Law and public administration - Theme
- 13045 keer gelezen
Het recht kan onderverdeeld worden in het:
Privaatrecht
Publiekrecht
Nationaal recht
Internationaal recht
Regels die geordend samenleven mogelijk maken zijn:
Sociale normen
Morele normen
Sancties
De problemen van een geordend samenleven zijn:
Onduidelijkheid omtrent welke regels gelden en wat hun betekenis is
Gewoonten van kleine gemeenschappen zijn vaak star en lastig bij te stellen
Gemeenschapstaken zijn moeilijk door een individu uit te voeren
De vier essentiële kenmerken van het recht zijn:
Geheel van regels dat door een bevoegde autoriteit, het gezag, is bepaald of erkend
Geen contradictie
Aanspraak op het hoogste gezag
Het claimen van gezag
Primaire regels:
Secundaire regels:
Regels waaraan je de kenmerken van ons huidige recht kunt afleiden
Regels over regels
Regels die aangeven wie bevoegd is regels te maken en wie de betekenis van deze regels mag vaststellen
De functies van het recht zijn:
Het vreedzaam beslechten van geschillen
Het mogelijk maken van individuele projecten
Het mogelijk maken van collectieve projecten
Het kanaliseren van sociale verandering
Het creëren van sociale orde
Het bevorderen van vreedzame geschillenbeslechting
Morele functie
De ’vijf minuten rechtsfilosofie’ van Gustav Radbruch zijn:
Eerste minuut: De wet is geldig omdat zij wet is.
Tweede minuut: Alles wat het volk ten goede komt, is recht.
Derde minuut: Als een wet niet rechtvaardig is, is een wet niet geldig want recht is de wens naar rechtvaardigheid.
Vierde minuut: Het algemeen belang is ook een doel van het recht. Wetten die onrechtvaardig zijn en geen algemeen belang dienen, hebben geen gelding en hun rechtskarakter moet hen dan ook worden ontnomen.
Vijfde minuut: Op basis van het natuurrecht zijn er bepaalde beginselen die zwaarder wegen dan welke juridische bepaling dan ook. Een wet die strijdig is met deze beginselen, is niet geldig.
De kenmerken van het natuurrecht zijn:
Recht met een zekere rechtvaardige inhoud
Geldend recht zonder bekrachtiging door een wet of een rechterlijke beslissing
Hoger recht
De kenmerken van het rechtspositivisme zijn:
Regels die zijn vastgesteld door bevoegde autoriteiten
Op basis van formele criteria kan worden vastgesteld of een bepaalde regel recht is
Gezaghebbende vaststelling van regels
De verschillende stromingen binnen het rechtspositivisme zijn:
Het normatief rechtspositivisme
Het beschrijvend rechtspositivisme
De antipositivisten
De verschillende soorten rechtsbronnen zijn:
De wet
Het gewoonterecht
De rechtspraak (jurisprudentie)
De algemene rechtsbeginselen
De verschillende interpretatiemethoden zijn:
Grammaticale interpretatiemethode
Teleologische interpretatiemethode
Wetshistorische interpretatiemethode
Systematische interpretatiemethode
Problemen die kunnen ontstaan bij rechterlijke beslissingen zijn:
Feitenproblemen
Rechtvindingsproblemen
De drie typen rechtsvinding van Wiarda zijn:
Heteronome rechtsvinding
Gematigd heteronome rechtsvinding
Autonome rechtsvinding
De redenen voor meer rechterlijke rechtsvorming zijn:
Veranderde taakopvatting van de rechter
Toename van vage, open normen
Invloed van Europees en internationaal recht
Het primaat van de politiek is gegrond op de volgende principes:
De Nederlandse wetgever is gekozen door het volk
De wetgever is beter in staat recht te vormen dan de rechter
De wetgever kan overgangsproblemen beter regelen dan de rechter
De wetgever vaardigt duidelijke wetten uit terwijl bij rechterlijke rechtsvorming meer rechtsonzekerheid heerst
De problemen van internationaal recht zijn:
Staten zijn in beginsel soeverein (zelfstandig)
Staten zijn niet onderworpen aan een hogere instantie
Staten bepalen zelf of en welke regels ze aanvaarden
Staten kunnen slechts in beperkte mate gedwongen worden tot naleving van regels
Hugo de Groot maakt onderscheid tussen twee subjecten van soevereiniteit:
Het gemeenschappelijke subject; de staat
Het particuliere subject
De twee aspecten van soevereiniteit zijn:
Het interne aspect
Het externe aspect
De twee belangrijkste rechtsstelsels zijn:
Het common law-stelsel
Het civil law-stelsel
De drie geoorloofde mogelijkheden voor gebruik van geweld in de internationale rechtsorde zijn:
Militair geweld met een machtiging van de VN Veiligheidsraad
Het recht op individuele of collectieve zelfverdediging
De humanitaire interventie
Er kunnen twee verschillende soorten besluiten worden onderscheiden:
Verordeningen
Richtlijnen
De toezichtprocedures in het internationaal recht zijn:
De rapportageprocedure
Staten kunnen het initiatief nemen op een procedure van internationaal toezicht te starten
De statenklachtprocedure
De toezichtprocedure op initiatief van een particulier
De toezichtprocedure op initiatief van een internationaal orgaan
De drie beginselen van rechtvaardigheid zijn:
Ieder het zijne
Het beginsel van onpartijdigheid
Gelijke gevallen gelijk behandelen en ongelijke gevallen ongelijk
De drie kenmerken van rechtvaardigheid zijn:
Rechtvaardigheid betreft de relatie tussen mensen
Rechtvaardigheid verlangt van mensen dat zij zichzelf beperkingen opleggen
Rechtvaardigheid kun je van anderen eisen
De twee vormen van rechtvaardigheid volgens Aristoteles zijn:
De algemene vorm van rechtvaardigheid; de deugd
De bijzondere vorm van rechtvaardigheid; de sociale deugd
Er zijn zes soorten van bijzondere rechtvaardigheid:
Distributieve (verdelende) rechtvaardigheid
Vereffende rechtvaardigheid
Ruilrechtvaardigheid
Correctieve (herstellende) rechtvaardigheid
Procedurele rechtvaardigheid
Bestuurlijke rechtvaardigheid
De Kelderluikcriteria zijn:
In welke mate kan oplettend gedrag van de ander worden verwacht?
Hoe groot is de kans dat er bij onoplettend gedrag schade ontstaat?
Wat is de ernst van de gevolgen bij eventuele oplettendheid, hoe groot zou de schade kunnen zijn?
Is het een grote moeite om voorzorgsmaatregelen te treffen?
De kenmerken van het utilisme zijn:
Het bereiken van het meeste geluk voor de meeste mensen
Onpartijdigheid
Het produceren van zoveel mogelijk geluk
Bij de beoordeling van de morele kwaliteit van een handeling is volgens een utilist alleen het resultaat van die handeling belangrijk
Alles draait om het geluk van mensen
Utilisten gaan ervan uit dat geluk iets subjectiefs is
Gelijke menselijke waardigheid
De verschillende straftheorieën zijn:
De vergeldingsleer (het retributivisme)
De preventieleer
De gemengde straftheorieën (verenigingstheorieën)
De kenmerken van de vergeldingsleer zijn:
Absolute straftheorie
Gericht op het verleden
Overtredingen van de strafwet zijn moreel onwenselijk
De drie varianten van de vergeldingsleer zijn:
Terugbetaling
Genoegdoening
Leer van de oneerlijke voordelen
De kenmerken van de preventieleer zijn:
Absolute straftheorie
Utilistische theorie dient als uitgangspunt
Hobbes, Beccaria en Bentham
Het voorkomen van toekomstige overtredingen
Het afschrikken van toekomstige wetsovertreders
De twee vormen van preventie zijn:
Generale preventie
Speciale preventie
De kenmerken van de gemengde straftheorieën zijn:
Combinatie van de vergeldingsleer en de preventieleer
Een belangrijke vertegenwoordiger is de filosoof Hart
Straf is gerechtvaardigd als het preventief werkt en als het wordt opgelegd aan personen die schuldig zijn aan een wetsovertreding
De kenmerken van het vrijheidsdenken van John Locke zijn:
Natuurtoestand
Mensen bevinden zich in gelijke posities
Er bestaan geen natuurlijke gezagsrelaties
Het recht op vrijheid is niet absoluut, maar beperkt
Locke gaat uit van de vrije individu
De staat mag pas ingrijpen wanneer dat nodig is om leven, lichaam, vrijheid of eigendom van de burgers te beschermen
In de natuurtoestand ontbreekt het volgens Locke aan:
Een gezaghebbende interpretatie van de natuurwet (die is erkend en aanvaard als gemeenschappelijke maatstaaf)
Een erkende, onpartijdige rechter om geschillen te beslechten
Een macht om de door de rechter gewezen vonnissen uit te voeren
De inrichting van de staat moet volgens Locke aan een aantal basisvereisten voldoen:
Het legaliteitsbeginsel moet gelding hebben
De drie machten (wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht) moeten over verschillende instanties verdeeld worden
De uitvoerende macht moet ondergeschikt zijn aan de wetgevende macht
De wetgevende macht moet worden toebedeeld aan vergaderingen die wisselend zijn samengesteld
De vergaderingen moeten tevens vertegenwoordigende lichamen zijn
De privaatrechtelijke autonomie van de burger houdt in:
Eigendomsvrijheid
Contractsvrijheid
Het schadebeginsel van John Stuart mill houdt in:
Het beginsel van individuele vrijheid
Iedere burger is vrij om zijn eigen leven naar eigen opvatting vorm te geven
Burgers mogen hierbij anderen geen schade berokkenen
Het schadebeginsel bestaat uit twee stellingen:
De positieve stelling; wanneer is overheidsingrijpen geoorloofd?
De negatieve stelling; waarom is overheidsingrijpen geoorloofd?
De negatieve stelling wordt door drie onderdelen gevormd:
Het beginsel van antimoralisme
Het beginsel van antipaternalisme
Het aanstootbeginsel
De gelijkheid van rechten kan onderverdeeld worden in:
Materiële gelijkheid
Formele gelijkheid
Vrijheid kan onderverdeeld worden in:
Negatieve vrijheid
Positieve vrijheid
De dilemma’s van gelijkheid in het recht zijn:
Directe discriminatie
Indirecte discriminatie
Problemen op het gebied van de uitoefening van vrijheid zijn:
Ten eerste kan een groep mensen stelselmatig worden uitgesloten als gevolg van de individuele voorkeuren van vele burgers samen
Ten tweede kunnen er tussen burgers onderling grote verschillen in macht zijn
De kenmerken van solidariteit zijn:
Ten eerste is solidariteit gerelateerd aan het denken in termen van plichten
Ten tweede gaat het bij solidariteit om hulp aan anderen, niet aan de persoon zelf
Durkheim maakt een onderscheid tussen:
Mechanische solidariteit
Organische solidariteit
Volgens Marshall bestaat het volwaardig burgerschap uit drie elementen:
Het burgerlijke element
Het politieke element
Het sociale element
De theorie van Rawls wordt gekenmerkt door:
Vrije en gelijke personen die van elkaar afhankelijk zijn
Gedachte-experiment
Sluier van onwetendheid
Het beginsel van gelijke vrijheid
De mate waarin sociale en economische ongelijkheid is toegestaan
Het beginsel van gelijke kansen
Het difference principle
De kritiek op de (te ver) uitgebreide verzorgingsstaat kan verdeeld worden verdeeld in drie categorieën:
De institutionele kritiek die zich richt op de onbestuurbaarheid en de onbeheersbaarheid van de huidige verzorgingsstaat, die mede voortkomt uit de (te) hoge eisen en verwachtingen van burgers.
Naast de institutionele kritiek is er ook ideële kritiek. Door de groei van de verzorgingsstaat is de solidariteit die eraan ten grondslag ligt, onder druk komen te staan. Er is sprake van anonieme, abstracte solidariteit doordat alles door of via de overheid wordt gereguleerd.
Tot slot zijn er door de toenemende internationalisering steeds meer onzekerheden ontstaan over de houdbaarheid van de verzorgingsstaat.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1535 |
Add new contribution