Dadar Gulung ('rolled pancake' in Indonesian) is a popular treat throughout Indonesia. These pancakes stand out because of their green colour which comes from the pandan juice, made from the pandan leaf. I learned how to make these in an Indonesian cooking class and they are absolutely delicious! Some ingredients might be a bit harder to find in Europe, but Asian or Indonesian supermarkets usually have these. Perfect for a desert or just as a sweet treat!

Ingredients:

Pancakes:

• 150 gram rice flour (or regular flour)
• 500 ml coconut milk
• 1/2 tsp salt
• 2 tbsp oil
• 1 tsp pandan juice (or 2-3 drops of pandan paste)

coconut filling

• 100 g palm sugar or dark brown sugar
• 60 ml water
• 100 g freshly grated coconut
• 1 ⁄4 tsp salt
• 1 pandan leaf (tied into a knot)

• First make the coconut filling by bringing the sugar and water to a boil in a pan. Reduce the heat to low and simmer uncovered for about 10 mins, stirring occasionally, until the mixture turns into a syrup. Add all the other ingredients and cook, stirring constantly, for 10 to 15 mins, until the mixture dries up. Remove from the heat and take the pandan leaf out.
• For the pancake, combine the flour, eggs, coconut milk, salt and pandan juice in a mixing bowl and whisk well until you have a smooth batter.
• Heat butter or oil in a pan over low fire. Put about one scoop of batter in the pan and turn to create a thin round crepe. Cook until the crepe sets and begins to brown, then flip it over and cook for a few seconds, and remove from the heat. Continue to make the crepes until all the batter is used up.
• Divide the coconut filling over the pancakes. To roll the pancakes, fold one side of the pancake over the filling, then the other two sides and roll up tightly. 
• Serve on a pandan leaf and grate some fresh coconut over the pancakes to top it off!

Dit recept is ook van mijn oma. Ik was helaas te klein om samen met haar te hebben gekookt, toen zij nog leefde. Met deze recepten leeft zij nog een beetje voor. Je kan in plaats van vlees ook heel goed een vleesvervanger gebruiken. 

Alle ingredienten in een kom of pan doen (nogal grote pan, want de sate aan de stokjes geregen moeten erin kunnen) dan de djeroek nipis met de vingers persen in de boemboe en de schillen ook in doen (voor de aroma). Dan de tamarinde saus en de fijn gemaakte bruine suiker bij doen. Het wordt een dikke massa plus peper en zout naar smaak. Alles gelijkelijk roeren en proeven, het moet meer naar de zoete kant zijn. Dan het zachtgeklopte vlees in doen en samen mengen met de boemboe. Na een ½ uurtje het vlees aan de sate stokjes rijgen en in de pan doen met de hele boemboe. Dan even koken (op een kleine vlam) tot de sate ovengaar wordt (niet laten aanbranden) of dat kan ook als zo gegeten worden.