Essentie van anatomie: Basisbegrippen en definities

Basisbegrippen en definities voor kennis over anatomie


Begrippen & Terminologie

Regionale anatomie Lichaam verdeeld in delen als romp en hoofd.

Systemische anatomie Lichaam verdeeld in orgaansystemen die samenwerken.

Klinische anatomie Manier waarop lichaam gebruikt wordt in geneeskunde.

Mediane vlak Vlak verticaal door midden van lichaam.

Sagittale vlak Vlak verticaal parallel aan mediane vlak.

Frontale vlak Vlak verticaal loodrecht op mediane vlak.

Transversale vlak Vlak horizontaal door het lichaam.

Superior/Craniaal Dichterbij het hoofd.

Inferior/Caudaal Dichterbij de voeten.

Anterior/Ventraal Dichterbij de voorkant (buik).

Posterior/Dorsaal Dichterbij de achterkant (rug).

Mediaal In het midden/centrum van het lichaam.

Lateraal Naar de zijkanten van het lichaam.

Proximaal Dichterbij een bepaald punt (meestal hoofd).

Distaal Verder van een bepaald punt af (meestal het hoofd).

Unilateraal Aan één zijde.

Bilateraal Aan beide zijde.

Ipsilateraal Aan dezelfde zijde.

Contralateraal Aan de andere zijde.

Flexie Buiging van een bepaald lichaamsdeel.

Extensie Strekken van een bepaald lichaamsdeel.

Huid

Epidermis Buitenste laag van de huid bestaande uit bovenste keratinelaag en daaronder gelegen basale laag.

Dermis Middelste laag bestaande uit collageen, elastische vezels en bevat follikels, zenuwen,bloedvaten talg- en haarklieren.

Subcutaan vetweefsel Onderste laag bestaande uit vet en los bindweefse

Functie van de huid Bescherming, warmteregulatie, gevoel en synthese van vitamine D

Skelet

Axiale skelet Botten van hoofd, nek en romp.

Appendiculaire skelet Botten van ledematen.

Kraakbeen Bevindt zich op gewrichten en flexibele delen.

Perichondrium Vlies om kraakbeen voor voeding, groei van nieuw kraakbeen en aanhechting van pezen en ligamenten.

Bot, functie Bescherming, beweging, opslag van zouten en bloedcelnieuwvorming.

Periostium Vlies om bot met dezelfde functies als perichondrium.

Compact bot Oppervlakkige laag van het bot.

Diafyse Middelste plaat van het bot.

Epifyse Platen aan beide uiteinden van het bot.

Epifysiale platen De plek waar het bot groeit richting diafyse.

Voedingsarteriën Voorzien het spongieuze bot en beenmerg van bloed.

Periostale arteriën Voorzien het compacte bot (van diafyse).

Epifysiale arteriën Voorzien de uiteindes (epifysen) van het bot.

Sensorische zenuwen Zitten voornamelijk in het periostium.

Vasomotorishe zenuwen Zitten in het bot om diameter van bloedvaten te regelen.

Gewrichten

Gewrichten Op plaatsen waar twee structuren elkaar raken.

Fibreuze gewrichten Zitten aan elkaar vast door fibreus bindweefsel.

Synoviaal gewrichten Synoviale vloeistof tussen gewrichtsoppervlakken voor voeding en een glad glijdoppervlak.

Articulaire arteriën en venen Arteriën en venen die zich in het gewrichtskapsel bevinden.

Spieren

Skeletspierweefsel Vrijwillige beweging, bestaat uit spierweefsel en pees.

Hartspierweefsel Spierweefsel in hart, niet beïnvloedbaar door eigen wil.

Glad spierweefsel In wanden van bloedvaten, organen, haarzakjes, lens en pupil.

Lange spieren Worden het kortst als ze samentrekken, niet sterk.

Korte spieren Worden niet zo kort, maar wel sterk.

Oorsprong Het deel van de spier dat op een vaste plaats blijft bij samentrekking.

Invoeging Bewegende deel van de spier bij samentrekking.

Reflexmatige contractie Onvrijwillige samentrekking skeletspierweefsel.

Tonische contractie Matige contractie spier voor stabiliteit en stevigheid.

Fasische contractie Onderverdeeld in isometrische en isotonische contractie.

Isometrische contractie Toename in intensie, maar niet in lengte.

Isotonische contractie Verandering in lengte van de spier, korter of langer.

Motor unit Motorische zenuw met geïnnerveerde spiervezel.

Agonist Zorgt voor specifieke uit te voeren beweging.

Fixator Zorgt dat proximale delen arm/been niet bewegen terwijl distaal wel beweegt.

Synergist Helpt bij de beweging van de agonist.

Antagonist Maakt tegenovergestelde beweging van de agonist, dus ontspanning bij aanspanning agonist.

Hart- en vaatstelsel

Kleine bloedsomloop Zuurstofarm bloed van rechter harthelft naar longen, waarna zuurstofrijk bloed naar de linkerharthelft stroomt.

Grote bloedsomloop Zuurstofrijk bloed van linkerharthelft door het lichaam waarna zuurstofarm bloed naar de linkerharthelft terugstroomt.

Arteriën Grotere slagaders in het lichaam.

Arteriolen Middelgrote slagaders in het lichaam.

Capillairen Kleinste slagadertjes in het lichaam waar, uitwisseling stoffen plaatsvinden.

Venulen Kleinste venen van het lichaam.

Venen Grotere venen van het lichaam.

Vena cava superior en inferior Twee grootste venen van het lichaam, vanuit hier stroomt bloed naar het hart.

Tunica intima Binnenste endotheellaag van de bloedvaten.

Tunica media Middelste, gladde spierlaag van de bloedvaten.

Tunica adventitia Buitenste, bindweefsellaag van de bloedvaten.

Elastische arteriën Grotere arteriën met veel elastische vezels voor de bloeddrukregulatie.

Musculaire arteriën Middelgrote arteriën met veel glad spierweefsel voor juiste verdeling bloed.

Kleine arteriën en arteriolen Ook dikke gladde spierlaag, hier voorbloeddrukregulatie.

Musculoveneuze pomp Door spiersamentrekkingen worden venen dichtgedrukt, zodat bloed tegen zwaartekracht omhoog kan.

Kleppen In venen van benen, zodat bloed niet terugzakt.

Lymfesysteem

Functies Plasma uit capillairen dat niet terug opgenomen wordt, wordt weefselvloeistof. Dit wordt door lymfevaten opgenomen als lymfe.

Lymfeknopen Hier wordt lymfe schoongemaakt.

Ductus lymfaticus dextra Draineert lymfe van rechterbovenkant van het lichaam in rechter vena subclavia.

Ductus thoracicus Draineert rest van lymfe in linker vena subclavia.

Zenuwstelsel

Neuronen Zenuwcellen met cellichaam met dendrieten en axonen.

Axonen Sommige axonen hebben myelinescheden die de snelheid van signaaloverdracht bevorderen.

Synapsen Communicatie tussen neuronen middels synapsen.

Neurotransmitters Andere manier van communicatie tussen neuronen.

Gliacellen Cellen die neuronen ondersteunen, voeden en beschermen. Ze maken onder andere myeline aan.

Myelineschede Laagje om neuronen voor snelheid overdracht.

Centraal zenuwstelsel Bestaat uit hersenen en ruggenmerg.

Grijze stof Bestaat uit nuclei: groepjes cellichamen.

Witte stof Bestaat uit tractie: bundels axonen.

Cerebrospinale vloeistof Bevindt zich tussen pia mater en arachnoïd.

Pia mater Hersenvlies dichst op de hersenen gelegen.

Arachnoidea mater Ligt over pia mater heen.

Dura mater Buitenste laag, tegen schedel aan.

Arachnoideale ruimte Ruimte tussen pia mater en arachnoïd.

Perifeer zenuwstelsel Alle zenuwen en cellichamen buiten cetrale zenuwstelsel

Neurolemma Ofwel myelineschede om axon heen, ofwel cytoplasma van Schwanncel waar axon doorheen gaat.

Endoneurium Bindweefselvlies om zenuwvezel heen.

Perineurium Bindweefselvlies om bundel zenuwvezels.

Epineurium Bindweefselvlies om gehele zenuw met bloedvaten.

Ganglion Groepje cellichamen in perifere zenuwstelsel.

Craniale zenuwen 12 zenuwen ontspringen uit hersenen.

Spinale zenuwen 31 paar spinale zenuwen uit ruggenmerg.

Somatische zenuwstelsel Is willekeurig en reflexmatig. Sensibel en motorisch deel.

Autonome zenuwstelsel Onwillekeurig. Motorische deel innerveert glad spierweefsel, klieren en hartspierweefsel. Sensorische deel reguleert functies van de viscera om interne milieu in de gaten te kunnen houden.

Sympatische zenuwstelsel Gerelateerd aan actie. Presynaptische axonen zijn kort, postsynaptsiche neuronen zijn lang. Presynaptisch neuronen liggen thoracaal. Paravertebrale ganglia langs gehele zijden van wervelkolom.

Noradrenaline Neurotransmitter sympatische zenuwstelsel.

Parasympatische zenuwstelsel Gerelateerd aan rust. Presynaptisch neuronen liggen craniaal en sacraal. Alleen innervatie van hoofd en viscera. Postsynaptische ganglia vlakbij effectororgaan, dus presynaptische vezels lang, postsynaptische vezels kort.

Acetylcholine Neurotransmitter parasympatische zenuwstelsel.

Anterior zenuwwortel Is motorisch.

Posterior zenuwwortel Is sensorisch.

Spinale zenuwwortel Na samenkomen van anterior en posterior wortel.

Anterior rami Innerveert alles behalve de rug.

Posterior rami Innerveert de rug.

 

Access: 
Public
Check more of this topic?
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering

Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Check related topics:
Activities abroad, studies and working fields
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
843