Bewijslast eigen schuld - Arrest

Bewijslast eigen schuld

HR 11 juni 2010, NJ 2010, 333

Casus

Eisers tot cassatie bewonen een dijkhuis gelegen aan een sloot; zij hebben een damwand laten plaatsen die aan het huis was verankerd. Daarop hebben eisers over de ontwikkeling van een aanbouw gesproken met verweerder in cassatie, die heeft aangegeven ook voor de benodigde constructieberekening zorg te kunnen dragen; de dienovereenkomstig uitgebrachte offerte is door eisers geaccepteerd. Nadat eisers van scheurvorming in de aanbouw melding hadden gemaakt is door verweerder geconstateerd dat reparatie van de scheuren niet afdoende zou zijn.

De scheurvorming was het gevolg van het ontbreken van een deugdelijke verankering van de damwand, waardoor de ondergrond niet bestand was tegen de belasting door de nieuwe aanbouw. Eisers hebben van verweerder schadevergoeding gevorderd wegens ondeugdelijke uitvoering van zijn werkzaamheden. De rechtbank heeft verweerder aansprakelijk geacht voor de door eisers geleden schade. Het hof heeft geoordeeld dat verweerder tekort is geschoten in zijn verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst, dat de bewijslast in verband met het beroep dat verweerder doet op eigen schuld aan de zijde van eisers bij eisers komt te liggen, en dat verweerder zich ter vermindering van zijn vergoedingsplicht niet met succes kon beroepen op de omstandigheid dat ook eisers de schade hadden kunnen beperken. Tegen dit oordeel keert zich het middel.

Het hof heeft miskend dat de bewijslast van eigen schuld van de tot schadevergoeding gerechtigde in beginsel rust op de partij die zich op eigen schuld van zijn wederpartij beroept, zodat verweerder in beginsel de bewijslast draagt van hetgeen hij ter onderbouwing van zijn beroep op eigen schuld van eiser heeft aangevoerd.

Rechtsregel

Het oordeel van het hof inzake het beroep van verweerder op de schadebeperkingsplicht van eiser geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. In de door het hof vastgestelde omstandigheden — te weten dat verweerder aansprakelijk is voor de schade en heeft toegezegd deze te herstellen, dat op verweerder de plicht rustte de schade te beperken en dat hij schadebeperkende maatregelen had kunnen nemen — kan verweerder redelijkerwijze niet aan eisers tegenwerpen dat zijn vergoedingsplicht op de voet van art. 6:101 BW wordt verminderd als gevolg van de omstandigheid dat ook eisers schadebeperkende maatregelen hadden kunnen treffen.