Oefenvragen hoorcolleges Inleiding Sociaal Recht - RUG 2017/2018
- 2199 keer gelezen
In het arrest Groen/Schoevers is door de Hoge Raad beslist dat bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst:
Vader Weasly is Brits onderdaan en gaat drie jaar werken als manager van een afdeling bij Texaco, Amsterdam. Hij behoudt zijn huis in Engeland. Zijn vrouw en kinderen wonen ook bij hem in Nederland. Mevrouw heeft geen werk. De kinderen gaan in Amsterdam naar de internationale school. Is mevrouw Weasley gedurende haar verblijf in Nederland verzekerd voor de AOW?
Wat is correct?
Wat is juist?
Marleen Evers is lid van de geloofsgemeenschap “De Heilige Discipelen”. Zij verricht sinds 1979 fulltime werkzaamheden als bejaardenverzorgster in een bejaardentehuis dat wordt geëxploiteerd door een stichting. Deze is opgericht door de genoemde geloofsgemeenschap. Zij geniet kost en inwoning. Evers heeft nog nooit vakantie opgenomen, behoudens een week in 1995 die samen met de leden van de geloofsgemeenschap is doorgebracht in Friesland. Marleen heeft elk jaar vakantiegeld van (laatstelijk) € 700 en een kerstgratificatie van (laatstelijk) € 500 ontvangen.
Kan Marleen werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst?
De volksverzekeringen AOW, Anw en de sociale bijstand (WWB) zijn minimumbehoefteregelingen. Welke bewering over deze verzekeringen is juist?
Een vrouw uit Tunesië krijgt een verblijfsvergunning voor verblijf bij haar echtgenote die de Nederlandse nationaliteit bezit. Na ongeveer een jaar wordt er uit het huwelijk een meisje geboren, Marije. De dochter heeft de Nederlandse nationaliteit. Niet lang na de geboorte verlaat de vrouw uit Tunesië haar man. Zij wordt met Marije ondergebracht in een blijf van mijn lijf huis. De moeder heeft geen eigen inkomsten en weinig contact met de Nederlandse samenleving. Is zij verzekerd voor de volksverzekeringen?
Het socialezekerheidsstelsel als driepijlerstelsel heeft betrekking op het onderscheid tussen:
Welke van de volgende beweringen is niet juist?
Het goede antwoord is a, de Hoge Raad oordeelde: ‘wat tussen partijen heeft te gelden wordt bepaald door hetgeen hen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond. Hierbij is niet één enkel kenmerk beslissend. De verschillende gevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden moeten in onderling verband worden bezien’. Onder andere dus met de maatschappelijke positie van de werknemer.
a= onjuist, want dat is sinds 1950 al niet meer het geval. B= ook onjuist, want dat staat nergens in de wet. C is dus het goede antwoord: wel discutabel a.d.h.v. de feiten. We gaan er dan maar vanuit dat er genoeg sociale binding is met Nederland. Bij twijfel: wegstrepen, je moest hier wel op c uitkomen.
Het goede antwoord is d. Wat betreft b: juist niet, want in de 19e eeuw was de industriële revolutie aan de gang. Wat betreft a: juist de beschermingsfunctie kwam nadrukkelijk naar voren. Wat betreft c: we zien alleen driekwartdwingend recht, want afwijking is mogelijk bij cao of bij een regeling door/namens bestuursorgaan.
Het goede antwoord is a, want als de persoon actief betrokken is bij verwezenlijking van het primaire doel kan er onder omstandigheden worden gesproken van een arbeidsovereenkomst. Ook al was dit niet de partijbedoeling, zie ‘Beurspromovendi UVA’. In ABVAKABO/RUG gaat het om de gezagsverhouding, niet om het criterium van arbeid. Wat betreft c: klopt niet, want wat er woordelijk staat is niet doorslaggevend.
Het goede antwoord is a, want onder loon wordt verstaan: ‘de door de werkgever aan de werknemer krachtens de arbeidsovereenkomst verschuldigde vergoeding ter zake van bedongen arbeid’. Onder het loonbegrip valt niet het werkgeversdeel van de premies die de werkgever krachtens de socialeverzekeringswetgeving aan derden verschuldigd is. Ingevolge 7:617 lid 1 sub d BW kan loon ook worden betaald in de vorm van voorzieningen door of voor rekening van de werkgever te verrichten, “kost en inwoning daaronder begrepen” = loon in natura. Zowel de kost en inwoning als het vakantiegeld zijn aan te merken als loon. Conclusie: er is zeker aan het element loon voldaan. Belangrijk: er kan dus ook sprake zijn van loon als:
b is het goede antwoord. Er is namelijk geen middelentoets bij de AOW, wel bij de WWB. Er wordt rekening gehouden met de leefvorm, maar de woningdeler zit alleen bij de WWB.
a is het goede antwoord, want ze heeft geen band met de Nederlandse nationaliteit. Dit is vereist om te worden aangemerkt als ingezetene en is dus nodig om een zorgverzekering te krijgen.
c is het goede antwoord.
a: wel juist, zie art. 3 lid 1. B: ook juist, staat in het boek. C: onjuist, niet ongeacht de financiële situatie.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefenvragen die behandeld werden tijdens de hoorcolleges in 2017/2018.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1871 | 1 |
Add new contribution