Spellingsysteem en spellingproces. In K. Henneman - Problemen van gevorderde spellers. Signalering, diagnostiek en begeleiding - Henneman - 2000 - Artikel

Wie leerlingen met spellingsproblemen wil helpen moet kennis hebben van het spellingssysteem van het Nederlands. Zo kunnen spelfouten beter geïnterpreteerd worden.

De orthografie van het Nederlands

Orthografie: regels waarmee gesproken taal in geschreven vorm kan worden omgezet. In het Nederlands worden alle fonemen of foneemclusters omgezet in letters of letterclusters (alfabet).

Basisprincipes van het Nederlandse orthografisch systeem

  1. Het fonemisch beginsel

Elk foneem wordt door steeds een en dezelfde letter weergegeven. Toch zijn hier in het Nederlands vele uitzonderingen op:

  • Het alfabet bevat minder letters dan fonemen, er zijn diagrafen (combinaties van letters in een grafeem. Bijvoorbeeld oe/ui/ei).
  • Er kunnen variaties ontstaan in de uitspraak door de omringende fonemen (‘koop’ en ‘koord’).
  • In de spelling laten we verbindingsklanken vaak weg die je wel uitspreekt (je schrijft ‘werk’ maar je hoort ‘werek’).
  • De spelling van fonemen is afhankelijk van hun positie in een woord, dit hangt af van de klankgroepstructuur.

Klank-letterkoppelingen die volgens het fonemisch beginsel gespeld worden, worden klankzuiver of ongemarkeerd genoemd.

  1. Het morfologisch beginsel

Morfemen: betekenisdragende elementen in een woord. Vrije morfemen kunnen zelfstandig voorkomen. Bijvoorbeeld angst. Gebonden morfemen kunnen niet zelfstandig voorkomen, zoals bijvoorbeeld voor– en achtervoegsels (on-, -ig).

Het beginsel eist dat morfemen steeds op dezelfde wijze geschreven worden. In de spelling laten we daarom soms dingen weg die je wel uitspreekt.

Het morfologisch beginsel omvat twee regels:

  • De regel van de gelijkvormigheid. Eenzelfde woord, stam, voor– of achtervoegsel zoveel mogelijk op dezelfde manier schrijven. Bijvoorbeeld: ‘land, landen’.
  • De regel van analogie. Woorden die men zich voorstelt als op een overeenkomstige manier gevormd, worden op overeenkomstige wijze geschreven. Bijvoorbeeld: ’hij wordt’, naar analogie, ‘hij werkt’.
  1. Het etymologisch beginsel

Bij een keuze tussen twee schrijfmogelijkheden beslist een vroegere vorm van het woord. Woorden die hetzelfde klinken worden daardoor soms anders geschreven. Bijvoorbeeld ‘reis/prijs’.

Het spellingsproces

De beschrijving van het spellingsproces omvat:

  • Processen en vaardigheden voor verwerving van orthografische kennis.
  • De wijze waarop ervaren spellers de kennis gebruiken bij het schrijven.

Als leerlingen leren lezen en spellen weten ze onbewust al veel over woorden. Deze informatie ligt opgeslagen in het mentale lexicon in het geheugen. De kennis wordt hier met elkaar verbonden.

Het spellingsproces kan worden opgedeeld in aanvankelijk en gevorderd spellen.

  1. Aanvankelijk spellen.

In deze fase leren kinderen woorden schrijven waarop het fonemisch beginsel van toepassing is (klank-letter).

  • Temporele orde waarneming, het in de juiste volgorde waarnemen/ onthouden/ weergeven van fonemen.
  • Auditieve discriminatie, horen van verschillen tussen fonemen.
  • Visuele discriminatie, waarnemen van verschillen tussen letters.
  • Het werken van links naar rechts.

Struiksma heeft deze fasen weergegeven in een model.

  1. Gevorderd spellen

Leerlingen moeten in deze fase andere woordaspecten dan de foneemstructuur leren kennen om correct te spellen.

Belangrijke vaardigheden:

  • kennen en toepassen van spellingsregels.
  • verdelen van woorden in klankgroepen.
  • vergelijken van klankstructuur met verborgen vorm.
  • morfemische analyse van woorden (woordopbouw).
  • syntactische analyse (het bepalen van de woordsoort, tijd getal).
  • semantische analyse (betekenis analyseren. Wei/wij)
  • directe controle op geproduceerde vorm tijdens schrijven.
  • het kunnen onthouden van spellingen.

Twee typen modellen van woordproductie:

  1. Dubbelkanaalmodel

Het schrijven van woorden komt tot stand via fonologische en lexicale route.

Lexicale route: woord wordt direct gekoppeld met spelling in het mentale lexicon, directe strategie.

Fonologische route: spelling opbouwen door analyse van woord in klanken en te verbinden met letters, indirecte strategie. Deze bevat enkele substrategieën:

  • Regelstrategie, spellingsregels toepassen.
  • Analogiestrategie, overeenkomst bekend/onbekend.
  • Oproepen van visuele voorstelling.
  • Oproepen van uit het hoofd geleerde lettervolgorde, ezelsbrug.

In het onderwijs gebruiken kinderen eerst de indirecte en daarna de directe strategie.

  1. Enkelkanaalmodel

Gaat niet uit van mentaal lexicon als opslagplaats maar van een neuraal netwerk waarin al lerende lezen en spellen kennis wordt opgeslagen (bijvoorbeeld verbanden tussen orthografische en fonologische patronen).

Spellingsvaardigheid

Spellingsvaardigheid: datgene wat competente, gevorderde spellers kunnen.

  • Spelling is geautomatiseerd, via directe strategie.
  • Flexibel gebruik van andere strategieën.
  • Controleren van de geschreven vorm op juistheid.
  • In staat het aantal woorden dat geautomatiseerd is zelfstandig uit te breiden.

Spellingsproblemen

Spellingsproblemen: de prestaties van een leerling over een langere tijd liggen (in vergelijking met leeftijdsgenoten die dezelfde periode onderwijs hebben gehad) op de onderste 15%.

Op de middelbare school is het constateren van spellingsproblemen lastiger dan in het basisonderwijs.

Verklaring voor geringe spellingsvaardigheid

  1. Onderwijskenmerken:

  • Instructie en feedback van de leerkracht.
  • Moeilijkheidsgraad spellingstaak.
  • Gehanteerde didactiek.
  • Eisen die de school stelt, is spelling belangrijk?
  • De hoeveelheid tijd die voor het leren beschikbaar is.
  1. Leerlingkenmerken:

  • Algemene verklaringen, zoals intelligentietekorten, aandachts– en motivatieproblemen.
  • Geringe woordenschat.
  • Tekorten in (onbewuste) kennis van aspecten van taal. Bijvoorbeeld inzicht in woordsoort, opbouw van woorden, klankanalyse, zwak werkgeheugen.
  • Tekorten in automatisering. Betekenis en klankvorm moet hiervoor in directe verbinding staan met het lange termijn geheugen.

Over de invloed van de verschillende factoren bestaat nog veel onduidelijkheid.

In geval van ernstige spellingsproblemen kan er sprake zijn van dyslexie (dyslexie verwijst eigenlijk naar leesproblemen).

Om vast te stellen of er van dyslexie gesproken kan worden, moeten de volgende kenmerken aanwezig zijn:

  • Het vaardigheidsniveau van lezen en/of spellen ligt significant onder dat van leeftijdsgenoten. Er is vaak een traag tempo en veel fouten.
  • Het verschijnsel treedt op ondanks voldoende instructie en oefening.
  • Ook extra instructie en oefening leiden niet tot beheersing.
  • Het automatiseringstekort blijkt uit daling van de kwaliteit van spellen als meerdere taken tegelijk moeten worden uitgevoerd of tijdsdruk.

Volgens de SDN (Stichting Dyslexie Nederland) moeten tevens de volgende factoren bij het onderzoek naar dyslexie betrokken worden:

  • Tekorten in de fonologische verwerking.
  • Tekorten in toegankelijkheid van taalkennis, symbolen en automatisering.
  • Biologische tekorten, zoals erfelijkheid.

Image

Access: 
Public

Image

Click & Go to more related summaries or chapters

Samenvatting artikelen over Leer- en Onderwijsproblemen

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1099 1