Oefententamens Arbeids & Organisatiepsychologie - B1 - Psychologie - UvA
- 2473 reads
Een oude auto wordt uit elkaar gehaald om te zien hoe deze werkt en gemaakt is. Dit betreft de toepassing van
Menselijk kapitaal (human capital)
Structureel kapitaal (structural capital)
Relatie kapitaal (relationship capital)
In het huidige bedrijfsleven bestaan er steeds meer verschillen tussen werknemers (workforce diversity). Anna is 25 en werkt als psycholoog bij een groot adviesbureau. Ze werkt daar samen met Arnold en Lies. Arnold is 37 jaar oud en van Aziatische afkomst. Lies is 41 en heeft een lichte fysieke beperking. Ondanks alle verschillen kunnen de drie zonder problemen met elkaar samenwerken. De hierboven beschreven verschillen tussen Anna, Arnold en Lies zijn voorbeelden van:
Oppervlakte niveau diversiteit (surface level diversity)
Persoonlijke waarden (personal values)
Diepgaand niveau diversiteit (deep level diversity)
Wanneer een arbeidsadviseur in een organisatie het gedrag van een werknemer onderzoekt volgens het MARS-model, waar zal hij dan niet direcht op letten?
Rol perceptie (role perception)
Motivatie (motivation)
Verantwoordelijkheidsgevoel (sense of responsibility)
Een onderdeel van het MARS-model is motivatie. Welk van de onderstaande begrippen is volgens het MARS-model geen onderdeel van motivatie?
Intensiteit (intensity)
Werkvermogen (ability)
Volharding (persistence)
Lisa heeft een sterke betrokkenheid bij de natuur en het welzijn van alle mensen. Op welke dimensie van Schwatz's waardencircumplex (Values Circumplex) scoort Lisa hoog?
Conservatie (conservation)
Conformiteit (conformity)
Zelftranscendentie (self-transcendence)
Welke twee persoonlijkheidstrekken uit het Five-Factor Model (FFM) (Big Five) zijn het best te gebruiken bij het voorspellen van de individuele prestatie voor bijna elk soort baan?
Neuroticisme (neuroticism) en openstaan voor ervaringen (openness to experience)
Openstaan voor ervaringen (openness to experience) en consiëntieusheid (conscientiousness)
Consiëntieusheid (conscientiousness) en neuroticisme (neuroticism)
Welke bewering over persoon-organisatie waarde congruentie (person-organization value congruence) is waar?
Incongruentie (incongruence) tussen de waarden van de persoon en die van de organisatie kan bijdragen aan betere besluitvorming
Congruentie tussen de waarden van de persoon en die van de organisatie kan leiden tot contraproductief werkgedrag (counterproductive work behavior)
Een sterke mate van persoon-organisatie waarde congruentie bevordert de creativiteit
Welke uitspraak is waar over de mate van individualisme van een cultuur, als deze hoog collectivistisch is?
De cultuur kan zowel laag als hoog individualistisch zijn
De cultuur zal laag individualistisch zijn
De cultuur zal hoog individualistisch zijn
Wat wordt verstaan onder contraproductief werkgedrag (counterproductive work behavior)?
Het is vrijwillig gedrag dat direct of indirect schadelijk kan zijn voor de organisatie
Het is werkgedrag dat door tegenwerking vanuit de organisatie weinig productief is
Het is werkgedrag waarmee de werknemer zelf weinig voordeel behaald
Tim krijgt een promotie op zijn werk aangeboden. Hij heeft de afgelopen tijd hard gewerkt en verschillende trainingen gevolgd. Tim schrijft zijn promotie echter niet toe aan zijn harde werk en het volgen van de diverse trainingen maar aan geluk. Deze laatste zin verwijst naar:
Waarnemende oriëntatie (perceiving van Jung)
Oordelende oriëntatie (judging van Jung)
Een externe attributiestijl (external locus of control)
Wat is het overkoepelende probleem van het rationele-keuze paradigma (rational choice paradigm)?
Mensen kiezen wat impliciet favoriet is (implicit favorite)
Mensen hebben een gelimiteerd rationaliteit (bounded rationality)
Mensen kiezen een oplossing die goed genoeg is (satistficing)
De neiging om een ogenschijnlijk slecht besluit te herhalen of meer middelen in een falende koers te investeren, verwijst naar het volgende probleem met het evalueren van de uitkomsten van een beslissing:
Rechtvaardiging na de beslissing (postdecisional justification)
Escalatie van betrokkenheid (escalation of commitment)
Plannen van het scenario (scenario planning)
Een werknemer doet minder inspanning om nieuwe klanten te werven, omdat zijn leidinggevende gestopt is met complimenten geven na het aanbrengen van nieuwe klanten. Dit voorbeeld is een illustratie van:
Zelf-bekrachtiging (self-reinforcement)
Negatieve bekrachtiging (negative reinforcement)
Extinctie (extinction)
Wat is een voorbeeld van een teambeloning?
Gainsharing plans
Employee stock ownership plans (ESOPs)
Profitsharing plans
Welke optie kiezen mensen van nature als we kijken naar het rationele keuze paradigma (rational choice paradigm)?
De optie met de hoogste subjectieve verwachte waarde (subjective expected utility)
De optimale optie na een geprogrammeerde beslissing (programmed decision)
De optimale optie na een niet-geprogrammeerde beslissing (non-programmed decision)
Welk van de volgende elementen helpt bij het verhogen van de affectieve betrokkenheid (affective commitment) van medewerkers bij een organisatie?
Lage werkgelegenheid (low employment)
Rechtvaardigheid en ondersteuning (justice and support)
Financiële beloning (financial incentives)
Wat zijn de drie fasen van een stersservaring van het Algemene Adaptatie Syndroom (General Adaptation Syndrome) van Selye?
Alarmreactie (alarm reaction), weerstand (resistance) en verdragen (coping)
Alarmreactie (alarm reaction), weerstand (resistance) en uitputting (exhaustion)
Alarmreactie (alarm reaction), aanpassing (adaptation) en verdragen (coping)
Welke van de onderstaande motivatietheorieën is hiërarchisch?
ERG Theory
Four-Drive Theory
Learned Needs Theory
Welke drie componenten staan onderaan in de behoeftenhiërarchie van Maslov
Veiligheid, waardering en erkenning van jezelf en anderen en zelfverwezelijking
Fysisologische behoeften, veiligheid en waardering en erkenning van jezelf en anderen
Fysisologische behoeften, veiligheid en behoefte aan sociaal contact
Wat is geen drijfveer volgens de vier-drijfveren theorie?
Verwerven
Begrijpen
Zelfverwezelijken
1. B
Zie hoofdstuk 1
2. A
Zie hoofdstuk 1
3. C
Zie hoofdstuk 2
4. B
Zie hoofdstuk 2
5. C
Zie hoofdstuk 2
6. C
Zie hoofdstuk 2
7. A
Zie hoofdstuk 2
8. A
Zie hoofdstuk 2
9. A
Zie hoofdstuk 2
10. C
Zie hoofdstuk 2
11. B
Zie hoofdstuk 7
12. B
Zie hoofdstuk 7
13. C
Zie hoofdstuk 3
14. A
Zie hoofdstuk 6
15. A
Zie hoofdstuk 7
16. B
Zie hoofdstuk 4
17. B
Zie hoofdstuk 4
18. A
Zie hoofdstuk 5
19. C
Zie hoofdstuk 5
20. C
Zie hoofdstuk 5
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
2 oefententamens voor Sociale Arbeids & Organisatiepsychologie, onderdeel Arbeids & Organisatie Psychologie - Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1804 | 1 |
Add new contribution