Oefententamens bij het vak Ontwikkelings- en onderwijspsychologie aan de Universiteit van Leiden
- 2167 keer gelezen
Wat gebeurt er in welk stadia?
Welke term verwijst naar moeders die tijdens de zwangerschap alcohol nuttigden, waardoor de kinderen na de geboorte lijden aan aandachtsproblemen en hyperactiviteit?
Wat betekent het begrip ‘apoptose’?
Hoe ontstaat een eeneiige tweeling?
Waarom moeten kinderen emoties leren labelen?
Waarvoor dient emotieregulatie?
Geef een voorbeeld van een situatie waarin het goed zou zijn om te worden afgeleid van een negatieve emotie?
Wat zijn de vijf belangrijkste eigenschappen van emotionele intelligentie?
Wat is systematische desensitisatie?
Waarin verschilt Bandura’s (sociale) leertheorie met die van Skinner?
Welke leeftijd hebben kinderen volgens Selman’s rolaanname theorie die zich realiseren dat ze het perspectief van een ander kunnen overnemen?
Welke theorie gaat er vanuit dat kinderen de neiging hebben om aan te nemen dat acties van anderen vijandige intenties hebben?
Welke sociale ontwikkelingstheorieën zijn discreet en welke continu? (Freud, Watson, Erikson, Selma, Skinner, Bandura, Dodge, Dweck)
Welke soorten hechtingen ontwikkelen zich op deze leeftijden?
Welke hechtingsstijl heeft een kind wanneer hij na het verlaten van de moeder bij de ‘Strange-situation-test’ huilt, maar vervolgens de moeder negeert als deze weer terugkomt?
Wanneer ontstaat er een identiteitsverwarring?
In welke van de volgende fasen neemt een kind een identiteit aan om te willen opvallen door het tegenovergestelde te doen van wat iedereen verwacht?
Welke factoren dragen bij aan een hoge of lage eigenwaarde?
Hoe veranderd de basis van een vriendschapsrelatie in de loop der jaren?
Welke functies hebben vriendschappen?
Wat is een sociometrische status en welke factoren beïnvloeden deze status?
Met betrekking tot kinderen met verschillende sociometrische statussen, wat is het verschil in de beoordeling tussen gemiddelde kinderen en controversiële kinderen?
Met betrekking tot ouder-kind interacties, leg uit wat de volgende interacties inhouden?
Welk autoriteitstype betreft een hoge controle en een lage tolerantie, waarbij veel regels worden gegeven en de ouders minder geven om de behoeftes van het kind?
Welk autoriteitstype gaat gepaard met weinig regels voor het kind en veel vrijheid op een goede en geïnteresseerde manier?
Welke morele redeneervorm is volgens Kohlberg gericht op sociale relaties?
In welke fase van Kohlbergs moreel redeneermodel staat het eigen belang voorop?
Op welke manier zijn prosociaal gedrag en empathie aan elkaar verbonden?
Wat is het verschil tussen schaamte en schuld?
Wat is het verschil tussen sympathie en empathie?
Wat zijn altruïstische motieven?
Noem twee nature en twee nurture factoren van antisociaal gedrag.
Wat is het verschil tussen reactieve agressie en proactieve agressie?
Vraag 34
Wat is symbolische representatie en geef een voorbeeld.
Kinderen in de pre-operationele fase (twee tot zeven jaar) hebben nog geen goed ontwikkeld conservation concept. Dit houdt in dat … ?
Uit welke drie kenmerken bestaat de informatie-processing theorie?
Wat is de overlappende golvenbenadering?
Wat is analogisch redeneren en geef een voorbeeld.
Uit welke drie fases bestaat de theorie van Vygotsky?
Wat is private speech?
Wat is social scaffolding?
Hoe wordt de relatie tussen denken en handelen door de dynamische systeemtheorie beschouwd?
Kinderen spelen op verschillende manieren. Leg uit wat de volgende manieren inhouden:
Welke drie niveaus van hiërarchische categorisatie bestaan er?
Als een kind uit het raam kijkt en roept: “Kijk mama! Ik zie een denneboom!”. Welk level van categorisering is dit?
Wat zijn de vijf telprincipes?
Wat is vloeiende intelligentie?
Wat is gekristalliseerde intelligentie?
Met betrekking tot het genotype-fenotype debat, wat houdt de norm van reactie in?
Leg uit wat de volgende typen ontwikkelingen inhouden.
Wat is generativiteit?
Foetaal alcoholsyndroom
De afsterving van cellen. Apoptose zorgt er voor dat niet-noodzakelijke of ongewenste weefsels verdwijnen.
Zij ontstaan uit een bevruchte eicel via een splitsing tussen de cellen tijdens de eerste 10 dagen na de bevruchting van deze ene eicel.
Zodat ze de emoties beter kunnen interpreteren en er beter op kunnen leren reageren.
Het kunnen reguleren van emoties is belangrijk voor het welbevinden. Een persoon kan niet continu worden overspoeld met emoties. Het benadeelt de sociale omgang en het bereiken van doelen.
Bijvoorbeeld wanneer het een autistisch kind betreft, zij hebben vaak slechte emotieregulatie. Of wanneer er niets aan de situatie kan worden verandert, bijvoorbeeld bij het overlijden van de hond van een kind.
Zelfkennis, optimisme, kunnen afzien, empathie, sociale vaardigheden.
Een vorm van gedragstherapie waarbij een persoon vele keren wordt blootgesteld aan een angst inclusief een beloning, waardoor deze angst langzaam en gradueel verdwijnt.
Bandura maakt geen gebruik van reinforcement en legt de nadruk op observaties en imitaties.
Acht tot twaalf jaar
Dodge informatieverwerkingstheorie
Discreet: Freud, Erikson, Selman. Continu: Watson, Skinner, Bandura, Dodge, Dweck
Onveilige vermijdende hechtingsstijl
Deze ontstaat wanneer een crisis (de identiteitsverwarring versus de identiteit) niet succesvol is doorlopen. De verschillende aspecten over de zelf vormen geen coherent geheel en zijn niet stabiel over tijd.
Fase van negatieve identiteit
Genen, goedkeuring en steun die men van andere mensen ontvangt, de kwaliteit van relaties met andere mensen en de schoolkeuze en/of omgevingskeuze.
De vriendschap verandert van instrumentaal (met speelgoed) naar loyaal (kameraadschap, gelijke interesses, acceptatie)
Steun, ontwikkeling op sociaal en cognitief gebied, sociale vergelijking, bescherming, ego support en affectie
De sociometrische status is de mate waarin kinderen elkaar mogen of niet mogen. Deze wordt beïnvloed door de fysieke uitstraling, sociaal gedrag, persoonlijkheid, cognitief over jezelf en anderen, en doelen.
Gemiddelde kinderen worden door leeftijdsgenoten als gemiddeld positief en negatief beschouwd, terwijl controversiële kinderen door veel leeftijdsgenoten als positief worden beschouwd maar tegelijkertijd ook door veel leeftijdsgenoten als negatief worden beschouwd
Autoritaire opvoedingsstijl
Toegeeflijke opvoedingsstijl
Conventioneel moreel redeneren
Fase twee van het preconventioneel moreel redeneren
Prosociaal gedrag is gebaseerd op de capaciteiten om zich empathisch te voelen en zelf sympathie te tonen.
Bij schaamte is er een negatieve zelfevaluatie van de persoon, en bij schuld is er een negatieve evaluatie van het gedrag.
Sympathie is een gevoel van zorgen maken om de ander vanwege zijn/haar emotionele conditie/staat. Het verschil is dat mensen die zich empathisch voelen, ook dezelfde emotie beleven als de ander en dat is niet het geval bij sympathie.
Redenen om iemand te helpen vanwege de empathie of sympathie voor anderen, en later vanwege het verlangen om je consistent met je eigen bewustzijn en morele principes te gedragen.
Nature factoren kunnen zijn temperament, impulsiviteit, inhibitiecontrole. Nurture factoren kunnen zijn opvoeding, schuldgevoelens, copingsstrategieën, vriendengroep.
Bij reactieve agressie worden andermans motieven als agressief ervaren en is men zelf emotioneel. Bij proactieve agressie is men zelf niet emotioneel en gericht op het bevredigen van de eigen verlangens op een agressieve manier.
Symbolische representatie is het gebruiken van een voorwerp voor een ander doel dan waar het voor bedoeld is. Bijvoorbeeld het gebruiken van een banaan als microfoon.
Dit houdt in dat zij nog geen goede inschattingen kunnen maken over hoeveelheden.
Taakanalyse (de identificatie van doelen, relevantie informatie in de omgeving en potentiële strategieën), structuur (de basale organisatie van het cognitieve systeem) en processen (de specifieke mentale activiteiten).
De overlappende golvenbenadering is een informatieverwerkingsbenadering die de variabiliteit van de manier van denken bij een kind benadrukt. Hoe meer mogelijkheden een kind heeft om een probleem op te lossen, hoe beter.
Analogisch redeneren houdt in dat men analogieën (dingen/situaties die herkenbaar zijn) gebruikt voor het oplossen van nieuwe, onbekende problemen. Bijvoorbeeld wanneer je zelf een keer griep had en naar de huisarts moest, en je nu je zieke buurjongen aanraadt om ook naar de huisarts te gaan.
In de eerste fase wordt het gedrag van een kind gecontroleerd en bepaald door anderen. In de tweede fase wordt het gedrag van een kind bepaald door (externe) ‘private speech’. In de derde fase wordt het gedrag van een kind bepaald door interne particuliere spraak.
Private speech is een fase waarin internalisatie van gedachtes plaatsvindt. Kinderen ontwikkelen een zelfregulatiesysteem en een probleemoplossend vermogen door hardop zichzelf te vertellen wat ze moeten doen, zoals de ouders dat eigenlijk in de eerste fase voor hen deden.
Social scaffolding is een manier van leren waarbij een persoon met kennis van handelen begeleiding geeft bij het doorlopen van een bepaalde taak. Hierdoor kan een beginner naar een hoger niveau worden gebracht dan wanneer hij alleen zou werken.
Deze theorieën richten zich op het denken en de ontwikkeling van de actie, en niet alleen op het denken zelf. Het denken vormt de actie/beweging, maar het denken wordt ook gevormd door de actie/beweging zelf.
Het bovengeschikte niveau (superordinate level) (bijv. een plant), het ondergeschikte niveau (subordinate level) (bijv. een eikenboom) en het basisniveau (basic level) (bijv. een boom).
Het ondergeschikte niveau
One-one correspondence, stable order, cardinality, order irrelevance, abstraction
Vloeiende intelligentie is de mogelijkheid om op een bepaald moment nieuwe problemen op te lossen.
Gekristalliseerde intelligentie is de feitelijke kennis over de wereld.
Een gegeven genotype kan resulteren in verschillende fenotypen, afhankelijk van de omgeving.
Generativiteit verwijst naar het idee dat door middel van het gebruik van een oneindige set van woorden in onze vocabulaire, een oneindig aantal zinnen kan worden samengesteld en een oneindig aantal ideeën kan worden uitgedrukt.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1728 |
Add new contribution