Wat brengt sport teweeg?! - Oratie - Knoppers (2006) - Artikel


Op de website van het NOC*NSF is te lezen dat sport fantastisch en mooi is, dat het veel oplevert en dat het belangrijk is. Rapporten van het ministerie van VWS geven aan dat sportdeelname is toegenomen. Dit wordt toegejuicht, omdat sport een oplossing zou zijn voor maatschappelijke opvoedingsvraagstukken, zoals integratie, emancipatie en individuele gezondheid. Ook zou sport een preventie zijn voor veel ziekten, zoals artrose, astma, dementie, depressie, diabetes, epilepsie, hart- en vaatziekten, huidaandoeningen, hypertensie, lage rugpijn, migraine, osteoporose, Parkinson’s, etc. Sport wordt als wondermiddel gezien. De auteur vraagt zich echter af of het rechtvaardig is om gezondheid aan sport te koppelen. Deze koppeling is namelijk complex en we weten er weinig over. De auteur wil de gelaagdheid in haar artikel duidelijk maken. Ze wil het vanzelfsprekende aan de orde stellen en er kritisch naar kijken, want er wordt in de praktijk weinig aandacht aan besteed.

Sport is gezond

Ondanks de bovengenoemde toename in sportdeelname, wordt geconstateerd dat jongeren te weinig bewegen. Hierdoor zijn er verschillende sportbevorderingscampagnes ontwikkeld met als doel obesitas tegen te gaan en de gezondheid te bevorderen.

De relatie tussen dik, ongezond, bewegingsarmoede en kinderen wordt vaak gelegd in de media. Uit onderzoek blijkt dat kinderen af kunnen vallen van bewegingsonderwijs. De auteur vraagt zich echter af of het afvallen als voornaamste doel ook bij zal dragen aan de kennis van kinderen over hun lichaam, sport en gezondheid. Ze vindt dat lichamelijke opvoeding veel meer is dan alleen afvallen. Het levert namelijk ook plezier en kennis op. Dit zijn ook de voornaamste redenen voor jongeren om te sporten. De verbinding tussen gezondheid en sport is voor veel jongeren dus geen stimulans op te sporten.

Door de tijd heen worden er verschillende betekenissen aan het lichaam gegeven. Zo wordt de omvang van het lichaam gebruikt als kenmerk van een sociale klasse. De omvang verschuift, want vroeger was dik zijn een teken van gezondheid en rijkdom. Tegenwoordig worden rijke mensen juist geassocieerd met een dun en gezond lichaam.

In de 18e en 19e eeuw begon ook de regulering en disciplinering van het lichaam toe te nemen. Volgens Foucault (1987) werd deze regulering versterkt door de stijgende waarde die gegeven werd aan de exacte wetenschappen. De medische wetenschappen zorgden dat men in staat was om normen te creëren die lichamen reguleerden door ze te categoriseren. Het lichaam werd gewogen en gemeten. Begrippen zoals ‘gezond’,‘ongezond’,‘dik’ en ‘overgewicht’ werden gecreëerd. Gezondheid en overgewicht zijn dus eigenlijk begrippen van de laatste 100 jaar en zijn gebaseerd op interpretaties die afkomstig zijn van het meten en normeren van het lichaam. Door de consumentencultuur is de relatie tussen sport en gezondheid versterkt. Door sport en gezondheid nadrukkelijk te koppelen wordt gezondheid gereduceerd tot een uiterlijk verschijnsel en mensen worden daarop beoordeeld.

De media en supporters benadrukken de aandacht voor topsport. Zo zijn voetballers een voorbeeld voor kinderen geworden. Via topsport worden kinderen gestimuleerd om te sporten en op die manier gezond bezig te zijn. De nadruk van de gezondheid van sport heeft nog een nadeel. Het kan namelijk het idee versterken dat een sportief lichaam de enige vorm van gezondheid is en dat degenen die niet deze uitstraling hebben, niet gezond zijn en er iets aan moeten doen. Kinderen kunnen schuld en schaamte gaan voelen voor hun lichaam, omdat ze zich spiegelen aan de topsport. Kinderen met overgewicht worden gezien als ongezond, terwijl slanke kinderen ook ongezond kunnen zijn. Dit geeft bovendien ook impliciet aan dat men het idee heeft dat dunne kinderen niet hoeven te bewegen. Het inzetten van topsporters om kinderen te stimuleren om te gaan sporten zou juist een averechts effect kunnen hebben. Kinderen zouden zichzelf mogelijk niet herkennen in de lichamen van de topsporters. Inactiviteit en dik-zijn worden vaak gerelateerd aan de maatschappelijke discours van individualisering en eigen verantwoordelijkheid.

Eigen verantwoordelijkheid

Fit-zijn wordt in de huidige westerse maatschappij gezien als de eigen verantwoordelijkheid van personen. Zo krijgen bepaalde werknemers geen tijd meer om te sporten op het werk, terwijl ze daar vroeger wel tijd voor kregen. Jongeren krijgen ook dit idee van eigen verantwoordelijkheid mee. De auteur vraagt zich af of dit idee op de juiste plek is. Het is mogelijk dat het benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid ervoor zorgt dat mensen bijvoorbeeld de schuld krijgen van het hebben van een dik lichaam.

De waardering van sportieve lichamen zorgt ervoor dat jongeren met zulke lichamen sociaal kapitaal verwerven en dit veroorzaakt ook pestkapitaal. Pesten is niet altijd de consequentie, maar je ziet weinig dikke onhandige kinderen die pesten.

Vaak zijn het de sportieve jongens of mannen die veel aandacht en waarde krijgen. Mannen worden in de media centraal gezet. De betekenissen die wij aan mannensport geven spelen een belangrijke rol in het creëren van vanzelfsprekendheden. Er worden weinig kritische vragen meer gesteld over mannensport. De auteur gaat dat in dit artikel juist wel doen.

Historische processen van de mannelijkheid in sport

Halverwege de 19e eeuw groeide in Engeland het besef dat mannen te vrouwelijk waren geworden. Jongens waren onder de invloed van vrouwen. Ze sporten minder, waardoor ze als ongezonder werden gezien en de jongens van die tijd zouden moeite hebben met oorlog voeren, omdat ze te soft zouden zijn. Er was angst voor feminisering en voor homoseksualisering. Sport werd als middel gezien om het hetero-zijn van mannen te benadrukken. Sport was dus een wondermiddel en stoere mannensport was gewenst. Hier zijn de wortels van moderne georganiseerde sport ontstaan. Sport is tegenwoordig voor mannen ook een middel om zich te onderscheiden van vrouwen, aangezien dit door middel van lichamelijk arbeid of kostwinnaarschap niet meer mogelijk is.

Het reguleren van seksualiteit via sport

Binnen de mannensport gelden andere normen dan daarbuiten. Mannensport wordt gezien als heteroseksueel, maar binnen de sport moeten de mannen affectie tonen voor lichamelijk contact met andere mannen. Ook mogen mannen binnen de sport meer emoties tonen die normaal gesproken aan vrouwen worden toegeschreven. Het zou wenselijk zijn als er voor dit mannengedrag ook buiten de sport ruimte was.

Het nadeel van het label dat op mannensport is geplakt is: Jongens die niet meedoen met de verwachte stoerheid en openlijk uitkomen voor homo, zijn eigenlijk niet welkom in de heteromannensportwereld. De kracht van deze constructie is zeer groot. Het is niet verbazingwekkend dat bijna geen mannelijke topsporters uitkomen voor hun homo-zijn en dat mietje een scheldwoord is voor jongens en mannen die niet presteren, of niet agressief genoeg zijn. De vaak homofobe cultuur van sportteams en in het bewegingsonderwijs kan dus bepaalde jongens marginaliseren, waardoor ze een afkeer krijgen voor sport en gezond bewegen.

In de vrouwensport is een verschil te zien. Hier worden lesbische topsporters een stuk beter geaccepteerd en ze durven makkelijker uit de kast te komen. Toch stoppen meisjes vaak rond de adolescentie, omdat ze aangeven dat het curriculum teveel op mannen gericht is.

In hoeverre is sport enerzijds een wondermiddel voor integratie en anderzijds een plek voor het versterken van intolerantie ten opzichte van homoseksualiteit? Wat brengt sport teweeg?

Meisjes worden in de sport gezien als een achterstandsgroep en ze krijgen daarom veel aandacht van de wetenschap. De denkbeelden over het vrouwelijke lichaam zijn, net als bij mannen, sterk veranderd door de tijd heen. Vroeger was een mollig lichaam een ideaalbeeld. Later veranderde dit in de tegengestelde richting.

Tot het eind van de 19e eeuw werd de gezondheid van vrouwen voornamelijk bepaald door de staat van hun baarmoeder. De heersende opvatting was dat het natuurlijke vrouwenlichaam alleen gemaakt was om kinderen te baren. Er bestond zelfs een medische theorie waarin gesteld werd dat als vrouwen te veel denkwerk deden of lichamelijk te actief waren, dat dan het bloed van de baarmoeder naar hun hoofd of spieren zou gaan. Dit zou de gezondheid van hun eventuele kinderen kunnen beïnvloeden, waarbij het risico bestond dat ze blauwe baby’s zouden baren. Het vrouwenlichaam werd als zwak gedefinieerd al was er zichtbaar bewijs dat het niet zo was. Later kwam er meer tolerantie voor sportende vrouwen, maar nog steeds mochten ze er niet te mannelijk uitzien en niet te competitief zijn. In de 20e eeuw werd sport voor vrouwen als iets gezonds gezien, terwijl het in die tijd voor mannen als iets heteroseksueels werd gezien. Sport is op zichzelf genderneutraal, maar de betekenissen die eraan gegeven worden zijn gendergeladen.

Sinds de jaren zeventig is het aantal meisjes en vrouwelijke sporters alleen maar gestegen. Dachten ze in 1928 dat het vrouwelijke lichaam niet sterk genoeg zou zijn om verder dan 800 meter te lopen, vandaag lopen vrouwen de marathon en niemand kijkt daarvan op. Vrouwen hebben laten zien dat er geen enkele sport is die hun lichaam niet aankan. Het aantal vrouwelijke sporters blijft stijgen. Maar dit is nog niet het einde van het verhaal.

Vrouwen hadden bewezen dat ze een sportief lichaam konden hebben, maar dit lichaam moest ook aantrekkelijk zijn. Aantrekkelijkheid heeft betrekking op een gezonde uitstraling. Dit betekent dat het ideale lichaam van vrouwen er eigenlijk niet als Aphrodite (ze was mollig) uit mag zien, maar als een sportief lichaam met relatief weinig lichaamsvet, gespierd maar niet te gespierd en met een bepaalde heteroseksuele aantrekkelijkheid. Eetstoornissen van jonge vrouwen en de seksualisering van vrouwelijke sporters door de media zijn vaak gevolgen van deze wisselwerking. Er zijn echter ook vrouwen die zich hiertegen verzetten en juist wel aan mannen sporten doen en gespierd zijn. Zij conformeren zich echter ook aan de heersende constructie door agressief en stoer te zijn.

Hoe nu verder?

Het is duidelijk dat sport en gezondheid hun eigen gelaagde interpretaties hebben en dat een koppeling met elkaar een ongezond resultaat kan hebben. Er zou meer aandacht moeten komen voor de gelaagdheid binnen de sport.

De vraag is hoe ongezonde betekenissen die gegeven worden aan sport, veranderd zouden kunnen worden, zodat sportbeoefening van de jeugd op zijn minst plaats kan vinden in een gezonde setting. Dit is het doel dat de auteur voor ogen heeft met de leeropdracht van deze leerstoel.

Wat gebeurt er met het zelfvertrouwen, eigen gevoel voor competentie, en manier van zelfbelichaming, wanneer kinderen geconfronteerd worden met pedagogische en didactische strategieën/praktijken, waarin gezondheid eigen verantwoordelijkheid is, topsport het model voor goed bewegen is, waarin heteroachtig gedrag bijna een vereiste is, en er een hiërarchie bestaat in gewaardeerde bewegingsactiviteiten?

Onderzoek zou moeten kijken naar betekenissen die gegeven worden door jongeren aan sport, lichamelijkheid, seksualiteit enz. Ook zou onderzoek moeten kijken naar het verborgen curriculum dat heersende betekenissen versterkt. Daarnaast zou onderzoek ook moeten kijken naar de vereiste vaardigheden van leraren. Leraren kunnen namelijk verandering brengen in ongezonde definities. Leraren moeten daarvoor goed reflecteren op hun eigen ideeën van sport, maar dit is lastig, omdat sportleraren vaak ook zelf goede sporters zijn. Als laatste zou onderzoek meer aandacht moeten besteden aan het curriculum, waar minder beladen sporten gespeeld moeten worden.

Access: 
Public
Check more of this topic?
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Check related topics:
Activities abroad, studies and working fields
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
613