Collegeaantekeningen Grondslagen van het recht week 1-4

Bevat de aantekeningen van de hoorcolleges en werkgroepen van week 1 t/m 4.


Week 1

Hoorcollege

Waarom volgen we de wet op?

Voorbeeld: konijnenwetgeving. Elk konijn moet gedood worden. U heeft een konijn. Brengt u het naar de ambtenaar van de handhaving van deze wet of doet houdt u illegaal uw konijn? Hoe gaat u hiermee om?

Vervolgens volgde er enige interactie met de studenten. De een gaf zijn konijnen aan, omdat de wet opgevolgd moet worden, omdat het anders een chaos wordt. De ander vond de wet niet rechtvaardig en volgde de wet niet op.

De ene student poneerde een rechtspositivistische visie en de ander een natuurrechtelijke.

Rechtspositivisme heeft niks met rechtsnegativisme o.i.d. te maken. Rechtsnegativisme bestaat helemaal niet. Rechtspositivisme is geponeerd recht, via een juridische procedure tot stand gekomen en dus geldend recht.
Dit geeft een hele neutrale beschrijving van de rechtsorde. Het is een heel objectieve beschrijving van wat legaal is. Legitimiteit, want je rechtvaardig vindt, komt hier niet in voor. Befehl is Befehl und Gesetz ist Gesetz.

Natuurrecht is een teleologische orde van altijd en overal geldend recht. Het hoeft niet gecodificeerd te worden, want het zit in de natuur. Natuurrecht wordt gevonden door de menselijke rede en is dus iets subjectiever. Het bevat zowel de aspecten legaliteit en legitimiteit.

 

Wat maakt dat de wetten geldig zijn?

Hierover zijn twee stromingen, namelijk het profane (door de mensen gemaakt) en het sacrale recht (vanuit geloofsboeken als de bijbel of de koran).

Profaan recht geldt omdat de mensen met elkaar hebben afgesproken dat het geldt.

Sacraal recht geldt omdat het Opperwezen dit besloten heeft en de mens hierin niets te zeggen heeft.

Deze twee ideeën van geldig recht kwamen bij Charlie Hebdo in de clash. Volgens profaan recht mocht deze mening geuit worden, volgens sacraal recht niet.

 

Wat is rechtvaardigheid?

Volgens Plato is rechtvaardigheid tijdloos. Dit was de vestiging van begrippen als begrip. Als alle paarden verdwijnen, bestaat het begrip paard immers nog steeds.

In het christelijke natuurrecht stond God centraal. Volgens Thomas van Aquino had elk onderdeel van de schepping had een goddelijk doel en God had ze dat doel gegeven, als de grote architect van alles.
Met goddelijke doelmatigheid is rechtvaardigheid zonder god trouwens ondenkbaar.

 

De natuurrechtelijke visie

Natuurrecht ontstaat vanzelf, heeft altijd werking, is onveranderlijk en is een kritische toets voor het positieve recht. Recht wat niet voldoet, is niet geldig. Mensenrechten zijn het natuurrecht gecodificeerd en zouden dus als een exponent, een voortvloeisel van natuurrecht gezien kunnen worden.

 

Hans Kelsen

Hans Kelsen was een rechtspositivist. Hij vond dat recht tijdelijk, ruimtelijk en hiërarchisch moest zijn. Hij introduceerde de Rheine Rechtslehre, waarin het recht van de politieke en ideologische en natuurrechtelijke aspecten gezuiverd zou worden.

Kritiek op Kelsen is dat hij te streng is. Zijn kritiek past in een exacte wetenschap, niet in de rechten. Ook zou het leiden tot relativisme (recht is dat wat recht is volgens de mening van de mens), dat zou de orde van het recht ontwrichten. Ook kunnen niet alle wetten zichzelf legitimeren.

 

Gustav Radbruch

Gustav Radbruch was een rechtspositivist, maar toen hij zag wat voor recht er in Duitsland in de Tweede Wereldoorlog gemaakt was, en wat daarmee werd gedaan, werd hij natuurrechtaanhanger. Hij benoemde bijvoorbeeld het wettelijk onrecht. In Radbruchs werk onstond een conflict tussen rechtszekerheid en gerechtigheid. Als de tegenspraak zodanig ondraaglijk groot wordt, moet de wet bestempeld worden als onjuist recht en wijken voor de gerechtigheid. Ongehoorzaamheid mag dus.

 

Cultuurrecht

Cultuurrecht is een mindere vorm van natuurrecht. Het zegt dat in heel de westerse gemeenschap er grondrechten, mensenrechten en algemene rechtsbeginselen gelden, en dat daar dus het recht aan getoetst moet worden en dat op deze drie aspecten van het cultuurrecht altijd een beroep op moet kunnen worden gedaan.

 

Werkgroep

Stromingen

Natuurrecht is een teleologische orde, ter bescherming voor de rechtsbescherming van de mens. Natuurrecht bestaat altijd, overal en voor altijd. Het is ook onveranderlijk. Natuurrecht ziet vooral op de legitimiteit. Natuurrecht kan functioneren als een toets van het geponeerde recht. Onrechtvaardig recht is in deze stroming geen recht, want het komt niet door de kritische toets heen.

Rechtspositivisme is de stroming dat recht alleen recht is als het volgens juridische procedure tot stand is gekomen. Recht is dus van de mensen en is dus alleen daar waar mensen zijn (dus ruimtelijk en temporeel beperkt). Recht verandert in deze stroming mee met de tijd. Rechtspositivisme is vooral een objectieve omschrijving van legaliteit. Onrechtvaardig recht is ook recht in deze stroming.

Cultuurrecht is een tussenstroming. Het bestaat alleen in de westerse samenleving. Cultuurrecht is een soort van beperkt natuurrecht. Zoals natuurrecht naar alle soorten van recht kijkt, kijkt cultuurrecht alleen naar grondrechten, mensenrechten en algemene rechtsbeginselen. Is het geponeerde recht in strijd met een ander aspect van het natuurrecht, dan is het geponeerde recht toch geldend recht. Ook geldt het cultuurrecht alleen in samenlevingen waar het erkend wordt, zoals de westerse samenlevingen.

 

Hans Kelsen

Kelsens bezwaren aan natuurrecht waren een gebrek aan harde definities en motivering en de overstap van feiten naar normen. Volgens Kelsen, het ultimum van een rechtspositivist, horen feiten en normen strikt gescheiden te zijn.

 

Radbruch

Radbruch is een natuurrechtaanhanger. Recht begint bij Radbruch altijd bij de rechtvaardigheid en het doel is altijd rechtszekerheid.

Radbruch hanteert de volgende synoniemen:

Rechtvaardigheid = gerechtigheid = gelijkheid
Doelmatigheid = wetmatigheid = algemeen welzijn = algemeen belang
Rechtszekerheid: geen synoniemen

Overigens is doelmatigheid niet synoniem aan efficiëntie.

 

Hart

H. L. A. Hart was een natuurrechtaanhanger. Toch volgde hij het brede rechtsbegrip (al het recht is recht) en niet het smalle rechtsbegrip (alleen rechtvaardig recht is recht). De reden hiervoor was dat hij de geldigheidsvraag van de gehoorzaamheidsvraag scheidde. Onrechtvaardig recht in de ogen van Hart was dus wel recht, want Befehl is Befehl und Gesetz ist Gesetz, maar hij vond ook dat je niet verplicht was om eraan te gehoorzamen.

 

Fuller

Fuller had vijf posities over omgang met een rancuneuze aanhanger.

De situatie is als volgt: volgens het rechtssysteem moet iemand voor de daad die hij heeft begaan de doodstraf krijgen. Maar dit rechtssysteem is onrechtmatig. Er is hierin ook geen onafhankelijke rechter. Tegen de tijd dat de aangebrachte berecht wordt, is er een nieuw, rechtvaardig rechtssysteem. In dit systeem is de aangebrachte niet strafbaar (en is de rechter onafhankelijk). Wat moet er nu gebeuren met al deze casussen?

Vijf posities (opvattingen) brachten Fullers opties naar voren.

Eerste positie: Het geldende recht van het oude systeem erkennen en opvolgen.
Tweede positie: Het oude rechtssysteem niet erkennen, dus geen recht, geen misdrijf, geen straf.
Derde positie: Alle zaken case by case nakijken.
Vierde positie: Straffen met terugwerkende kracht.
Vijfe positie: De burger erbij betrekken (eigenrichting toestaan).

 

Week 2

Hoorcollege

Legaliteit & Legitimiteit

De legaliteit is hetgeen wat in de wet staat. Dat staat vast in de wettekst en is objectief. Legitimiteit is de subjectieve component van recht. Het beschrijft wat aanvaardbaar is. Legitimiteit is wat verdraagbaar is. Dit speelt vooral in het natuurrecht een grote rol.

 

Fukuyama

Francis Fukuyama schreef in 1989 het opstel ‘the end of history’. Hierin betoogde hij dat de ideologische geschiedenis beëindigd is met het vallen van de Berlijnse muur en dat liberal democracy gewonnen heeft. Fukuyama was dus aanhanger van de rule of law. De liberale democratie zou de wereldwijde staatsvorm zijn. De ideologische geschiedenis was dus klaar. Dat zou dus een tijd opleveren zonder discussies, omdat de staatsvorm compleet gevestigd is.

 

Huntington

Huntington keek ook naar de geschiedenis, maar dan naar de verschillende beschavingen. Hij had vooral de westerse en de islamitische beschaving tegenover elkaar in zijn werk the clash of civilizations. Kritiekpunten dat deze tegenstelling als onprettig gezien werd en dat je beschavingen niet op een dergelijke manier kan generaliseren.

 

Liberal Democracy

De staat is in Fukuyama’s ideaal gebonden aan het recht, net als de burger. De Amerikanen noemden dit het consitutionalism, de Britten rule of law en in Duitsland en Nederland heet dit fenomeen rechtsstaat. Allemaal grotendeels hetzelfde. Allemaal gingen ze ervan uit dat de staat gebonden was aan de grondwet (die in elk land anders was, wat dus het enige verschil vormt tussen deze begrippen).

 

Rechtstatelijk ideaal

Binnen het rechtstatelijk ideaal zijn er vijf criteria waar de rechtsstaat aan moet voldoen.

a De staat bindt zich aan het recht.
b De staat bindt zich aan de grondrechten.
c Recht en grondrechten zijn opgetekend.
d Recht is voor alle organen bindend.
e Speciaal orgaan waakt hierover.

Hierin is de machtenscheiding, alhoewel niet expliciet, vastgelegd. De basis is rechtszekerheid en je weet wat je mag. Want door het legaliteitsbeginsel mag je alles doen wat (nog) niet door de wet beperkt is. De wet en het wetboek van strafrecht creëren dus vrijheden.

 

Morality of Law

Lon Fuller schreef Morality of Law als reactie op de Tweede Wereldoorlog. Fuller beweerde dat de moraal dient als kritische toets om te zien of iets recht is. Moraal maakt het recht dus deugdelijk.

 

Grondrechten

Iedereen heeft bepaalde onvervreemdbare grondrechten, in de humanistische en de natuurrechtelijke stroming. Deze grondrechten waren pas in 1983 gecodificeerd, maar Van den Bergh verwees hier al naar in zijn oratie. Grondrechten hebben een normatieve basis. Dat is ofwel religieus bepaald, waarin de moraal door het Opperwezen gegeven wordt, of het seculiere antwoord, waarin gezegd wordt dat dit komt door zelf na te denken.

 

Bescherming van de democratie

Van den Bergh was al een voorstander van een systeem waarin de democratie beschermd zou worden tegen de waan van de dag. De democratie moet zichzelf niet af kunnen schaffen.

 

Contradicties in het systeem

In de democratie is de wil van het volk essentieel. Toch is niet in alle gevallen het systeem van de democratische rechtsstaat toegepast. Hier volgen twee contradicties.

 

Verschansing achter rigiditeit

Om de grondwet te wijzigen, heb je een gekwalificeerde meerderheid. Als je bijvoorbeeld 52% hebt die een grondwet wil wijzigen kan dat niet, want hier is een tweederdemeerderheid voor nodig. Toch is 52% een meerderheid. Deze eis van opeens meer dan de meerderheid is niet conform de democratie.

Edmund Burke, een conservatief denker, vond dit correct. Hij meende dat je voor de menselijke vooruitgang niet altijd alles maar ter discussie moest kunnen stellen. Hij zei: “the individual is foolish, the species is wise”. Daarmee bedoelde hij dat het individu de vooruitgang van de mensheid kan stoppen en dat je dat moet voorkomen.

Thomas Paine vond dat er ook foute tradities ontstaan zijn en dat je daarmee moet kunnen breken. Dus elke traditie moet verbroken kunnen worden zodra deze als onwenselijk bestempeld wordt.

 

Constitutionele toetsing

De rechter moet voor de trias politica elk recht kunnen toetsen. Omdat er verschillende rechtsgebieden zijn waarop experts voor nodig zijn, zijn er verschillende rechters. Oftewel, voor elk rechtsgebied staat een beroep op de rechter open. Niet op een schending van de grondwet, want daar mag niet aan getoetst worden.

William Brennen vond dat rechterlijke toetsing op de lange termijn een betere optie was. Doordat wetgeving, met name hoog in de hiërarchie, trage wijzigingsprocessen kent, is het beter dat een rechter kan toetsen, zodat er een actueel oordeel kan komen.

Jeremy Waldron vond dat rechterlijke toetsing geen ding moest worden. Rechtspraak is niet democratisch gelegitimeerd, dus deze toetsing moest niet door de rechter gedaan worden. De wetgever moet dit uitvoeren.

 

Werkgroep

Schumpeter

Schumpeter ontmaskerde de democratie als een illusie. Elke burger streeft zijn eigen doelen na, er is geen algemene wil of algemeen welzijn en politieke keuzes maken nauwelijks verschil. Daarom was de klassieke theorie van de democratie niets meer dan een illusie.

 

Algemeen Constitutioneel Patroon

Het algemeen constitutioneel patroon bestaat uit een aantal stappen.

Geïnstitutionaliseerde beperking van politieke macht.
Afgedwongen door rechten en recht.
In de wet verschanst, opgetekend in formeel document.
Ook voor de wetgever bindend.
Door de rechter gehandhaafd.

Het is een modernistisch concept waarin de trias politica geïmpliceerd wordt.

 

Rechtsstaatidealen

Staat bindt zich aan het recht.
Staat bindt zich aan de grondrechten.
Rechten en grondrechten zijn vastgelegd.
Het recht is voor alle organen bindend.
Een speciaal orgaan waakt hierover.
Rechterlijke terughoudendheid.
Legislatieve terughoudendheid.

 

Verschillende vormen democratieën

Formele democratie: Keiharde democratie. De wil van de meerderheid.
Materiële democratie: Bepaalde fundamentele waarden waar niet aan getornd kan worden.
Beperking van de democratie door de rechten van minderheden.
Militante / weerbare / strijdbare democratie: Democratie die zichzelf niet af kan schaffen. Democratie die als kern herziening (opnieuw overwegen) heeft.

 

Hulp bij essay schrijven

Het essay bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot.

Een inleiding formuleert het onderwerp en bakent het onderwerp af. Niet te specifiek, expliciete onderzoeksvraag.

Het middenstuk haalt in een logische volgorde alle aspecten naar voren. Denk aan een logische opbouw met complete argumentatie.

Het slot bevat een conclusie. Hierin staat het antwoord van je onderzoeksvraag, gefundeerd met aspecten uit het middenstuk.

 

Verwijzingen

Voor een correct wetenschappelijk essay heb je een correcte manier van verwijzingen nodig. In deze universiteit wordt het systeem van verkort verwijzen gebruikt. In je tekst maak je van een stuk wat je parafraseert of citeert, moet je je bron noemen. Allereerst maak je een voetnoot in je stuk. Onderin de pagina staat de naam van de auteur met het jaartal van zijn publicatie. Vervolgens eindigt je artikel met een literatuurlijst. Daarin staan de auteurs in alfabetische volgorde en hoe je je bron dan noemt, verschilt weer per stuk. Een boek benoem je bijvoorbeeld door de titel cursief te doen. Bij een tijdschriftartikel doe je dat niet en doe je het tijdschrift cursief. Ook voor kamerstukken en jurisprudentie en nog veel meer zijn elk hun eigen verwijsmethoden. Deze staan in de leidraad voor juridische auteurs, eerste zoekresultaat op google, het volledige boek.

 

Week 3

Hoorcollege

Democratie als probleem

De Romeinen hadden een woord voor alle zaken die niet van private aard waren. Dat was Res publica. Alles wat daar gebeurde, was de publieke zaak (letterlijke vertaling van Res publica) en ging dus iedereen aan.

Vorm bepaalt alleen wie er heerst over wie. Vorm zegt niets over of de wenselijkheid. Regime ziet daarop. Verschillende vormen zijn:

            Aristocratie: regering van de besten. Vooral geestelijk de besten, niet per se financieel.
            Oligarchie: regering van weinigen. Dit zijn niet per se de meest wijze mensen.
            Democratie: volk bestuurt het volk. Bestuurders zijn tevens de bestuurders.
            Despotisme of tirannie: een persoon heeft heel het bestuur in handen.

De volgende twee vormen bestaan ook, maar de Romeinen kenden deze niet.
            Theocratie: regime gebaseerd op religieuze (niet menselijke) wetten.
            Totalitair regime gebaseerd op een ideologie (fascisme, nazisme, communisme enz.).

Ter nuance: een koning zegt niks over de regeringsvorm. Het kan despotisme zijn, maar ook theocratie of democratie.

Voltaire vond dat het volk niet geschikt was om te regeren. Hij vond dat alleen goed onderwezen volk mocht meebeslissen in de regering van een land. Ellian laat een foto van rellende voetbalsupporters zien en vraagt: “Vinden jullie jezelf gelijkwaardig aan deze mensen?” De consensus uit de zaal is nee.

Dictatuur is in de populaire betekenis een tirannie. Maar in dit vak echter is dictatuur alleen beschrijvend voor de heerschappij van een persoon. Het kan ook een heel aardige man zijn. Tirannie, dat is waar Hitler, Stalin, Mussolini en Franco zich schuldig aan hebben gemaakt. Onderdrukking, afschaffing of ontkenning van mensenrechten en alle gruweldaden vallen onder de tirannie (ook wel despotie). Van den Bergh stipt dit in het begin van zijn oratie kort aan, maar gebruikt het meer als uitleg waarom hij het woord dictatuur gebruikt en vervolgens de tirannie beschrijft.

 

Democratische zelfmoord

Kracht van de democratie: zelfcorrectie. In een democratie kan er opnieuw overwogen worden als er een fout is gemaakt. Onwenselijke wetten worden na de eerstvolgende verkiezing teruggedraaid, mocht er een zodanig ernstig bezwaar zijn. Daar hoeft niet voor gevochten of gemoord te worden, maar alleen maar te stemmen. Dat maakt democratie zo stabiel. Het systeem blijft, maar de onwenselijke wetten worden toch gefilterd.

Kelsen was van mening dat er geen absolute waarheid of absolute waarde was. Democratie was in Kelsens ogen een strijd om de volkssteun. Belangen van bestuur en bestuurden mogen niet botsen.

Karl Popper was van mening dat het volk het laatste woord had, maar als het volk beslist om nooit meer te beslissen. Nazi’s hadden afnemende populariteit, maar hun key instrument was buitenrechtelijk geweld. Het geweldsmonopolie is zwaar aangetast en daardoor konden ze hun wil beter doordrukken in de samenleving.

Formele democratie: het formele democratiebegrip is het idee van de wil van de meerderheid.
Materiële democratie: dit is de “beginselendemocratie”, die de menselijke waardigheid eerbiedigt.

Van den Bergh vond dat democratie in het diepste wezen zat in de verdraagzaamheid en de eerbaarheid van de persoon, niet de wil van de meerderheid.

 

Weerbare democratie

Grondslagen weerbare democratie:

            Geen besluiten die geestelijke vrijheid en vrij en gelijk zijn voor de wet vernietigen.
            Vreedzaam samenleven, in vrijheid en gelijkheid.
            Geen besluiten die niet meer op democratische wijze herstelbaar zouden zijn.
                        (Zoals afschaffing van de democratie.)

Refah Partisi is een Turkse partij die de Sharia in wilde voeren. De seculiere Turkse staat achtte dit een te grote bedreiging van de democratie en seculiere fundamenten van de staat en verbood deze partij. Het EHRM ging hierin mee.

Hizb ut-Tahir had dezelfde plannen als Refah Partisi, maar Hizb ut-Tahir was een stuk duidelijker in de geweldloosheid. Net als Refah Partisi waren zij tegen de democratie. Ook deze partij werd verboden.

Ultimum weerbare democratie: de VS. In de VS is een heel sterk geloof in de democratie. Alles kan gezegd worden. Antidemocratisch, racistisch, nazistisch, tiranniek, fundamenteel religieus, het maakt de overheid niet uit. De burgers eigenlijk ook niet. Als jij zo denkt, dan stem je daarop en dat is dan  dat. Omdat het geloof in de democratie zo sterk is, met herziening en waarborgen, gaan de burgers niet stemmen op een partij die de democratie af wil schaffen. Degene die dat wel doen, die komen nooit door de vast majority heen die de democratie willen behouden. Daarom zijn antidemocratische partijen nooit zorgelijk en snappen zij de problemen niet die in Europa heersen die de democratie bedreigen.

 

Werkgroep

Democratiebegrip

Formele democratie: de pure wil van de meerderheid.
Materiële democratie: “beginselendemocratie”.
Strijdbare / weerbare / militante democratie: democratie weerbaar tegen zijn eigen afschaffing. Strijdbare democratie is hetzelfde als militante of weerbare democratie.

 

Waarborgen democratie

Herziening: ongewenste wetten kunnen opnieuw overwogen worden.
Zelfcorrectie: ongewenste wetten kunnen worden teruggedraaid. Volgende gradatie.

 

Zedelijk bewustzijn

Het verbieden van antidemocratische partijen was voor Van den Bergh gerechtvaardigd door de strijd met het zedelijk bewustzijn van het Nederlandse volk uit art. 3:12 BW. Antidemocratische partijen strijden met de beginselen van gelijkheid voor de wet en de geestelijke vrijheden, wat de strijd is met de zedelijkheid oplevert.

Negatie van de eerbied voor persoonlijkheid van ieder mens verwijst naar het individu. Volgens van den Bergh is dit gelijk aan het vernietigen van de democratie. Dit is verankerd in het strafrecht, zoals in de strafzaken omtrent Wilders en Sharia4Belgium.

 

Memorie van antwoord 2:20 BW

De wetgever licht in de memorie van antwoord in 2:20 BW (mogen verbieden van partijen) toe dat tegen een vereniging van welke aard dan ook, die in strijd handelt met hetgeen wat er staat, opgetreden moet worden. Met andere woorden, art. 2:20 BW behelst een verplichting.

Tentamentip: zorg dat je de tekst van Molier kent. Molier is vakcoördinator en wil dus zien dat zijn tekst gelezen wordt, door er vragen over te stellen. Dat is volgens de docent zeer waarschijnlijk. In dit licht is het ook aan te raden om het nawoord van Paul Cliteur zeer nauwkeurig te lezen.

 

Essayhulp

Je essaybronnen zijn het boek Wat te doen met antidemocratische partijen, de Refah-uitspraak, de teksten van Molier en je mag ook zelf extra bronnen gebruiken.

 

Week 4

Hoorcollege

Secularisme en secularisatie

Er zijn verschillende relaties tussen secularisme en secularisatie.

Secularisme is het ideaal, een normatieve stelling. Een theorie. Het “Sollen”. Het gaat over wie het politieke primaat moet hebben, de kerk of de staat. Secularisme wordt wel het ideaal genoemd, want het is een ideaal. Het zegt niks over of het al dan niet jouw ideaal is.

Secularisatie is het proces, een feitelijke stelling. Het “Sein”. Dit beschrijft het proces van ontkerkelijking van de samenleving.

Secularisme kan ook gezien worden als poging tot versnelling van de secularisatie. Door secularisme een stroming te maken die politici aanhangen, kan secularisatie als proces doorgang vinden.

Geen van beide begrippen zegt iets over jouw mening.

 

Gebieden waarop secularisatie nuttig is

Wetenschap heeft lang onder het juk van religie gestaan. Religie heeft zijn eigen ideeën over hoe ze over bepaalde zaken denken en in tijden dat de kerk machtiger was, heeft dit ook voor spanningen gezorgd. Darwin heeft met zijn boek the origin of species de spanning tussen darwinisten en gelovigen heel erg op scherp gezet. Galileo Galilei heeft met zijn ontdekking dat de aarde om de zon draait zichzelf voor de inquisitie moeten verdedigen. Hij zei dat hij fout zat en heeft zo zijn leven gered. Met deze voorbeelden wordt het wenselijk geacht dat wetenschappers vrij moeten zijn in hun zoektocht naar de waarheid.

Staat en religie staan met elkaar op gespannen voet. Over het kopje staatsgodsdiensten volgt daar meer informatie over religie en hoe de staat daarmee om kan gaan. Tegenwoordig achten we het wenselijk dat de staat niet te strikte religieuze denkbeelden aanhoudt.

Maatschappij en religie is het enige waar religie wenselijk geacht wordt. In de samenleving dient men vrij te zijn in denkwijze en dus mag men kiezen over religie. Dit bevordert het multiculturalisme en dat wordt ook als iets moois gezien.

 

Staatsgodsdiensten

Staatsgodsdiensten zijn godsdiensten die door de staat als hoofdstroming van geloof van een land erkend worden.

David Cameron beweerde dat het Verenigd Koninkrijk een land was met een grote joods-christelijke traditie.

Bisschop Nazir-Ali ondersteunde dit en zei dat het de Britten veel heeft opgeleverd.

Dit was een aanleiding tot veel discussie en oproer. Het Verenigd Koninkrijk was een land met veel verschillende religies en dus ook met veel verschillende culturen en denkbeelden. Veel mesen vonden dat het niet aan de regering was om een dominante religieuze stroming te kiezen.

De context van deze discussie was dat veel mensen dachten dat een staatskeuze inzake religie tot onvrede zou leiden en terrorisme in de hand zou werken.

 

Staatssoevereiniteit

Een staat is soeverein over zijn eigen volk. De staat mag beslissen en dus ook religieuze keuzes maken. Maar hoe zit hrt dan met staten die geen gezag meer hebben? Praktijkvoorbeelden zijn er genoeg: Syrië, Oekraïne en Soedan.

Een ander voorbeeld is een groep mensen die geen staat zijn maar die aan erkenning van zijn staat-zijn werkt, maar het nog niet is. Voorbeeld: IS. IS vecht met alle macht om een grondgebied te vestigen, waarop zedan de door hun gewenste regeringsvorm kunnen vestigen: de meest aggressieve vorm van de shariawetgeving.

“De eerste koning was een gelukkige soldaat.” ~ Voltaire

 

Vormen van omgang met religie in de staat

Politiek atheïsme is de regering die het atheïsme aanhangt en dus elke vorm van geloof verbiedt of in ieder geval weg wil hebben. Dit kan ook door vernietiging. Karl Marx zag religie als een volksopium. Cliteur schetste het verschil tussen religie als harddrug (verboden in heel de samenleving) of een softdrug (in kleine doses voor persoonlijk gebruik).

Theocratie is dat de staat geregeerd wordt door God. God heeft de wetten gemaakt en God regeert (door middel van vertegenwoordigers). Een religie is dominant, een religie is bepalend. Andere gelovigen zullen een ondergeschikte positie moeten innemen en andersdenkenden worden gediscrimineerd of gemarteld en vermoord, afhankelijk van hoe streng de staat is.

Staatsreligie is een religie die door de staat gekozen is als wenselijk. Deze religie is dominant en dus door de bestuurders als wenselijk verkozen. In dit staatsmodel worden andere religies niet minderwaardig geacht en andersdenkenden worden niet vervolgd. Dit wordt ook wel gezien als een lightvariant op theocratie.

Multiculturalisme is een staat die alle religies "even lief heeft" en ze dus allemaal steunt. Hiermee wordt bedoeld dat alle religieuze activiteiten mogelijk worden gemaakt. Dit om multiculturalisme te bespoedigen en te waarborgen. Kritiek hierop is de vraag of atheïsten, humanisten, scientology of wiccan ook als religie aangemerkt zullen worden. En wat voor staatssteun geef je aan atheïsten?

Agnostische staat is een staat die, net als de multiculuralistische staat, alle religies "even lief heeft", maar aan geen enkele staatssteun verleent. Laïcité is een Franse variant die ook nog eens overheidsneutraliteit garandeert. Je zal hier geen keppeltjes, kruizen of hoofddoeken aantreffen in overheidsgebouwen of -instellingen.

In de Lautsizaak werd geprocedeerdtegen de Italiaanse wet dat in elk klaslokaal een crucifix moet hangen. Deze werd in 2007 gewonnen, maar in 2011 werd dit teruggedraaid en mochten de crucifixen blijven hangen. Deze zaak werd symbool voor de gespannen relatie tussen religie en staat.

Jeanette Bougrab was een auteur voor de laïcité, maar zij is erg pessimistisch over de scheiding van religie en staat. Dit mede omdat haar man de hoofdredacteur was van Charlie Hebdo. Zij beweert dat haar republiek sterft.

 

Werkgroep

Wat Cliteur niet in zijn hoorcollege zei

Hebben we in Nederland scheiding van kerk en staat? Ja, als algemeen rechtsbeginsel. Het staat nergens expliciet genoemd dat kerk en staat gescheiden zijn. Het kan gelezen worden in artt. 1, 3, 6 en 23 Gw. 3 Gw verwoordt de overheidsneutraliteit. Dit komt het dichtst in de buurt van verwoording van scheiding van kerk en staat. De scheiding van kerk en staat is iets wederkerigs. De kerk verricht geen politieke activiteiten en de staat maakt geen theologische beslissingen. Overheid en kerk blijven dus bij elkaar weg.

Apostasie is synoniem voor afvalligheid. Het betekent dat mensen van hun originele geloof afstappen. In de islam in Saoedi-Arabië mag apostasie niet. Moslims mogen niet van hun geloof afstappen. Apostasie is daar dus strafbaar.

Blasfemie is tegen het geloof in leugens verspreiden. Ook dat is in een theocratie verboden en dus ook strafbaar. Het aspect tegen het geloof in is hierbij wel essentieel.

 

Moraal

De moraal is volgens Nazir-Ali iets wat puur van het christendom afkomt. Een moraal die los staat van het christendom kan dus niet. Maar volgens vele mensen is een seculiere of autonome moraal wel mogelijk. Dat is door middel van de rede vinden wat een geschikte moraal is.

 

Atheïsten

De hoeveelheid atheïsten in een land is niet te achterhalen. Zij hebben geen religie naar buiten te dragen en vallen in een maatschappij dus niet op. Daarnaast worden ze in theocratische staten altijd vervolgd. Omdat ze geen religie hebben, zijn ze simpelweg niet prominent aanwezig.

Een atheïst gelooft in geen enkele religie. Zij geloven ook niet in het bestaan van een Opperwezen in welke vorm dan ook. Zij gaan niet naar de kerk en velen geloven niet in een hiernamaals.

 

Het vrije woord

Een antidemocratische partij kan en zal het vrije woord bemoeilijken. Daarom moeten ze volgens George van den Bergh niet toegestaan worden. Het is een van onze grondrechten die onze democratie aan ons garandeert.

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
4716 2