Strafrecht 3 werkgroepuitwerkingen 2018/2019 week 3

Werkgroep 3 - Dagvaarding en tenlastelegging; processtukken

Aantekeningen

Op het moment dat een dagvaarding wordt uitgegeven wordt de rechter bij de zaak betrokken.

Artikel 6 EVRM

Recht op eerlijk proces houdt o.a. recht op tegenspraak in (right to adverarial proceeding).

Consequenties

1. Aanwezigheidsrecht. Dus informeren over tijd en plaats terechtzitting

  • NL: betekening dagvaarding

2. Recht op een ‘ informed promptly of the nature and cause of the accusation.’ Art 6 lid 3 sub a EVRM

3. Recht op ‘adequate time and facilities for the preparation of his defence.’  Art 6 lid 3 sub b EVRM

  • in NL dagvaardingstermijn (art 265 Sv)
  • in NL kennisneming van de processtukken  (art 30 e.v. Sv)

Functie tenlastelegging voor verdachte is:

Oproepen en informeren. Verdachte krijgt informatie waarvan hij wordt verdacht.

Eisen aan tenlastelegging:

  • feit, tijd, plaats, wettelijke voorschriften en omstandigheden moeten erin staan (art 261 lid 1 en 2 Sv)

Niet elke tijd feit en plaats is voldoende.

  • Voldoende duidelijk en concreet. Anders weet de verdachte nog steeds niet waarvan hij wordt verdacht. Het moet dus niet tegenstrijdig en obscuur zijn.
  • Zonder tijd feit en plaats is de tenlastelegging nietig. Zie de artikelen  138, 348 en 349 Sv. Als de wettelijke voorschriften ontbreken is dat niet nietig

Verschillende soorten tenlasteleggingen

Primaire/subsidiaire tenlastelegging:  gaat over één gebeurtenis, bijvoorbeeld iemand om het leven brengen. Primair moord, subsidiair doodslag en meer subsidiair dood door schuld. Op die manier voorkom je dat de verdachte wordt vrijgesproken als er geen voorbedachte rade is.

  • Cumulatieve tenlastelegging: verschillende strafbare gebeurtenissen. Maandag een diefstal, dinsdag een diefstal en woensdag een mishandeling. De rechter behandelt deze delicten dan allemaal tegelijkertijd. Dat is vooral efficiënt.
  • Alternatieve tenlastelegging:  variant op primair/subsidiair. Zelfde gebeurtenis. Die zegt eigenlijk: kies maar rechter welke je het meest toepasselijk vindt. Diefstal of heling, rechter moet zelf maar uitzoeken welke het is.
  • Deze tenlasteleggingen zijn allemaal vanuit het perspectief van de verdachte.

Functie tenlastelegging voor rechter is: grondslag bieden voor oordeel

1) Efficiëntie. De rechter hoeft er niet op in te gaan als een verdachte in een zaak zegt dat hij nog een diefstal heeft gepleegd als dat hem niet is ten laste is gelegd.

2) Rechtszekerheid verdachte. Rechter mag niet zomaar afwijken van de grondslag, anders kan de verdachte zich niet goed voorbereiden op de verdediging

3)Opportuniteitsbeginsel OM. OM heeft vervolgingsmonopolie. De rechter moet dat respecteren.

Gevolgen grondslagfuncties

1. Rechter is gebonden aan feiten (cause) in tenlastelegging. Hij mag niet meer of andere feiten bewezen verklaren dan ten laste zijn gelegd.

2. Rechter is (in beginsel) gebonden aan juridische grondslag (nature) in tenlastelegging. Hij mag geen andere bestanddelen bewezen verklaren dan in tenlastelegging staan.

Nadelen zeer strenge grondslag

                1. Er volgt al snel vrijspraak of OVAR als er een verkeerde plaats in de tenlastelegging stond

                2. Onleesbare tenlasteleggingen. Het bevat namelijk alle bestanddelen.

Mogelijkheden om onwenselijke vrijspraak te voorkomen:

  • Voorafgaand aan de beraadslaging kan de OvJ de tenlastelegging wijzigen op grond van artikel 312 en 313 Sv. Zolang het maar gaat om hetzelfde feit.
  • Interpretatie van begrippen in tenlastelegging

Bijvoorbeeld aannemen kennelijke schrijffout/kennelijke misslag. Voorwaarden: kennelijke strekking, niet onbegrijpelijk en duidelijk

  • Versoepeling binding
  • Partieel vrijspreken (uitstrepen). Dit moet wel binnen de stafrechtelijke grenzen en feitelijke grenzen gebeuren.
  • Strafrechtelijke grenzen: rechter mag geen bestanddelen wegstrepen zolang het gevolg is dat er een wezenlijk ander feit, een zwaarder feit of geen feit bewezen wordt verklaard. Lichter feit mag wel. Bijvoorbeeld: bij moord, dan mag je voorbedachte rede wegstrepen en dan blijft er doodslag over.
  • Feitelijke grenzen:  de rechter mag niet wezenlijk afwijken van de wezenlijke toedracht. Als hij door het wegstrepen zou uitkomen op een ander feitencomplex, dan is dat niet toegestaan. Bijvoorbeeld: bij mishandeling kan je niet wegstrepen dat het gebeurd is door het schoppen terwijl het eigenlijk door het slaan was.

 

Naar aanleiding van de entreeopdracht:

Voor een fietsendiefstal is de plaats Groningen te breed, het is belangrijk om te weten waar het precies is gepleegd.  Er kan gewijzigd worden door de OvJ of op vordering van de OvJ, dan moet het echt gaat om dezelfde gebeurtenis. Dat is erg belangrijk. Artikel 312 Sv is zelden van toepassing, wettelijke strafverzwaringstoestand. Bijvoorbeeld: mishandeling en het slachtoffer overlijdt, dan is dat een strafverzwarende grond. Diefstal en diefstal met braak valt daar niet onder.

 

Processtukken

Definitie in artikel 149a lid 2 Sv. Het is van belang dat de verdachte zijn eigen verdediging kan voorbereiden. Dus hij moet ook weten waar zijn bewezenverklaring op is gebaseerd.

Zie verder artikel 33, 30 lid 1 en 301 lid 4 Sv.

Vanaf de dagvaarding heb je recht op kennisneming van alle processtukken. Uitzonderingen daargelaten

Vooronderzoek: in beginsel recht op processtukken, soms wel uitzondering als het gaat om het belang van het onderzoek.

Het onderzoek ter terechtzitting is voornamelijk een papieren proces. Er zijn ook documenten die de rechter niet nodig heeft om zijn beslissingen op te beoordelen. Soms zijn die wel relevant voor de verdediging. Zoals de fotoboeken in arrest Dev Sol. Dat fotoboek is geen processtuk. De rechter gaat die fotoboeken niet gebruiken voor beoordeling van de zaak. Toch heeft de verdachte wel recht op toegang tot die fotoboeken, om de betrouwbaarheid van het bewijs te beoordelen. In casu mocht alleen de raadsvrouw de fotoboeken inzien, rekening houdend met het belang van het onderzoek.

 

Algemene vragen

 

  1. Onder welk artikel uit het EVRM valt het recht voor de verdachte om de mogelijkheid te hebben van te voren van de gedingstukken kennis te nemen?

Artikel 6 lid 3 sub b EVRM

 

2.       Wat zijn processtukken?

Alle stukken die voor door de zittingsrechter te nemen beslissingen redelijkerwijs van belang kunnen zijn.  Artikel 149a lid 2 Sv

 

3.         a. Welke rechten heeft de verdachte inzake de kennisneming van processtukken voorafgaande aan de dagvaarding?

             De verdachte heeft recht op kennisneming van de processtukken. Artikel 30 lid 1 Sv bepaalt dat die kennisneming in elk geval wordt toegestaan vanaf het eerste verhoor na aanhouding, maar volgens artikel 30 lid 3 Sv mag voor bepaalde processtukken de kennisneming ervan worden onthouden. De kennisneming van de stukken mag alleen worden beperkt als de waarheidsvinding gevaar zou lopen indien de verdachte te vroeg van de precieze stand van het onderzoek op de hoogte raakt.

 

             b. Welke rechten heeft de verdachte inzake de kennisneming van processtukken na de dagvaarding? 

Tijdens het voorbereidend onderzoek beslist de OvJ over de kennisneming van de processtukken. Het verzoek daartoe moet de verdachte dan ook tot hem richten (art 30 lid 1 Sv).

4.         Dient de voorzitter van de rechtbank altijd alle processen-verbaal, verslagen van deskundigen en andere stukken uit het dossier voor te lezen tijdens de terechtzitting?

Nee, omdat alle procesdeelnemers de stukken toch al kennen, kan met een mededeling van de korte inhoud worden volstaan (art 301 lid 3 Sv).

 

  1. Stelling: De tenlastelegging moet altijd opgesteld worden in de moedertaal van de verdachte of voorzien zijn van een schriftelijke vertaling. Juist of onjuist?

Onjuist, de tenlastelegging moet in het Nederlands zijn opgesteld, ook als de verdachte die taal niet machtig is.

 

6.         Waarom wordt in Nederland bij het opstellen van een tenlastelegging de delictsomschrijving zoveel mogelijk overgeschreven?

             Er moet voorkomen worden dat de tenlastelegging niet alle bestanddelen bevat van het strafbare feit dat zou zijn gepleegd. Anders kan de op die tenlastelegging gebaseerde bewezenverklaring niet gekwalificeerd worden als een strafbaar feit.

7.            Waar in de wet is vastgelegd dat de tenlastelegging in de dagvaarding staat?

Artikel 261 Sv schrijft voor dat de dagvaarding een opgave van het feit behelst dat ten laste wordt gelegd, met vermelding omstreeks welke tijd en waar ten plaatse het begaan zou zijn.

 

8.        Wat is het gevolg als een tenlastelegging niet voldoet aan de in art. 261 Sv gestelde eisen?

Nietigheid van de dagvaarding.

 

9.         Welke functie heeft de tenlastelegging in het onderzoek ter terechtzitting voor de verdachte en de rechter?

             Grondslagfunctie. De rechter beantwoordt de formele en materiële vragen op de grondslag van de tenlastelegging.

10.       Voldoet de tenlastelegging die luidt dat ‘verdachte op 1 augustus 2009 op de Grote Markt te Groningen Piet Janssen heeft mishandeld’ aan de wettelijke eisen?

             Nee, er moet ook een tijd staan. Dit is onvoldoende concreet en duidelijk. Het begrip mishandeling levert onvoldoende houvast op waarvan de verdachte wordt verdacht. Er zijn veel verschillende vormen van mishandeling en verschillende uitkomsten ervan.

11.          Noem drie soorten samengestelde tenlasteleggingen.

Cumulatief: een tenlastelegging die aanstuurt op veroordeling ter zake van twee of meer   delicten naast elkaar

Primair/subsidiair: stuurt aan op veroordeling ter zake van één van de erin verwerkte delicten.

Alternatief: stuurt aan op veroordeling ter zake van één van de erin verwerkte delicten, maar schrijft de rechter niet een bepaalde volgorde voor waarin de verschillende onderdelen moeten worden onderzocht.

 

12.      Op hoeveel veroordelingen stuurt een primaire/subsidiaire tenlastelegging aan?

             Het gaat om één veroordeling

13.       Op grond van welk artikel kan de officier van justitie tijdens het onderzoek ter terechtzitting vorderen dat de tenlastelegging wordt gewijzigd?

             Artikel 313 Sv

14.       Mag de rechter een buiten de tenlastelegging gebleven, maar met wettige bewijsmiddelen te bewijzen delictsbestanddeel in de bewezenverklaring opnemen?

             Ja, het is niet per se vereist dat de desbetreffende wetsterm in de tenlastelegging is terug te vinden.

15.      Noem een voorbeeld van een kennelijke schrijffout.

             Als één letter of cijfer verkeerd is.

16.       Mag de rechter een niet te bewijzen deel van de tenlastelegging dat een bestanddeel verwoordt ‘uitstrepen’ als de overblijvende omschrijving een heel ander delict oplevert dan waarop de oorspronkelijke omschrijving zag?

             Nee, de rechter mag passages in de tenlastelegging niet uitstrepen of bijstellen als hij daardoor tot een bewezenverklaring zou komen die geen strafrechtelijk verwijt meer inhoudt of een wezenlijk ander strafrechtelijk verwijt behelst dan de tenlastelegging uitdrukte.

17.       Stel de rechtbank oordeelt dat van het tenlastegelegde feit moord alleen het bestanddeel met voorbedachte raad niet bewezen is. Moet de rechtbank dan voor doodslag veroordelen?

             Ja, doodslag is een lichter equivalent – d.i.: een minder strafwaardig delict waarvan de bestanddelen worden omsloten door het strafwaardiger delict – van de tenlastegelegde moord. De rechter moet dan voor doodslag veroordelen, gesteld dat de overige vragen van art. 350 Sv geen beletsel opleveren, omdat alle delictsbestanddelen van doodslag immers zijn vervuld

 

 

Arresten

 

Dev Sol

1.            Welke delicten hebben de rechtbank en het hof bewezen verklaard?              

                Diefstal met geweld.

2.            Bij de opsporing is gebruik gemaakt van fotoboeken. Daarin zouden foto’s staan van de leden van de organisatie Dev Sol. Welk verzoek doet de verdediging met betrekking tot deze fotoboeken?

                Om deze fotoboeken als processtukken aan te merken

3.            Zowel de rechtbank als het hof wijzen dit verzoek af. Waarom?

Dit opsporingsbelang houdt in casu in dat het Openbaar Ministerie belang heeft bij geheimhouding van de identiteit van de overige personen van wie de foto’s in die fotoboeken voorkomen, in verband met toekomstig onderzoek naar afpersingsactiviteiten van deze (criminele) organisatie. Het belang dat de verdachte heeft bij inzage – ter controle of de voor hem belastende herkenningen wel op betrouwbare wijze is tot stand gekomen – weegt daar niet tegen op.

4.            In cassatie wordt hierover geklaagd. Welke stukken moeten volgens de HR als processtukken worden aangemerkt?

                Stukken die redelijkerwijze van belang kunnen zijn hetzij in voor de verdachte belastende hetzij in voor hem ontlastende

5.            Hoe oordeelt de HR over de beslissing van het hof dat de fotoboeken niet als processtukken kunnen worden aangemerkt?

Dat het oordeel van het hof geen blijk geeft van een verkeerde rechtsopvatting en ook niet onbegrijpelijk is.

 

6.            De verdediging moet de betrouwbaarheid en de rechtmatigheid van de verkrijging van het bewijs kunnen beoordelen. Is dit een reden om een afschrift van de fotoboeken aan de verdediging te geven?

                Nee. Als de verdediging de betrouwbaarheid of rechtmatige verkrijging van een bewijsmiddel betwist, dan mag de kennisneming van documenten aan de hand waarvan dat vraagpunt kan worden beoordeeld in beginsel niet worden onthouden aan de verdediging. Maar dat betekent niet dat zowel de verdachte als de raadsman zonder meer aanspraak heeft op een afschrift of kennisneming van een hulpmiddel dat door de politie is gebruikt of van andere documentatie. Zo kan het zijn dat het belang van de verdachte tot kennisneming moet wijken voor een zwaarwegender belang, zoals de door de rechtbank en het hof gemaakte afweging illustreert. De ten aanzien van de zaak Dev Sol gekozen oplossing om enkel de raadsvrouw de gelegenheid te geven kennis te nemen van de inhoud van de fotoboeken, krijgt instemming van de HR

 

Amsterdams Experiment I

1.            Voldoet de tenlastelegging aan de eisen van art. 261 Sv. en art. 6 lid 3 onder a EVRM?

                Ja, er staat een tijd, plaats en feit in. Dus de tll voldoet aan de eisen van artikel 261 Sv. Hetzelfde geldt voor het EHRM, de nature en de cause staat erin.

2.            In welk opzicht wijkt de tekst van de bewezenverklaring af van de tekst van de tenlastelegging?

                De bestanddelen opzettelijk en wederrechtelijk staan niet woordelijk in de tenlastelegging, maar wel in de bewezenverklaring.

3.            Hoe staat de Advocaat-Generaal daar tegenover?

Geen bezwaar, aangezien die termen al in de t.l.l. liggen besloten; het Hof heeft die termen slechts geëxpliciteerd en dat mag. Volgens de A-G is de bewezenverklaring dan ook gegrond op de tenlastelegging: er is niets bewezenverklaard dat niet is tenlastegelegd.

4.            Hoe kijkt de Hoge Raad daar tegenaan?

Volgens de Hoge Raad kan vernielen naar algemeen spraakgebruik ook anders geschieden dan opzettelijk en wederrechtelijk. De wetsterm vernielen is in zowel art. 350 Sr als de tenlastelegging in die ruime betekenis gebruikt. Het Hof is er niet van uitgegaan dat het een kennelijke schrijffout in de tenlastelegging betrof. Met het opnemen van de bestanddelen opzettelijk en wederrechtelijk in de bewezenverklaring, wordt de grondslag van de tenlastelegging verlaten.

N.B:Je mag geen bestanddelen erin lezen als dat niet mogelijk is om dat er in te lezen. Bestanddelen mogen niet door de rechter ambtshalve worden toegevoegd.

5.            Wat is in casu het gevolg van het ontbreken van een bestanddeel in de tenlastelegging?

                Dat moet leiden tot een OVAR, omdat het bewezenverklaarde in dat geval niet als strafbaar feit kan worden gekwalificeerd (omdat twee bestanddelen ontbreken). Het bewezenverklaarde feit is dus niet strafbaar

 

Rotterdamse Hennepkweker

1.            Waarom meent de Hoge Raad dat de rechter de grondslag van de tenlastelegging niet heeft verlaten?

                Uit het verhandelde ter terechtzitting zowel in hoger beroep als in eerste aanleg blijkt dat bij de verdachte, die een verklaring heeft afgelegd omtrent de hennepkwekerij die hij in zijn toenmalige huurwoning in Rotterdam had, geen onduidelijkheid heeft bestaan omtrent hetgeen hem werd verweten en met name ook niet waar ter plaatse de verweten gedraging zich heeft voorgedaan.

Zulks in aanmerking genomen en voorts dat hetgeen waarvan is vrijgesproken voor de krachtens de art. 348 en 350 Sv door de rechter te geven beslissingen niet van belang is, heeft het Hof door bewezen te verklaren dat het feit is begaan te Rotterdam in een pand, doch niet dat dat pand was gelegen aan de Groene Hilledijk, niet een ander feit bewezenverklaard dan was tenlastegelegd en dus de grondslag van de tenlastelegging niet verlaten.

N.B. Dit arrest is van groot belang. Omdat voordat dit arrest er was, er werd vrijgesproken als er in de tll stond dat een verdachte in de linkerberm was aangereden en dat dat daadwerkelijk was gebeurd in de rechterberm. Volgens de HR je mag toch delen van de tll wegstrepen, als het maar voor de verdachte duidelijk is waar hij zich voor moet verdedigingen.

2.            Stel: de rechtbank wordt in een zaak geconfronteerd met een fout in de tenlastelegging. Ze ziet dat in de tenlastelegging een nadere plaatsbepaling is opgenomen waarvan de verdachte moet worden vrijgesproken. De desbetreffende nadere plaatsbepaling is echter niet van belang voor de krachtens art. 348 en 350 te nemen beslissingen.

                Stelling: gezien het arrest Rotterdamse Hennepkweker mag de rechtbank de verdachte niet meer algeheel vrijspreken. Is deze stelling geheel of gedeeltelijk (on)juist?

                Juist, mits er bij de verdachte op dat punt geen onduidelijkheid bestaat (het eerste van beide criteria). De rechter moet dat ambtshalve onderzoeken. Als aan beide voorwaarden is voldaan – er bestaat noch onduidelijkheid bij de verdachte noch het vraagpunt is van belang in het kader van art. 348 en 350 Sv – dan moet alleen van de nadere plaatsaanduiding worden vrijgesproken

 

 

Oefenvragen

 

Casus 1

 

Aan Harry Dijkstra is onder verwijzing naar 311 lid 1 sub 5 Sr ten laste gelegd:

 

‘Dat hij op of omstreeks 12 oktober 2012 omstreeks 03.00 uur aan de Oosterstraat 14B te Groeningen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee laptops, twee Ipads en een Xbox, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de bewoners Barend en Saskia B., waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van een valse sleutel, te weten het lidmaatschapspasje van zijn sportschool, althans enig plastic pasje’.

 

De raadsman merkt op de zitting op: ‘Uit het dossier blijkt dat mijn cliënt in Groningen heeft ingebroken. Daarom kan niet bewezen worden dat mijn cliënt, zoals in de tenlastelegging is gesteld in Groeningen een inbraak heeft gepleegd. Mijn cliënt weet niet eens waar die plaats ligt. Daarom moet een vrijspraak volgen.

 

1.            Zal de rechtbank verdachte vrijspreken?

Nee. Kennelijke schrijffouten mag de OvJ verbeteren zonder dat daarvoor wijziging van de tenlastelegging op vordering van de officier van justitie noodzakelijk is. De verdachte moet wel weten waar hij zich tegen moet verdedigen, ook als het gaat om een kennelijke misslag. Rechter mag bij aannemen schrijffout niet eens vrijspreken.

 

Stel: In zijn pleidooi zet de raadsman van Harold uiteen dat het gebruik maken van een ‘flippermethode’, waarbij met een pasje tussen de deur en de deurpost het slot wordt geopend, geen inbraak ‘door middel van een valse sleutel’ in de zin van art. 311 lid 1 sub 5 jo. 90 Sr oplevert. Hij stelt daarom dat de rechter niet tot een bewezenverklaring kan komen.

 

De rechter gaat mee met dit verweer. Toch komt hij tot de volgende bewezenverklaring:

 

‘Dat hij op 12 oktober 2012 aan de Oosterstraat 14B te Groningen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee laptops en een Xbox, toebehorende aan de bewoners Barend en Saskia B. (Artikel 310 Sr)’.

 

2.            Heeft rechtbank beslist op grondslag van de tenlastelegging? Ga in op alle relevante verschillen tussen de tenlastelegging en bewezenverklaring.

  • De tijd is weggelaten bij de bewezenverklaring. Je mag feitelijke omstandigheden wegstrepen als het geen essentiële bestanddelen zijn en dat het gaat om hetzelfde delict. In casu mag de tijd dus worden weggestreept.
  • Omstreeks is eruit gelaten. Dat mag. Omstreeks zijn alternatieven. Dan laat je aan de rechter welk alternatief hij kan kiezen.
  • Twee ipads zijn weggelaten. Blijkbaar is dat niet bewezen verklaard. Je kan het zien als een cumulatieve tenlastelegging, het maakt niet uit voor de rest als er eentje niet wordt bewezen maar de anderen wel.
  • Met een valse sleutel is ook weggehaald. Door het wegstrepen van het braak gedeelte, houd je een lichter feit over. Dat is namelijk diefstal. Dat mag

 

Casus 2

 

Peter is onderweg naar honkbaltraining op de honkbalvelden van Winschoten. Tijdens de reis piekert Peter over een cadeau voor zijn vriendin die de dag daarna jarig is. Hij heeft weinig geld en zijn vriendin wil een dure Louis Voutton tas. Dan ziet hij een vrouw lopen die precies de tas bij zich heeft die zijn vriendin wil hebben. Peter ziet een kans, pakt zijn honkbalknuppel en loopt op de vrouw toe. Hij heft de knuppel in de lucht en roept: "geef hier dat tasje, want anders leef je niet lang meer”. Overdonderd en angstig staat de vrouw haar tas af. Peter vervolgt zijn reis. Niet lang daarna wordt hij aangehouden door de agent die alles heeft zien gebeuren.

 

Peter wordt gedagvaard om voor de meervoudige kamer van de rechtbank te verschijnen. Wegens een bedreiging is aan Peter tenlastegelegd dat ‘hij op 23 maart 2017, in Winschoten, althans in de gemeente Oldambt, Merel De Jong heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde Merel dreigend de woorden toegevoegd: "geef hier dat tasje, want anders ben je nog niet jarig” en zich opzettelijk met een opgeheven honkbalknuppel dreigend begeven in de richting van die Merel.’

 

Na beraadslaging komt de rechtbank tot een veroordeling van Peter. De bewezenverklaring luidt dat ‘hij op 23 maart 2017, in de gemeente Oldambt, Merel De Jong heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde Merel dreigend de woorden toegevoegd: " geef hier dat tasje, want anders leef je niet lang meer” en zich opzettelijk dreigend met een opgeheven honkbalknuppel begeven in de richting van die Merel.’

 

In het kader van de straftoemeting benadrukt de rechtbank dat zij het de verdachte zwaar aanrekent dat hij het slachtoffer met de dood heeft bedreigd, en dat die bewezenverklaarde aard van de bedreiging van wezenlijke invloed is geweest op de duur van de opgelegde straf.

 

1.            Is de bewezenverklaring in overeenstemming met de Nederlandse grondslagleer?

                Wat de rechter bewezen verklaart is niet wezenlijk anders dan wat ten laste is gelegd. Er gaat hier om twee varianten van bedreiging, de rechter mag niet andere bestanddelen bewezen verklaren. Strafrechtelijke grenzen: rechter mag geen bestanddelen bewezen verklaren die niet zijn tenlastegelegd. De rechter mag niet wijzigen van een bedreiging van zware mishandeling, naar bedreiging tot het leven gericht. Mogelijk ook feitelijke grenzen overschreden: rechter heeft ‘leef je niet lang meer’ ipv ‘ben je nog niet jarig’ bewezen verklaard. Of dit mogelijk is hangt is hangt af van vraag of verdachte wist waartegen hij zich moest verdedigen.

2.            Is de bewezenverklaring in overeenstemming met de rechtspraak van het EHRM in het kader van art. 6 EVRM  over de binding aan de beschuldiging?

                Arrest Salvare de Torres. Verdachte werd vervolgd voor fraude. Hij werd uiteindelijk veroordeeld voor fraude in zijn hoedanigheid als ziekenhuisdirecteur. Dat is forsere straf dan alleen fraude. Volgens het hof is dat voorzienbaar, want dat is een logische vervolg van het feitencomplex. Je weet dat je ziekenhuisdirecteur bent en je weet dat je vanuit die functie fraude hebt gepleegd. Dus de verdachte kon zich goed genoeg voorbereiden voor zijn verdediging.

                Pellisier arrest: hier was het niet voorzienbaar voor verdachte dat hij ook opeens voor medeplichtigheid werd veroordeeld.

                Vanuit Salvare de Torres weet de verdachte dat hij wordt vervolgd op grond van bedreiging. Het gaat om het zelfde delict.

Vanuit perspectief Pellisier, is het wel anders. De wijziging is niet tijdens zitting besproken, onverwachte kwalificatie en onverwachte hogere straf.  Belangrijk om hier de arresten te noemen!

Casus 3

 

Isa wordt verdacht van moord dan wel doodslag op haar echtgenoot Frank. Zij is in maart 2015 aangehouden, in verzekering gesteld en daarna in voorlopige hechtenis gesteld. Eind 2015 is de voorlopige hechtenis onder voorwaarden geschorst. Het moordonderzoek is complex van aard en het onderzoek vordert gestaag. In de loop van het vooronderzoek – in juni 2016 – stuurt de officier van justitie een brief aan de raadsman van Isa waarin hij meedeelt dat, in het belang van het onderzoek, aan de verdachte voorlopig de kennisneming van bepaalde stukken wordt onthouden. De officier van justitie deelt verder mee dat hij verwacht de betreffende stukken over twee maanden te kunnen verstrekken. Het betreft resultaten op nadere onderzoeksvragen die aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zijn gesteld. Die vragen hadden betrekking op DNA-materiaal dat was aangetroffen op de kleding van Frank.

 

Isa en haar raadsman zijn het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, en zij willen daartegen een rechtsmiddel aanwenden.

 

1.            Welk rechtsmiddel kunnen Isa en haar raadsman aanwenden?

Isa kan een bezwaarschrift indienen tegen de beperking van het inzagerecht. Artikel 30 lid 4 Sv. De rechter-commissaris moet over het ingestelde rechtsmiddel beslissen. Hij vraagt zich af of de resultaten van de nadere onderzoeksvragen die aan het NFI zijn gesteld, kunnen worden aangemerkt als ‘processtukken’ in de zin van art. 30 Sv.

 

2.            Is hier naar uw mening sprake van processtukken in de zin van art. 30 Sv?

Een processtuk is een stuk die voor door de zittingsrechter te nemen beslissingen redelijkerwijs van belang kunnen zijn. Deze stukken gaan over het DNA dat aangetroffen is op de kleding van Frank en is daarom van belang voor de rechter inzake het bewijs.

 

De rechter-commissaris hoort zowel de verdediging als de officier van justitie. De raadsman voert aan dat het belang van de verdachte om haar verdediging voor te bereiden het zwaarst moet wegen. Het belang van het onderzoek kan nu niet zwaar meer wegen. De zaak loopt immers al anderhalf jaar; verdachte en getuigen zijn uitgebreid gehoord en door het onthouden van de stukken kan de verdediging bijvoorbeeld niet om een tegenonderzoek vragen.

 

De officier van justitie voert aan dat de nadere onderzoeksresultaten van het NFI op korte termijn in een expertmeeting zullen worden besproken. De verwachting is dat dit kan leiden tot het horen van nog niet eerder gehoorde getuigen. De officier van justitie vreest dat als de verdediging kennis neemt van deze onderzoeksresultaten, zij de getuigen zullen benaderen en de waarheidsvinding zullen belemmeren. Verder verwacht de officier van justitie dat het onderzoek in september 2016 zal zijn afgerond en dat de stukken dan aan de verdediging zullen worden verstrekt.

 

3.            Welke beslissing zal de rechter-commissaris naar uw mening moeten nemen?

                Dat de beslissing om de inzage van de processtukken in te perken onrechtmatig is. Het is namelijk zeer nadelig voor de verdediging als deze niet kennis kunnen nemen van de verklaringen van de getuige, tevens is er geen concrete aanwijzing dat de verdachte de waarheidsvinding zal belemmeren.

Access: 
Public

Image

Follow the author: iwanabosman
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Countries and regions:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
3165 1