hun helpen om stereotype te denken om zo de gevoeligheid voor details te negeren. Zo kan er tegen een kind met autisme gezegd worden dat jongens wel tegen een stootje kunnen, maar dat er toch iets voorzichtiger omgegaan moet worden met meisjes.

 

Theory of Mind (ToM)

Bij de theory of mind gaat het erom dat je emotie herkenning hebt. Hierbij gaat het zowel om de eigen emoties als de emoties om jou heen en van anderen. Cognitieve empathie is hier ook een onderdeel van. Dit houdt in dat je moet kunnen begrijpen wat een ander persoon voelt en hierop kunnen inspelen. Mensen met autisme hebben nogal moeite om te begrijpen waarom mensen zich gedragen zoals zij doen en hebben om die reden moeite met empathie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                       

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Hartstikke fijn dat de aantekeningen er zijn! :)

Helder en duidelijk!

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Statistics
1525 1