Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Strafrecht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019

Vragen

Lees de onderstaande passage uit een arrest van de Hoge Raad en beantwoord de daaronder weergegeven vraag.

Vraag 1

Arrest

  1. Het middel klaagt dat het bewezenverklaarde opzet ontoereikend is gemotiveerd.
     
  2. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
    "hij in de periode van 18 juli 2011 tot en met 19 augustus 2011, te Utrecht en/of Apeldoorn, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
    • een model-werkgeversverklaring d.d. 19 juli 2011, afgegeven door BV [A] ten behoeve van [verdachte], en
    • een model-werkgeversverklaring d.d. 19 juli 2011, afgegeven door BV [A] ten behoeve van [medeverdachte], zijnde een model-werkgeversverklaring een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware die model-werkgeversverklaringen echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin, dat hij die model-werkgeversverklaringen heeft gevoegd of heeft doen voegen bij de stukken voor de aanvraag van een hypothecaire lening op het pand [a-straat 1] te Apeldoorn, en bestaande die valsheid hierin, dat in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
    • in de model-werkgeversverklaring ten behoeve van [verdachte] was vermeld dat geen sprake was van directeur- en/of aandeelhouderschap, en
    • in de model-werkgeversverklaring ten behoeve van [medeverdachte] was vermeld dat sprake was van een dienstverband tussen BV [A] enerzijds en [medeverdachte] anderzijds, waarbij [medeverdachte] de functie van directrice zou uitoefenen (art. 225-Sr)."
       
  3. Het Hof heeft voorts het volgende overwogen:
    "(...) Op de werkgeversverklaringen is informatie ingevuld die niet overeenkomt met de werkelijkheid. (...) Op het moment dat verdachte de werkgeversverklaring bij de ondertekende hypotheekofferte voegde had hij niet alleen kunnen maar ook moeten zien dat de verklaringen onjuist waren ingevuld. Door toch de werkgeversverklaringen bij de offerte te voegen heeft verdachte naar het oordeel van het hof met opzet gebruikgemaakt van een valselijk opgemaakt geschrift."
     
  4. Uit de bewijsvoering kan het opzet van de verdachte op het gebruikmaken van de valselijk opgemaakte werkgeversverklaringen niet worden afgeleid. De enkele omstandigheid dat de verdachte op het moment dat hij de werkgeversverklaringen bij de hypotheekofferte voegde "niet alleen [had] kunnen maar ook [had] moeten zien" dat de verklaringen onjuist waren ingevuld, kan de gevolgtrekking dat de verdachte daarvan met opzet gebruik heeft gemaakt, niet dragen. Het middel is terecht voorgesteld.

Vraag 1

Geef aan waarom de onder punt 3 opgenomen motivering van het Hof volgens de Hoge Raad niet dragend is voor het opzet. (5 pt.)

Vraag 2

Arrest

Faisal is de kersverse eigenaar en uitbater van een restaurant, een zaak zonder rechtspersoonlijkheid. In de eerste week bespreekt Faisal met al het personeel de regels omtrent het in acht nemen van voedselhygiene en het verbod om drank te schenken aan niet-volwassen personen.Hij zet uiteen dat de bediening moet vragen naar een id-bewijs als vermoed wordt dat een jongere onder de 18 jaar alcohol bestelt. Nadat een paar klanten hebben geklaagd over aangebrande falafels en flauwe couscous, wordt het de daaropvolgende weken steeds rustiger in het restaurant. Om het tij te keren, delen de obers, Jasper en Ari, en serveersters, Charlotte en Sophie, op verzoek van Faisal flyers uit en besluit Faisal om de menukaart ult te breiden door pizza's op het menu te zetten. Naast een 'falafel van de doordeweekse dag' wordt ook een 'pizza van de doordeweekse dag' geïntroduceerd. Bij deze actie geldt bovendien dat iedere tweede falafel of iedere tweede pizza gratis is bij bestelling van zes falafels of pizza's. Deze actie valt vooral bij eerstejaarsstudenten in de smaak. Verder wordt besloten om de drankkaart uit te breiden met lokaal bier. Bij de ingang van het restaurant hangt een bordje waarop de leeftijdsgrens die wordt gehanteerd voor het verstrekken van alcohol staat vermeld. Dit bordje heeft Jasper opgehangen in opdracht van Faisal.

Na een paar weken blijken de acties niet alleen goed aan te slaan bij studenten, maar ook bij middelbare scholieren. De bediening heeft het erg druk. Charlotte en Sophie ergeren zich aan het feit dat Faisal steeds vlak voor openingstijd een vergadering inplant met de bediening waarin hij de regels kort benoemt, terwijl volgens hen die tijd beter kan worden besteed aan het dekken van de tafels. Meerdere keren per week komen er grote groepen studenten eten in het restaurant. Charlotte vindt het te veel werk om altijd te controleren wie van de gasten wel en wie niet alcohol bestellen en of de gasten die wel alcohol willen drinken wel de 18 jaar zijn gepasseerd. Ari verafschuwt het feit dat Charlotte de regels aan haar laars lapt en licht Faisal daarover in. Faisal heeft vervolgens Charlotte daarop aangesproken en haar een waarschuwing gegeven. Charlotte heeft echter het idee dat zij meer fooi krijgt als ze niet naar id-kaarten vraagt bij een groep eerstejaarsstudenten. Zij vraagt daarom alleen nog maar naar een id-kaart als ze weet dat Faisal op haar let. Wanneer hij niet kijkt, laat zij die vraag achterwege bij een bestelling met alcohol.

Op een avond komt een groep scholieren falafels eten. Charlotte heeft de indruk dat de scholieren jonger zijn dan 18 jaar, maar nu Faisal een vrije dag heeft, vraagt ze niet of ze de id-kaarten van de scholieren, die allen een biertje bestellen, mag zien. Na het etentje in het restaurant vertrekken de scholieren. Later blijkt dat het avondje van de scholieren is geëindigd in comazuipen. Wanneer onderzoek wordt gedaan naar dit voorval, blijkt dat Charlotte degene was die aan het begin van de avond alcohol heeft geschonken aan deze vriendengroep van 16-jarigen.
Faisal, wordt als pleger vervolgd wegens het overtreden van art. 20 lid 1 Drank- en horecawet (een overtreding). Art. 20 lid 1 Drank- en horecawet luidt als volgt:

"Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt."

De tenlastelegging is correct toegesneden op art. 20 lid 1 Drank- en horecawet. U mag ervan uitgaan dat het restaurant onder de term 'bedrijfsmatig' valt.

Vraag 2a

Geef gemotiveerd aan of de rechter tot een bewezenverklaring zal komen. (5 pt.)

Vraag 2b

Omschrijf wat bedoeld wordt met de categorie 'kijken, maar niet zien' binnen het culpose gevolgsdelict. Welke rechtsregel heeft de Hoge Raad in dat verband geformuleerd? (4 pt.)

Vraag 3

Op 20 oktober 2018 vindt de jaarlijkse finale van de Noord-Nederlandse bowlingcompetitie plaats in Assen. Er zijn nog twee teams in de race voor de felbegeerde gegraveerde bowlingbal, die het team dat als eerste eindigt zal veroveren. Dit zijn het team van Thomas ("Bowlen is ons leven") en het team van Jeffrey ("Als het maar rolt''). Er bestaat al jarenlang een concurrentiestrijd tussen de twee teams, welke gepaard gaat met pesterijen over en weer. Twee jaar geleden heeft het team van Thomas bij­voorbeeld alle veters uit de bowlingschoenen van het team van Jeffrey gestolen, waardoor de wed­strijd verplaatst moest worden. Vorig jaar heeft het team van Jeffrey gewonnen en om ervoor te zor­gen dat het team van Thomas dit niet zal vergeten, draagt het team van Jeffrey dit jaar truien met daarop een variatie op de teamnaam van Thomas, namelijk de tekst "Winnen is ons !even".

De wedstrijd begint en de beide teams spelen op naast elkaar gelegen banen. Het team van Thomas begint goed; de ene na de andere strike wordt gegooid. Het team van Jeffrey heeft een minder flit­sende start; de eerste twee ballen belanden in de goot. Daarop besluit Jeffrey dat het team van Thomas wel wat afleiding kan gebruiken. Jeffrey begint, steeds als een lid van het team van Thomas aan de beurt is, luidkeels het lied van zijn team "Als het maar rolt" te zingen. Ook zorgt hij ervoor dat de machine met de ballen erin vastloopt, zodat de lievelingsbal van Thomas een tijd niet beschikbaar is en Thomas met een andere bal moet gooien. Door de wedstrijdleiding wordt Jeffrey hier meerdere malen op aangesproken, maar hij stopt niet met zijn acties.

Op het moment dat Thomas weer aan de beurt is en probeert, ondanks dat hij niet zijn favoriete bow­lingbal tot zijn beschikking heeft, zijn derde strike op rij te gooien, doet Jeffrey op de baan ernaast net of hij uitglijdt en laat hij zich vallen. Jeffrey komt tussen de baan van Thomas en de ballenmachine op de grond terecht. Thomas raakt hierdoor afgeleid tijdens zijn worp en zijn bal belandt in de goot. Thomas wordt hier ontzettend boos over en besluit Jeffrey een lesje te leren. Hij pakt de eerste bowling­ bal die hij ziet en komt hiermee dreigend op de nog op de grond liggende Jeffrey af. Op het moment dat Thomas de bowlingbal opheft om uit te halen, grijpt Jeffrey Thomas bij zijn benen, trekt hem op de grond en gaat op hem liggen. Jeffrey is de pesterijen van het team van Thomas in het verleden nog niet vergeten. Hij wordt ontzettend kwaad als hij hieraan terugdenkt en begint op de onder hem lig­gende Thomas in te slaan. De teamleden van beide teams weten Jeffrey uiteindelijk van Thomas af te trekken en het incident te beeindigen. Thomas heeft hierbij zwaar lichamelijk letsel opgelopen, name­lijk een zware hersenschudding, een gebroken neus, twee gekneusde ribben en een gecompliceerde breuk in zijn pols. Hij kan hierdoor langere tijd niet bowlen.

Jeffrey wordt vervolgd voor zware mishandeling (art. 302 Sr).

Vraag 3

Geef gemotiveerd aan of er sprake is van noodweer (exces). U mag ervan uitgaan dat culpa in causa niet aan noodweer (exces) in de weg staat. (6 pt.)

Vraag 4

Michel en Stefan studeren beide in Groningen. Niet alleen wonen zij in hetzelfde studentenhuis aan de Vismarkt, maar ook zijn zij lid van hetzelfde dispuut. Menig avond brengen zij dan ook door met een biertje in de ene hand en dobbelstenen in de andere hand. Op een donderdagavond is het weer raak. Het gehele dispuut zit bij Michel en Stefan in de gemeenschappelijke kamer. Een ander dispuutsgenoot, Florian, komt met een voorstel voor de huisgenoten. Hij staat op en roept: "Michel, Stefan, als jullie nou naakt over de Vismarkt rennen, dan krijgen jullie 100 euro van mij!" Deze uitroep wordt met gejuich ontvangen. Michel en Stefan zien het helemaal zitten en de jongens trekken beiden hun knalroze dispuutsbadjas aan, met daaronder alleen een boxershort. Op dat moment zien de jongens vanuit hun raam op de derde verdieping dat er een politiewagen de Vismarkt oprijdt. Michel en Stefan hebben geen zin in een confrontatie met de politie en de jongens zien af van het plan.

Vraag 4a

Bespreek de strafbaarheid van Florian ten aanzien van zijn gedrag jegens Michel en Stefan met betrekking tot art. 239 Sr. U mag ervan uitgaan dat naakt op de Vismarkt rondrennen onder de delictsomschrijving van art. 239 Sr. valt. (5 pt.)

Vraag 4b

Waarom zijn opdracht geven en feitelijk leidinggeven ex art. 51 lid 2 sub 2 Sr accessoire aansprakelijkheidsvormen? beperk uw antwoord tot maximaal 50 woorden. (4 pt.)

Vraag 5

Jim wil zijn collega Harry een lesje leren. Hij roept zijn kompanen Lorenzo en Alain bij zich en stelt hun een stapavond op zijn kosten in het vooruitzicht als zij deze klus voor hem willen klaren. De beide heren houden wel van gezelligheid en laten zich door dit aanbod overhalen. Jim spreekt met hen af dat zij Harry met een knuppel in elkaar zullen slaan, zodat hij zwaar gewond zal raken. Voordat zij tot actie overgaan, bedenken Lorenzo en Alain een plan van aanpak en verdelen zij on­derling de taken: Lorenzo regelt een honkbalknuppel, een bivakmuts, een fiets om mee te kunnen vluchten en twee walkietalkies. Nadat Lorenzo Harry ook enige tijd in de gaten heeft gehouden, en zo een goed beeld heeft gekregen van zijn gaan en staan op een gemiddelde werkdag, kiest hij een geschikte tijd en plaats voor de geweldsdaad. Alain zal het plan vervolgens uitvoeren.

Op de gekozen middag blijkt dat een huisgenote van Alain de knuppel ongevraagd heeft geleend om in het park een potje te gaan softballen. Snel pakt Alain dan maar een koevoet uit zijn gereedschapskist. Met dit werktuig over zijn schouder en de bivakmuts en walkietalkie in zijn rugtas, gaat hij op pad richting het kantoor van Harry. Lorenzo blijft enkele straten verderop met de vluchtfiets in de hand staan wachten, klaar om Alain na het hele gebeuren op een afgesproken plek op te pikken. Via de walkietalkies staan de twee heren in voortdurend contact met elkaar. Aangekomen bij het kantoor van het beoogde slachtoffer trekt Alain de bivakmuts over zijn hoofd en gaat hij achter een boom staan. Op het moment dat Harry naar buiten komt om te lunchen, slaat hij, letterlijk, toe: met enkele rake klappen met het breekijzer brengt Alain Harry zwaar lichamelijk letsel toe. Harry laat enkele dagen later, mede als gevolg van zijn uitzonderlijk zwakke gestel, het leven als gevolg van het voorval. Alain wordt aangehouden door de politie en vervolgd voor zware mishandeling, de dood ten ge­volge hebbend (art. 302 lid 1 jo. lid 2 Sr). Hij wordt echter, op grond van de aanwezigheid van een na psychiatrisch onderzoek aan het licht gekomen psychische stoornis, ex art. 39 Sr ontoerekeningsvat­baar verklaard en ontslagen van alle rechtsvervolging.

Daarnaast wordt ook Lorenzo aangehouden en vervolgd wegens medeplegen van zware mishandeling, de dood ten gevolge hebbend (art. 47 jo. art. 302 lid 1 en lid 2 Sr). Voorafgaand aan de behandeling van zijn zaak bespreekt Lorenzo zijn kansen met Jim:

'Ten eerste heb jij duidelijk tegen Alain gezegd dat jij wilde dat hij een knuppel zou gebruiken. lk ben daar ook altijd van uitgegaan. Dan kan ik er niets aan doen dat hij vervolgens een koevoet pakt en het letsel daarmee toebrengt. Dat was helemaal niet mijn plan, en alleen op basis daarvan zou ik al niet veroordeeld moeten worden, lijkt me.'

'Ten tweede hoorde ik dat Alain uiteindelijk niet strafbaar was. Dat lijkt me goed nieuws, want dat zal dan ook wel voor mij gelden, niet?'

Vraag 5

Bespreek de strafbaarheid van Lorenzo aan de hand van de vragen van art. 350 Sv. Besteed aandacht aan beide opmerkingen van Lorenzo (6 pt.)

Vraag 6

Betty wil Sean ontvoeren, zodat ze losgeld van zijn puissant rijke familie kan vragen. Ze vraagt haar vriendin Kim daarom om haar een 'GPS-tracker' te leveren om de ontvoering gemakkelijk te maken. Kim, die op de hoogte is gesteld van alle ins en outs van het plan, vindt dit een spannend idee. Ze levert de GPS-tracker en installeert een App op de telefoon van Betty die het mogelijk maakt contact te leggen met de GPS-tracker. Zo kan Betty Sean altijd volgen en weet ze welke route hij altijd door de stad neemt. Dit maakt het makkelijk te bedenken waar ze hem kan grijpen. Betty koopt touwen om hem vast te binden. En Betty bouwt een deel van haar woonruimte om tot een soort cel waar ze Sean in kan houden.

Nadat Betty de GPS-tracker op Sean's telefoon heeft geplakt en dus altijd op de hoogte is van zijn locatie, vertelt zij vol trots haar plan aan Vera. Vera waarschuwt na enige dagen, zonder medeweten van Betty, de politie. Als de politie Betty confronteert met het hele verhaal, barst ze in huilen uit en zegt:

"Ik was inderdaad van plan om Sean hier een week of zo te houden. Maar toen zag ik op Netflix een film over een ontvoering. Ik kon er daarom echt niet mee doorgaan. Ik heb toen de cel weer afgebroken, de touwen weggegooid en heb de GPS-tracker van Sean's telefoon verwijderd." U mag ervan uitgaan dat Betty de waarheid spreekt. Kim, Betty's vriendin, wordt vervolgd voor medeplichtigheid aan voorbereiding van art. 282 lid 1 Sr.

Vraag 6

Bespreek de strafbaarheid van Kim. (5 pt.)

Antwoordindicaties

Vraag 1

Opzet als bedoeld in art. 225 lid 2 Sr vereist ten minste dat verdachte zich bewust is geweest van de aanmerkelijke kans op het valselijk opmaken. Het Hof overweegt het volgende ten aanzien van
het opzet: “Op het moment dat verdachte de werkgeversverklaring bij de ondertekende hypotheekofferte voegde had hij niet alleen kunnen maar ook moeten zien dat de verklaringen onjuist waren
ingevuld.” Uit het kunnen en moeten zien van de onjuistheid volgt niet dat sprake is van bewustheid. Deze formulering impliceert veeleer het tegendeel en wijst op culpa, d.w.z. dat de verdachte zich niet bewust was van de valsheid doch zich daarvan bewust had moeten zijn. Daarom is de motivering van het Hof niet dragend voor het opzet.

Vraag 2a

Stap 1: is de eigenaar normadressaat? Kan hij pleger zijn?
Ja. Er is geen bepaalde kwaliteit vereist. Verder is er geen aanwijzing dat de norm zich slechts richt tot degene die ‘fysiek’ bedrijfsmatig de alcohol verstrekt aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. De delictsgedraging kan functioneel worden geïnterpreteerd.

Stap 2: Is de eigenaar pleger (functioneel dader)?
Kan het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende drank aan personen van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, in redelijkheid aan de eigenaar worden toegerekend (ijzerdraadcriteria)?

  1. Beschikkingsmacht? Ja, de eigenaar/uitbater heeft een zekere macht, feitelijke zeggenschap en er is sprake van een hiërarchisch verband.
  2. Aanvaarden? Nee. Heeft de eigenaar/uitbater de redelijkerwijs te vergen zorg betracht om te voorkomen dat de verboden gedraging (het bedrijfsmatig verstrekken van alcohol aan personen van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt) zou plaatsvinden (Drijfmest)? Ja.
  • In de eerste week bespreekt Faisal de regels omtrent het verbod om drank te schenken aan niet-volwassen personen. Hij zet uiteen dat de bediening moet vragen naar een id-bewijs als een jongere onder de 18 jaar alcohol bestelt.
  • Bij de ingang van het restaurant hangt een bordje waarop de leeftijdsgrens die wordt gehanteerd voor het verstrekken van alcohol, staat vermeld. Dit bordje heeft Jasper opgehangen in opdracht van Faisal.
  • Faisal plant steeds vlak voor openingstijd een vergadering met de bediening waarin hij de regels kort benoemt.
  • Faisal heeft na de ‘tip’ van Ari Charlotte aangesproken en haar een waarschuwing gegeven m.b.t. het feit dat Charlotte het teveel werk vindt om altijd te controleren wie van de gasten wel en wie niet alcohol bestellen en of de gasten die wel alcohol willen drinken wel de 18 jaar zijn gepasseerd.

De objectieve delictsgedraging kan derhalve niet in redelijkheid aan de eigenaar/uitbater worden toegerekend. Eigenaar/uitbater is geen functioneel pleger van de (objectieve) delictsgedraging.

Conclusie: de tenlastelegging kan niet worden bewezen

Vraag 2b

Deze situatie deed zich voor in het Geervlietarrest. De verdachte had een van links komende motorrijder niet gezien. Volgens de Hoge Raad kon uit de enkele omstandigheid dat de verdachte, toen hij zich vergewiste van mogelijk naderend verkeer, de motorrijdster aan wie hij voorrang diende te verlenen niet heeft gezien hoewel deze voor hem wel zichtbaar moet zijn geweest, niet volgen dat
sprake is van schuld.

Voor aanmerkelijke schuld is dus meer nodig dan kijken maar niet zien. Als de verdachte zich voor het overige zorgvuldig gedraagt en het enige verwijt dat hem gemaakt kan worden betreft het niet-zien van een zichtbaar slachtoffer, dan kan nog niet tot een bewezenverklaring van schuld worden gekomen. (Zie Knigge/Wolswijk, p. 153) (Zie vraag 37, week 1).

Vraag 3

Noodweer?
Aanranding van lijf, eerbaarheid of goed? Ja, lijf van Jeffrey.
Ogenblikkelijke aanranding? ? Ja, onmiddellijk dreigend gevaar voor aanranding (arrest Bijlmer schietpartij): Thomas komt met de bowlingbal dreigend af op Jeffrey en staat op het punt uit te halen, terwijl Jeffrey nog op de grond ligt.
Wederrechtelijk? Ja, Thomas staat niet in zijn recht.
Noodzakelijk? Ja, hij kon niet weg omdat hij op de grond lag.
Dus noodweersituatie.

Geboden door de noodzakelijke verdediging? Wijze van verdediging moet in redelijke verhouding staan tot de ernst van de aanranding. Het op de grond trekken (en op B gaan liggen) voldoet wel aan
proportionaliteit (door de verdediging geschade belang, lijf, staat hier gelijk aan/is niet veel zwaarder dan het verdedigde belang, lijf) en subsidiariteit (gekozen verdedigingsmiddel moet redelijk zijn; zo mogelijk) van lichtste middel gebruikmaken om aangerande belang te verdedigen), maar slaan daarna natuurlijk niet. Hij gaat te lang door met verdedigen. Niet meer ‘geboden’. Er is daarom geen sprake van noodweer.

(Het is ook mogelijk te beargumenteren dat er geen ogenblikkelijke aanranding meer is op moment dat Thomas onder Jeffrey ligt. Zou nog steeds tardief noodweerexces (tweede graad) kunnen
opleveren volgens arrest Loon op Zand.)

Is er sprake van noodweerexces?

De vraag is hier of het slaan het onmiddellijk gevolg van een hevige gemoedsbeweging was die is veroorzaakt door een wederrechtelijke aanranding. De gemoedsbeweging is in casu niet (althans niet
in doorslaggevende mate, zie arrest Van doorslaggevend belang alsmede overweging 3.6.3 Overzichtsarrest noodweer(exces)) veroorzaakt door de aanranding: “Hij wordt ontzettend kwaad als hij hieraan terugdenkt en begint op de onder hem liggende Thomas in te slaan.” De boosheid lijkt derhalve (primair) te wijten te zijn aan eerdere incidenten, zodat eerder sprake is van wraak dan van een uit de hand gelopen zelfverdediging. Daarom is geen sprake van noodweerexces.

Vraag 4a

Florian heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot uitlokking van (het medeplegen van) schennis van de eerbaarheid (art. 46a jo. 239 Sr).

  • Beoogd grondfeit. Art. 239 Sr is een misdrijf.
  • Poging te bewegen. Dit blijkt duidelijk uit de casus.
  • Wettelijk uitlokkingsmiddel. De belofte van een gift van 100 euro.
  • Opzet op het bewegen. Dit is gegeven in de casus.
  • Opzet op het beoogde grondfeit. Idem.
  • Geen begin van uitvoering ex art 45 Sr:

Een voorwaarde voor toepasbaarheid van art. 46a Sr is dat de beoogde plegers van het delict, Michel en Stefan, het nog niet tot een strafbare poging ex art. 45 Sr. van dat delict hebben gebracht. Michel en Stefan hebben nog geen gedragingen verricht die naar uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden geacht te zijn gericht op voltooiing van het misdrijf [arrest Cito]. Zij hebben hun boxershorts en badjassen nog aan en bevinden zich nog in hun studentenhuis. Deze gedragingen staan nog te ver af van de voltooiing van het delict. Daarmee zijn zij nog niet tot een begin van uitvoering van het medeplegen van art. 239 Sr gekomen.

Vraag 4b

Opdracht geven en feitelijk leidinggeven zijn afhankelijk van de totstandkoming van een gronddelict (begaan door een rechtspersoon). Zie Knigge/Wolswijk p. 311. (17 woorden) (zie vraag 1 van week 7)

Vraag 5

Alain is de pleger van een zware mishandeling, de dood ten gevolge hebbend (grondfeit).

Eerste materiële vraag: gronddelict. Alle bestanddelen van het gronddelict (zware mishandeling, de dood ten gevolge
hebbend ) zijn vervuld.

Nauwe samenwerking. Dat er geen sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering en dat hij zelfs niet lijfelijk aanwezig was tijdens het plegen van het feit, staat dit niet in de weg [arrest Containerdiefstal]. Op grond van zijn grote, organisatorische rol in de voorbereiding kan worden gezegd dat hij een wezenlijke bijdrage heeft geleverd, en daarmee voldoende nauw en bewust heeft samengewerkt om van medeplegen te kunnen spreken. Ondanks het feit dat Lorenzo ook op de uitkijk staat, is hij niet slechts medeplichtige: hij heeft veel meer dan dat bijgedragen. [Overzichtsarrest
medeplegen, artikel Ter Haar]

Bewuste samenwerking. Het staat vast dat sprake was van samenwerking tussen Lorenzo en Alain. Opzet op grondfeit. Het opzet van Lorenzo was evident gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, want dat vormde onderdeel van de afspraak tussen de drie heren. Dat zijn opzet was gericht op een andere wijze van uitvoering, maakt daarbij geen verschil (eerste opmerking
Lorenzo). [arrest Globaal opzet]

De dood krijgt medepleger Lorenzo als geobjectiveerd bestanddeel ook toegerekend.

Tweede materiële vraag: feit wordt gekwalificeerd als medeplegen van zware mishandeling, de dood ten gevolge hebbend
(art. 302 lid 1 jo. lid 2 Sr).

Derde materiële vraag: de ontoerekeningsvatbaarheid van Alain werkt niet door naar Lorenzo, aangezien dit, als
schulduitsluitingsgrond, een persoonlijke omstandigheid is (art. 50 Sr). Zie tweede opmerking Lorenzo.

Vierde materiële vraag: Er kan derhalve strafoplegging volgen.

Vraag 6

Betty heeft zich schuldig gemaakt aan voorbereiding van wederrechtelijke vrijheidsberoving (art.
46 jo. art. 282 lid 1 Sr).

  • Misdrijf, van 8 jaar of meer. Art. 282 lid 1 Sr.
  • Opzet. Het opzet van Betty is gegeven in de casus: ‘Betty wil Sean ontvoeren’.
  • Voorbereidingsmiddelen en – gedragingen. Betty heeft in ieder geval touwen verworven en een geprepareerde cel voorhanden gehad.
  • Bestemming tot het begaan van het misdrijf: de bovenstaande voorbereidingsmiddelen en -gedragingen zouden duidelijk gebruikt gaan worden bij het daadwerkelijke plegen van het misdrijf zelf, niet enkel de voorbereiding daarvan.

Kim zou als medeplichtige tot deze door Betty gepleegde voorbereiding van art. 282 lid 1 Sr
kunnen worden aangemerkt.

  • Accessoriteit. Het grondfeit voorbereiding van wederrechtelijke vrijheidsberoving is een misdrijf.
  • Hulpverlening. Kim levert door het verstrekken en installeren van de GPS-tracker een objectieve bijdrage, waarmee zij het plegen van het delict ook daadwerkelijk heeft bevorderd.
  • Opzet op de hulpverlening. Het deelnemingsopzet is gegeven in de casus, Kim helpt Betty niet per ongeluk.
  • Opzet op het grondfeit. Ook dit is gegeven in de casus, Kim weet precies wat Betty van plan is.

Betty treedt echter ex art. 46b Sr vrijwillig terug van haar voorbereiding. Zij ziet af van de daadwerkelijke uitvoering van haar plan en maakt daarbij alle voorbereidingsmiddelen weer ongedaan, zodat deze intentie ook duidelijk uit haar gedragingen blijkt. Deze vrijwillige terugtred van de hoofdpleger Betty werkt vervolgens door naar de medeplichtige Kim, die hier ook van profiteert en zelf dus ook straffeloos blijft [arrest Vrijwillige terugtred en deelneming].

Kim is uiteindelijk dus niet strafrechtelijk aansprakelijk te houden voor haar gedrag.

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Statistics
3113