Rechtseconomie - UL - B2 - Hoorcollegeaantekeningen 2019/2020
- 1363 keer gelezen
1. Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
2. Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
3. Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken, het gaat vooral over enkele klassieke principes van de rechtseconomie. Wel wordt aangegeven dat een rechtseconomische analyse ook op hedendaagse, alledaagse gevallen toegepast kan worden, bijvoorbeeld in het al dan niet handhaven van 'verboden fietsen te stallen'-borden.
4. Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is een juiste toepassing van de dikgedrukte begrippen belangrijk. Het is belanrijk te onthouden dat de economische analyse van het recht ervan uitgaat dat individuen nutsmaximaliserend handelen. Het uitgangspunt is dus dat individuen vooraf nadenken over de gevolgen van hun mogelijke keuzes, en vervolgens een afgewogen beslissing nemen.
5. Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
Zie bovenstaande.
Rechtseconomie wordt ook wel de economische analyse van het recht genoemd, omdat er inzichten uit de economie gebruikt worden om het recht en de (maatschappelijke) gevolgen ervan te analyseren. Een voorbeeld van zo'n inzicht is het idee dat individuen nutsmaximaliserend gedrag vertonen. Dit betekent dat ze, wanneer ze kunnen kiezen uit verschillende opties, altijd de optie zullen kiezen die voor hen het meeste 'nut' oplevert. Recht beïnvloedt het gedrag van mensen. Rechtsregels hebben echter niet altijd de beoogde gedragseffecten. Daarnaast is handhaving van het recht niet vanzelfsprekend. Daarom staan deze twee vragen centraal in de rechtseconomie:
1. Wat is de invloed van het recht op gedrag?
2. Wat is de invloed van het recht op de maatschappelijke welvaart (Het opgetelde nut van individuen in een maatschappij)?
Het perspectief van waaruit de rechtseconomie werkt, is allereerst dat van de kritische academicus. Het recht wordt niet beschouwd als een gegeven, maar het wordt kritisch bekeken. Daarnaast is er het perspectief van de wetgevingsjurist of beleidsadviseur. Het doel van wetgeving is immers om het gedrag van mensen te sturen, en zo maatschappelijke vraagstukken op te lossen.
Wat is nu de verhouding tussen recht en economie? Economen kijken doorgaans vanuit een ex ante-perspectief naar vraagstukken. Dit betekent dat ze vooraf de gedragseffecten van regels voorspellen en bestuderen. Verder zijn economen gericht op efficiëntie. Ze vragen zich af hoe efficiënt de gedragseffecten van regels zijn en willen een efficiënte oplossing van problemen.
Juristen kijken juist vanuit een ex post-perspectief. Ze kijken naar verschillende casus die ontstaan na invoering van een rechtsregel. Wat is de oplossing voor vraagstukken die ontstaan na invoering van een rechtsregel? Verder zijn juristen gericht op rechtvaardigheid. Ze vragen zich af of rechtsregels ook rechtvaardig zijn, en willen een rechtvaardige oplossing van problemen. Efficiëntie is dan niet van belang.
Indifferentiecurves zijn een weergave van de verschillende goederenpaketten waartegenover een persoon indifferent (onverschillig) is. Het zijn dus goederenpaketten die hem eenzelfde nutsniveau opleveren. In een zgn. Edgeworthbox zijn de indifferentiecurves van twee personen aangegeven. Het 'oog' wat tussen de verschillende curves ontstaat, is het 'oog van Pareto'. Volgens het Pareto-criterium is een verandering efficiënt als die ervoor zorgt dat er minstens één persoon op vooruit gaat, en niemand er op achteruit gaat. Een Pareto-optimum ontstaat wanneer er geen Pareto-verbetering meer mogelijk is. In zo'n situatie leidt elke verandering ertoe dat er minstens één iemand op achteruit gaat. Op die punten in de Edgeworthbox waar de indifferentiecurves elkaar raken, is er sprake van een Pareto-optimum. De contractcurve is de verzameling van de Pareto-optima in een Edgeworthbox. (Dit wordt schematisch uitgelegd in de paragrafen 2.2.1 t/m 2.3 van het boek).
Daarnaast is er ook nog het Hicks-Kaldorcriterium. Volgens dit criterium is een verandering efficiënt wanneer de winst van de 'winnaars' groter is dan het verlies van de 'verliezers'. Er bestaat dan immers de mogelijkheid dat de winnaars de verliezers voor hun verlies compenseren. Het is niet relevant of deze compensatie ook daadwerkelijk plaatsvindt. Dit principe wordt vaak toegepast in maatschappelijke kosten-batenanalyses.
Bij een markt met volledige mededinging zijn er veel vragers en veel aanbieders van een homogeen product (een product waarbij de verkoper niet uitmaakt, het is bij alle aanbieders hetzelfde).
Van alle verschillende kostenbegrippen, zijn de marginale kosten (MK) het belangrijkst. De MK zijn de extra kosten bij de productie van één extra eenheid van het product. Aan de hand van de MK-curve kan de aanbodcurve van een individuele aanbieder afgeleid worden. De marginale opbrengst (MO) is de extra opbrengst van een extra geproduceerde eenheid. Toepassing van deze beide begrippen leidt tot de conclusie dat bij een individuele aanbieder die naar winst streeft, het aanbod zal liggen op het punt MO=MK. Zolang de MK namelijk lager zijn dan de MO, is het rendabel om nog meer producten aan te bieden. Wanneer de MK echter hoger worden dan de MO is het niet meer rendabel, en zal het aanbod dalen. (Dit wordt schematisch uitgelegd in paragraaf 2.6.3 van het boek).
De marktaanbodcurve wordt vervolgens afgeleid uit de aanbodcurve van de individuele aanbieders. In een markt met volledige mededinging is dit mogelijk. Uiteindelijk ontstaat een marktevenwicht tussen vraag en aanbod. Wanneer er op een markt met een kortetermijnevenwicht winst gemaakt wordt, leidt dit tot een toetreding van aanbieders. De marktaanbodcurve verschuift dan dus naar rechts, omdat het aanbod groter wordt. De evenwichtsprijs gaat daardoor dalen. Uiteindelijk leidt dit op de lange termijn tot een winst van 0 voor de aanbieders. Op dat punt is het voor potentiële nieuwe aanbieders namelijk niet meer interessant om nog toe te treden tot de markt. Zolang er een winst van meer dan 0 gemaakt wordt, is toetreding nog wel interessant.
De welvaart van consumenten wordt bepaald door het verschil tussen de waarde die zij aan een product toekennen en de daadwerkelijke prijs die zij ervoor moeten betalen (het consumentensurplus). Voor producenten wordt de welvaart (producentensurplus) bepaald door het verschil tussen de productiekosten en de prijs die zij voor het product ontvangen. Het geheel van het producenten- en consumentensurplus is de maatschappelijke welvaart.
Stof: Recht en Efficiëntie, hoofdstuk 1 + 2 t/m § 2.6
In dit vak staan twee vragen centraal:
1. Welke invloed heeft het recht op het gedrag?
2. Welke invloed heeft het recht op de maatschappelijke welvaart?
In de economische analyse van het recht wordt gekeken naar ex ante vs ex post, en efficiëntie zal tegenover rechtvaardigheid worden gezet.
Een voorbeeld: “De Hoge Raad aanvaardt proportionele aansprakelijkheid bij een onzeker causaal verband”. (Nefalit/Keramus arrest).
(zie bijlage figuur 1)
Er kunnen verschillende oorzaken van dit concrete geval zijn, waarbij te denken valt aan genetische aanleg, eigen handelen (roken), of het nalaten van Nefalit. De HR stelde hier vast dat de kosten in rekening worden gebracht naar rato van de bijdrage aan sterftekans; Karamus 45% en Nefalit 55%.
Proportionele aansprakelijkheid
De rechter zegt tegen de gedaagde: ik heb twee berichten, een goed en een slecht bericht.
Het slechte bericht luidt dat u wordt veroordeeld tot vergoeding van schade die met aanzienlijke waarschijnlijkheid, namelijk 45%, niet door u is veroorzaakt.
Het goede bericht is een aanzienlijke korting. U betaalt namelijk slechts 55%.
We bekijken de casus in het alles-of-niets geval. Dit werkt hier niet optimaal, omdat de partijen niet gedwongen worden om adequaat rekening te houden met de eigen bijdrage aan de verwachte schade, waardoor de een te veel en de ander te weinig zorg betracht.
Samenvattend kunnen we stellen dat de economie over gedrag gaat: welke invloed heeft het recht op het doen en laten van burgers? Economie beoordeelt tevens de effecten in termen van maatschappelijke welvaart.
Wat is efficiëntie?
Pareto-criterium
Hicks-Kaldor-criterium
Hoe werken markten?
gedrag van vragers en aanbieders
marktevenwicht op de korte en de lange termijn
efficiëntie van het marktevenwicht, in beginsel
(zie bijlage figuur 2)
De pareto-verbetering houdt in dat het een verandering is waarbij het nut van een of meer leden van de groep toeneemt, zonder dat het nut van enig ander lid afneemt. In bovenstaande grafiek is de pareto-verbetering de ovaal tussen A, B, C en D.
Het pareto optimum is de situatie waarin niemand er in welvaart op vooruit kan gaan, zonder dat iemand anders erop achteruit gaat. Kortom, dit criterium geeft geen uitsluitsel omdat er behalve winnaars ook verliezers zijn, en dit zal het geval zijn bij vrijwel elke verandering in wet- en regelgeving.
Het Hicks-Kaldor-criterium houdt de verandering in waarbij alle betrokkenen erop vooruit zouden kunnen gaan. Compensatie is hierbij denkbaar, als bijvoorbeeld de winst van de winnaars groter is dan het verlies van de verliezers.
In een markt met volledige mededinging zijn er veel vragers, veel aanbieders en is er sprake van een homogeen product. Markt: vraag, aanbod evenwicht > aanbod van een individuele aanbieder > marktwerking op korte en lange termijn > welvaart
Een individuele producent streeft altijd naar maximale winst. De winst is de totale opbrengst min de totale kosten.
Marginale opbrengst = extra opbrengst vanwege een extra eenheid product
Marginale kosten = extra kosten vanwege een extra eenheid product
Het moge duidelijk zijn dat wanneer de marginale opbrengsten groter zijn dan de marginale kosten, de winst bij het uitbreiden van de productie toeneemt. Wanneer de marginale opbrengsten lager zijn dan de marginale kosten, neemt bij het uitbreiden van de productie de winst af.
De winst is maximaal als marginale opbrengsten = marginale kosten
De totale kosten (TK) bestaan uit de constante kosten (CK) + variabele kosten (VK)
De markt kent twee partijen, namelijk consumenten en producten. Iedere verhandelde eenheid product levert een ruilvoordeel op.
Voor consumenten: het verschil tussen de waarde van het verkregen goed en de betaalde prijs
Voor producten: het verschil tussen de ontvangen prijs en de productiekosten
Hierbij is de driehoek L-M-K de consumenten surplus, en de driehoek L-M-N de producenten surplus.
(zie bijlage figuur 3)
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1. Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
2. Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
3. Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken, het gaat vooral over enkele klassieke principes van de rechtseconomie. Wel wordt aangegeven dat een rechtseconomische analyse ook op hedendaagse, alledaagse gevallen toegepast kan worden, bijvoorbeeld in het al dan niet handhaven van 'verboden fietsen te stallen'-borden.
4. Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Voor het tentamen is een juiste toepassing van de dikgedrukte begrippen belangrijk. Het is belanrijk te onthouden dat de economische analyse van het recht ervan uitgaat dat individuen nutsmaximaliserend handelen. Het uitgangspunt is dus dat individuen vooraf nadenken over de gevolgen van hun mogelijke keuzes, en vervolgens een afgewogen beslissing nemen.
5. Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
Zie bovenstaande.
Rechtseconomie wordt ook wel de economische analyse van het recht genoemd, omdat er inzichten uit de economie gebruikt worden om het recht en de (maatschappelijke) gevolgen ervan te analyseren. Een voorbeeld van zo'n inzicht is het idee dat individuen nutsmaximaliserend gedrag vertonen. Dit betekent dat ze, wanneer ze kunnen kiezen uit verschillende opties, altijd de optie zullen kiezen die voor hen het meeste 'nut' oplevert. Recht beïnvloedt het gedrag van mensen. Rechtsregels hebben echter niet altijd de beoogde gedragseffecten. Daarnaast is handhaving van het recht niet vanzelfsprekend. Daarom staan deze twee vragen centraal in de rechtseconomie:
1. Wat is de invloed van het recht op gedrag?
2. Wat is de invloed van het recht op de maatschappelijke welvaart (Het opgetelde nut van individuen in een maatschappij)?
Het perspectief van waaruit de rechtseconomie werkt, is allereerst dat van de kritische academicus. Het recht wordt niet beschouwd als een gegeven, maar het wordt kritisch bekeken. Daarnaast is er het perspectief van de wetgevingsjurist of beleidsadviseur. Het doel van wetgeving is immers om het gedrag van mensen te sturen, en zo maatschappelijke vraagstukken op te lossen.
Wat is nu de verhouding tussen recht en economie? Economen kijken doorgaans vanuit een ex ante-perspectief naar vraagstukken. Dit betekent dat ze vooraf de gedragseffecten van regels voorspellen en bestuderen. Verder zijn economen gericht op efficiëntie. Ze vragen zich af hoe efficiënt de gedragseffecten van regels zijn en willen een efficiënte oplossing van problemen.
Juristen kijken juist vanuit een ex post-perspectief. Ze kijken naar verschillende casus die ontstaan na invoering van een rechtsregel. Wat is de oplossing.....read more
1. Welke onderwerpen worden er behandeld in het hoorcollege?
Vanaf nu zullen de colleges gaan over het analyseren van de werking van de rechtsregels in verschillende rechtsgebieden. Welke gevolgen hebben deze rechtsregels voor de maatschappelijke welvaart? Vandaag wordt dit bekeken voor het eigendomsrecht.
2. Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
De tragedy of the commons wordt aangevuld met het prisoner's dilemma. In het boek komt dit niet aan de orde.
3. Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
De tragedy of the commons is ook een probleem dat in het heden speelt. Denk bijvoorbeeld aan het vrije gebruik van het luchtruim. De vervuiling die gepaard gaat met vliegreizen is niet bij de prijs van het vliegticket inbegrepen. Er is dus ook in hedendaagse situaties sprake van negatieve externe effecten.
4. Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Er worden geen specifieke opmerkingen gedaan met betrekking tot het tentamen.
5. Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
Er worden geen specifieke tentamenvragen behandeld.
Inhoud college
Eigendomsrechten vormen een voorwaarde voor het bestaan van markten. Exclusiviteit en overdraagbaarheid zijn twee belangrijke elementen van eigendom. Daarnaast bevat eigendom het recht om:
Tragedy of the commons
De 'tragedie van het gemeenschappelijk eigendom' houdt in dat, bij afwezigheid van eigendomsrechten, inefficiëntie optreedt. Men wordt namelijk niet (volledig) geconfronteerd met de negatieve gevolgen van het eigen handelen. Voorbeeld: De zee is van iedereen, maar dit leidt wel tot overbevissing, wat uiteindelijk voor niemand goed is. Er is voor individuen echter geen prikkel om uit zichzelf te stoppen met vissen, wat ertoe leidt dat iedereen doorgaat met vissen. Let wel: dit probleem speelt alleen bij schaarse goederen, zoals grondbezit. Aan zuurstof is bijvoorbeeld over het algemeen geen gebrek, dus het is niet nodig om daar eigendomsrechten aan te verbinden.
Dit wordt ook wel het 'Prisoner's dilemma' genoemd. In dit dilemma zijn er twee gevangen, die voor de keuze staan of ze wel of niet informatie over elkaar met de politie zullen delen. Wanneer ze beiden zwijgen, is de gezamenlijke uitkomst voor beiden het efficiënst. Wanneer de ene zwijgt en de andere spreekt, krijgt de spreker strafvermindering, terwijl de zwijger juist een zware straf krijgt. Toepassing van een uitkomstenmatrix laat in dit geval zien dat beiden zullen spreken, wat tot een inefficiënte uitkomst leidt. Beiden krijgen dan immers een zware straf. (In het boek komt dit niet aan de orde).
Het Coase-theorema
Dit biedt een oplossing voor de tragedy of the commons......read more
1. Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
Overeenkomsten dragen bij aan de maatschappelijke welvaart, zolang betrokken partijen vrijwillig en op voet van gelijkheid met elkaar kunnen onderhandelen. Derden zijn echter niet altijd betrokken bij de overeenkomst. Dit kan complicaties opleveren, en ervoor zorgen dat de transactie uiteindelijk niet bijdraagt aan de maatschappelijke welvaart.
Afdwingbaarheid wordt belangrijk wanneer er een bepaalde tijd zit tussen de overeenkomst en de nakoming ervan. Aanvullend recht is er voor situaties waarover de partijen geen afspraken gemaakt hebben. Dit vermindert de transactiekosten.
Wanneer overeenkomsten niet afdwingbaar zijn, leidt dit tot grote onzekerheid voor contractpartijen. Wanneer mensen namelijk financieel meer gewin behalen bij niet-nakomen, zullen ze hun afspraken niet meer nakomen. Afdwingbaarheid is vaak een voorwaarde voor het totstandkomen van een wederzijds voordelige ruil.
Hoofdstuk 4 uit het boek Recht en efficiëntie gaat vooral over tijdsverloop en veranderende omstandigheden waardoor nakoming erg lastig wordt. Bij onvolledige overeenkomsten zijn er daarom wettelijke remedies, die ingezet worden wanneer de partijen hun verplichtingen niet nakomen. De keuze van contractpartijen om wel of niet na te komen, is afhankelijk van de geldende remedie.
Mogelijke remedies: 1. Restitutie (terugbetaling van de al voldane verplichting). 2. Vergoeding van het negatieve contractbelang. 3. Vergoeding van het positieve contractbelang (hier wordt naast restitutie en voorbereidingskosten, ook de misgelopen winst vergoed). 4. Alsnog nakomen. Dit moet dan afgedwongen worden door de andere contractpartij.
Vanuit efficiëntie-oogpunt moet geleverd worden aan degene die de meeste waarde aan het product hecht. Op deze manier wordt het hoogste gezamenlijke ruilvoordeel behaald. Over het algemeen leidt restitutie tot een te lage schadevergoeding, waardoor er eerder contractbreuk gepleegd wordt. Bij vergoeding van het positief contractbelang is nakoming over het algemeen efficiënt. Ook beslissingen om wel of niet voorbereidingsinvesteringen te doen, worden mede bepaald door de remedies. Een mogelijk efficiëntie oplossing is de vergoeding van het beperkte positieve contractbelang. De voorwaarde is dan dat de schuldeiser efficiënte voorbereidingsinvesteringen gedaan heeft. Anders bestaat het gevaar dat er inefficiënte voorbereidingsinvesteringen gedaan worden, omdat de schade toch wel vergoed wordt.
2. Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
3. Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.
4. Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Het is belangrijk om de verschillende begripsomschrijvingen en de conclusies van de verschillende remedies te onthouden. Deze staan ook uitgebreid beschreven in het handboek.
5. Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
Er worden geen.....read more
De vraag die in dit college centraal staat is: Welke invloed heeft een aansprakelijkheidssysteem op gedrag, en wat zijn de gevolgen voor de maatschappelijke welvaart van aansprakelijkheidssystemen?
1. Welke onderwerpen worden tijdens het college behandeld?
De doelen van het aansprakelijkheidsrecht:
Het bestaan van aansprakelijkheidssystemen leidt echter niet altijd automatisch tot voorzichtigheid. Zo gaan mensen hun handelen soms aanpassen met als enige doel het voorkomen van schadeclaims. Dit kan nadelige gevolgen voor de maatschappelijke welvaart hebben. Soms zijn de bedragen van de schadevergoedingen echter te laag, wat mensen ervan weerhoudt voorzorgsmaatregelen te nemen.
Toerekening van schade aan de dader kan gebeuren op grond van onrechtmatig gedrag van de dader. Er is dan sprake van schuldaansprakelijkheid: de dader heeft verwijtbaar gehandeld en is dus schuldig. Bij unilaterale ongevallen is er sprake van één dader, en heeft het slachtoffer zelf geen schuld. Hoe meer zorg de dader betracht, hoe kleiner de te verwachten schade. Een efficiënt zorgniveau is bereikt wanneer er sprake is van de laagste maatschappelijke kosten. Bij de afwezigheid van een aansprakelijkheidssysteem zullen daders geen enkele zorg betrachten. Dit is erg inefficiënt. Bij het bestaan van een risicoaansprakelijkheidssysteem zullen ze een efficiënt niveau van zorg aanhouden. Bij schuldaansprakelijkheid hangt het efficiënte zorgniveau af van het zorgniveau dat wettelijk vereist is om aansprakelijkheid te ontlopen.
Een systeem van strikte risicoaansprakelijkheid is hier het beste, omdat het leidt tot een efficiënt zorgniveau en een efficiënt aantal activiteiten. Het aantal activiteiten dat ondernomen wordt is immers ook van belang om de totale maatschappelijke kosten ervan vast te kunnen stellen. In zo'n systeem van strikte risicoaansprakelijkheid wordt je altijd geconfronteerd met de volledige gevolgen van je eigen handelen: dit leidt tot efficiëntie.
Bij bilaterale ongevallen is de omvang van de schade afhankelijk van het gedrag van twee partijen: daders en slachtoffers. Beiden kunnen ervoor kiezen veel of weinig zorg te betrachten. Bij een systeem van strikte risicoaansprakelijkheid is de dader altijd verantwoordelijk voor de schade. Bij zo'n systeem zullen daders veel zorg betrachten en slachtoffers weinig (de dader betaalt toch wel). Dit is een inefficiënte uitkomst.
Bij een systeem van strikte schuldaansprakelijkheid is de dader alleen aansprakelijk indien hij te weinig zorg betracht heeft om het ongeluk te voorkomen. In zo'n systeem betrachten beide partijen veel zorg en is er een efficiënte uitkomst, mits het wettelijk vereiste zorgniveau efficiënt is. Dit moet dus niet te hoog of te laag zijn.
Soms kunnen daders zich ook beroepen op eigen schuld van het slachtoffer. Dit is voor slachtoffers een prikkel om zich voorzichtig te gedragen: onvoorzichtig gedrag vermindert immers de schadevergoeding die men.....read more
1. Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
Wat gebeurt er als je recht hebt op schadevergoeding, maar degene die deze vergoeding moet betalen weigert te betalen? Dan komen we uit bij het onderwerp van geschilbeslechting.
Bij een conflict kun je dreigen met een rechtszaak, maar procederen is duur. Daarnaast is de uitkomst onzeker.
Rechtseconomen kijken naar de rechtspraak als een loterij. Je kunt winnen of verliezen. Zij zien de rechtspraak als een kansproces. Bij winst van een rechtszaak krijg je schadevergoeding, bij verlies moet je de proceskosten betalen. Het dreigen met een rechtszaak is geloofwaardig als het slachtoffer erbij een rechtszaak naar verwachting op vooruit gaat. De winstkans moet dus groot genoeg zijn. De dader moet de afweging maken of hij een rechtszaak afwacht, of een schikking aan het slachtoffer aanbiedt. Wanneer de dader verwacht dat een rechtszaak hem minder zal kosten dan een schikking, zal hij een rechtszaak afwachten. Het komt uiteindelijk tot een rechtszaak als de subjectieve winstkansen van het slachtoffer en de dader samen meer zijn dan 1. Eén van de partijen is dan dus té optimistisch over zijn winstkansen. Daarom wordt dit ook wel het 'optimisme model' genoemd. Wanneer de kans precies 1 is, zal het nooit tot een rechtszaak komen. Dit omdat beide partijen in zo'n geval een realistische inschatting van hun winstkansen maken. Wanneer dit gebeurt, is voor één van de partijen een schikking interessanter, en zal het dus niet tot een rechtszaak komen. Voor daders zijn de kosten van een schikking namelijk lager dan de kosten van een rechtszaak die ze (waarschijnlijk) verliezen.
Naarmate de proceskosten hoger worden wordt de kans op een rechtszaak kleiner. Wanneer het persoonlijk gewin groter is dan de kosten van de schikking, zullen daders de schadeberokkenende activiteit ondernemen.
Activiteiten zouden door moeten gaan als het persoonlijk gewin groter is dan de schade die ze veroorzaken. Het systeem van het recht kan gebruikt worden om het gedrag van daders en slachtoffers te beïnvloeden. Wanneer er echt slachtoffers zijn, moet het zeker zijn dat zij de rechtszaak winnen en hun schade vergoed krijgen. Dit betekent dat het voor daders efficiënt is om een schikking aan te bieden. De schade wordt dan vergoed, maar er zijn geen proceskosten. Dit is efficiënt.
2. Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Er worden geen onderwerpen besproken die niet behandeld worden in de literatuur.
3. Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er zijn tegenwoordig veel discussies over de hoogte van griffierechten en gefinancierde rechtsbijstand, etc. Enerzijds zou een verhoging van griffierechten het beroep op rechters verminderen en tot een verlaging van de werkdruk leiden. Anderzijds brengt het de vrije toegang tot de rechter in gevaar......read more
1. Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
Privaatrecht alleen is niet voldoende om alle maatschappelijke problemen te voorkomen of op te lossen. Soms is ook het publiekrecht nodig.
Denk aan vervuilende industrie, watervervuiling, overlast van een nabijgelegen luchthaven, etc.
Dit zijn nadelen verbonden aan de consumptie of productie van een goed die aan anderen dan de consumenten of producenten toevallen, zonder dat hier een tegenprestatie tegenover staat. Dit kan een oorzaak van marktfalen zijn. Er is dan overproductie of overconsumptie en de maatschappelijke marginale kosten van productie of consumptie zijn groter dan de private marginale kosten. Dit betekent dat er geen Pareto-optimum bereikt wordt. Het nadeel dat derden ondervinden doet namelijk afbreuk aan de maatschappelijke welvaart.
Wat is de invloed van het recht op gedrag en op de maatschappelijke welvaart? Het milieurecht is een poging om marktfalen als gevolg van negatieve externe effecten tegen te gaan. Dit kan allereerst via de privaatrechtelijke weg. Er moet dan een markt voor leefmilieu gecreërd worden via de invoering van exclusieve gebruiksrechten. Volgens het Coase-theorema moet dan een efficiënte uitkomst tot stand komen. Voorwaarde is wel dat er geen transactiekosten bestaan. Wanneer de transactiekosten hoog zijn, verhindert dit effectieve onderhandelingen, en legt zo'n privaatrechtelijke oplossing meteen ook de eindsituatie vast. Dan is het publiekrecht nodig.
Elke vervuilende aanbieder moet een heffing betalen die gelijk is aan het negatieve externe effect dat hij veroorzaakt. Op deze manier worden producenten gedwongen rekening te houden met het nadeel dat zij aan derden toebrengen. Dit leidt uiteindelijk tot een efficiënte omvang van de productie/consumptie. Dit geeft een prikkel om nieuwe, minder vervuilende technologieën te gebruiken.
Hier is sprake van een heffing waarvan de hoogte niet afhankelijk is van de mate van vervuiling, maar vastgesteld wordt per eenheid van een gebruikt product. Bij de juiste vaststelling, leidt dit tot een efficiënte uitkomst. Hier is er echter geen stimulans tot het gebruiken van schonere technieken. De heffing gaat hier namelijk niet van naar beneden, omdat je nog steeds het product gebruikt. EEn voordeel is dat de kosten van handhaving bij een uniforme heffing lager zijn.
In dit systeem mag je alleen vervuilen als hier van te voren een recht voor gekocht hebt. Als ze eenmaal in de markt gebracht zijn, kunnen partijen in deze rechten handelen. De overheid kan dan de totale hoeveelheid rechten bepalen. Dit wordt ook wel een 'cap-and-trade system' genoemd. De voordelen hiervan zijn dat de hoeveelheid uitstoot door de overheid bepaald kan worden. Partijen hebben de keuze tussen het aankopen van emissierechten of het schoner maken van hun.....read more
1. Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
Het strafrecht is een ultimum remedium. Het geldt als stok achter de deur voor het civiel- en bestuursrecht.
De afgelopen jaren is de geregistreerde criminaliteit in Nederland afgenomen met 38% (over de periode 2005-2017). Het aantal feitelijk gepleegde delicten is echter hoger dan de geregistreerde delicten. Ook uit slachtofferenquêtes blijkt echter dat criminaliteit afneeemt. De jaarlijkse maatschappelijke kosten van de Nederlandse criminaliteit bedragen zo'n 37 miljard.
Vanuit een economische benaering houdt de potentiële overtreder rekening met zijn persoonlijke kosten en baten van zijn gedrag. Dit betekent dat schade aan anderen die hij niet hoeft te vergoeden, niet meegenomen worden. Uiteindelijk wordt het feit gepleegd als de dader vooraf verwacht er beter van te worden. Het persoonlijk gewin staat hier tegenover het strafrisico. Dit strafrisico wordt berekend door de pakkans te vermenigvuldigen met de strafmaat.
Moeten strafbare feiten vanuit het efficiëntie-perspectief aangepakt worden? Ja, als de schade die zij aan derden toebrengen groter is dan het persoonlijk gewin van de daders. Voor de meeste delicten is dit het geval. Er zijn echter ook efficiënte delicten, een voorbeeld hiervan is te vinden in het Opticienarrest. De welvaart neemt door deze delicten toe.
Hoe moeten strafbare feiten aangepakt worden? Om deze vraag te beantwoorden is een maatschappelijke afweging nodig tussen enerzijds het welvaartsverlies ten gevolge van crimineel gedrag, en de kosten van criminaliteitsbestrijding anderzijds. Als de handhaving zo goed is dat de potentiële delinquent van zijn gedrag afziet, is de schade als gevolg van de criminaliteit voorkomen.
Voor het opstellen van een optimaal criminaliteitsbeleid heeft de Amerikaanse wetenschapper Gary Becker een aantal criteria opgesteld:
Aanvullende detentie is een optie als de delinquent financieel onvoldoende draagkrachtig is en een bepaalde waarde toekent aan zijn vrijheid. Dit betekent dat aan een vrijheidsstraf ook een bepaalde geldwaarde toegekend kan worden.
Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution