Tentamentickets H10-H18

Hoofdstuk 10

  • Echtgenoten moeten tijdens het huwelijk elkaar het nodige te verschaffen, na het huwelijk geldt een soortgelijke verplichting door partneralimentatie.
  • Ouders zijn verplicht verzorging en opvoeding van het kind, dit stopt indien het kind meerderjarig wordt. Daarna volgt vergoeding van kosten voor levensonderhoud en studie.
  • Het bloedverwantschap ziet op familierechtelijke betrekkingen, dus waar een bloedlijn aanwezig is of via adoptie, erkenning of gerechtelijke vaststelling van het ouderschap
  • Het aanverwantschap ziet op de bloedverwanten van de echtgenoot danwel de geregistreerde partner. Die kleven aan de partner.
  • Behoeftigheid ziet op de situatie dat het kind niet zelf kan voorzien in zijn behoeften. 
  • Een verwekker van een kind dat niet door hem erkend is/ ingestemd heeft met de verwekking, moet wel de kosten van verzorging en opvoeding betalen. 
  • Degene die het gezag heeft over het kind, dient ook de kosten te betalen voor het levensonderhoud.
  • De hoogte van het levensonderhoud wordt bepaald aan de hand van de behoefte en de draagkracht. Dit geldt niet tussen ouder-kind. 
  • De bijdrage van de ouders, stiefouders en gezagsdrager wordt bepaald naar de draagkracht van hen.

Hoofdstuk 11

  • De moeder staat altijd in familierechtelijke betrekking tot het kind. Aangezien hier van bekend is dat zij de ouder is, bij de vader/ meemoeder kan dit onzeker zijn.
  • Indien de ouders gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, staan beide ouders van rechtswege in familierechtelijke betrekking tot het kind. Indien zij dit niet zijn, is er alleen een familierechtelijke betrekking tot de moeder.
  • De man/ meemoeder moet het kind erkennen of er moet gerechtelijke vaststelling van het ouderschap plaatsvinden of adoptie.
  • Een persoon die een kind erkend heeft, heeft pas gezag over het kind na inschrijving in het gezagsregister.
  • De moeder is de vrouw uit wie het kind is geboren en de eventuele meemoeder.
  • De draagmoeder is de juridische moeder.
  • De wensouders en de draagmoeder kunnen geen actie ondernemen indien een van de partijen niet nakomt. Aangezien het draagmoederschap niet geregeld is in de wet.
  • Indien sprake is van een gehuwde man die instemt met de verwekking, wordt hij vermoed de verwekker te zijn. De verwekker hoeft dus niet de biologische vader te zijn. 
  • Het vaderschap wordt ontkent door de vader of de moeder van het kind of door het kind zelf. Dit kan niet als de man wist van de zwangerschap of hiermee had ingestemd.
  • Ontkenning van het vaderschap kan ook na het overlijden van het kind dan wel de vader.
  • Door erkenning ontstaat een familierechtelijke betrekking tussen die persoon en een kind. Het rechtsgevolg is dat de erkenner de juridische ouder van het kind wordt.
  • Als er sprake is van een onbekende donor, kan de partner van de moeder van het kind het kind erkennen en juridisch moeder worden. 
  • Als twee vrouwen getrouwd zijn danwel een geregistreerd partnerschap hebben, is erkenning niet nodig in geval van een onbekende donor. In geval van een bekende donor kan de moeder kiezen.
  • De gerechtelijke vaststelling van het ouderschap zorgt voor een familierechtelijke betrekking tussen het kind en de verwekker of de instemmende partner in te stellen. Het rechtsgevolg is dat de partner juridisch ouder van het kind is geworden.

Hoofdstuk 12

  • Adoptie zorgt voor afstammingsrecht.
  • Door volle adoptie worden alle banden met de vorige ouders volledig verbroken en met de nieuwe ouders volledig aangegaan.
  • Door zwakke adoptie worden niet alle banden met de vorige ouders verbroken.
  • Adoptie van meerderjarigen is onmogelijk.
  • De meemoeder is van rechtswege moeder indien zij met de moeder van het kind een relatie heeft. Dit kan anders zijn in het buitenland, dus dan is adoptie alsnog vereist.

Hoofdstuk 13

  • De minderjarige is handelingsbekwaam als hij of zij toestemming van zijn wettelijk vertegenwoordiger heeft.
  • Als iemand handelingsonbekwaam is, kan deze persoon niet onaantastbare rechtshandelingen verrichten.
  • Als sprake is van handlichting, wordt een minderjarige op sommige vlakken behandeld als meerderjarige. De minderjarige wordt als het ware met de hand opgetild tot meerderjarige.

Hoofdstuk 14

  • Gezag omvat ouderlijk gezag en voogdij.
  • Ouderlijk gezag wordt door ouder(s) uitgeoefend, voogdij wordt uitgeoefend door een niet-ouder(s).
  • Een minderjarige staat onder gezag. Bij het ouderlijk gezag ligt het gezag bij minstens een van de ouders.
  • In het ouderschapsplan worden afspraken opgenomen over de manier hoe ouders de opvoeding, de verzorging en het recht/ verplichting tot omgang gaan uitoefenen en over de wijze van informatieverschaffing en raadpleging.
  • Een bijzondere curator kan worden benoemd als sprake is van onenigheid omtrent de belangen van het kind tussen de minderjarigen en degene die het ouderlijk gezag uitoefenen. Dit kan ook bij onenigheid tussen de ouders.
  • De ouders met een formele relatie hebben van rechtswege gezag. Ouders die een informele relatie hebben, krijgen gezag via een gezamenlijk verzoek. 
  • Het gezamenlijk gezag komt pas totstand na een gezamenlijk verzoek tot inschrijving  in het gezagsregister.
  • Als ouders na echtscheiding weer met elkaar een nieuwe formele relatie aangaan, herleven de rechtsgevolgen van de voorgaande formele relatie.
  • Het gezag wordt niet aangetast door echtscheiding.
  • Minderjarige moeders van 16 of 17 jaar kunnen een verzoek tot meerderjarigverklaring doen zodat ze het gezag over hun kind krijgen. Want minderjarigen kunnen geen gezag uitoefenen.
  • Het gezamenlijk gezag kan van rechtswege plaatsvinden tussen een ouder met zijn partner die niet de ouder is. De partner is gelijkgesteld met de persoon die het gezag uitoefent. De partner krijgt door het gezag een onderhoudsplicht voor het kind.
  • De gezamenlijke voogdij ziet op het gezamenlijk gezag tussen de voogd en zijn partner. Als sprake is van gezamenlijke voogdij worden de voogd en zijn partner aangemerkt als voogd.
  • De ouder krijgt de voorkeur boven de voogd.
  • Minderjarigen hebben altijd iemand die het gezag voor hen uitoefent.
  • Een voogd moet een boedelbeschrijving te maken over het vermogen van de minderjarige. Dit geldt voor bewindvoerders die voogd zijn en niet voor ouders.
  • De periodieke rekening van de voogd wordt geregeld in art. 1:359-362. Dit is iets anders dan rekening en verantwoording tijdens het einde van de voogdij (art. 1:372-377).

Hoofdstuk 15

  • Een familierechtelijke betrekking is voor deze omgangsregeling vereist.
  • De ouder die niet het gezag heeft over het kind heeft wel recht en de verplichting op omgang met het kind.
  • De verplichting rust op de ouder die het gezag heeft, het recht ligt bij de ouder die het gezag niet heeft.
  • Er is een mogelijkheid tot een omgangsregeling met het kind en de persoon die een nauwe persoonlijke betrekking heeft met het kind.

Hoofdstuk 16

  • De curatelestelling leidt tot handelingsonbekwaamheid, het meerderjarigenbewind leidt tot handelingsonbevoegdheid net als het mentorschap.
  • De curatelestelling wordt altijd bekend gemaakt, de onderbewindstelling wordt onder omstandigheden bekend gemaakt, het mentorschap wordt niet bekend gemaakt.
  • Curatele gaat over belangenbehartiging omtrent vermogen en niet-vermogen. Het meerderjarigenbewind gaat over vermogensrechtelijke belangen. Het mentorschap gaat over belangenbehartigen van niet-vermogensrechtelijke belangen. 
  • Curatele kan niet worden gecombineerd met het meerderjarigenbewind of met mentorschap. Het meerderjarigenbewind kan wel worden gecombineerd met mentorschap.

Hoofdstuk 17

  • Een afwezige is iemand die zijn woonplaats heeft verlaten en geen toezicht over zijn goederen heeft ingesteld. 
  • De bewindvoerder zal de afwezige vertegenwoordigen. Echter is onduidelijk of de afwezige onbevoegd is tot het beheren en het beschikken, men gaat hier wel vanuit.
  • Als een vermiste recht heeft op een erfdeel of een legaat en indien deze persoon overleden is, anderen hiertoe gerechtigd zijn, kan de rechtbank op verzoek toestemming verlenen voor machtiging tot de uitoefening van het recht van deze vermiste persoon. Zo kunnen de nabestaanden verder met hun leven.
  • Er is voor de erfgenamen een behoefte om de nalatenschap van deze persoon af te wikkelen, alsof de persoon overleden is. Daarom zijn hier mogelijkheden toe, onder strenge voorwaarden. 
  • De verplichtingen vervallen na vijf jaar na de akte van vermoedelijk overlijden. Dan kunnen de erfgenamen leven alsof de persoon echt overleden is.
  • In geval van grote rampen is een snelle en massale procedure mogelijk tot het vaststellen van overlijden via art. 1:426-430 BW. 

Hoofdstuk 18

  • De overledene noemt men de erflater. De opvolgers van de erflater noemt men de erfgenamen.
  • De opvolging van de erflater kan gebeuren 'bij versterf' of op grond van een uiterste wilsbeschikking. In geval van een opvolging bij versterf geldt de wet. In geval van een uiterste wilsbeschikking geldt het testament.
  • De nalatenschap is een afgescheiden vermogen, dus schuldeisers van de nalatenschap kunnen zich alleen verhalen op de goederen uit de nalatenschap. Dit betekent eveneens dat andere schuldeisers zich niet kunnen verhalen op dit vermogen.
  • Een erfstelling betekent dat een beschikking wordt gegeven waarin wordt bepaald welke personen een aandeel in de nalatenschap verkrijgen als erfgenaam.
  • Een legaat houdt in dat sprake is van een vorderingsrecht die wordt gegeven aan een persoon.
  • De termen erfstelling en legaten worden samengevoegd onder de term makingen, lasten zijn dus geen makingen. 
  • Als iemand erfgenaam wil zijn krachtens versterf, moet deze persoon bestaan bij het openvallen hiervan. Dit is niet het geval bij een tweetrapsmaking.
  • Per groep bestaat de mogelijkheid van plaatsvervulling, dit geldt niet voor de echtgenoot. De opvolging geldt alleen voor de bloedverwanten van de erflater, de echtgenoot van de erflater is de enige niet-bloedverwant die kan erven.
  • Een halfbroer of halfzus krijgen de helft van wat een volle broer of zus of ouder zou krijgen.
  • De wettelijke verdeling houdt in dat een echtgenoot alles van de nalatenschap krijgt, de kinderen die erfgenaam zijn krijgen een geldvordering op de echtgenoot.
  • Als een kind wordt onterfd kan deze een beroep doen op zijn legitieme portie, dit is een geldbedrag.
  • De rente staat gelijk aan de wettelijke rente voor zover dit bedrag meer is dan 6%. Dus bij een rente van 8% dient 2% rente te worden betaald. Deze rente wordt gezien als compensatie van de inflatie. 
  • De wettelijke verdeling hoeft niet te worden geaccepteerd, de echtgenoot kan de wettelijke verdeling ongedaan maken.
  • Als sprake is van een echtgenoot die niet de ouder is van de kinderen, kunnen vermogensbestanddelen aan de kinderen voorbijgaan doordat de kinderen niet kunnen erven van deze stiefouder. Door dit stieffamiliegevaar te voorkomen, krijgen de kinderen wilsrechten.
  • Een wilsrecht houdt in dat een kind kan eisen om een bepaald goed te ontvangen, de waarde van dit goed komt dan ten laste van de vordering die het kind zou krijgen op grond van de wettelijke verdeling.
  • Via de legitieme portie krijgen afstammelingen een bepaald bedrag van de nalatenschap, ondanks dat zij worden onterfd. De echtgenoot heeft geen recht op een legitieme portie.
  • De echtgenoot kan een aanvraag doen tot het vruchtgebruik op de woning, voor zijn verzorging kan de echtgenoot een beroep doen op het vruchtgebruik van de nalatenschap.
  • De uitlegging van een testament gaat via de verhoudingen en de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt. 
  • Door erfstelling worden de personen erfgenamen via de saisine-regel (art. 4:182). Het vermogen van de erflater gaat naar de erfgenamen. Verwerping is mogelijk.
  • Een legaat is een uiterste wilsbeschikking waarbij de erflater aan personen een vorderingsrecht nalaat. Een legaat kan zien op goederen of diensten in of buiten de nalatenschap.
  • Als de nalatenschap onvoldoende is om alle schulden te voldoen worden de legaten naar evenredigheid verminderd. Bij zuivere aanvaarding door de erfgenamen dienen zij bij te dragen aan het tekort, het legaat zal niet worden verminderd.
  • De berekening van de legitieme portie wordt gedaan over de waarde van de nalatenschap + de gedane giften.
  • Er is geen beroep mogelijk op de legitieme portie in geval van plaatsvervulling bij onterving en verwerping.
  • De legitieme portie wordt berekend over de legitimaire massa van art. 4:65. De legitimaire massa is de waarde van de nalatenschapsgoederen + gedane giften - de nalatenschapsschulden. De legitieme wordt berekend over de helft van de legitimaire massa, die helft wordt weer gedeeld door het aantal kinderen plus 1.
  •  Een legitimaris kan recht hebben op inferieure makingen, als hij deze aanvaardt komt dit ten laste van de legitieme portie. Indien hij deze niet aanvaardt komt het niet ten laste van de legitieme portie.
  • De legitimaris is geen erfgenaam. Stiefkinderen zijn geen legitimarissen (art. 4:27), zij kunnen wel invloed hebben op de omvang van de legitieme.
  • De nalatenschap kan worden verworpen of worden aanvaardt, aanvaarding kan zuiver of beneficiair waarbij een boedelbeschrijving wordt afgegeven. In geval van zuivere aanvaarding geldt een onbeperkte aansprakelijkheid waarbij schuldeisers zich op het privévermogen kunnen verhalen. In geval van beneficiaire aanvaarding dienen de schulden betaald te worden met het nalatenschapsvermogen, maar niet met het privévermogen. 
  • Bij de verdeling kan een vordering van die persoon aan zichzelf worden toegerekend, vermenging treedt op.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
WorldSupporter and development goals:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: elient
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1950