Begrippenlijst bij de Pitlo van Reehuis en Heisterkamp

Begrippenlijst

 

Hoofdstuk 1 Algemene inleiding

 

Goederenrecht

In het goederenrecht zijn de verschillende absolute rechten op goederen alsmede de wijzen van verkrijging en verlies van goederen geregeld. 

Vermogen

Bij vermogen gaat het om iemands op geld waardeerbare rechten en plichten.

Goederen

Bij goederen gaat het om alle zaken en vermogensrechten (art. 3:1).

Zaken

Bij zaken gaat het om voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art. 3:2). 

Vermogensrechten

Bij vermogensrechten gaat het om rechten die (art. 3:6):

  • afzonderlijk overdraagbaar zijn of
  • samen met een ander recht overdraagbaar zijn of
  • ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen of
  • zijn verkregen in ruil voor (in het vooruitzicht gesteld) stoffelijk voordeel.

Goodwill

Bij goodwill gaat het om het verschil tussen de waarde van een bedrijf en de optelsom van de bij het bedrijf behorende goederen.

Onroerende zaken

Bij onroerende zaken gaat het om de grond, nog niet gewonnen delfstoffen, met de grond verenigde beplantingen en gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd (art. 3:3 lid 1).

Roerende zaken

Bij roerende zaken gaat het om alle zaken die niet onroerend zijn (art. 3:3 lid 2).

Registergoederen

Bij registergoederen gaat het om goederen waarbij voor de overdracht of vestiging inschrijving in de openbare registers noodzakelijk is (art. 3:10).

Bestanddelen

Bij bestanddelen gaat het om zaken die (op grond van verkeersopvattingen) zodanig met elkaar in verband staan dat zij één zaak vormen of zaken die niet van elkaar kunnen worden gescheiden zonder schade aan één van die zaken aan te brengen (art. 3:4). 

Natrekking

Bij natrekking verliest een voorwerp zijn zakenrechtelijke zelfstandigheid doordat het bestanddeel wordt van een andere zaak.

Zaaksvorming

Bij zaaksvorming wordt van meerdere voorwerpen een voorwerp met een geheel nieuwe identiteit gevormd (art. 5:14 en 5:20).

Vruchten

Bij vruchten gaat het om vruchten van zaken (natuurlijke vruchten) of andere goederen, zoals rente, dividend of huuropbrengsten (economische vruchten, art. 3:9).

Inboedel

Bij inboedel gaat het om het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering van een woning dienende roerende zaken, behalve boeken en verzamelingen van voorwerpen van kunst, wetenschap of geschiedkundige aard (art. 3:5).

Toekomstige goederen

Bij toekomstige goederen gaat het om goederen die nog niet bestaan of goederen die wel al bestaan, maar waarover men nog niet de beschikking heeft en men verwacht die beschikking binnenkort wel te zullen krijgen.

Absolute rechten

Bij absolute rechten gaat het om rechten op goederen. Absolute rechten werken tegenover iedereen en verschaffen de gerechtigde bij faillissement een separatistpositie.

Relatieve rechten

Bij relatieve rechten gaat het om rechten die slechts tegenover een bepaalde groep mensen werken en bij faillissement een gelijke rang innemen.

Zakelijke rechten

Bij zakelijke rechten gaat het om rechten die op zaken rusten, zoals eigendom, erfdienstbaarheden, erfpacht, opstal en appartementsrechten (Boek 5).

Kwalitatieve rechten

Bij kwalitatieve rechten gaat het om vorderingsrechten die werken tegen verkrijgers onder bijzondere titel (art. 6:252).

Vorderingsrechten

Bij vorderingsrechten gaat het om relatieve rechten die in goederenrechtelijk opzicht kunnen worden vervreemd of bezwaard.

Beperkte rechten

Bij beperkte rechten gaat het om rechten die zijn afgeleid uit een meeromvattend recht dat met dat beperkte recht is bezwaard (art. 3:9).

Afhankelijke rechten

Bij afhankelijke rechten gaat het om rechten die zodanig aan een ander recht zijn vonden dat ze niet zonder dat recht kunnen bestaan (art. 3:7). Afhankelijke rechten gaat teniet met het recht waaraan zij zijn verbonden en kunnen alleen overgaan op anderen in samenhang met het hoofdrecht. Zij volgen dus het recht waaraan zij zijn verbonden en kunnen niet afzonderlijk van dat recht worden overgedragen (art. 3:82).

Vorderingen op naam

Bij vorderingen op naam gaat het om vorderingen die niet middels het opmaken van een daartoe strekkend papier tot order- of toondervordering is gemaakt (art. 3:94).

Vorderingen aan toonder

Bij vorderingen aan toonder staat de vordering wel op papier; overdracht vindt plaats middels overhandiging van het papier aan de verkrijger (art. 3:93).

Vorderingen aan order

Bij vorderingen aan order staat de vordering ook op papier; overdracht vindt ook plaats middels overhandiging van het papier. Daarnaast moet de crediteur middels een zogenaamd endossement op de achterzijde van het papier aan de debiteur mededelen dat de met name genoemde verwerver van de vordering dienst nieuwe debiteur is.

Zakenrechtelijke papieren

Bij zakenrechtelijke papieren gaat het om papieren die zijn bedoeld om zaken die zich in handen van derden bevinden op eenvoudige wijze over te dragen, zoals order- en toonderpapieren, het cognossement en de ceel.

Eigendom

Eigendom is het meest volledige recht dat iemand op een zaak kan hebben (art. 5:1).

Bezitter

Bezitter is degene die een goed houdt voor zichzelf. Dit betekent niet dat diegene ook eigenaar of rechthebbende is van dat goed.

Eigenaar

Eigenaar is degene die het meest volledige recht (eigendom) op een zaak heeft.

Rechthebbende

Rechthebbende is degene die het meest volledige recht (eigendom) op een vordering heeft.

Goede trouw

Bij goede trouw gaat het erom dat gerechtvaardigd vertrouwen op een schijn die niet met de werkelijkheid overeenstemt een zekere mate van bescherming verdient (art. 3:11).

Publiek domein

Bij publiek domein gaat het om zaken met een openbare bestemming, zoals openbare stranden, openbare gebouwen, openbare wegen en vaarwateren.

 

 

Hoofdstuk 2 Openbare registers

 

Openbare registers

In de openbare registers voor registergoederen worden rechtsfeiten ten aanzien van registergoederen gepubliceerd.

Kadaster

Bij het kadaster gaat het om een publiekrechtelijke registratie, inhoudende een kadastrale registratie voor onroerende zaken, schepen en luchtvaartuigen.

Rechtsuitwijzing

Bij rechtsuitwijzing gaat het om het door de rechter laten vaststellen van de rechtspositie van een registergoed (art. 3:27).

Verklaring van waardeloosheid

Bij een verklaring van waardeloosheid gaat het erom dat iemand verplicht kan worden om een schriftelijke verklaring af te geven inhoudende dat een ingeschreven feit niet (meer) juist is (art. 3:28 en 3:29).

Doorhaling van hypotheek

Bij een doorhaling van hypotheek gaat het erom dat de bewaarder van de openbare registers na inschrijving van de verklaring van waardeloosheid de inschrijving van een hypotheek laat vervallen.

Negatief registerstelsel

Een negatief registerstelsel houdt in dat een inschrijving in dat verkrijgers onder bijzondere titel niet worden beschermd tegen de onvolledigheid of onjuistheid van de openbare registers.

Positief registerstelsel

Een positief registerstelsel houdt in dat verkrijgers onder bijzondere titel steeds worden beschermd tegen de onvolledigheid of onjuistheid van de openbare registers.

Semipositief registerstelsel

Een semipositief registerstelsel houdt in dat verkrijgers onder bijzondere titel alleen worden beschermd tegen de onvolledigheid of onjuistheid van de openbare registers als zij zich op een specifieke bepaling kunnen beroepen.

 

 

Hoofdstuk 3 Verkrijging en verlies van goederen

 

Verkrijging onder algemene titel

Bij verkrijging onder algemene titel gaat het om de verkrijging waarbij een geheel of (evenredig) deel van een vermogen overgaat (art. 3:80 lid 2). Voorbeelden hiervan zijn erfopvolging, boedelmenging, fusie en splitsing.

Verkrijging onder bijzondere titel

Bij verkrijging onder bijzondere titel gaat om de verkrijging van een nader bepaald afzonder goed (zaak of vermogensrecht, art. 3:80 lid 3). Voorbeelden hiervan zijn overdracht, verjaring en onteigening.

Derivatieve verkrijging

Bij derivatieve verkrijging gaat het om de verkrijging waarbij de verkrijger door rechtsovergang zijn recht ontleent aan een rechtsvoorganger. Daarom noemt men dit ook wel afgeleide verkrijging.

Originaire verkrijging

Bij originaire verkrijging gaat het om de verkrijging waarbij de verkrijger zijn recht niet ontleent aan een rechtsvoorganger, maar dit recht nieuw bij hem ontstaat. Daarom noemt men dit ook wel oorspronkelijke verkrijging. 

 

 

Hoofdstuk 4 Overdracht

 

Overdracht

Bij overdracht gaat het om de bewerkstelligde overgang van een goed door levering van dat goed door een beschikkingsbevoegde  krachtens geldige titel (art. 3:84 lid 1).

Levering

Bij levering gaat het om de benodigde handelingen van vervreemder en verkrijger om overdracht te bewerkstelligen.

Onoverdraagbaarheidsbeding

Bij een onoverdraagbaarheidsbeding gaat om een overeenkomst tussen partijen waarbij zij afspreken dat de eigendom van een goed niet overdraagbaar is. Dergelijke bedingen missen goederenrechtelijke werking (art. 3:83 lid 1).

Overdrachtstitel

Bij overdrachtstitel gaat het om de rechtsgrond tussen partijen die de overdracht rechtvaardigt.

Causaal overdrachtsstelsel

Bij een causaal overdrachtsstelsel heeft het (achteraf) ontbreken van een geldige titel tot gevolg dat er geen geldige overdracht tot stand komt.

Abstract overdrachtsstelsel

Bij een abstract overdrachtsstelsel (zoals in Duitsland) heeft het achteraf ontbreken van een geldige titel tot gevolg dat de overdracht in stand blijft.

Goederenrechtelijke overeenkomst

Een aantal rechtsgeleerden is van mening dat naast het verrichten van de wettelijke formaliteiten ook het sluiten van een goederenrechtelijke overeenkomst als meerzijdige rechtshandeling (waarop Boek 6 BW toepasselijk is) vereist is.

Beschikkingen

Vervreemden (overdragen) of bezwaren van een goed. Bij bezwaren gaat het om het vestigen van een op het goed drukkend beperkt recht.

Beschikkingsbevoegdheid

Bij beschikkingsbevoegdheid gaat om de bevoegdheid om een goed over te dragen of bezwaren. In beginsel is de rechthebbende bij uitsluiting beschikkingsbevoegd.

 

 

Hoofdstuk 5 Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid

 

Wegwijsplicht

Bij de wegwijsplicht gaat het erom dat de derde-verkrijger binnen drie jaar na zijn verkrijging onverwijld de gegevens moet kunnen verschaffen die hij op het tijdstip van verkrijging voldoende mocht achten om degene die aan hem het goed vervreemdde te achterhalen (art. 3:87 lid 1).

Stelplicht

Bij de stelplicht gaat het erom dat de derde-verkrijger feiten en omstandigheden moet stellen en zo nodig bewijzen die rechtvaardigen dat hij de vervreemder voor beschikkingsbevoegd mocht houden en waaruit blijkt dat hij in voldoende mate heeft voldaan aan zijn onderzoeksplicht (art. 150 Rv).

 

 

Hoofdstuk 6 Wijzen van levering en derdenbescherming

 

Notariële akte van levering

Bij de notariële akte van levering gaat het om de vereiste leveringshandeling ten behoeve van de overdracht van registergoederen. Deze akte betreft een daartoe bestemde, tussen partijen opgemaakte notariële akte (art. 3:89 lid 1 en 2). 

Bezitsverschaffing

Bij bezitsverschaffing gaat het om de vereiste leveringshandeling ten behoeve van de overdracht van roerende zaken, niet-registergoederen. Daarbij gaat het erom dat buiten de bezitter om aan een ander het bezit wordt verschaft door hem in staat te stelen zodanige macht over de zaak uit te oefenen dat hij als bezitter is aan te merken (art. 3:90 lid 1).

Bezitsoverdracht

Bij bezitsoverdracht draagt de bezitter het bezit over door de verkrijger in staat te stellen die macht over de zaak uit te oefenen die hij zelf als bezitter heeft (art. 3:114). 

Constitutum possessorium (houderschapsverklaring)

Bij levering constitutum possessorium gaat het om de levering middels een tweezijdige verklaring zonder feitelijke handeling waarbij de vervreemder de zaak bezit en die zaak krachtens een bij de levering gemaakt beding voor de verkrijger gaat houden (art. 3:115 sub a).

Traditio brevi manu (overgave met korte hand)

Bij levering traditio brevi manu gaat het om de levering middels een tweezijdige verklaring zonder een feitelijke handeling waarbij de verkrijger houder van de zaak voor de vervreemder was (art. 3:115 sub b).

Traditio longa manu (overgave met lange hand)

Bij levering traditio longa manu gaat het om de levering middels een tweezijdige verklaring zonder een feitelijke handeling waarbij en derde de zaak voor de vervreemder hield en haar na de overdracht voor de ontvanger houdt (art.3:115 sub c).

Cessie

Bij cessie gaat het om de levering van vorderingen op naam (art. 3:94).

Cedent

Bij de cedent gaat het om de schuldeiser, degene die de vordering vervreemdt.

Cessionaris

Bij de cessionaris gaat het om de verkrijger, degene die de vordering verkrijgt.

Debitor cessus

Bij de debitor cessus gaat het om de schuldenaar, degene die de vordering moet voldoen.

Openbare cessie

Openbare cessie vindt plaats middels het opmaken van een akte en mededeling daarvan aan de debitor cessus (art. 3:94 lid 1).

Stille cessie

Stille cessie vindt plaats middels het opmaken van een daartoe bestemde authentieke of geregistreerde onderhandse akte (art. 3:94 lid 3).

Subrogatie

Bij subrogatie gaat de vordering bij betaling door een derde over op die derde (art. 6:150).

Contractoverneming

Bij contractoverneming komt de overnemer in de (contractuele) plaats van zijn voorganger (art. 6:159).

Levering bij voorbaat

Bij levering bij voorbaat gaat het om de levering waarbij de vervreemder, nog vóórdat hij het goed heeft verworven, dat goed reeds bij  voorbaat rechtsgeldig levert en zo bewerkstelligt dat de wederpartij rechthebbende wordt zodra hij het goed daadwerkelijk verkrijgt.

 

 

Hoofdstuk 7 Verkrijging door verjaring

 

 

 

Verkrijging door verjaring

Bij verkrijging door verjaring gaat het, net als bij overdracht, om een verkrijging onder bijzondere titel die in beginselverklaring alle soorten goederen geldt.

Verkrijgende (acquisitieve) verjaring

Bij verkrijgende verjaring gaat het om verkrijging ten gunste van de bezitter te goeder trouw (art. 3:99).

Bevrijdende (extinctieve) verjaring

Bij bevrijdende verjaring gaat het om verkrijging door verjaring van de rechtsvordering strekkende tot beëindiging van het bezit (art. 3:105).

 

 

Hoofdstuk 8 Bezit

 

Houden

Bij houden gaat het om het houden voor zichzelf.

Bezit

Bij bezit gaat het om machtsuitoefening (houden) voor zichzelf.

Houden voor een ander/Houderschap/Detentie

Bij houden voor een ander gaat het om machtsuitoefening voor een ander

Interversie van bezit/Bezitsinterversie

Bij bezitsinterversie gaat het om het verschijnsel dat de houder zichzelf tot bezitter maakt (art. 3:111).

Inbezitneming/Occupatie

Bij inbezitneming gaat het om het verschijnsel dat iemand zich de feitelijke macht over een goed verschaft (art. 3:113).

Overdracht (van bezit)

Bij overdracht gaat het erom dat de bezitter de verkrijger in staat stelt die macht uit te oefenen die hij zelf over het goed kon uitoefenen (art. 3:114).

Processuele functie van bezit

Bij de processuele functie van bezit gaat het erom dat de bezitter ook wordt vermoed rechthebbende te zijn. Degene die de feitelijke macht over het goed uitoefent wordt tot bewijs van het tegendeel voor rechthebbende gehouden (art. 3:109 jo. 3:118 en 3:119).

Wegneemrecht

Het wegneemrecht houdt in dat de bezitter gerechtigd is om de door hem aan de zaak aangebrachte veranderingen of toevoegingen weg te nemen (art. 3:123).

 

 

Hoofdstuk 9 Gemeenschap

 

Gemeenschap

Bij gemeenschap gaat het om regels voor de onderlinge verhouding tussen gezamenlijke rechthebbenden op een of meer vermogensbestanddelen.

Deelgenoten

Bij deelgenoten gaat het om mede-eigenaren of medegerechtigden.

Mede-eigenaren

Bij mede-eigenaren gaat het om gezamenlijke rechthebbenden op een zaak.

Medegerechtigden

Bij medegerechtigden gaat het om gezamenlijke rechthebbenden op een beperkt recht, persoonlijk genotsrecht of een vordering.

Zaaksvervanging

Bij zaaksvervanging gaat het erom dat goederen die geacht moeten worden in de plaats van een gemeenschappelijk goed te treden tot de gemeenschap behoren (art. 3:167).

Beheersregeling

Bij de beheersregeling gaat het om de regeling van de onderlinge verhouding tussen de deelgenoten (art. 3:166 lid 3).

 

 

Hoofdstuk 10 Eigendom

 

Eigendom

Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben (art. 5:1).

Droit de suite

Droit de suite houdt in dat een recht de zaak volgt waarop dat recht rust.

Moderne actio negatoria

Met de moderne actio negatoria kan de rechthebbende zich verzetten tegen inbreuken op zijn eigendomsrecht die niet gepaard gaan met bezitsverlies.

Schatvinding

Bij schatvinding gaat het om het vinden van een waardevolle zaak die zo lang verborgen is geweest dat daardoor de eigenaar niet meer kan worden opgespoord (art. 5:13).

 

 

Hoofdstuk 11 Burenrecht en mandeligheid

 

Burenrecht

In het burenrecht is de verhouding tussen eigenaars van naburige erven geregeld.

Mandeligheid

Bij mandeligheid gaat het om een afzonderlijk in de wet geregelde vorm van mede-eigendom van een onroerende zaak die tot gemeenschappelijk nu van meerdere erven strekt.

 

 

Hoofdstuk 12 Beperkte rechten op goederen

 

Moederrecht

Bij een moederrecht gaat het om het (volledige) recht waarvan een beperkt recht is afgeleid.

Dochterrecht

Bij een dochterrecht gaat het om het beperkte recht dat is afgeleid uit het moederrecht. 

Genotsrechten

Bij genotrechten gaat het om rechten die genot van een goed geven, zoals vruchtgebruik of erfdienstbaarheden).

Zekerheidsrechten

Bij zekerheidsrechten gaat het om rechten die en schuldeiser voorrang verlenen bij de verdeling van de executieopbrengst van een, zoals pand of hypotheek.

Erfdienstbaarheden

Bij erfdienstbaarheden gaat het om een last waarmee een erf ten bate van een ander erft is bezwaard(art. 5:70).

Erfpacht

Bij erfpacht gaat het om het recht om het volledige genot van een onroerende zaak van iemand anders te hebben en daarvan de vruchten te plukken (art. 5:85).

Canon

Bij een canon gaat het om een tegenprestatie voor het recht van erfpacht (art. 5:85 lid 2).

Opstal

Bij opstal gaat het om het recht om in, op of boven een onroerende zaak van een ander gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen (art. 5:101).

Vruchtgebruik

Bij het recht van vruchtgebruik gaat het om het recht om goederen van een ander te gebruiken open daarvan de vruchten te genieten (art. 3:201).

Recht van gebruik en bewoning

Bij het recht van gebruik en bewoning gaat het om twee bijzondere vormen van vruchtgebruik (art. 3:226). 

 

 

Hoofdstuk 13 Appartementsrechten

 

Appartementsrechten

Bij appartementsrechten gaat het om een aandeel in de goederen die in een splitsing zijn betrokken dat de bevoegdheid omvat tot het uitsluitend gebruik van bepaalde gedeelten van het gebouw die blijkens hun inrichting bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt (art. 5:106).

Splitsingsvergunning

Soms kan pas tot splitsing worden overgegaan nadat daartoe een overheidsvergunning is verkregen (art. 33 Huisvestingswet)

Vereniging van Eigenaars (VvE)

De VvE voert het beheer over de gemeenschap met uitzondering die bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt (art. 5:126).

 

 

Hoofdstuk 14 Verhaal en voorrang

 

Verhaal

Verhaal houdt in dat de schuldeiser die zijn vordering niet ziet voldaan bevoegd is om zijn vordering te verhalen op goederen van de schuldenaar (art. 3:276).

Uitwinbaarheid

Uitwinbaarheid houdt in dat  schuldenaar moet toestaan dat de schuldeiser verhaal zoekt op zijn vermogen, als hij niet vrijwillig aan zijn verplichting voldoet.

Paritas creditorum

Paritas creditorum houdt in dat schuldeisers onderling een gelijk recht hebben op voldoening uit de (netto-)opbrengst van goederen van hun schuldenaar naar evenredigheid van ieders vordering (art. 3:277 lid 1). Deze situatie doet zich voor als meerdere schuldeisers verhaal zoeken op dezelfde goederen, terwijl de opbrengst onvoldoende is om alle schuldeisers te voldoen.

Voorrang

Voorrang houdt in dat een schuldeiser het recht heeft om in geval van samenloop bij verdeling van de netto-executieopbrengst uitbetaald te krijgen vóór de concurrente schuldeisers (art.3:278). Dit is dus een uitzondering op de paritas creditorum. De wet kent een gesloten systeem van voorrangsrechten.

Kwaliteitsrekenening of derdenrekening

Bij een kwaliteitsrekening kunnen notarissen, deurwaarders, advocaten of accountants de op die rekening ontvangen bedragen afgescheiden houden van hun eigen vermogen. Daardoor staan de op die rekening ontvangen bedragen niet bloot aan verhaal door schuldeisers.

Achtergestelde vordering

Bij een achtergestelde vordering komen schuldeiser en schuldenaar overeen dat de vordering van de schuldeiser tegenover alle of bepaalde schuldeisers een lagere rang neemt dan de wet haar toekent (art. 3:277 lid 2).

Parate executie

Het recht van parate executie houdt in dat de schuldeiser bevoegd is om bij verzuim van de schuldenaar tot executoriale verkoop van het goed over te gaan om zich daarna op de opbrengst te verhalen, zonder dat hij eerst een executoriale titel hoeft te halen of executoriaal beslag hoeft te leggen (art. 3:248 e.v. en 3:268).

Zaaksvervanging

Zaaksvervanging houdt in dat het recht van pand en hypotheek van rechtswege ook een recht van pand op alle vorderingen tot vergoeding die in de plaats van het verbonden goed treden meebrengen (art. 3:229 lid 1).

Stil pandrecht

Bij stil pandrecht blijft de zaak in de macht van de pandgever (art. 3:237). Als het gaat om een vordering op naam, dan is bij stil pandrecht geen mededeling aan de schuldenaar vereist (art. 3:239 lid 1).

Vuistpandrecht

Bij vuistpandrecht wordt de zaak wel uit macht van de pandgever gebracht (art. 3:2336 lid 1).

Meervoudige verpanding

Doordat de pandgever als eigenaar bevoegd blijft over de verpande zaak te beschikken, kan hij een tweede pandrecht vestigen (art. 3:238 lid 2 jo. 3:97 lid 2). Op grond van de priore tempore-regel komt de later gevestigde pandrecht achter het eerde gevestigde pandrecht te staan.

Priore tempore

Op grond van de priore tempore-regel kan een rechthebbende niet meer rechten overdragen dan hij zelf heeft.

Hypotheekakte

De hypotheekakte is de notariële akte die is vereist voor de vestiging van het recht van hypotheek (art. 3:260 lid 1).

Beding van niet-verandering

In veel hypotheekakten is een beding opgenomen inhoudende dat de hypotheekgever pas na toestemming van de hypotheekhouder de inrichting of gedaante van het verhypothekeerde mag veranderen (art. 3:265).

Ius tollendi

De hypotheekgever mag latere veranderingen van of toevoegingen aan de in zekerheid gegeven zaak wegnemen, mits hij het in oude toestand terugbrengt of zekerheid stelt voor de waardevermindering (art. 3:266). Dit noemt men ook wel het wegnemingsrecht of beding van niet-wegneming.

Hulpzakenbeding

Het hulpzakenbeding houdt in dat het hypotheekrecht en het pandrecht worden gekoppeld, zodat de verhypothekeerde en de verpande goederen samen worden geëxecuteerd volgens de voor hypotheek geldende regels (art. 3:254).

Huurbeding

Het huurbeding houdt in dat de hypotheekhouder een na vestiging van zijn hypotheekrecht in bepaalde gevallen niet tegen zich hoeft te laten gelden (art. 3:264).

Beheersbeding

Het beheersbeding houdt in dat hypotheekhouder bevoegd is het verhypothekeerde goed in beheer te nemen, als de hypotheekgever in ernstige mate tekortschiet in zijn verplichtingen (art. 3:267).

Ontruimingsbeding

Het ontruimingsbeding houdt in dat de hypotheekhouder bevoegd is het verhypothekeerde goed onder zich te nemen, als dat voor de executie is vereist (art. 3:267).

Openbare executoriale verkoop

Bij een openbare executoriale verkoop geschiedt de executoriale verkoop in het openbaar ten overstaan van een bevoegde notaris (art. 3:268 lid 1).

Onderhandse executoriale verkoop

Bij een onderhandse executoriale verkoop bepaalt de voorzieningenrechter van de rechtbank dat de verkoop onderhands zelfgeschreven bij een aan hem ter goedkeuring voorgelegde overeenkomst (art. 3:268 lid 2).

Zuivering

Zuivering houdt in dat door levering ingevolge een executoriale verkoop en voldoening van de verkoopprijs alle op het goed rustende hypotheken van rechtswege tenietgaan (art. 3:273 lid 1).

Vervallenverklaring/Verklaring van waardeloosheid

De vervallenverklaring is de verklaring in de openbare registers inhoudende dat de hypotheek teniet is gegaan (art. 3:28 jo. 3:274 en 275).

Voorrechten

Voorrechten die aan een vordering zijn verbonden verschaffen in geval van samenloop van verhaalsrechten voorrang bij verdeling van de netto-executieopbrengst vóór medeschuldeisers als de opbrengst te laag is om hen allen te voldoen (art. 3:278).

Algemene voorrechten

Algemene voorrechten geven voorrang bij de verdeling van de opbrengst van alle goederen (art. 3:288 e.v.).

Bijzondere voorrechten

Bijzondere voorrechten geven voorrang bij de verdeling van de opbrengst van bepaalde goederen (art. 3:283 e.v.).

Retentierecht

Het retentierecht betreft de bevoegdheid van de schuldeiser om bij de in de wet aangegeven gevallen de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan de schuldenaar op te schorten tot de vordering is voldaan (art. 3:290). De schuldeiser noemt men in dit kader retentor.

 

 

Hoofdstuk 15 Reclamerecht en eigendomsvoorbehoud

 

Reclamerecht

Het reclamerecht betreft de bevoegdheid van de verkoper om aan de koper afgeleverde, maar nog niet betaalde roerende zaken, niet-registergoederen terug te vorderen. Daardoor wordt de koop ontbonden en valt de eigendom weer terug op de verkoper (art. 7:39 lid 1).

Eigendomsvoorbehoud

Het bedingen van een eigendomsvoorbehoud leidt ertoe dat de verkoper de geleverde zaak als eigenaar onder de koper kan opeisen, als die niet aan zijn betalingsverplichting voldoet (art. 3:92).

Huurkoop

Huurkoop is een specifieke, in de wet geregelde verkoop met levering onder eigendomsvoorbehoud. De verkochte zaak gaat niet alleen door levering over, maar pas na (vervulling van de opschortende voorwaarde van) betaling van wat de koper verschuldigd is (art. 7A:1576h lid 1).

Lease

Bij lease geeft de lessor (de financier) bedrijfsmiddelen tegen vergoeding in gebruik aan de lessee.

 

 

Hoofdstuk 16 Aanhangsel

 

Financielezekerheidsoverereenkomst (fzo)

Een financielezekerheidsovereenkomst is een overeenkomst die strekt tot het verschaffen van financiële zekerheid aan een financiële instelling als waarborg voor de nakoming van een openstaande verplichting (art. 7:51).

Bron

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

Image

Access: 
Public

Image

This content refers to .....
Law and public administration - Theme

Law and public administration - Theme

Image
Summaries, internships, tips and tools for study and work in law and public administration Definitions, Jurisprudence, Stories, Subjects, Study assistance,

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2350 1