Brancherapport Gehandicaptenzorg 2012 - NVAVG (Kwartel, 2013) - Artikel


1. Inleiding

1.1 Achtergrond

Het initiatief om een brancherapport gehandicaptenzorg op te stellen viel samen met de ontwikkeling van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (JDMV). De informatie bestaat uit twee gedeelten: een openbaar gedeelte dat voor alle instellingen hetzelfde is en een niet openbaar branchespecifieke deel.

1.2 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 bevat algemene gegevens over de gehandicaptenzorg mede in relatie tot de overige gezondheidszorg. Dit hoofdstuk wordt gevolgd door 5 hoofdstukken over de belangrijkste aspecten van het gehandicaptenzorgbeleid: cliënten, productie, personeel, zorgcapaciteit en uitgaven. Het brancherapport wordt afgesloten met enkele aanbevelingen.

De volgende deelsectoren worden onderscheiden:

  • LG Instellingen waarvan de primaire doelgroep bestaat uit mensen met lichamelijke beperkingen (11 instellingen)

  • LG-VG Instellingen waarvan de primaire doelgroep bestaat uit mensen met meervoudige beperkingen dan wel instellingen die zowel mensen met lichamelijke als mensen met verstandelijke beperkingen als doelgroep hebben (14 instellingen)

  • VG Instellingen waarvan de primaire doelgroep bestaat uit mensen met verstandelijke beperkingen (123 instellingen)

  • ZG Instellingen waarvan de primaire doelgroep bestaat uit mensen met zintuiglijke problemen (10 instellingen)

2. Samenvatting

2.1 Inleiding

Dit hoofdstuk bevat een aantal kerngegevens over gehandicaptenzorg.

2.2 De gehandicaptenzorg t.o.v. andere sectoren

In 2009 bedroegen de exploitatie-uitgaven aan de gezondheidszorg zo'n 58 miljoen euro waarbij het meeste (30%) uitgegeven werd aan medische specialistische zorg en het minste (2%) aan hulpmiddelen.

De uitgaven voor de AWBZ namen gezamenlijk ongeveer 40% van de uitgaven voor hun rekening, het aandeel van de gehandicaptenzorg daarin was ongeveer 11%.

De uitgaven voor gehandicaptenzorg stijgen over de periode 2006-2009 met gemiddeld 8,1% per jaar.

Per 1 jan. 2008 is de geneeskundige ggz overgeheveld van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet. Daardoor is de ontwikkeling van de uitgaven voor ggz voor de gehele periode niet goed te vergelijken met de uitgavenontwikkeling in de beide andere sectoren.

In de gezondheidszorg zijn er ongeveer 1,1 miljoen mensen werkzaam. De grootste deelsector is die van VVT met 400.000 medewerker, dan ziekenhuizen (280.000), dan gehandicaptenzorg (bijna 160.000) en tot slot GGZ (84.000).

Gemeten naar het aantal personen groeit het personeelsbestand in de gehandicaptenzorg harder dan dat in de ziekenhuissector en de GGZ. De groei in aantal personen en in aantal fte's loopt in de gehandicaptenzorg vrijwel gelijk op. Dat wijst erop dat in deze sector de deeltijdfactor niet of nauwelijks is veranderd.

2.3 Kerngegevens en ontwikkelingen

Cliënten

Cliënten gehandicaptenzorg 2007-2009

 

2007

2008

2009

Verblijf

66.904

69.629

73.169

Dagbesteding

50.192

51.989

54.825

Extramuraal

79.041

87.934

82.354

Het is niet bekend hoeveel mensen van verblijf en extramuraal ook dagbesteding volgen (hierin kan dus een overlapping zijn). Dit betekent dat een som van het aantal cliënten verblijf en extramuraal een ondergrens vormt voor de schatting van het totaal aantal cliënten van de gehandicaptenzorg. Ondergrens in 2009 is dus 155.523 (73.169+82.354). De bovengrens kan gevormd worden door er 7.322 mensen bij op te tellen (zoveel mensen hadden recht op dagbesteding zonder een andere vorm van hulpverlening).

Productie

 

2007

2008

2009

Verblijf (dagen)

23.829.446

24.234.171

25.663.916

Dagbesteding (dagdelen)

13.553.609

14.667.197

13.937.626

Extramuraal (uren)

10.446.590

10.599.909

10.382.455

Personeel

 

2007

2008

2009

Personen

145.787

148.567

152.173

Fte

90.419

93.668

94.559

Ontwikkeling aantal personen loopt gelijk op met het aantal fte, hetgeen suggereert dat de deeltijdfactor in de gehandicaptenzorg nauwelijks verandert.

Capaciteit (verblijf, intramuraal en semimuraal)

 

2007

2008

2009

Totaal

67.624

70.554

72.503

Uitgaven

 

2007

2008

2009

Budget

5.340.197

5.866.015

6.359.303

Overige opbrengsten

368.488

427.645

441.432

Totaal opbrengsten

5.708.665

6.296.453

6.800.735

3. Cliënten

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden gegevens gepresenteerd over de cliënten van de gehandicaptenzorg.

3.2 Kerngegevens

  • het aantal verblijfscliënten en het aantal cliënten dagbesteding 2007-2009 groeien beide even hard met zo'n 4,5% per jaar

  • bij de groep extramurale cliënten zien we een stijging van 2007 naar 2008 gevolgd door een daling naar 2009, daling mede door pakketmaatregelen AWBZ die per 1 jan 2009 is ingegaan. Hierdoor is het met ingang van 2009 niet meer mogelijk om op basis van lichte beperkingen die uitsluitend betrekking hebben op een aantal specifieke terreinen, begeleiding en dagbesteding te ontvangen op kosten van de AWBZ.

De pakketregelen houden onder meer het volgende in:

  • de oude functies 'ondersteunende begeleiding' en 'activerende begeleiding' zijn vervangen door de nieuwe functie 'begeleiding'

  • een deel van de activerende begeleiding is ondergebracht bij de functie 'behandeling'

  • de regels voor toegang tot begeleiding zijn aangescherpt. Maatschappelijke participatie is geen doelstelling meer van de AWBZ. Een cliënt krijgt AWBZ-zorg geïndiceerd op basis van beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid.

Deze pakketmaatregelen lijken inderdaad tot gevolg te hebben dat vooral de cliënten met een zorgvraag van maar een beperkt aantal uren per week uit de registraties zijn verdwenen.

Onderstaande tabel illustreert dat.

 

2007

2008

2009

07-08

08-09

Aantal extramurale cliënten

79.041

87.934

82.354

+11,3%

-5,6%

Extramurale productie (uren)

10.446.590

10.599.909

10.382.455

+1,5%

-2.1%

3.3 Een schatting van het aantal cliënten van de gehandicaptenzorg

Steeds meer verstandelijk gehandicapten? Het vraagteken is veelzeggend. We weten niet precies hoeveel mensen er zijn. Voor een deel is dit een definitiekwestie. Veel ouderen hebben beperkingen zonder dat hun hulpvraag tot de gehandicaptenzorg wordt gerekend. Waar ligt de grens? In NL is dat bij en IQ lager dan 70, maar is het ook gebruikelijk om de groep met een IQ tussen 70 en 85 mee te rekenen wanneer er sprake is van bijkomende problemen zoals gedragsproblemen.

We weten zelfs niet hoeveel cliënten de gehandicaptenzorg heeft.

Intra- en extramurale cliënten sluiten elkaar uit, dus als het goed is kan er dan geen sprake zijn van dubbeltelling. Dat betekent dat de optelsom hiervan een goede schatting vormt voor de ondergrens. De onzekerheid zit in het aantal dagbestedingscliënten. Een deel hiervan wordt ook meegeteld onder de verblijfscliënten.

 

2007

2008

2009

Verblijf

66.904

69.629

73.169

Extramurale zorg

79.041

87.934

82.354

Totaal

145.945

157.563

155.523

Het totaal is dus de schatting van de ondergrens van het aantal cliënten van de gehandicaptenzorg.

Sector

Indicaties uitsluitend dagbesteding

LG

1.935

VG

4.832

ZG

555

Totaal

7.322

Bovenstaande tabel bevat het aantal mensen dat uitsluitend rechten heeft op dagbesteding en niet op enige andere vorm van gehandicaptenzorg. Dan nog is het de vraag in hoeverre hier ook gebruik van wordt gemaakt.

Een en ander leidt ertoe dat we voor 2009 als ondergrens voor het aantal cliënten van de gehandicaptenzorg 155.523 kunnen nemen en als bovengrens 162.845 (155.523+7322).

Leeftijdsverdeling in %

 

2007

2008

0-17

21,1

22,3

18-25

13,7

13,8

26-54

44,9

42,8

55-64

11,7

12,1

65+

8,5

9,0

3.4 Cliënten naar deelsector

Verblijfscliënten naar deelsector

 

2007

2008

2009

Verandering

LG

1.525

1.529

1.564

Vrijwel constant

LG-VG

6.808

7.673

8.156

Groeit met bijna 20% (kan ook gevolg zijn van een fusie)

VG

55.828

57.726

60.636

Groeit met 8,6%

ZG

2.743

2.701

2.813

Vrijwel constant

Totaal

66.904

69.629

73.169

 

Als er gekeken wordt naar de cliënten dagbesteding naar deelsector lijkt er voor alle deelsectoren sprake te zijn van een stabilisatie van het aantal cliënten.

De ontwikkeling van het aantal extramurale cliënten laat een gedifferentieerde ontwikkeling zien. Uit de gegevens blijkt dat mensen met zintuiglijke beperkingen het meest door de maatregel (AWBZ) zijn getrokken. Mensen met een verstandelijke beperking ook, maar relaties minder sterk. De daling van het aantal extramurale cliënten in de ZG-sector vindt een bevestiging in de ontwikkeling van het aantal indicatie voor de functie Begeleiding.

4. Productie

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden gegevens gepresenteerd over de zorgproductie door de gehandicaptenzorg.

4.2 Kerngegevens

Over 2007-2009:

  • het aantal verblijfsdagen groeit gemiddeld met 3,8% per jaar (minder dan stijging aantal cliënten)

  • productie aan dagactiviteiten groeit gemiddeld 1,4% per jaar (minder dan stijging aantal cliënten)

Conclusie kan zijn dat er meer cliënten komen voor dagbesteding, maar dat ze per persoon minder dagdelen afnemen, of dat überhaupt cliënten minder dagdelen dagbesteding afnemen.

4.3 Productie naar functies

Voorheen werd een groot deel van de bekostiging uitgedrukt in dagen, nu vindt het plaats op basis van zorgzwaartepakketten (ZZP's). Dit maakt een vergelijking lastig.

Sinds 2008 bestaat de mogelijkheid om in de thuissituatie zorg te verkrijgen die normaal gesproken intramuraal wordt geleverd, het zogeheten 'Volledig Pakket Thuis' (VPT).

4.4 Productie naar deelsector

Voor alle deelsectoren van de gehandicaptenzorg geldt dat de productie aan verblijfsdagen toeneemt.

Belangrijk: ten gevolge van de pakketmaatregelen AWBZ worden minder cliënten geïndiceerd door de functie begeleiding.

5. Personeel

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden gegevens gepresenteerd over het personeel in de gehandicaptenzorg.

5.2 Kerngegevens

Gekeken naar het personeel over 2007-2009 groeit het aantal fte per jaar iets sneller dan het aantal personen (2,3% tegenover 2,2%).

5.3 De arbeidsmarkt nader beschouwd

Eerst wordt aandacht gegeven aan de opleidingen (instroom, geslaagden, BPV-plaatsen). Vervolgens worden enkele kerngegevens over het huidige personeelsbestand in de gehandicaptenzorg gepresenteerd.

Een eerste tabel bevat gegevens over de instroom in opleidingen voor zorg en welzijn, 2004-2009, gemiddelde jaarlijkse groei. Opmerkingen hierbij:

  • Sociaal pedagogisch werk; voor niveau 4 sprake van gemiddelde afname van 5% per jaar en voor niveau 3 een gemiddelde toename van 10,4% per jaar

  • Sterke stijging op de instroom van Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (niveau 5), jaarlijkse groei van bijna 6%

  • De agogische opleidingen in de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) wint het sterk aan populariteit met een gemiddelde groei van 10,4% per jaar

In de volgende tabel staat de jaarlijkse groei in procenten voor gediplomeerden opleidingen Zorg en Welzijn 2004-2009. Opmerkingen hierbij:

  • De sterkste groei in het aantal gediplomeerden is te vinden voor de opleiding Sociaal Cultureel Werk (niveau 4) met bijna 5% per jaar

  • De sterkste afname (6% per jaar)is te zien bij de opleiding Sociale Dienstverlener (niveau 3)

  • Het aantal gediplomeerden van de verplegende en verzorgende opleidingen neemt over de gehele periode af (van 21.600 naar 19.700), maar opvallend is dat die afname zich vooral afspeelt bij BOL deeltijd en BBL (beide 6% afname gemiddeld per jaar). Het aantal gediplomeerden van BOL voltijd neemt juist toe met gemiddeld ruim 3% per jaar.

Tot slot wordt er ingegaan op de opleidingen Zorg en Welzijn op het MBO en HBO.

De instroom in de opleidingen MBO Zorg en Welzijn groeit gestaag met een gemiddeld groeipercentage van 1,7%. Voor het aantal gediplomeerden is sprake van een afname van gemiddeld 1,4% per jaar. Het aantal gediplomeerden uit de BOL-voltijdopleidingen groeit nog met gemiddeld 1,6% per jaar, maar de beide andere opleidingsvoren laten afnamen zien in het aantal gediplomeerden van 3% (BOL deeltijd), respectievelijk 5,2% (BBL).

De gemiddelde groei van de instroom in opleidingen HBO Zorg en Welzijn is 12 keer zo groot als die in de MBO-opleidingen (3,5% tegenover 1,7% gemiddeld per jaar). Ook bij deze opleidingen is er sprake van een over de jaren heen wisselend beeld, maar minder grillig dan bij het MBO. Zowel de instroom in BOL voltijd als die in BOL deeltijd lijken echter gestaag te groeien met gemiddeld 4,1% en 1,3%.

Het aantal gediplomeerden van de opleidingen HBO Zorg en Welzijn groeit minder hard dan het aantal instromenden. Opvallend is de daling van het aantal gediplomeerden van de opleidingsvorm BOL deeltijd. Des te opvallender omdat de instroom in deze opleidingsvorm juist toeneemt.

Ook is er een tabel met het aantal BPV (beroepspraktijkvormingsplaatsen) gehandicapten zorg naar opleiding, 2007-2009 Enkele waarnemingen uit deze tabel:

  • het aantal BPV-plaatsen neemt tussen 2007 en 2009 sterk toe, met ruim 37%

  • het aantal BPV-plaatsen voor BOL is landelijk ongeveer 2,5 keer zo groot als voor BBL, maar per type opleiding zijn er verschillen

  • voor zowel BOL als BBL vormen de BPV-plaatsen voor Sociaal Pedagogisch Medewerker (niveau 4) het grootste aandeel met 35, respectievelijk 27%

Er wordt afgesloten met een tabel met kerngegevens van het personeelsbestand van gehandicaptenzorg. Enkele opvallende waarnemingen uit de tabel:

  • over de periode 2004-2009 groeit het aantal medewerkers in loondienst met gemiddeld 3,2% per jaar, aantal arbeidsplaatsen groeit met gemiddeld 3% per jaar

  • de deeltijdfactor blijft in die periode vrijwel stabiel op ruim 62%

  • het aandeel 50+-ers groeit sterk, van 17,3% in 2004 naar 25,2% in 2009

  • zowel het bruto- als het nettoverloop neemt af. Het brutoverloop is het totaal aantal vertrokken medewerkers als % van het totaal aantal medewerkers. Het nettoverloop betreft uitsluitend de medewerkers die de sector gehandicaptenzorg verlaten.

5.4 Personeel naar deelsector

In alle deelsectoren groeit het aantal fte personeel gestaag. Alleen in de ZG-sector is van 2008 naar 2009 een gering afname zichtbaar.

Er is sprake van veel deeltijdwerkers in de gehandicaptenzorg. Een klein opvallend detail is dat in de LG-VG sector van 2008 naar 2009 het aantal fte met 300 groeit, maar het aantal personen met ruim 120 afneemt.

6. Capaciteit

6.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden enkele gegevens gepresenteerd over de verblijfscapaciteit in de gehandicaptenzorg.

6.2 Kerngegevens

Uit een tabel blijft dat de capaciteit gemiddeld groeit met 3,5%. Zoals te verwachten komt deze gemiddelde groei ongeveer overeen met de groei van de productie (3,8%), maar is zij kleiner dan de groei van het aantal cliënten in de verblijfszorg (4,6%) volgens gegevens uit het JDMV.

Het CBS komt tot lagere aantallen verblijfsplaatsen. Het CBS gaat uit van een andere groep instellingen dan die waar het JDMV zich op baseert. Wel maakt het CBS onderscheid tussen plaatsen mét behandeling en plaatsen zonder behandeling, hetgeen min of meer overeen lijkt te komen met het onderscheid intra- en semimuraal.

6.3 Deelsectoren van de gehandicaptenzorg

De verblijfscapaciteit van de VG-sector groeit tussen 2007 en 2009 ieder jaar met ongeveer 1.600 bedden/plaatsen. Relatief groeit de sector LG-VG het snelst met een groei van meer dan 25% over de periode 2007-2009.

7. Uitgaven

7.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden gegevens gepresenteerd over de uitgaven aan gehandicaptenzorg.

7.2 Kerngegevens

In 2007-2009 stijgen de uitgaven met gemiddeld meer dan 9% per jaar. (stijging 2007-2008 was het gevolg van een administratieve achterstand, dit was ook gedeeltelijk zo voor 2008-2009).

Volgens de opgaven in het JDMV is het totale budget voor 2009 ruim 6,4 miljard euro. Dit komt goed overeen met de gegevens van de NZa die uitkomsten op 6.3 schatten.

7.3 De uitgavenontwikkeling gedetailleerd

Hierover is een tabel geplaatst met de uitgaven aan verblijfzorg, conform de onderscheiden ZZP's. De nieuwe wijze van bekostiging maakt het niet goed mogelijk om voor deelsectoren de verblijfskosten in een langere reeks te plaatsen.

7.4 Bedrijfsopbrengsten naar deelsector

De budgetontwikkeling verschilt van deelsector tot deelsector.

  • het budget voor de VG-sector groeide in deze periode met 20%

  • dat van de LG-sector met 13,3%

  • de andere sectoren zaten tussen deze beide uitersten

Nogmaals moet opgemerkt worden dat de groei van 2007 naar 2008 voor een deel het inhalen van een administratieve achterstand was.

De ontwikkeling van 'overige bedrijfsopbrengsten' verschilt per deelsector.

  • voor de VG-sector is dit 11% tussen 2007 en 2009

  • voor de LG-VG-sector 13%

De overige opbrengsten in beide andere deelsectoren groeien relatief harder, maar zijn aanmerkelijk kleiner in omvang.

8. Verantwoording en aanbevelingen

8.1 Verantwoording

In dit brancherapport staat de JDMV-gegevens centraal als informatiebron. De motivatie daarvoor is dat het brancherapport bedoeld is om een beeld over de gehandicaptenzorg naar buiten te brengen. Het behoort een getrouw beeld te geven. Bij het inhoud geven aan deze aanpak kunnen echter wel enige kanttekeningen worden geplaatst:

  • er is nog steeds sprake van onvolkomenheden in de registraties. Vanwege deze onzekerheden in combinatie met de nog korte waarnemingsreeks over slechts 3 jaren, zijn ze terughoudend geweest met het trekken van conclusies

  • dit jaar waren slechts van 130 instellingen de JDMV-gegevens digitaal beschikbaar, om een totaalbeeld te krijgen is de rest handmatig verzameld en waren er geen gedetailleerde gegevens beschikbaar

  • ook dit jaar bleek dat veel instellingen niet, niet volledig of niet correct de branchespecifieke vragenlijst invullen

8.2 Aanbevelingen

  • dat instellingen worden gestimuleerd om hun gegevens goed en volledig elektronisch aan te leven aan het CIBG en deze aanlevering ook digitaal af te sluiten

  • dat de instellingen worden gestimuleerd om ook het branchespecifieke deel van de JDMV-vragenlijst zo volledig mogelijk in te vullen

  • dat de VGN de totstandkoming bevordert van een 'opgeschoond' JDMV-bestand over de periode 2007-2009, waarin alle voor de brancherelevante informatie is opgenomen en dat kan dienen als een algemeen erkend basisinformatiebestand over de gehandicaptenzorg. Op dit bestand zal informatie uit volgende JDMV-en naadloos kunnen worden aangesloten.

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvatting artikelen rond het thema Gehandicaptenzorg

Deze verzameling (wetenschappelijke) artikelen rond het thema gehandicaptenzorg werd gebruikt in 2018 bij het vak 'gehandicaptenzorg' Universiteit Utrecht.

Bij deze cursus werden de lessen opgebouwd met de volgende thema's

  • Thema: Raamwerken en ontwikkelingen in de zorgsector
  • Thema: Familieleven en beperkingen
  • Thema: Gedragsinterventies
  • Thema: Diagnostiek en behandeling
  • Thema: Levensloop
  • Thema: Autisme
  • Thema: Cerebral Palsy
Summaries and supporting content: 
Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
815