Inleiding Nederlands Sociaal Recht: Hoofdstuk 1

Wat is de omvang van het sociaal recht als juridisch vakgebied?

Het rechtsgebied 'sociaal recht' dankt haar naam aan de 'sociale wetgeving' die in de 19e eeuw werd ontwikkeld ter bestrijding van de toendertijd heersende arbeidersproblemen. De precieze betekenis en juridische omvang van de term 'sociaal recht' worden in de praktijk op drie verschillende wijzen uitgelegd.

Sociaal recht in de meest enge zin:

  • Alleen het socialezekerheidsrecht, zoals regelingen voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en werkloosheid.

Sociaal recht in de meest ruime zin:

  • Al het recht waarbij de mensen die een zwakke positie in de maatschappij innemen worden beschermd.
  • Hieronder valt het arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht, maar ook het huurrecht, consumentenrecht, gezondheidsrecht en vreemdelingenrecht.

Sociaal recht als overkoepelende term voor het arbeids- en socialezekerheidsrecht:

  • Dit is de meest gehanteerde definitie van het sociaal recht in Nederland.
  • Bij deze definitie worden ook het ambtenaren- en medezeggenschapsrecht tot het sociaal recht meegerekend. Deze uitleg wordt gehanteerd aan de Nederlandse universiteiten waar het vakgebied wordt aangeduid als sociaal recht.
  • In toenemende maten wordt de term 'sociaal recht' op universiteiten vervangen door 'arbeidsrecht'. Dit komt omdat het socialezekerheidsrecht de afgelopen jaren een kleinere positie binnen het vakgebied heeft ingenomen door bezuinigingen en hervormingen binnen het sociale zekerheidsstelsel, terwijl het arbeidsrecht, met name het ontslagrecht, juist steeds meer van belang is geworden.

Geschiedenis; hoe is het sociaal recht ontstaan?

Het sociaal recht heeft in verhouding tot andere juridische vakken een betrekkelijk jonge geschiedenis. Sinds de Franse Revolutie stond het juridische liberalisme centraal, waarin arbeiders vrij contracten konden sluiten met hun werkgever. Van echte vrijheid was echter geen sprake, arbeiders konden vaak niet anders dan de voorwaarden van hun werkgever accepteren, met als gevolg lage lonen en lange werkdagen. Hiertegen kwam verzet vanuit het opkomende socialisme. De overheid moest ingrijpen, wetten moesten de misstanden corrigeren. Op deze manier kwam ook het ‘moderne’ sociaal recht op. Vier perioden zijn hierin te onderscheiden.

De eerste periode: aanpak sociale misstanden (1870-1900)

In deze periode werden alleen de ernstigste misstanden aangepakt. Kinderarbeid werd bijvoorbeeld verboden door het kinderwetje van Van Houten (1872). Ook kwamen de Arbeidswet (1889), de Veiligheidswet (1895) en de Ongevallenwet (1901) tot stand. Steeds ging het om publiekrechtelijk overheidsoptreden, dat eventueel strafrechtelijk werd gesanctioneerd.

De tweede periode: basis van het sociaal recht (1900-1945)

In deze periode ging men van enkel het rechtzetten van misstanden naar het opstellen van meer algemene regelingen voor het sociaal recht. Zo werd de sociale verzekering uitgebreid met de Ziektewet (1913) Invaliditeitswet (1919). In 1919 werd daarnaast de Arbeidswet uitgebreid met de invoering van de wettelijke achturige werkdag. Ook het civiele recht werd 'socialer' gemaakt, bijvoorbeeld door de regeling van de arbeidsovereenkomst in het BW. Deze periode werd afgesloten door de crisis uit de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog. Het sociaal recht had nauwelijks antwoorden op de werkloosheid en armoede die de crisis en de oorlog met zich meebrachten.

De derde periode: ontwikkeling verzorgingsstaat (1945-1975)

Deze periode stond in het teken van wederopbouw. Socialeverzekeringswetten, die alle sociale risico’s (zoals ouderdom, werkeloosheid en overlijden van de kostwinner van een gezin) dekten, werden ingevoerd. Ook kwamen er volksverzekeringen. De ‘verzorgingsstaat’, die burgers van de wieg tot het graf zekerheid moest bieden, werd opgericht. Het recht op minimumloon en vakantie ontstond, en de ontslagbescherming werd uitgebreid. Het sociaal recht werd steeds vollediger en omvangrijker.

De vierde periode: stagnatie en modernisering (1975-heden)

In deze periode steeg de werkloosheid enorm door twee oliecrises. Ook kwamen er steeds meer arbeidsongeschikten, waardoor het stelsel van sociale zekerheid erg kostbaar werd. Bovendien was de arbeidsmarkt inflexibel geworden door de voortdurende groei van werknemersbescherming. Dit had bezuinigingen en een stilstand in de ontwikkeling van het sociaal recht tot gevolg. Knelpunten werden aangepakt: er kwamen flexibeler arbeidstijden en flexibele arbeidsrelaties. Het ontstaan van de economische crisis in 2008 is aanleiding geweest voor nieuwe hervormingen in het sociaal recht, zoals de verhoging van de AOW-leeftijd en de modernisering van het ontslagrecht. De voorzieningen voor bijstand werden in 2015 verder gedecentraliseerd naar de gemeenten. Zij moeten de bezuiningingen opvangen door naar meer geindividualiseerde oplossingen te zoeken. Daarnaast heeft de groei van het aantal van zzp'ers van de afgelopen paar jaar tot vragen geleid over onder andere het voorkomen van misbruiken in de vorm van 'schijnzelfstandigheidheid'. In 2019 werd een commissie ingesteld die de regulering van werk tegen het licht moet houden. Dit door de toenemende diversiteit aan vormen van arbeid. 

Op welke waarden is het sociaal recht gebaseerd? En hoe worden deze beschermd?

Het sociaal recht is een vakgebied dat alle rechtsregels rond het thema 'arbeid in ondergeschikt verband en daarmee samenhangende voorzieningen' bundelt. Het sociaal recht heeft los van die rechtsregels echter ook een aantal eigen 'waarden'. Tot de basiswaarden van het sociaal recht worden gerekend:

  • Verantwoordelijkheid

  • Bestaanszekerheid

  • Bescherming

  • Solidariteit

  • Non-discriminatie

  • Participatie

Nieuwe wetgeving dient aan deze basiswaarden te worden getoetst.

De bescherming als basiswaarde is uitgewerkt in het leerstuk van de ongelijkheidcompensatie. Het sociaal recht probeert de economische ongelijkheid tussen werknemer (de zwakkere partij) en werkgever (de sterkere partij) te compenseren. Dit gebeurt zowel via de wet, als in de rechtspraak. Onderhandelingen worden bevorderd, sociale zekerheid, in de vorm van gegarandeert inkomen bij ontslag, wordt verzekerd en er wordt wettelijk bepaald wat in abeidsovereenkomsten mag worden opgenomen. Er is een ontwikkeling te zien waarin de werknemer steeds mondiger wordt. Waar werknemers vroeger genoegen namen met de rechten en plichten van de wet en cao, willen zij tegenwoordig zelf steeds meer invloed hebben op hun arbeidsvoorwaarden, zonder gebonden te zijn aan wetten en cao's. Aan de andere kant zien die werknemers ook in hoe onmisbaar het sociaal recht in mindere tijden (bij ontslag of ziekte) voor hun is.

Wat is flexibilisering en hoe is dit in het sociaal recht geregeld?

De behoefte aan flexibilisering speelt voor werknemer en werkgever. Door grote concurrentie en globalisering moeten bedrijven hun productie snel kunnen aanpassen aan de markt. De vraag naar aanpassingsvermogen wordt dus groter. Zowel werkgevers als werknemers hebben behoefte aan flexibiliteit. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen externe en interne flexibiliteit.

Externe flexibiliteit houdt in dat werkgevers, naast (eventuele) vaste werknemers, ook gebruik maken van wisselend personeel, zoals tijdelijke werknemers of uitzendkrachten. Onder externe flexibiliteit valt ook een verruiming van het ontslagrecht. Werkgevers wilden meer mogelijkheden om een arbeidsrelatie met een vaste werknemer te beëindigen. De wetgever heeft geprobeert de externe flexibiliteit te regulreren met de Wet Flexibiliteit en zekerheid in 1999

Interne flexibiliteit houdt in dat van de werknemer in beginsel wordt verwacht dat hij meewerkt aan veranderingen binnen de onderneming, en verandering van werkzaamheden of arbeidsplaats binnen zijn arbeidsovereenkomst accepteert. De werknemer moet zich gedragen als ‘een goed werknemer’. Aan de andere kant moet ook de werkgever zich flexibel opstellen, bijvoorbeeld bij het opnemen van vakantie en het vaststellen van werktijden; zo willen veel werknemers in deeltijd werken en de mogelijkheid tot verlof bij zwangerschap of ziekte. Deze vraag naar flexibiliteit heeft geleid tot de Wet aanpassing arbeidsduur (2000), de Wet arbeid en zorg (2001) en de Wet zeggenschap arbeidstijden (2003). De Wet aanpassing arbeidsduur is in 2016, door de groeiende behoefte aan vanuit huis te werken, aangepast naar de Wet flexibel werken, die de werknemer meer zeggenschap geeft over de locatie van de werkzaamheden.

Naast flexibilisering is er ook steeds meer sprake van individualisering. Dit begrip veroorzaakt spanning: enerzijds beoogt het sociaal recht gelijkheid, anderzijds willen werknemers steeds meer invloed hebben op hun eigen arbeidsregeling. De verhouding tussen gelijkheid en differentiatie moet in het sociaal recht telkens opnieuw worden overdacht.

Wat is de invloed van internationalisering op het sociaal recht?

Ingegeven door steeds verdergaande globalisering van de economie moet ons sociaal recht steeds meer op andere stelsels worden afgestemd. Want aangezien sociale voorzieningen veel geld kosten, zijn producten uit landen met meer sociale voorzieningen duurder; met andere woorden, landen kunnen hun internationale handelspositie versterken door sociale voorzieningen te verminderen en de kostprijs van hun producten zo te verlagen, dit heet 'social dumping'. Om dit tegen te gaan werken landen samen via internatoinale afspraken omtrent minimumniveaus van werknemersbescherming Deze afspraken worden gemaakt in de Internationale Arbeidsorganisatie, de Raad van Europa en de Europese Unie. Sommige onderdelen van het sociaal recht zijn inmiddels via richtlijnen van de Europese Unie geharmoniseerd, maar veel andere onderwerpen, zoals arbeidsvoorwaarden, zijn nog steeds nationaal geregeld.

Welke invloed hebben grondrechten op sociaal recht?

Zowel sociale als klassieke grondrechten spelen een rol in het sociaal recht. Sociale grondrechten zoals het recht op arbeid hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de ontwikkeling van het sociaal recht. Maar ook klassieke grondrechten spelen steeds vaker een rol in het sociaal recht. Denk hierbij aan het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een werknemer. Over de doorwerking van grondrechten in het sociaal recht is nog veel discussie gaande.

Op welke rechtsbronnen baseert het sociaal recht zich?

In Nederland bestaan de volgende bronnen van sociaal recht:

  • Wetgeving: Hierbij is vooral titel 10 van boek 7 BW belangrijk. Verder zijn bijvoorbeeld de Ambtenarenwet, de Werkloosheidswet en Algemene Ouderdomswet van belang;

  • Internationale rechtsbronnen: Hierbij gaat het om verdragen en aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie en richtlijnen en verordeningen van de Europese Unie en het Werkingsverdrag van de EU;

  • Cao’s: Afspraken over arbeidsvoorwaarden zoals loonschalen en vakantiedagen worden vaak vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Een cao kan gelden voor een branche (bedrijfstak-cao), maar ook voor een enkele onderneming (ondernemings-cao). Cao’s worden altijd officieel geregistreerd bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • Ondernemingsregelingen: Dit zijn regelingen die binnen een onderneming gelden, maar geen cao zijn. Bijvoorbeeld een personeelshandboek.

  • Arbeidsovereenkomst: Hierin spreken werknemer en werkgever hun rechten en plichten jegens elkaar af. Indien er sprake is van een arbeidsovereenkomst geniet de werknemer bescherming van veel arbeidsrechtelijke wetten. Art. 7:610 BW. 

  • Rechterlijke uitspraken: Naast uitspraken van Nederlandse rechters zijn in toenemende mate ook uitspraken van internationale rechters van belang, zoals het Hof van Justitie van de Europese Unie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

  • Andere documentenDit zijn niet-bindende documenten die toch gezaghebbend zijn, zoals aanbevelingen van de Stichting van de Arbeid, rapporten van internationale toezichthoudende instanties of de Kring van Kantonrechters.

 

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1846