Hoorcollegeaantekeningen Materieel Strafrecht UU
- 1697 keer gelezen
Hoorcollege 8 Materieel Strafrecht
HR Zwarte Ruiter 1957
- Tenlastelegging van 20 feiten: o.a. poging tot doodslag en meerdere overvallen
- Opgepakt en veroordeeld
- Werd volgens lange tenlastelegging bestraft -> 15 jaar cel + tbs met dwangverpleging -> verminderd toerekeningsvatbaar verklaard -> zie noot arrest van Willem Pompe
Strafrechtelijke sanctietoemeting
- HR de zwarte ruiter
o De casus
o Recapitulatie week 39: verminderde toerekenbaarheid
o De toegemeten sancties
o Straf naar de mate van schuld?
Rechtvaardiging van het strafrecht en de straf
- Strafrecht als probleem
o Hoge verwachtingen en beperkte mogelijkheden
o Ingrijpende overheidsmacht
§ Materieel strafrecht maakt strafoplegging mogelijk (leedtoevoeging), strafproces kent allerlei ingrijpende bevoegdheden etc.
- Waartoe bestaat (materieel) strafrecht
o Hoofddoel: voorkomen van eigenrichting
o Achtergrond: maatschappelijk contract-denken
§ Iedere burger staat een klein deel van zijn individuele vrijheid af -> al deze deeltjes worden door de overheid gebruikt om overige individuele vrijheden te beschermen
- Rechtvaardiging van de straf
o Absolute theorieën
o Relatieve theorieën
o Verenigingstheorieën
Retributivisme
- Vergelding als grondslag van de straf
o Absolute theorie: rechtvaardiging straf staat los van de effect (omdat is misdaan; quia peccatum)
o Bestraffing van schuldigen is verdiend en daarmee intrinsiek goed
§ ‘’schuldigen verdienen straf op grond van het feit dat ze een strafbaar feit hebben gepleegd in het verleden’’
§ Retrospectief: er wordt teruggekeken in de tijd naar het strafbare feit, de schuldige wordt gestraft
o Proportionaliteit van de straf
§ Straf mag niet onnodig zwaar zijn (niet zwaarder dan de ernst van het feit en de schuld van de dader) -> straftoemetingsschuld
o Herstel van een balans
§ Verstoring in het maatschappelijk evenwicht door strafbare daad
§ Balans moet worden vereffend/hersteld/vergolden -> gebeurt door middel van strafoplegging
- Twee varianten van de retributivistische theorie (vergeldingsdenken)
o Positief retributivisme: gerechtigheid eist bestraffing van schuldige (theorie van Emmanuel Kant) -> iedere dader die schuldig wordt bevonden, moet per se een straf ondergaan -> rigide manier van denken
§ Bezwaar tegen deze theorie door Keizer: het ‘’waarom’’ ontbreekt
o Negatief retributivisme: alleen schuldige mag (niet moet) worden bestraft
§ Straffen is een plicht (geen noodzaak) -> in evenredigheid met de ernst van het feit en de schuld van de dader
Utilitarisme
- Verwachte nut als grondslag van de straf
o Relatieve theorie: rechtvaardiging straf is gebonden aan de effecten (opdat niet wordt misdaan; ne peccetur)
o Nut van bestraffing ligt in reductie en preventie van criminaliteit
§ Er wordt dus niet gestraft opdat er iets in het verleden is bestaan, maar opdat het in de toekomst niet opnieuw wordt begaan
o Straf is dus geen ‘recht’ maar een instrument voor het bereiken van toekomstige doelen
o Prospectieve oriëntatie
o ‘’De staat is eigenlijk een soort noodzakelijk kwaad in de samenleving, die tot stand komt doordat ieder lid van de samenleving een klein deeltje van zijn eigen vrijheid opoffert aan de soeverein om het volk te beschermen’’ -> sociaal-contract denken van Cesare Beccaria (je hebt een instrument nodig om tegen heerszuchtige en egoïstische neigingen van leden van de samenleving -> die doe je met tastbare middelen (straffen), maar die moesten dan wel humaan zijn
o Jeremy Bentham: straffen moesten bijdragen aan een gelukkigere, vreedzame samenleving
- Strafdoelen
o Generale preventie
o Speciale preventie
o Rehabilitatie
o Incapacitatie
§ Onmogelijk maken van misdaden gepleegd door een bepaald persoon door hem op te sluiten/beveiliging van de samenleving (zie Zwarte Ruiter)
o Beveiliging
Verenigingstheorieën
Nadelen van ‘puur’ retributivisme en utilitarisme
- Men vond dat een puur vergeldingsdenken of een puur utilitaristisch denken problemen oplevert
o Het ‘waarom’ van het straffen/het extra leed dat toegevoegd wordt in een straf ontbreekt bij het vergeldingsdenken
o Bij het utilitarisme beschouw je de misdader eigenlijk als een soort hond, er zit geen intrinsieke rem op de mate waarin je kunt straffen (soms zou bijvoorbeeld vanuit het oogpunt van generale preventie het heel effectief zijn om een onschuldige te straffen, of zou buitenproportioneel zwaar te straffen)
- Twee spiegelbeeldige varianten
o Utiliteit als algemene rechtvaardiging, aangevuld met negatief retributivisme
§ Als je straft met het oog op een bepaald doel, mag je niet verder gaan dan wat nodig (proportioneel) is; dit omvat ook een verbod op het straffen van onschuldige personen
o Vergelding als algemene rechtvaardiging, afgezwakt met utilitaristische overwegingen
§ Niet hoger straffen dan nodig, maar binnen de gegeven ruimte mag je bepaalde strafdoelen nastreven (dus je mag tot het ‘plafond’ dat door de proportionaliteit wordt aangegeven, mag je bijvoorbeeld speciale- en generale preventie nastreven)
- Tweede variant is dominant in Nederland
o Scherpe kanten van zuiver utilitarisme en retributivisme afgeslepen
o Maar biedt de theorie werkelijk houvast?
o Eclecticisme in de praktische uitwerking?
§ Zie zwarte ruiter
§ Wel degelijk uitgesproken redengeving voor specifieke strafoplegging -> straf + maatregel (15 jaar + tbs) -> maar waarom? -> verdachte had heel wat op zijn kerfstok -> man werd als zeer gevaarlijk beschouwd
§ Hof: gelet op de omstandigheden waaronder de maatregel van tbs wordt geëffectueerd, biedt tbs onvoldoende waarborg voor bescherming van de maatschappij (betreft een vluchtgevaarlijk persoon) -> daarom 15 jaar met oog op de beveiliging van de maatschappij (gebrek in vertrouwen ten opzichte van tbs) -> gevangenisstraf is dus vooral bedoeld als beveiliging (strafdoel) en niet als vergelding, terwijl doorgaans tbs hiervoor bedoeld zou worden -> tamelijk utilitaristisch arrest -> volgens Pompe sprake van wanverhouding, in strijd met verenigingstheorie (disproportionele straf i.v.m. verminderde toerekeningsvatbaarheid) -> er bestaat geen rechtsregel die zegt dat je niet zwaarder zou mogen straffen dan de schuld, maar dit is wel het uitgangspunt in Nederland
De Klassieke en de Moderne Richting
- Uiteenlopende perspectieven op onder meer
o Persoon van verdachte of dader
o Legaliteitsbeginsel
o Proportionele vergelding
- Klassieke richting van Cesare Beccaria
o Publiceerde ‘’Des delitte e delle penne’’ in 1764
o Hij vond de Europese strafpraktijken barbaars en disproportioneel
o Hij wilde ijveren voor een humaner type strafrecht
o Dit viel alleen maar te bereiken door het strafrecht op te tekenen in een wetboek (legaliteitsbeginsel)
o Ook moest de straf aangrijpen op de daad (daadstrafrecht)
o Tot slot moest er proportioneel gestraft worden (proportionele vergelding)
- Moderne richting van Cesare Lombroso
o Publiceerde ‘’L’uomo deliquente’’ in 1876
o Misdaad was volgens hem aangeboren (een biologisch kenmerk) -> biologisch deterministische visie
o Het idee is dat je moet kijken naar individuele daders en persoonlijke omstandigheden, dat verklaart waarom ze tot crimineel gedrag zijn overgegaan -> dit draagt zo goed mogelijk bij aan verdere preventie en reductie van criminaliteit
- Beide richtingen hebben een groot effect gehad op het Nederlandse strafrecht
o Wetboek van Strafrecht uit 1886 typisch voorbeeld klassieke richting
o In 1928 ingevoerde ‘’psychopatenwetten’’ zorgen voor invoeren van tbs
o Ook andere innovaties in het strafrecht aan het begin van de 20ste eeuw, zoals jeugdstrafrecht
De Utrechtse School
- De oude Utrechtse School (1934-1963)
o W.P.J. Pompe (oprichter) (1893-1968)
o G.Th. Kempe (1911-1979)
o P.A.H. Baan (1912-1975)
o Geïntegreerde beoefening van het strafrecht, waarin naast strafrecht bijvoorbeeld criminologie en psychiatrie waren verweven
o Vragen zoals ‘’waarom vergelden we eigenlijk’’ werden hier gesteld
o Kenmerkend voor dit driemanschap:
§ Geïntegreerde strafrechtsbeoefening
§ Ethisch-humanistische benadering (paternalistisch?)
· Pompe besteedde veel aandacht aan het aanspreken van delinquenten op hun verantwoordelijkheid jegens de samenleving
§ Delinquent als gelijkwaardig evenmens die hulp behoeft (en niet als inferieur persoon) om zijn weg naar het rechte pad weer terug te vinden
§ Wederzijds vertrouwen
· Eerlijke berechting van de delinquent (mag niet aan willekeur overgeleverd zijn, dit moet terug te zijn in de strafprocedure)
· Vertrouwen van de samenleving dat een delinquent zich na het uitzitten van zijn straf weer kan rehabiliteren als volwaardig lid van de samenleving
o Klassieke richting -> proportionaliteit, legaliteitsbeginsel etc.
o Moderne richting-> waarom begaat een delinquent strafbaar gesteld gedrag?
Strafrecht en ‘moreel toeval’ (1) (zie Kennisclip)
- Uitgangspunt in de dominante moraalfilosofie
o Morele verantwoordelijkheid voor resultaten van onze handelingen hangt rechtstreeks af van de mate waarin de resultaten gewild zijn (Kant)
o Dus geen morele verantwoordelijkheid voor factoren waarover wij geen controle kunnen uitoefenen
o Je mag alleen maar moreel en strafrechtelijk verantwoordelijk gesteld worden voor je gedragingen, indien deze daadwerkelijk door jou zo gewild zijn
§ De keerzijde is dus dat je niet strafbaar gesteld mag worden voor gedragingen waar je geen controle over hebt kunnen uitoefenen
- Vier vormen van ‘moreel toeval’ (Nagel 1979)
o Constitutive luck
§ Toeval ten aanzien van de persoon die je nou eenmaal bent
§ Gedraging van iemand die bepaalde gevolgen teweeg brengt, wordt op een morele wijze beoordeeld (karaktereigenschappen van die specifieke persoon worden meegewogen)
o Luck in the way actions turn out
§ Toeval hoe een bepaalde gedraging afloopt (kijk naar culpoos gedrag -> onvoorzichtig handelen)
§ Iedereen is wel eens onvoorzichtig, maar het strafrecht verbindt consequenties aan die onachtzaamheid als deze leidt tot een strafrechtelijk bepaald gevolg (meestal is dit niet het geval en blijf je dus strafrechtelijk buiten schot als je een onachtzame actie begaat)
o Luck in one’s circumstances
§ Toeval binnen de situaties waarin je verzeild bent geraakt (nijpende omstandigheid), lijdt tot ander probleem dan voor persoon die niet in die situatie zit
o Luck in how one is determined by antecedent circumstances
§ Oorzakelijke factoren -> als bijvoorbeeld zou blijken dat alles gedetermineerd is door processen in je brein (en er dus voor vrije beslissingen geen ruimte is)
Strafrecht en ‘moreel toeval’ (2)
- Uitgangspunt in onze verenigingstheorie
o Straffen moeten proportioneel zijn aan schuld en ernst delict
o Dus geen risicoaansprakelijkheid in het strafrecht
o Schuldbestanddelen en element verwijtbaarheid
- Moreel toeval in het strafrecht
o Door gevolg gekwalificeerde misdrijven
§ Stel dat je iemand mishandelt en je alleen opzet op letsel, maar de dood onverhoopt intreedt, dan wordt de strafmaat toch omhoog geschroefd
o Poging tot misdrijf is minder strafbaar dan een voltooid misdrijf
o Culpa
§ Verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid
§ De meeste culpoze delicten zijn materiële delicten (door onachtzaamheid heb je een bepaald gevolg veroorzaakt)
- Taxibusarrest
o Sterke verkeersdeelnemer (71-jarige taxichauffeur) en zwakke verkeersdeelnemer (vijfjarig kind)
o Verdachte had tot zijn pensioen voor een taxibedrijf gereden
o Stopte netjes voor de haaientanden toen moeder en slachtoffer kwamen aangereden
o Moeder steekt over, komt veilig en wel over -> jongetje volgt haar en valt precies voor de taxibus
o Taxichauffeur zag dat niet door hoogte taxibus, man was zelf van geringe gestalte (had dus beperkt zicht)
o Moeder had dit wel gezien, raakte in paniek en wilde ten koste van alles voorkomen dat die chauffeur zou optrekken
o Chauffeur ziet het gebaar, verbindt er een andere conclusie aan: namelijk dat de kust veilig is -> jongen wordt overreden en was op slag dood
o Hof kwam in hoger beroep tot veroordeling
§ Chauffeur had extra alertheid aan de dag moeten leggen
· Extra kwetsbare verkeersdeelnemer
· Jarenlange ervaring -> garantenstellung
· Handgebaar van de moeder werd als irrelevant ter zake gebracht
· Straf: drie jaar durende rijontzegging en 240 uur werkstraf
o Straftoemeting werd als disproportioneel gezien, kwam bij de HR terecht
o AG geeft verdachte gelijk -> was hier nou echt sprake van een (zeer) aanmerkelijke onvoorzichtigheid? -> AG vindt van niet -> zie zaak Black-out uit eerdere week -> ‘’niet reeds uit de ernst van de ingetreden gevolgen mag je afleiden dat je direct van schuld mag spreken’’ (‘’it’s payback time’’ -> AG vond afgaan op handgebaar niet onbegrijpelijk, te weinig voor handen om van (zeer) aanmerkelijke onachtzaamheid te spreken
o HR liet echter arrest Hof in stand: verdachte had zich moeten verzekeren van het feit dat de kust veilig was
o Annotator in noot merkt op dat het feit dat het slachtoffer een vijfjarige jongen is disproportioneel wordt meegewogen in de straftoemeting
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Aantekeningenbundel bij het tweedejaars vak Materieel Stafrecht aan de UU. Bevat alle 8 colleges!
Gebundelde samenvattingen en tickets voor Strafrecht
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2689 |
Add new contribution