Samenvatting van college 8 (Bio-Neuro)


College 8

Hoofdstuk 15: Mood disorders and Schizophrenia

Mentale ziekten worden veroorzaakt door een combinatie van een biologische aanleg voor een bepaalde ziekte en de ervaringen in je leven. De ervaringen kunnen een trigger zijn die de mentale ziekte tot uiting doet komen.

Stemmingsstoornissen

Je hebt zowel unipolaire depressie als bipolaire stoornissen. Bij een unipolaire depressie ervaart men voornamelijk een afwezigheid van geluk. Bij een bipolaire stoornis volgen hierop ook perioden van manie. Dit zijn perioden waarin men overactief is en zichzelf overschat.

De officiële diagnostisering van een unipolaire depressie volgens de DSM is als volgt: er moeten minimaal 5 symptomen aanwezig zijn voor een periode van minimaal 2 weken, verder moeten de symptomen elke dag voorkomen en moeten ze interferen met werk, sociale leven of studie.

Voorbeelden van deze symptomen zijn: sombere stemming, hopeloosheid, verminderd interesse of plezier, vermoeidheid, agitatie, waardeloos voelen, terugkerende suïcidale gedachten, slaapproblemen, gewichtsverlies of toename, problemen met concentreren en besluiteloosheid.

!0% van de mensen krijgt in zijn leven een unipolaire depressie.

De oorzaken van depressie

Depressie kan verschillende oorzaken hebben:

Hormonale problemen, Hoofd/ hersenletsel, Breintumoren, Substantiemisbruik, Verschillende ziektes, stressvolle Life events

Depressie heeft zowel primaire als secundaire oorzaken. Zo is hoofd/hersenletsel een primaire oorzaak, maar kan een ziekte die fysisch schade toebrengt ervoor zorgen dat men hier psychisch schade aan oploopt. Dan noemt men dit een secundaire oorzaak.

 

Kwetsbaarheid voor depressie

Er is een genetische component voor depressie. Uit tweelingstudies is gebleken dat 1-eiige tweelingen meer vatbaar zijn voor depressie dan 2-eiige tweelingen. Verder blijkt dat als je voor je 30ste een depressie krijgt, dit vaak samen gaat met een familie die ook een depressie hebben gehad of angststoornissen, Als je depressie na je 45ste optreed is dit vaak gepaard met een familieachtergrond waarin veel hart en vaatziektes voorkomen.

Vrouwen hebben een verhoogde kans op depressie. Men denkt dat dit komt door de vele hormonale cycli die een vrouw doorstaat.

Twintig procent van de vrouwen die net een kind hebben gekregen lijden aan Postpartum depression. Dit komt waarschijnlijk doordat er minder progesteron in het lichaam zit. Deze depressie komt veel meer voor bij vrouwen die al eerder in hun leven een depressie hebben gehad.

Het verminderen van het hormoon testosteron kan ervoor zorgen dat oudere mannen te kampen krijgen met een depressie.

Learned helplessness

Wat heeft het voor zin? Dit is een vorm van depressie die optreedt als je weinig feedback hebt gekregen op je gedrag, hierdoor kan er sneller worden gedacht dat het gedrag wat iemand vertoont toch geen in vloed heeft op een bepaalde gewenste uitkomst.

Seasonal affective dissorder is een vorm van depressie die vaak in de winter optreedt bij mensen die in wat noordelijke landen wonen, daar is het aantal zonuren per dag beperkt, deze mensen hebben vaak ook last van een fase delayed slaappatroon, dit betekent dat ze later op de dag slaperig worden en ook langer uitslapen.

Medicatie en behandelmethoden

Bij een depressie is er te weinig serotonine in het brein. Verschillende medicatiemiddelen spelen hier op in door de heropname van serotonine door het presynaptische neuron te blokkeren. Mensen met hevige depressies zijn het meest gebaat bij antidepressiva.

Men weet nog niet precies hoe antidepressiva werkt. De medicatie verandert direct de serotonine niveaus, maar mensen voelen het effect pas na weken. Een verlaagd serotoninegehalte is blijkbaar niet het enige dat een rol speelt bij depressie.

Tricyclische antidepressiva en MAO remmers hebben effect op serotonine levels maar ook op dopamine & norepinephrine. SSRI’s zijn medicijnen die puur effect hebben op de serotonine. Er zijn meer dan 750000 gebruikers van antidepressiva in Nederland. Medicatie werkt binnen enkele uren op de synapsen, maar de effecten zijn meestal pas voelbaar na 2 tot 4 weken. Antidepressiva is het meest effectief bij een ernstige depressie, mensen met een mildere variant hebben vaak al baat bij een placebo of herstellen spontaan.

ECT is een therapie waarbij er een stroomschok in bepaalde delen van de hersenen wordt gegeven. Als therapie en medicatie niet aanslaan en men is herhaaldelijk suïcidaal, dan wordt dit toegepast. Men weet niet precies waarom het werkt, men suggereert dat het de expressie van genen in de hippocampus en frontale cortex verandert. De therapie wordt 2 keer per week toegepast en afhankelijk van het herstel ongeveer 6 tot 8 weken. Echter is vaak na de therapie terugval te merken en lost men dit op door praattherapie. Om de bijwerkingen van geheugenverlies te beperken wordt er alleen in de rechterhemisfeer schokken gegeven.

Psychotherapie, bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie (CGT), werken even goed als antidepressiva. De richtlijn voor een behandeling is dan ook als eerst CGT, en daarna (of erbij) antidepressiva. Alleen is gebleken dan in de praktijk huisartsen vaak als eerste antidepressiva geven. Een voordeel van therapie ten op zichtte van medicatie is dat therapie geen bijwerkingen heeft en dat terugval minder snel voorkomt. Toch komen de beste resultaten voort uit een combinatie van therapie en medicatie, beide vormen van behandeling hebben ook invloed op de plasticiteit van de hersenen. Verdere effectieve behandeling methode kunnen heel simpel zijn zoals meer slapen, beter slaapritme en vooral voldoende bewegen.

Hersenafwijkingen

In de hersenen zijn een aantal kenmerkende eigenschappen te vinden die men heeft bij een depressie. Bij depressie is er minder Brain derived neurotrophic factor(BDNF) te zien. Verder is er in de rechterhersenhelft meer activiteit dan in de linkerhersenhelft. Daarnaast is het zo dat het aantal neuronen in de hippocampus en de cerebrale cortex kleiner wordt. Dit kan komen door de voortdurende stress. Een eventuele verklaring van de werking van antideprisiva is dat deze de productie van BDNF vergoten.

Bipolaire stoornis

Er zijn twee soorten, bipolair 1 waarbij zowel de depressie als de manie hevig is, en bipolair 2 hierbij is sprake van hypomanie, een minder heftige vorm van manie. Genetische predispositie is een van de veroorzakers van bipolairiteit. De behandeling gaat vaak met Lithium dit is een stof die de moodswings stabiliseert. Een nadeel van Lithium is dat het duur is en lastig te doseren (snel te weinig of teveel) Andere middelen die ook worden gebruikt zijn valproate en Carbamazepine. Deze medicijnen verminderen de activiteit van het neurotransmitter Glutamate, en ze blokkeren de aanmaak van arachinoide zuur. Verder is het hebben van een regelmatig slaap waak ritme is belangrijk om de manische/depressieve staat te ontwijken.

Schizofrenie

Komt in 1% van de bevolking voor, vaker bij mannen dan bij vrouwen. Ook wordt het meer gediagnostiseerd in westerse landen, dit kan liggen aan de individualiste manier van leven, mensen in minder ontwikkelde landen hebben vaak een grote ‘’support system’’ verder kan het ook te maken hebben met dat in westerse landen meer geraffineerde suikers worden gegeten. Dit draagt ook bij aan het ziektebeeld.

Bij schizofrenie is men niet in staat om in het alledaagse leven fatsoenlijk te functioneren. Symptomen moeten minimaal 6 maanden aanhouden voor een diagnose. Men kan last hebben van hallucinaties en wanen, gedesorganiseerde spraak en gedesorganiseerd gedrag/denken (dit zijn de positieve symptomen). Dit hoeft echter niet alleen bij schizofrenie voor te komen; dit kun je ook van bepaalde drugs krijgen. Hallucinaties zijn percepties die er fysiek niet zijn. Wanen zijn niet corrigeerbare denkbeelden die niet op waarheid gebaseerd zijn. Men ervaart bij schizofreniepatiënten vaak dat ze warrig praten en ongepaste emoties tonen. Ook het non-verbale gedrag kan erg vreemd zijn. Negatieve symptomen zijn vlakheid of afwezigheid van spraak, emotie en sociale interactie.

Kwetsbaarheid voor schizofrenie

Er is een genetische predispositie voor schizofrenie. Het is zelfs zo dat als beide ouders schizofreen zijn, het kind een kans heeft van 46% om ook schizofrenie op te lopen. Complicaties tijdens de zwangerschap kunnen ook grote invloed hebben op de ontwikkeling van schizofrenie. Bijvoorbeeld virussen (seasonal effect), zuurstof gebrek, slechte voeding van de moeder, extreme stress, prematuur geboorte, laag geboortegewicht, traumtaic brain injury tijdens de jeugd.

Schizofrenie komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Een verklaring hiervoor kan zijn dat mannen over een hoger dopamine gehalte beschikken dan vrouwen.

Daarnaast is bij mensen met schizofrenie het DISC1 gen defect.

Symptomen

Er zijn zowel positieve als negatieve symptomen voor schizofrenie. Bij positieve symptomen moet men denken aan aanwezige gedragskenmerken die absent horen te zijn, zoals wanen en hallucinaties. Bij negatieve symptomen moet men denken aan afwezige gedragskenmerken die aanwezig horen te zijn. Je kunt hierbij denken aan een zwakke sociale interactie, zwakke emotionele uitdrukking, een slecht spraakniveau en een zwak werkgeheugen.

De negatieve symptomen zijn over het algemeen erg stabiel en lastig te behandelen.

Hersenafwijkingen

Mensen met schizofrenie hebben over het algemeen wijdere ventrikels. Dit zorgt ervoor dat er voor andere hersendelen minder plaats is. Daarnaast vind er minimale atrofie plaats: hierbij worden de hersenen kleiner. Ze hebbben minder grijze en witte stof

Bij mensen met schizofrenie zijn de cellichaampjes kleiner, vooral in de hippocampus en de prefrontale cortex. Ook heeft de linkerhersenhelft minder activiteit.

Het probleem in de frontale kwab bij schizofrenie komt pas tot uiting in de puberteit. Dan is de frontale kwab volgroeid. Wanneer er schade is bij het groeiproces en men dus als het ware in de stoornis groeit, noemt men dit: growing into deficit.

Dopamine en Glutamaat

Mensen met schizofrenie hebben een te hoog dopamine gehalte. Het is zo dat dopamine en glutamaat tegenovergesteld aan elkaar werken. Wanneer het glutamaat gehalte hoger wordt, wordt het dopamine gehalte kleiner. Men kan dus zowel zeggen dat men een te hoog dopamine gehalte heeft als dat schizofreniepatiënten een te laag glutamaat gehalte hebben.

Medicijnen die minder dopamine aanmaak als effect hebben kunnen bijwerkingen als tremoren met zich meedragen. Net als bij parkinson patiënten leidt weinig dopamine in de basale ganglia tot stuiptrekkingen en ongecontroleerde bewegingen.

Drugs die schizophrenie kunnen veroorzaken zijn middelen zoals LSD, cocaine, amphetamine, methamphetamine

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
421