Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Wat houdt stemrecht en seksuele keuze van kinderen in? - Chapter 10

Wat kan ik leren over het stemrecht?

In een democratie is stemrecht volgens velen het belangrijkste kenmerk van burgerschap. Veel politieke wetenschappers en theoretici hebben gewezen op de beperkte bruikbaarheid van het stemmen. Daar waar een meerderheid overheerst, heeft de minderheid namelijk nauwelijks tot geen invloed. Toch blijft het een belangrijk en ook symbolisch belangrijk recht. 

De centrale vraag is of de redenen om volwassenen stemrecht toe te kennen zodanig zijn dat kinderen terecht dit stemrecht ontzegd kan worden. Verdedigers van de huidige situatie (dat kinderen geen stemrecht hebben) wijzen op de competentie die vereist is om te stemmen en die volwassenen wel bezitten, maar kinderen niet. De competentie die hiermee bedoeld wordt is de capaciteit om rationele beslissingen te maken over partijen aan de hand van beschikbare informatie hierover.  Dit is de reden dat mentaal gestoorden vaak niet mogen stemmen.

Het stemrecht wordt soms gevangenen afgenomen omdat zij geen "morele autoriteit" meer hebben en dus niet mogen stemmen, gebaseerd op hun misdaden. Dit is controversieel want daarmee worden hun mensenrechten dus wel geschaad, en er zijn natuurlijk genoeg mensen die ook geen moraliteit hebben buiten de gevangenismuren.

Tegenstanders van de huidige situatie wijzen op het fundamentele principe van democratie, namelijk dat iedereen die belang heeft bij en beïnvloed wordt door de wetten van een land het recht hebben om deel te nemen aan de verkiezingen.

Echter:

  • Behalve kinderen zijn er nog ontzettend veel andere groepen die beïnvloed worden door de wetten, maar die niet het recht hebben om te stemmen. Bijvoorbeeld buitenlanders die slechts tijdelijk in een ander land wonen, foetussen en zelfs dieren.

  • Bij het stemmen wordt aangenomen dat iemand zijn/haar eigen belangen wil en kan beschermen of verbeteren. Daarvoor is nodig dat je weet wat je belangen zijn en welke partij hier het meeste rekening mee houdt. Kinderen moeten hiertoe in staat zijn voordat ze het stemrecht verdienen.

  • Er is een verschil tussen beïnvloed worden door de wet of onderworpen worden aan de wet. Erdoor beïnvloed worden betekent dat je slechter of beter af bent met een bepaalde wet. Eraan onderworpen worden betekent dat je zelf verantwoordelijk gesteld kan worden voor je acties en gestraft kan worden voor misdaden. Kinderen onder de leeftijd van wettelijke aansprakelijkheid worden wel door de wet beïnvloed, maar er niet aan onderworpen.

De vaardigheid die vereist is voor een kiezer is minimale rationaliteit en hiermee het maken van een keuze tussen verschillende alternatieven.

Onderzoek toont aan dat veel jonge mensen geïnteresseerd zijn in de politiek en graag hun mening willen geven over de zaken die hen beïnvloeden. Ook nemen veel jonge mensen die nog geen stemrecht hebben deel aan allerlei politieke activiteiten, zoals demonstraties en campagnes.

Een ideale kiezer bekijkt de relevante kwesties vanuit verschillende perspectieven en kiest wat het beste is voor de gehele gemeenschap, niet alleen voor hem- of haarzelf. Wat hierbij is vereist, is niet alleen minimale rationaliteit, maar ook intelligentie en kennis.

Een goede kiezer moet ook verantwoordelijkheid en een zekere volwassenheid bezitten en laat zich niet beïnvloeden door anderen. Hij/zij moet altijd stemmen op grond van de principes, niet op grond van irrelevante factoren zoals het uiterlijk van een kandidaat.

De volwassenheid, gekenmerkt door bijvoorbeeld de leeftijd van 18 jaar, wordt gezien als drempelwaarde voor bovenstaande vaardigheden. Voorstanders van het stemrecht voor kinderen kunnen echter meteen wijzen op de onverantwoordelijkheid en onvolwassenheid van volwassenen bij het stemmen. Mensen kijken bijvoorbeeld naar het uiterlijk van de kandidaten of naar wie er bovenaan de lijst staat. Dus volwassenen zijn niet per se altijd wél competent.

Volgens Plato en Aristoteles zou het in principe het beste zijn om de macht te geven aan degenen die hier het best voor uitgerust zijn. Maar hoe bepaal je wie het best kan regeren? Bovendien is er het risico op corruptie en machtsmisbruik. Een volwaardige democratie kan gezien worden als de beste optie bij het kiezen van een regering.

Zijn kinderen net zo competent als volwassenen als het gaat om minimum rationaliteit bij het stemmen?

  • In een wetenschappelijke studie naar de mogelijkheden van schoolkinderen om politieke kwesties te begrijpen (Olive Stevens, 1982), wordt gesuggereerd dat tieners in staat zijn om te stemmen.

  • De veronderstelling dat tieners zouden kunnen en moeten stemmen, zou leiden tot veranderingen. Onderwijs over democratie en regering zou een prioriteit worden, misschien zelfs al op basisscholen.

  • Volgens de liberationisten worden kinderen pas bedreven democraten die doordachte keuzes kunnen maken, als ze hiertoe in staat worden geacht vanaf het vroegst haalbare moment.

  • Educatie zou kinderen moeten voorbereiden op het uiteindelijke uitoefenen van de democratische rechten die hen gegeven worden. Aan hen moet geleerd worden wat de belangrijkste politieke concepten (democratie, autoriteit, wetten) inhouden en ze moeten de belangrijkste kenmerken en waarden van de samenleving kennen.

Er zijn andere mogelijkheden voor kinderen om toch inspraak te hebben en er zo ook van te leren:

  • Democratische beslissingen kunnen ook genomen worden op bijvoorbeeld scholen of in gezinnen.

  • Kinderparlementen: deze hebben plaats gevonden in veel landen met steun van de nationale overheid en internationale organisaties zoals UNICEF. Kinderen kunnen in deze parlementen hun visie geven op bepaalde zaken.

Wat kan ik leren over het recht op seksuele keuze?

In het geval van seksuele keuze houdt het zelfbeschikkingsrecht in dat iemand in staat moet zijn zichzelf seksueel te uiten en zelf te kiezen met wie, wanneer en hoe. Dat kinderen op gegeven moment seksuele wezens worden zegt nog niet dat ze dan ook recht van seksuele zelfbeschikking mogen/kunnen hebben. Het ontdekken en voorkomen van seksueel misbruik van kinderen is iets om je dringend zorgen over te maken. Het belangrijkste aspect van het zelfbeschikkingsrecht als het gaat om seksuele keuze is het wel of niet toestaan van seksuele handelingen. Een kind kan dit nog niet, omdat het niet genoeg weet wat het inhoudt. Kennis over seksuele handelingen moet nog aangeleerd worden. Toch zijn kinderen vaak al wel eerder bezig met/aan het nadenken over seks dan hun ouders/verzorgers denken.

Er is veel onenigheid over hoe en wat we kinderen hierover moeten leren. Deze onenigheid kan deels worden toegeschreven aan het bestaan van verschillende religieuze opvattingen.

Mensen zijn bang dat kinderen te vroeg beginnen met seksuele activiteiten als ze op jonge leeftijd al seksuele voorlichting krijgen. Het is echter niet zo dat seksuele voorlichting alleen gegeven moet worden als kinderen daadwerkelijk klaar zijn voor het hebben van geslachtsgemeenschap. Hier zijn drie redenen voor:

  1. Het vermogen om seksuele informatie te begrijpen en te verwerken heeft te maken met de algemene cognitieve ontwikkeling, niet met de mate van seksuele bereidheid.

  2. Kinderen uiten zelf de wens om te worden geïnformeerd. Vanaf jonge leeftijd zijn kinderen al op zoek naar antwoorden op seksuele vragen.

  3. Ouders houden vaak informatie over het onderwerp achter voor kinderen. Kinderen hebben door dat de werkelijkheid verzwegen wordt en denken hierdoor dat geslachtsgemeenschap iets is om je schuldig over te voelen.

Duidelijke seksuele voorlichting kan een rol spelen bij de preventie van seksueel misbruik van kinderen. De voorlichting moet worden gegeven in de context van relaties en fundamentele kernwaarden, niet puur om de biologische feitjes. Seksuele educatie op school zou een goede oplossing zijn.

Mogen kinderen zich bezighouden met seksuele activiteit als ze dit kunnen én weten waar ze mee bezig zijn? Deze vraag is vooral belangrijk in de puberteit, wanneer individuen fysiek in staat zijn tot geslachtelijke voortplanting. Jongens en meisjes komen tegenwoordig eerder in de puberteit dan vroeger. 

Pre-puberale kinderen zijn volgens Freud seksuele wezens. Echter:

  • De seksualiteit van jonge kinderen mag niet worden opgevat in termen die geassocieerd worden met gedrag van volwassenen.

  • Volgens Freud was er ook een ‘latente periode’ die duurde vanaf 5 jaar tot aan de puberteit. In deze periode zou er sprake zijn van verminderde seksuele activiteit en seksuele energie zou worden omgezet in genegenheid.

De huidige visie is dat kinderen, voor een significante periode, non-seksuele wezens zijn.

Om in te stemmen met het hebben van geslachtsgemeenschap moet iemand weten wat het inhoudt en er fysiek toe in staat zijn. Een andere voorwaarde is dat iemand voldoende gevorderd is in de ‘volwassenheid van vermogens’ (J.S. Mill). Dit houdt in: een zekere mate van cognitieve ontwikkeling hebben en weloverwogen beslissingen kunnen maken. Het idee komt overeen met de in een eerder hoofdstuk genoemde "Gillick competentie". 

Naast de genoemde aspecten zijn er ook nog andere overwegingen die gemaakt moeten worden bij het vaststellen van de leeftijd van seksuele meerderjarigheid. Eén ervan is consistentie: de redenen die worden gegeven bij het vaststellen van deze leeftijd, moeten samenhangen met redenen die worden gegeven voor meerderjarigheid op andere gebieden (bijvoorbeeld alcoholgebruik en het recht om te trouwen). Ook moet rekening worden gehouden met het feit dat seksuele activiteit bestaat uit veel verschillende vormen. Controversieel is dat er soms andere wetten zijn voor homoseksuele seks, dit zou eigenlijk niet moeten. 

Een groot probleem zijn seksuele handelingen tussen een volwassene en een kind. Zelfs als het vrijwillig gebeurt wordt dit niet geaccepteerd. Met andere woorden ook al geeft het kind toestemming dan wordt dit niet zo gezien door de wet: de toestemming van een kind wordt niet als zodanig gezien. Het leeftijdsverschil, en daarmee het verschil in ervaring, macht en status, zorgt ervoor dat de volwassene het kind kan misbruiken en van het kind profiteert.

Als het aankomt op seks en de wetten daaromheen, is het toch wel anders als het gaat om een 9-jarige dan om een 15 of 16-jarige. Terwijl beiden in principe als "kind" worden gezien. Daarnaast is het anders als bijvoorbeeld twee 14-jarigen seks hebben, of een 14-jarige en een 34-jarige. Het blijft best ingewikkeld wanneer toestemming nou wel telt en niet. Enerzijds moet autonomie worden erkend en mogen kinderen hun eigen mening hebben, maar sommige groepen moeten toch worden beschermd, vooral wanneer het op zulke serieuze dingen aankomt, dus kinderen ook. Seks tussen volwassene en kind moet echt worden voorkomen en bestraft.

Een huidige visie is dat er een leeftijd wordt vastgesteld waarop seksuele toestemming kan worden gegeven, bijvoorbeeld 14 jaar. Maar met de voorwaarde dat het nog steeds verboden is als iemand die ouder is dan 14 maar jonger dan bijvoorbeeld 18, seks heeft met een (veel) ouder iemand of met iemand waarbij er machtverschil is, bijvoorbeeld een leraar. Dit maakt het oké voor twee 14-jarigen om seks te hebben maar niet tussen een 14-jarige en 25-jarige bijvoorbeeld, of tussen een 14-jarige met een leraar. Dit soort voorwaarden zorgen ervoor dat de leeftijd nu wordt verlaagd, bijvoorbeeld in Nederland is het nu 12. In Nederland kan er wel een vervolging komen als geslachtsgemeenschap tussen kinderen van 12 tot 16 jaar wordt aangeklaagd door één van beide partijen, een ouder of een kinderwelzijnsorganisatie.

Kinderen die jonger zijn dan de grens en toch seks hebben (met leeftijdsgenoten) worden vaak niet gestraft als het met beider toestemming is, want dit is niet de juiste benadering. Ze worden dan eerder doorgestuurd naar een kinderwelzijnsorganisatie. Jongere kinderen moeten ook wel al educatie over seks krijgen, om hen te beschermen als ze toch vroeger seks hebben, tegen de wet/wens van de maatschappij in. 

Stampvragen

  1. Wat is het belangrijkste kenmerk van een democratie?

  2. Waarom mogen kinderen niet stemmen?

  3. Over welke competentie moeten kinderen beschikken om te mogen stemmen?

  4. Wat zijn kenmerken van een goede kiezer?

  5. Vanaf wanneer zijn mensen volgens wetenschappelijk onderzoek in staat tot stemmen?

  6. Wat houdt het zelfbeschikkingsrecht voor seksuele keuze in?

  7. Hoe komt het dat er onenigheid is over wat we kinderen vertellen over seksualiteit

  8. Waarom moet seksuele voorlichting gegeven worden voordat kinderen klaar zijn om geslachtsgemeenschap te hebben?

  9. Wat moeten kinderen kunnen om in te stemmen met geslachtsgemeenschap?

  10. Waarom worden seksuele handelingen tussen kind en volwassene, ook al is het met instemming, als problematisch gezien?

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Statistics
1139