Study & Sheet Notes Burgerlijk Recht 1 - RUG
- 1814 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Toegevoegd is de handelings-(on)bekwaamheid van minderjarigen. Waarbij de hoofdregel is dat een minderjarige bekwaam is rechtshandelingen te verrichten, mits hij met de toestemming van zijn wettelijk vertegenwoordiger handelt. Deze toestemming wordt verondersteld te zijn verleend indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze zelfstandig verrichten.
Toegevoegd is het ouderijk gezag en voogdij en het verschil hiertussen; art. 1:247 lid 1 volgt het ouderlijk gezag dat inhoud de plicht en het recht om kinderen te verzorgen en op te voeden. Art. 1:248 en art. 1:336 hebben betrekking op voogdij dat inhoud het zorgdragen dat een kind overeenkomstig diens vermogen wordt verzorgd en opgevoed.
Toegevoegd is dat minderjarigen naast de ouders ook plichten hebben ten opzichte van de ouders/voogd . Allereerst dient de minderjarige rekening te houden met aan ouder of voegd toekomende bevoegdheden, alsmede met belangen van overige gezinsleden op grond van artikel 1:249. Kinderen hebben hiernaast eveneens een onderhoudsverplichting jegens de ouders in geval van behoeftigheid op grond van artikel 1:392 BW.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook in de literatuur behandeld worden.
Sinds de nieuwe wetgeving vanaf 1 januari 2018 is er geen sprake meer van (volle) gemeenschap van goederen, maar een beperkte gemeenschap van goederen. Dit betekent dat van de gemeenschap worden uitgezonderd: de verknochte goederen en schulden, uit- en insluitingsclausule vanuit het erfrecht, pensioen en andere wettelijke rechten.
Voor het tentamen is het belangrijk te weten wanneer er sprake is van een familierechtelijke betrekking tussen ouders en kind, zie voor de vader artikel 1:199 BW en voor de moeder artikel 1:198 BW;
Voor het tentamen is belangrijk te begrijpen wat het verschil is tussen ouderlijk gezag en voogdij;
Er zijn geen veranderingen in de hoorcolleges in 17/18 t.o.v. 16/17.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook in de literatuur behandeld worden.
Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen het oud erfrecht van 1838 en het nieuw erfrecht vanaf 2003. Voor een opengevallen erfenis vanaf 2003 is het nieuwe erfrecht van toepassing, daarvoor geld het oud erfrecht.
Voor het tentamen dien je telkens te kijken naar het onderscheid in een casus tussen ab intestaat erfrecht, dit is het geval wanneer de wetgever het regelt en er dus geen testament is (artikel 4:9 - 4:12 BW). Testamentair erfrecht geld wanneer het zelf is geregeld in een testament.
Voor het tentamen is het van belang het verschil in te zien tussen een testamen en een codicil. Hierbij is het goed in te zien wat het nadeel is van een codicil ten opzichte van een testament: bewijs.
Voor het tentamen is het van belang de rechten van de lang levende echtgenoot te kennen, deze zijn neergelegd in artikel 4:28, 4:29 en 4:30 BW. Ook zijn er speciale rechten voor kinderen, deze zijn neergelegd in artikel 4:35 en 4:36 .
Het is belangrijk het onderscheid te kennen tussen de drie keuzes bij erfopvolging. De zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding en verwerping. Het verschil tussen zuivere en benificiaire aanvaarding is met name ook gelegen in de aansprakelijkheid van het privévermogen.
Het hoorcollege is aangevuld met de beginselen van het goederenrecht. Dit zijn:
het individualiseringsbeginsel
het publiciteitsbeginsel
het prioriteitsbeginsel
het eenheidsbeginsel
Het hoorcollege is aangevuld met de verkrijging onder algemene titel en verkrijging onder bijzondere titel;
Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook in de literatuur behandeld worden.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Belangrijk is dat je op het tentamen onderscheid kunt maken binnen het begrip "goederen" (art. 3:1 BW). Dit betreft namelijk alle zaken en vermogensrechten. Voor het tentamen moet je helder hebben wanneer er sprake is van een goed, een zaak of een vermogensrecht;
Belangrijk is dat je op het tentamen onderscheid kunt maken tussen absolute rechten en relatieve rechten, wanneer is er sprake van een absoluut recht en wat zijn hier de kenmerken van? Wanneer is er sprake van een relatief recht en wat zijn hier de kenmerken van? Voor beide geldt tevens dat je dient te weten wat de gevolgen zijn indien er bijvoorbeeld sprake is van een absoluut recht (werking);
Belangrijk is dat je op het tentamen onderscheid kunt maken tussen verkrijging onder algemene titel en verkrijging onder bijzondere titel. Hierbij kun je gebruik maken van artikel 3:80 BW. Zorg dat je deze een keer hebt gelezen;
Het hoorcollege is aangevuld met de wetsartikelen bij het onderscheid tussen middelijk- en onmiddelijk bezit/houderschap. Het is belangrijk om deze te arceren in de wettenbundel!
Het hoorcollege is aangevuld met de verkrijging en het verlies van bezit. Belangrijk om deze artikelen te arceren in de wettenbundel.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook in de literatuur behandeld worden.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Het verbod van bezitsinterversie, artikel 3:111 BW, moet je een keer goed doorlezen en begrijpen wat er staat: je kan als detentor jezelf niet zomaar tot bezitter verheffen.
Artikel 3:84 BW is zeer belangrijk voor het tentamen. Zorg dat je de voorwaarden van overdracht arceert in dit artikel.
Het hoorcollege is aangevuld met artikel 3:83 BW, overdraagbaarheid. Dit artikel geeft aan dat eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten overdraagbaar zijn; Dit is belangrijk om te weten voordat je overgaat op artikel 3:84 BW. Dit artikel omvat de vereisten voor overdracht van het bovenstaande.
Het hoorcollege is aangevuld met de regeling dat de wijze van levering afhankelijk is van het te leveren goed; belangrijk, omdat je, voordat je verder ingaat op de levering dus eerst dient te bepalen om wat voor soort goed het in de desbetreffende casus gaat.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook in de literatuur behandeld worden.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Het is belangrijk dat je voor verschillende soorten goederen aan kunt geven welke vorm van levering nodig is. Dit heb je nodig om te bepalen of er is voldaan aan eigendomsoverdracht van 3:84 BW; hier komt (meestal) een vraag over op het tentamen
De detentor mag niet constitutum possessorium leveren, maar kan wel brevi/longa manu zijn bezit verschaffen. Lees hiervoor artikel 3:115 door en dan zie je dat sub a duidelijk noemt "bezit" en sub b en c "houdt". Arceer dit verschil voor het tentamen.
Een vordering is ook een goed, hierdoor kan een vordering ook middels artikel 3:84 worden overgedragen. Voor de levering is het belangrijk onderscheid te kunnen maken tussen vorderingen op naam en vorderingen aan toonder/aan order.
Er zijn geen wijzigingen qua onderwerpen.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook in de literatuur behandeld worden.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Met betrekking tot het onderwerp van dit college is het belangrijk onderscheid te kunnen maken op het tentamen tussen artikel 3:86 en 3:88 BW; ga hierbij eerst na waar het in de casus om gaat (een roerend of onroerend goed/ een vordering op naam etc.)
Indien er moet worden nagegaan of iemand te goede trouw is, maak dan op het tentamen gebruik van artikel 3:118 jo. 3:11 BW;
Artikel 5:1 lid 3 BW toegevoegd, dit houdt in dat de eigenaar tevens recht heeft op de vruchten van het eigendom;
Toegevoegd aan het burenrecht is de regel betreffende overhangende beplanting, hierbij is sprake van een toegestane eigenrichting na aanmaning zie art. 5:44 BW.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook in de literatuur behandeld worden.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Belangrijk voor het tentamen is te weten wat het eigendom als geheel inhoud. Hieronder valt tevens de bestanddelen van de zaak, wat bestanddelen zijn valt op te maken uit artikel 3:4 BW.
Belangrijk voor het tentamen is te weten wat natrekking inhoud (art. 3:4, 5:3 en 5:14 BW) op deze manier kan ook eigendom ontstaan.
Belangrijk voor het tentamen is dat je weet dat er twee verschillende vormen van verkrijging zijn. Enerzijds de derivatieve verkrijging, dit houdt in dat de verkrijging is afgeleid van iemand anders en anderzijds de orginaire verkrijging, dit houdt in dat de verkrijging berust op het intreden van een bepaald feitencomplex doorgaan een "nieuw recht".
Belangrijk voor het tentamen is de artikelen van het burenrecht te arceren in de wettenbundel en een keer door te lezen voor het tentamen.
Toegevoegd is dat beperkte rechten kunnen worden onderscheiden in genotsrechten en zekerheidsrechten. De genotsrechten zijn het recht van vruchtgebruik, erfpacht, opstal en erfdienstbaarheid. De zekerheidsrecht zijn het pandrecht en het hypotheek recht.
De zakelijke rechten zijn te vinden in boek 5 van het burgerlijk wetboek en betreffen zakelijke rechten. Deze rusten dus alleen op zaken (art. 3:2 BW). De goederenrechtelijke rechten rusten op goederen, zoals uit artikel 3:1 BW blijkt rusten deze rechten ofwel op zaken ofwel op vermogensrechten.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook in de literatuur behandeld worden.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Voor het tentamen is het belangrijk te begrijpen wat beperkte rechten zijn. Dit zijn rechten die zijn afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk met het beperkte recht is bezwaar (art. 3:8 BW). Vaak is een beperkt recht gevestigd op een eigendomsrecht.
Voor het tentamen is het belangrijk te weten hoe een beperkt recht wordt gevestigd. Dit gebeurt via de schakelbepaling van artikel 3:98 naar artikel 3:84 BW: hiervoor is dus een geldige titel, levering en beschikkingsbevoegdheid nodig.
Belangrijk voor het tentamen is onderscheid te kennen tussen stil pandrecht (3:237 BW) en het vuitspandrecht (3:236 BW)
Er zijn geen veranderingen in het hoorcollege in 17/18 t.o.v. 16/17.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet ook in de literatuur behandeld worden.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Belangrijk is de arresten Eelman/Hin, Bunde/Erckens, Hajziani/Van Woerden te kennen voor het tentamen;
Belangrijk voor het tentamen is het verschil te begrijpen tussen wilsontbreken en wilsgebreken is dat wilsontbreken een discrepantie is tussen de wil en de verklaring en daarmee leidt tot nietigheid, tenzij er sprake is van een geestelijke stoornis. Dan leidt het wilsontbreken tot vernietigbaarheid. (Art. 3:34 lid 2.) Bij wilsgebreken is er eigenlijk, behoudens enkele uitzonderingen, sprake van vernietigbaarheid.
Deze bundel bevat aantekeningen bij de hoorcolleges en werkgroepen bij het vak Burgerlijk Recht 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1903 |
Add new contribution