Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Bestuursrecht: Inleiding - RUG - Werkgroepopdrachten 2017/2018 - Week 2

Vragen

Vraag 1

Geef voor alle onderdelen aan in hoeverre het daar al dan niet gaat om krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersonen, bestuursorganen ex art. 1:1 lid 1 sub a Awb, bestuursorganen ex art. 1:1 lid 1 sub b Awb dan wel uitgezonderde organen ex art. 1:1 lid 2 Awb.

  1. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
  2. Minister van Economische zaken en Klimaat Wiebes;
  3. De gemeente Loppersum
  4. Wethouder Pier Prins
  5. Overheidsdienst Groningen
  6. Voorzitter van de stichting Gronings landschap
  7. Secretaresse mevrouw W. Seytenbach van het ministerie van Economische zaken en Klimaat
  8. De Tweede kamer
  9. De secretaris-generaal van het ministerie van Algemene zaken
  10. Koning Willem-Alexander

Casus I

Vragen naar aanleiding van het arrest Het Belgisch diploma voor sociale hygiëne Rb. Den Haag 20-03-2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ6929

Vraag 1

Wat is de rechtsvraag?

Vraag 2

Wie is eiseres en wie is verweerster?

Vraag 3

Blijkens haar uitspraak heeft de rechtbank ambtshalve een oordeel gegeven over de vraag of verweerster een bestuursorgaan is. Leg aan de hand van de relevante bepaling uit de Awb uit op welke wijze de rechtbank tot een antwoord is gekomen.

Vraag 4a

De rechtbank stelt het volgende: “uit het voorgaande volgt dat verweerster een bestuursorgaan is in de zin van artikel 1:1 sub b Awb. Is het naar uw oordeel relevant of verweerster een bestuursorgaan is in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a Awb of in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub b Awb is?

Vraag 4b

De rechtbank vervolgt: “hieruit volgt dat de brief van 27 februari 2012 als besluit in de zin van de Awb moet worden aangemerkt waartegen bezwaar gemaakt kon worden”. Is naar uw oordeel –gelet op de relevante bepalingen uit hoofdstuk I van de AWB- steeds sprake van een besluit in de zin van de awb als een bestuursorgaan een brief schrijft?

Vraag 5

De rechtbank overweegt ook: “Anders dan verweerster betoogt is de rechtbank van oordeel dat voor het in rekening brengen van kosten voor een aanvraag door verweerster een wettelijke grondslag is vereist” – Bent u het –gelet op de stof van de eerste collegeweek van het vak Bestuursrecht 1- eens met het oordeel van de Rechtbank?

Casus II

Vragen naar aanleiding van het arrest Stichting Stek Jeugdhulp ABRvS 06-12-2017, ECLI:NL:RVS:2017:3318

Vraag 1

Beschrijf de casus.

Vraag 2

Waarom meent de appellant van doen te hebben met een bestuursorgaan?

Casus III

Vragen naar aanleiding van het arrest Het vooringenomen gemeenteraadslid ABRvS 20-03-2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ4957

Vraag 1

Wat is de casus en welke rechtsvraag moet er beantwoord worden?

Vraag 2

Is een gemeenteraadslid een bestuursorgaan? En de gemeenteraad?

Vraag 3

Geef aan waarom de Afdeling oordeelt dat artikel 28 van de Gemeentewet strikt moet worden uitgelegd.

Vraag 4

Onder welke omstandigheden zal de bestuursrechter volgens de afdeling moeten oordelen dat een besluit (op bezwaar) van de gemeenteraad in strijd is met artikel 2:4 Awb is genomen?

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
    • Vooraf: niet uitgezonder in artikel 1:1 lid 2 Awb;
    • Ministerie maakt onderdeel uit van de Staat;
    • De staat is krachtens publiekrecht ingesteld namelijk op grond van artikel 2:1 BW is de staat een publiekrechtelijk rechtspersoon.
    • Het ministerie zelf wordt niet genoemd als onderdeel  van het bestuur; Het ministerie heeft geen zelfstandige positie binnen de staat en kan niet eenzijdig exclusieve bevoegdheden uitoefenen om de rechtspositie van burgers te veranderen
    • Geen bestuursorgaan;  het is een organisatorische eenheid.
  2. Minister van Economische zaken en Klimaat Wiebes;
    • Vooraf: niet uitgezonderd in artikel 1:1 lid 2 Awb;
    • Minister maakt onderdeel uit van de Staat;
    • De staat is krachtens publiekrecht ingesteld namelijk op grond van artikel 2:1 BW is de staat een publiekrechtelijk rechtspersoon.
    • De minister is het orgaan van die krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon; art. 42 GW wordt genoemd als onderdeel van het bestuur van de staat
    • Dus een bestuursorgaan op grond van artikel 1:1 lid 1 sub a Awb.
  3. De gemeente Loppersum
    • De gemeente zelf is geen bestuursorgaan orgaan, maar een publiekrechtelijk rechtspersoon (2:1 lid 1 BW); betreft hier geen ORGAAN van een rechtspersoon maar de rechtspersoon zelf.
    • Geen bestuursorgaan
  4. Wethouder Pier Prins
    • Vooraf: niet uitgezonderd in artikel 1:1 lid 2 Awb;
    • De wethouder maakt onderdeel uit van de Gemeente
    • De gemeente is krachtens publiekrecht ingesteld namelijk op grond van artikel 2:1 BW is de staat een publiekrechtelijk rechtspersoon.
    • De wethouder is geen orgaan van de gemeente want; Niet in de wet genoemd als bestuur, geen openbaar gezag en geen zelfstandige positie
    • Geen bestuursorgaan; binnen het college van B&W wel een bestuursorgaan.
  5. Overheidsdienst Groningen
    • Vooraf: niet uitgezonderd in artikel 1:1 lid 2 Awb;
    • Maakt onderdeel uit van de Staat der Nederlanden
    • De staat is krachtens publiekrecht ingesteld 2:1 lid 1 BW
    • Orgaan? Wordt niet in de wet genoemd; geen orgaan van de provincie groningen, wordt niet genoemd als onderdeel van het bestuur. Niet met enig openbaar gezag bekleed en geen zelfstandige positie in de provincie.
    • Betreft hier (net als bij het ministerie) een organisatorische eenheid.
    • Geen bestuursorgaan.
  6. Voorzitter van de stichting Gronings landschap
    • Stichting is krachtens privaatrecht ingesteld 2:3 BW
    • Openbaar gezag? à Heeft geen publiekrechtelijke bevoegdheid en geen openbaar gezag. Financieel en inhoudelijk vereiste;
    • Geen bestuursorgaan.
  7. Secretaresse mevrouw W. Seytenbach van het ministerie van Economische zaken en Klimaat
    • Vooraf: 1:1 lid 2; geen sprake van een uitzondering
    • De secretaresse  maakt onderdeel uit van het Ministerie van Economische zaken en is dus onderdeel van de Staat;
    • De staat is krachtens publiekrecht ingesteld namelijk op grond van artikel 2:1 BW is de staat een publiekrechtelijk rechtspersoon.
    • De secretaresse is echter geen orgaan, want ze wordt niet genoemd als onderdeel van het bestuur en ze bezit geen exclusieve publiekrechtelijke bevoegdheden.
    • Geen bestuursorgaan.
  8. De Tweede kamer
    • Vooraf: sprake van een uitzondering; namelijk 1:1 lid 2 sub b; de kamers kunnen niet worden aangemerkt als bestuursorgaan.
    • Geen bestuursorgaan
  9. De secretaris-generaal van het ministerie van Algemene zaken
    • Vooraf: 1:1 lid 2; geen sprake van een uitzondering
    • De secretaris-generaal maakt onderdeel uit van het Ministerie van algemene zaken en is dus onderdeel van de Staat;
    • De staat is krachtens publiekrecht ingesteld namelijk op grond van artikel 2:1 BW is de staat een publiekrechtelijk rechtspersoon.
    • Maakt geen onderdeel uit van het bestuur. Geen openbaar gezag. Maar wel een zelfstandige positie binnen een publiekrechtelijk rechtspersoon
    • Dus wel een bestuursorgaan namelijk een A-orgaan; art. 1:1 lid 1 sub a Awb.
  10. Koning Willem-Alexander
    • De Koning behoort niet tot de in het tweede lid uitgezonderde organen. In artikel 42 GW is bepaald dat de regering wordt gevormd door de Koning en ministers. Bovendien is het eerste gedeelte van hoofdstuk 2 van de GW, handelend over de regering, geheel gewijd aan de Koning. De conclusie dat de Koning daarmee als orgaan van de Staat moet worden aangemerkt is dan onontkoombaar. Toch heeft de Afdeling bestuursrechtspraak geoordeeld dat (het kabinet van) de Koning geen bestuursorgaan is. Deze uitspraak moet (wellicht) worden opgevat als een door de rechter gecreëerde aanvulling op de in het tweede lid van art. 1:1 Awb opgenomen uitgezonderde bestuursorganen.

Casus I

Vraag 1

De beslissing (van 27 februari 2012) tot het niet verstrekking van de SHV-verklaring door de stichting vakbekwaamheid horeca SVH.

Vraag 2

Eiseres: De vrouw die niet in aanmerking kwam voor een SVH- verklaring (verklaring sociale hygiëne) Gemachtigde drs. M.s.j. Hoorntje

Verweerste: De Examencommissie van de Stichting Vakbekwaamheid  Horeca SVH.

Vraag 3

R.O. 12; “De rechtbank ziet zich voorts ambtshalve voor de vraag gesteld of verweerster een bestuursorgaan is in de zin van artikel 1:1 Van  de Awb”

Allereerst wordt aangegeven dat de SVH als stichting een privaatrechtelijke rechtspersoon is; verweerster is dan ook geen bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a Awb;

Vervolgens wordt gekeken naar artikel 1:1 lid 1 sub b BW; voor het antwoord of de verweerster met enig openbaar gezag is bekleed is van belang of aan haar een publiekrechtelijke bevoegd tot het bepalen van de rechtspositie van andere rechtssubjecten is toegekend; Naar het oordeel van de rechtbank is verweerster met enig openbaar gezag bekleed voor zover het betreft al dan niet afgeven van een SVH-verklaring. Hierbij is van belang:

  • Dat in art. 1 lid 1 sub a van de Regeling door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport als enige rechtspersoon is aangewezen die bevoegd is tot het afgeven van de in de DHW bedoelde vereiste SVH-verklaring

  • Ook is van belang dat het niet beschikken over een SVH-verklaring een dwingende weigeringsgrond oplevert voor een horecavergunning (art. 27 lid 1 sub a DHW) à De verweerster heeft dus een op de DHW rustende bevoegdheid om de rechtspositie van andere rechtssubjecten eenzijdig te bepalen

CONCLUSIE: verweerster is een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub b Awb.

Vraag 4a

Dit onderscheidt is van belang omdat een b-orgaan tijdelijk bestuursorgaan is en dus slechts wanneer het bepaalde handelingen verrichten. Indien een b-orgaan niet van deze handelingen gebruik maakt is het geen bestuursorgaan (niet aan AWB gebonden; doorzendplicht e.d. niet aan gebonden 2:3 Awb), waardoor niet tegen iedere handeling van de verweerster in bezwaar kan worden gegaan.

In casus heeft de verweerster echter gehandeld als bestuursorgaan, waardoor het onderscheid hier niet heel veel uitmaakt.

Vraag 4b

Nee hiervoor moet zijn voldaan aan alle vereisten van 1:3 Awb; schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Een brief kan een besluit zijn, maar kan ook privaatrechtelijke rechtshandeling betreffen dan is er geen sprake van een besluit.

Vraag 5

Juist; Sprake van een negatief overheidsoptreden; dus een wettelijke grondslag nodig!

Casus II

Vraag 1

Appellant heeft 10 Wob-verzoeken ingediend bij Stek jeugdhulp. Hij heeft daarbij verzocht om toezending van informatie over verschillende dingen.

Er is beroep ingesteld zonder dat er daadwerkelijk een besluit is genomen; hoofdstuk 6/7/8 bezwaar en beroep; echter op grond van 6.2 Awb, ook het niet tijdig nemen van een besluit wordt gelijkgesteld met een besluit daarom kan hier toch beroep worden ingesteld.

Afdeling moet beoordelen of de stichting een bestuursorgaan is in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub b Awb, dus of de stichting met enig openbaar gezag is bekleed (of er publiekrechtelijke bevoegdheid is om eenzijdig de rechtspositie an andere rechtssubjecten te bepalen). Verstrekt ook geen geldelijke uitkeringen of op geld waardeerbare voorzieningen aan derden. Stichting is dus geen bestuursorgaan en daarom geen aanvraag tot het nemen van een besluit en kan appellant geen beroep instellen bij de rechtbank.

Vraag 2

Zie R.O. 3 ; “niet alleen gecertificeerde instellingen maar ook instellingen die specifieke bevoegdheden hebben in het kader van het uitvoeren van kinderbeschermingsmaatregelen zoals ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen kunnen optreden als bestuursorgaan en aldus besluiten in de zin van de Awb nemen. Ook voor hij aan dat eerder vergelijkbare Wob-verzoeken heeft ingediend bij stichtingen als Flexus Jeugdplein en dat die instellingen hebben bevestigd dat zij een bestuursorgaan zijn.

Casus III

Vraag 1

Iemand heeft deelgenomen aan de stemming, diegene heeft hier persoonlijk belang bij. Is er dan sprake van strijdigheid met artikel 2:4 Awb en art 28 van de gemeentewet?

Vraag 2

Gemeenteraadslid maakt deel uit van de gemeente. Is publiekrechtelijke rechtspersoon 2:1 BW; Geen zelfstandigheid/geen openbaar gezag, dus geen sprake van een bestuursorgaan.

Gemeenteraad maakt deel uit van de gemeente. Is Art. 6 gemeentewet; gemeenteraad is deel van het gemeentebestuur; hieruit volgt dat er sprake is van een bestuursorgaan, namelijk een a-orgaan.

Vraag 3

Er is sprake van een fundamenteel recht; van een raadslid om deel te nemen aan de stemming wordt ingeperkt. Raadsleden worden rechtstreeks gekozen door burgers en hebben een grote democratische legitimatie, dan moet er wel iets zeer belangrijks aan de hand zijn wil een raadslid niet aan de stemming kunnen deelnemen.

Vraag 4

De raadslid woonde in de buurt/om de hoek; dit is nog geen omstandigheid om zich te moeten onthouden van de stemming. Er dient dus meer aan de hand te zijn wil iemand onthouden worden van stemming;  indien er bijvoorbeeld sprake is van een bouwvergunning voor een raadslid (dus echt daadwerkelijk een raadslid raakt), een subsidie aanvraag voor een raadslid. Er is sprake van een strenge lijn, een besluit kan niet zomaar worden vernietigd!

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Universiteit Groningen en studieverenigingen

Crossroads: term ref right 1: 
Samenvattingen voor psychologie in Groningen via VIP en JoHo
Samenvattingen voor pedagogiek in Groningen
Samenvattingen voor rechten in Groningen
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1843