Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 9180 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Piranhazaak – Rechtbank Rotterdam: 1 December 2006 (LJN AZ3589)
Rechtsvraag:
Is de Hofstadgroep een terroristische organisatie in de zin van art. 140a Sr?
En; Wanneer is er sprake van het voorhanden van wapens met een terroristisch oogmerk (art. 83a Sr)?
En; Wat moet er verstaan worden onder het werven voor de ‘gewapende strijd’ in de zin van art. 205 Sr?
Conclusie:
Terroristische organisatie: De Hofstadgroep is geen terroristische organisatie volgens de rechtbank. De ontmoetingen zijn te weinig, divers en weinig verbonden. Daarnaast is geen gemeenschappelijk doel te identificeren. Het OM heeft onjuist teruggegrepen op de definitie uit art. 2 van het Europese Kaderbesluit. Wegens het gebrek aan een terroristische organisatie gaat de rechtbank aan de bestanddelen ‘oogmerk’ en ‘deelneming’ voorbij.
Voorhanden hebben van wapens met terroristisch oogmerk: Het voorhanden hebben van wapens is onomstreden bewezen. Hoewel meerdere verdachten deze wapens voor handen hebben gehad, wordt het terroristisch oogmerk slechts bij enkele van deze verdachten bewezen. Eén had een videoboodschap gemaakt waaruit het oogmerk op het angst aanjagen bij de Nederlandse bevolking duidelijk bleek. Een andere verachte heeft niet actief meegedaan aan het voorbereiden van een terroristische aanslag, maar hij is er meerdere keer mee in aanraking gekomen en wordt daarom schuldig bevonden aan het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie waarmee een terroristisch misdrijf werd voorbereid of bevorderd.
Werven voor de gewapende strijd: Er is sprake van een ‘gewapende strijd’ als de van geweld vergelijkbaar is met een oorlogs- of guerrillasituatie. De Jihad is een dergelijke strijd die geweldsactiviteiten met ingrijpend geweld kan veroorzaken. De strijd hoeft zich bovendien niet in het buitenland af te spelen. Onder de ‘gewapende strijd’ val ook het geestelijk rijp maken van mensen ten behoeve van het plegen van een aanslag onder omstandigheden die binnen de grenzen van de delictsomschrijving van art. 205 Sr vallen. (Dit staat ook in de wetsgeschiedenis van de wetswijziging van ‘aanwerven’ naar ‘werven’.) De verdachte worden vrijgesproken wegens een gebrek aan bewijs.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
503 |
Add new contribution