Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Sheetnote hoorcollege 2 staatsrecht II 2018/2019
  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

De verhouding tussen regering en parlement.

Het gaat vandaag om drie tegenstellingen

  • De juridische verhouding tussen regering en parlement
  • De feitelijke verhouding tussen coalitie en oppositie
  • Hoe verhouden deze twee blokken zich tot elkaar?

Parlementair stelsel

Het parlementair stelsel gaat over de verhouding tussen de regering en het parlement. De kern van het parlementair stelsel wordt gevormd door de vertrouwensregel. Een ongeschreven regel die luidt; een kabinet (minister) dat niet langer het vertrouwen heeft van de meerderheid in de Tweede Kamer kan niet aanblijven en zal zijn ontslag moeten aanbieden, behoudens de mogelijkheid van Kamerontbinding. De Kamer heeft volgens het vertrouwensbeginsel het laatste woord.

Dat parlementair stelsel is niet van de ene op de andere dag ontstaan, dit is ontwikkeld in de periode van 1848 tot 1868. Twee belangrijke episodes:

  • Kwestie Meijer, 1866. Meijer was formateur van het kabinet en werd minister van koloniën. Tot het moment kwam dat de begroting moest worden opgesteld, toen bleek dat Meijer al een erebaan aangeboden had gekregen in Indonesië. De Kamer was boos hierom, omdat ze Meijer als minister wilde. De Tweede kamer kreeg ruzie met het kabinet. Er ontstond een machtsstrijd. De Kamer sprak een motie van afkeuring over de benoeming van Meijer. De minister-president Heemskerk schreef nieuwe verkiezingen uit. De Kamer veranderde echter niet veel na de verkiezingen.
  • Kwestie Luxemburg, 1867. Eind van 1867 kwam er opnieuw ruzie omdat de Koning Luxemburg wilde verkopen aan Frankrijk. Nederland kreeg de schuld van Duitsland. Er was weer een conflict tussen Kamer en kabinet. De kamer verwierp de begroting en er kwamen opnieuw verkiezingen. Het eerste wat de nieuwe kamer deed, was een motie aannemen dat er geen enkel belang bij was om een nieuwe kamer aan te nemen. Uiteindelijk besloten de ministers om af te treden. In 1868 had de Kamer dus eigenlijk de strijd gewonnen.

Conclusie: uiteindelijk won de kamer. Hiermee ontstond het parlementaire stelsel.

De vertrouwensregel werkt eigenlijk op allerlei plaatsen door in de rest van het staatsrecht. Dit zie je bijvoorbeeld terug bij de kabinetsformatie; op basis van de verkiezingsuitslag moet een nieuw kabinet worden gevormd. We doen dit op basis van de verkiezingsuitslag omdat die vertrouwensregel op de achtergrond ligt. De kans is zo groter dat je op steun van de meerderheid van rekenen.

Het effect van de vertrouwensregel is dat de controlerende rol van de Tweede Kamer afneemt. Het idee dat een onafhankelijke kamer een onafhankelijke regering controleert valt weg.

Vaste meerderheden dragen bij aan regeringsstabiliteit. Als je voor elk besluit moet afwachten wat de Tweede Kamer er mee doet, is het moeilijk plannen. Die regeringsstabiliteit zorgt dat er makkelijker gepland kan worden en vooruitgekeken kan worden.

Kortom: door de vertrouwensregel neemt de controlefunctie af, maar de regeringsstabiliteit neemt toe.

We kunnen zeggen dat we een dualistisch stelsel hebben met monistische elementen.

Een twistpunt is nog; geldt de vertrouwensregel nou ook voor de Eerste Kamer? Daarover verschillen de meningen. Het uitgangspunt is dat de vertrouwensregel ook in de Eerste Kamer geldt.

Kiesrecht

Hoe vertaal je opvattingen van de bevolking naar stemmen in de Kamer. Een kiesstelsel vertaalt wat er in de bevolking leeft naar de stemmen in de Eerste en Tweede kamer. Er zijn drie momenten in het kiesrecht die belangrijk zijn:

  • Wie mag er eigenlijk meepraten? Aan wie komt het kiesrecht toe?

    • Art 4 GW.
    • Art 54-56 Gw, 129-130 Gw jo art. B3 Kw en 10 Gemw.
    • Ontzetting uit het kiesrecht, art 54 lid 2 Gw.
    • Onverenigbare functies (incompatibiliteiten). Sommige banen kan je niet combineren, je kan niet en minister en kamerlid zijn.
  • Op welke manier vertaal je het aantal stemmen in aantal zetels?
    • Kiesstelsel: meerderheidsstelsel of evenredige vertegenwoordiging. Wij kennen het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging.
    • Kiesdrempels en voorkeursstemmen. Een kiesdrempel voorkomt dat te kleine partijen een zetel in de kamer hebben, je moet een minimaal aantal stemmen hebben om in de kamer te komen. Naarmate je kiesdrempel toeneemt, neemt de evenredigheid af, maar de regeringsstabiliteit toe.
  • Hoe groot is de handelingsruimte van vertegenwoordigers? Kan je eigenlijk de wensen van de keizers wel vertalen naar een concrete opdracht voor de partijen?
    • Vrij mandaat en verbod van last, art 67 lid 3 Gw. Je kan niet een kamerlid een bindende opdracht geven hoe deze moet stemmen. Fractiediscipline is oké, als een kamerlid anders wil stemmen, dan staat hem dit staatsrechtelijk vrij.
    • Parlementair immuniteit, art 71 Gw. Een kamerlid kan niet in rechte aangesproken worden door uitlatingen die hij in de kamer doet. Met als achterliggende gedachte dat de kamer de plek is waar het recht ook veranderd kan worden, ook als ze naar huidig recht strafbaar zijn. Let op! De plek is hier bepalend. In de Kamer is het debat vrij, ook als dit bijvoorbeeld discriminatie is, maar het mag later niet herhaald worden op tv of via twitter worden verstuurd.

Geschiedenis van het kiesrecht

Voor 1848 werd de Twee Kamer getrapt gekozen (door de provinciale staten) en de Eerste Kamer werd voor het leven benoemd door de Koning. In 1848 werd besloten dat de Tweede Kamer rechtstreeks werd gekozen en de Eerste Kamer getrapt. Het ging vooral om de invoering van het rechtstreekse kiesrecht. Dit was wel een heftige stap; dus het moest wel iets ingeperkt worden. Daarom mochten alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden, hadden kiesrecht. Het kiesrecht was dus tamelijk beperkt.

In 1887 werd dat kiesrecht wat verruimd. Het idee was dat er meer mannen kiesrecht moesten krijgen. De vraag was hoe dit geregeld moest worden. De grondwetgever gaf dit door aan de gewone wetgever. Deze gaf als criteria ‘kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welvaart’. Dit artikel werd ook wel het Caoutchoucartikel genoemd, caoutchouc is rubber en buigbaar.

  • 1892: tak van Poortvliet, te radicaal.
  • 1894: strijd van Takkianen en anti-takkianen
  • 1896: Kieswet van: Van Houten, veel verschillende kenmerken. Er ontstonden 100 kiesdistricten, met absolute meerderheidseis.

De volgende grote stap is 1917, weer een grondwetherziening. Voor het kiesrecht betekent dit dat het algemene mannenkiesrecht wordt ingevoerd. Alle grondwettelijke bezwaren tegen vrouwenkiesrecht wordt geschrapt, vrouwen zijn vanaf nu verkiesbaar. In 1917 ontstond ook het systeem van evenredige vertegenwoordiging.

De stap daarna is de initiatiefwet, in 1919 om ook vrouwenkiesrecht te verschaffen. Vanaf 1922 had iedereen kiesrecht.

De laatste wijziging was in 1983, in dit jaar werd de leeftijd van achttien jaar gecodificeerd.

Algemeen vertegenwoordigende organen

Iedere Nederlander heeft nu het recht om de algemeen vertegenwoordigde organen te kiezen. Maar wie waren deze vertegenwoordigende organen? Ze kwamen eigenlijk niet verder dan de vanouds bekende vertegenwoordigende organen (Staten-Generaal, Provinciale staten en gemeenteraad). Uiteindelijk moest er gekeken worden naar drie elementen:

  • Samenstelling; hoe groter de groep vertegenwoordigden, hoe zwaarder wegend.
  • Bevoegdheid; hoe groter het takenpakket, hoe groter de noodzaak van democratische legitimatie.

Tweekamerstelsel

Het tweekamerstelsel houdt in dat we een Eerste en Tweede Kamer hebben. De vraag is waarom we twee kamers hebben. De vraag is waarom we een Eerste Kamer nodig hebben naast een Tweede Kamer. We hebben de Eerste Kamer gekregen toen België bij Nederland kwam. De Eerste Kamer was een soort verlengstuk van de Koning. Maar de vraag waarom we dat nu nog hebben, weten we eigenlijk niet zo goed.

Is die Tweede Kamer niet tegenwoordig een soort dubbel werk? De populariteit van de Eerste Kamer gaat op en neer, maar de Eerste Kamer zoekt wel steeds meer de publiciteit. De Eerste Kamer probeert een eigen profiel neer te zetten om het dubbele tegen te gaan. Zij kijken naar de kwaliteit van de wetgeving, de juridische aspecten, aspecten van uitvoerbaarheid, de verhouding tot Europa etc. Maar dit profiel is ook niet erg sterk, omdat de Tweede Kamer ook wel politiek is.

Nog een probleem is dat wanneer de Eerste Kamer net gekozen is, kunnen zij vinden dat zij meer representatief zijn aan het volk dan de Tweede Kamer, omdat zij recenter zijn gekozen. Dit kan voorkomen worden door bij verkiezingen de helft van de Kamer te vervangen, een keer in de drie jaar de helft van de Kamer vervangen.

Stijlen van representatie

Hoe werken de politieke partijen en individuele volksvertegenwoordigers in de praktijk?

Er bestaan twee stijlen van representatie, beide horen thuis in het parlement:

  • Acting for: handelen namens de kiezer op basis van eigen professionaliteit. Het resultaat telt. Het halen van beleidsdoelstellingen.
  • Standing for: staan voor de met kiezers gedeelde overtuigingen en idealen en deze uitdragen, ook als resultaat niet meteen te verwachten is.

Politieke ministeriele verantwoordelijkheid

Hoe ver gaat de controle van het parlement op de regering? De ministeriele verantwoordelijkheid is verankerd in art. 42 van de Grondwet. Om goed te begrijpen wat verantwoordelijkheid betekent, moet je drie dingen uit elkaar houden:

  • Inlichting geven.
  • Verantwoording afleggen.
  • Al dan niet vertrouwen.

Het woord verantwoordelijkheid heeft twee aspecten:

  • Verantwoordelijk voor (zorg voor)
  • Verantwoordelijkheid jegens (verantwoording afleggen)

De juridische verantwoordelijkheid wordt toegerekend aan het ambt; die verantwoordelijk zit gekoppeld aan de bevoegdheden. De bevoegdheden komen niet toe aan een privépersoon, maar aan het ambt. Het ambt van minister is verantwoordelijk voor;

  • Eigen handelen
  • Koning
  • Ambtenaren
  • Ministerraad
  • EU-besluitvorming
  • Ambtsvoorgangers

Inlichtingen en verantwoording

Alles wat een minister redelijkerwijs aan de kamer zou kunnen vertellen, moet hij ook vertellen. De reikwijdte is zover als de juridische en feitelijke mogelijkheid van de ministers reiken om gevraagde inlichtingen te geven. Er is hier één uitzondering op; wanneer wat je zegt in strijd is met het belang van de staat.

Ontbindingsrecht

De regering kreeg in 1848 de mogelijkheid om de kamers te ontbinden. Het gevolg is dat er nieuwe verkiezingen uitgeschreven moeten worden. Het oorspronkelijke idee dat de kamer ontbonden wordt om een conflict op te lossen tussen regering en parlement is bijna niet meer aan de orde. Dit heeft vooral te maken met de politieke partijen van tegenwoordig. Iemand van de coalitie moet zich in dat geval hebben aangesloten bij de oppositie. Er is dan een meningsverschil tussen de regering en het parlement; het laatste wat je dan wilt is verkiezingen. Het ontbindingsrecht gebruiken we alleen nog als de hele boel ‘op slot zit’.

 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

Alles wat wordt besproken is terug te vinden in de literatuur. Andersom is het zo dat niet alle stof die in het hoorcollege wordt behandeld de stof uit het boek volledig weer geeft. Het hoorcollege geeft als het waar een rode draad door het boek heen.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Er worden geen opmerkingen gemaakt over het tentamen, behalve dat het belangrijk is om naast de hoorcolleges en werkgroepen te volgen, het belangrijk is het boek te lezen.

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

Er worden geen vragen behandeld die gesteld zouden kunnen worden op het tentamen.

 

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Statistics
1471