Recht en bestuur - Thema
- 13453 keer gelezen
Er ontstaat een serieus aantal klachten over de groei verslagen in algemeen overleg, moties en vragen. Die nemen veel tijd in beslag zonder te leiden tot resultaat. Tegenover die klachten staan de klachten van vroegtijdige beëindiging van commissievergaderingen. Beide vromen van kritiek zijn een reactie op elkaar. Eveneens bestaat er kritiek over de arrogante houding van ministers en staatssecretarissen. Alles bij elkaar wijst dit op een politisering van de parlementaire orde.
Er bestaat sterke behoefte om te tonen dat een parlement niet alleen dient om resultaten te bereiken, maar ook als forum van expressie van eigen overtuigingen. Wansucces kan daarbij juist behulpzaam zijn: het profiel voor de kiezer wordt scherper.
In dit stuk komen een aantal observaties aan de orde; deels politiek-filosofisch en deels rechtshistorisch onderzoek waarvan de conclusie is dat de parlementaire orde een politieke orde is.
Traditioneel wordt er in het begrip vertegenwoordiging een onderscheid gemaakt tussen volmacht, naar eigen opvatting handelen en mandaat, handelen naar opvatting van de kiezers. Het hangt steeds van het vraagstuk en de omstandigheden af waarvoor een parlementariër voor benadering zal kiezen.
Een andere benadering is die van Hannah Putkin. Zij onderscheidt ‘acting for’ en ‘standing for’:
Acting for: handelen namens de kiezers maar wel op basis van eigen professionaliteit.
Standing for: staan voor de met de kiezers gedeelde overtuigingen en idealen en deze uitdragen, ook als het resultaat niet aanstonds te verwachten is.
De paradox van de Nederlandse situatie is dat wij een kiesstelsel kennen dat vooral standing for honoreert, terwijl onze parlementaire traditie zich van oudsher juist richt op acting for. Daarom bestaan er spanningen tussen oude en nieuwe representanten van de politiek.
De conclusie is dat er niet slechts één vorm van representatie bestaat die andere vormen uitsluit. Handelen namens en staan voor kunnen prima naast elkaar gebruikt worden.
De literatuur over de politisering en de depolitisering van de Nederlandse parlementaire orde levert een zestal relevante bevindingen op:
Het Nederlandse parlement wordt traditioneel gekenmerkt door een sterk juridische beleving van zijn taken en werkwijzen. Het wordt toegeschreven aan Thorbecke in 1848, maar ten dele is dit verschijnsel waarschijnlijk ouder. Niet wat werkelijk is gezegd is doorslaggevend, maar wat er blijft na een deugdelijke juridische controle. Dit gaat ten koste van spontane en expressieve formuleringen.
Er is veel werk gemaakt van de waardigheid van het parlement. Emotionaliteit hoorde niet tot het aanvaarde repertoire dat paste bij deze waardigheid. Er ontstond een traditie van zakelijkheid.
Door ruim een halve eeuw katholiek voorzitterschap is voeding gegeven aan het idee dat, juist in een democratie, het parlement in zijn doen en laten en in het gebruik van de taal het goede voorbeeld moet geven.
Dat de parlementaire orde een uitgesproken politieke orde is blijkt uit de wijze waarop nieuwe Kamerleden als feuten worden behandeld door hun oude collega’s. In de negentiende eeuw zien we hiervan de eerste voorbeelden.
Huidige leden geven toe dat zij ook de huidige middelen van de expressieve politiek opzoeken, als dat publicitair zo uitkomt.
De depolitisering van de omgangsvormen hebben zowel voor als nadelen gehad. De negentiende eeuw telde wellicht teveel bedaagde juristen in de Tweede Kamer; en de huidige telt er wellicht te weinig.
Daarmee zijn we terug in het heden.
Kritiek op het parlement en zijn functioneren is van alle tijden. De Kamerleden zitten elkaar vandaag de dag lichtelijk in de weg, en waarnemer kijkt daar met enige verontrusting naar. Politiek is niet alleen een kwestie van resultaat, maar ook van expressie.
Het probleem is vooral dat overal teveel van is. Door een veelheid aan spoeddebatten en moties komt de resultaatgerichte effectiviteit in het gedrang. De veelheid maakt parlementaire instrumenten bot, gelet op de groeiende arrogantie van ministers, die geen reden meer zien om bang te zijn voor de Kamer. Daardoor lijdt de Tweede Kamer verlies van gezag.
Voor dit probleem geeft de schrijver een viertal suggesties:
Het begint ermee dat fracties en individuele leden van elkaar accepteren dat er verschillend wordt gedacht over de taak van de volksvertegenwoordiging; dat er plaats is voor zowel handelen voor als staan voor.
Ruimte vergroten voor commissies om met vertegenwoordigers van het kabinet te spreken zou beperking van de plenaire vergadertijd met zich meebrengen. Hiermee worden er grenzen aan tijd gesteld.
Als het gaat om herindeling van tijd en aandacht zal de Tweede Kamer er goed aan doen om zich intensiever bezig te houden met de Europese regelgeving.
Het zou niet meer automatisch een verdienste moeten zijn om als minister nieuwe wetgeving of beleidsnota’s op zijn of haar naam te schrijven. Men moet hopen dat het motto presteren door reguleren zijn beste tijd heeft gehad, de Tweede Kamer zou dit niet meer van de overheid moeten verlangen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1495 | 1 |
Add new contribution