Samenvatting: Physiology of behavior (Carlson) - 11e internationale editie (DSM-IV)
- Hoofdstuk 1: Introductie
- Hoofdstuk 2. Cellen in het zenuwstelsel
- Hoofdstuk 3. De structuur van het Zenuwstelsel
- Hoofdstuk 4. Psychofarmacologie
- Hoofdstuk 5. Onderzoeksmethoden
- Hoofdstuk 6. Zien
- Hoofdstuk 7: Gehoor, evenwicht, tast, smaak en reuk
- Hoofdstuk 8. Control of movement
- Hoofdstuk 9. De Biologische Klok
- Hoofdstuk 10. Voortplantingsgedrag
- Hoofdstuk 11. Emotie
- Hoofdstuk 12. Ingestie
- Hoofdstuk 13. De basis van leren
- Hoofdstuk 14. Communicatie
- Hoofdstuk 15. Neurologische afwijkingen
- Hoofdstuk 16. Schizofrenie en Affectieve Stoornissen
- Hoofdstuk 17. Angst, Autisme, Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder en Stressstoornissen
- Hoofdstuk 18. Drugsmisbruik
Hoofdstuk 1: Introductie
Een vraag die mensen al eeuwen bezig houdt is de Mind-Body Question: Is de geest (Mind) iets tastbaars en grijpbaars, zoals de rest van het lichaam? Of is de geest ontastbaar en onzichtbaar? Er zijn twee manieren waarop mensen deze vraag over het algemeen benaderen:
Dualisme: Het geloof dat het lichaam fysiek is maar de geest (of ziel) niet.
Monisme: Het geloof dat de wereld puur uit materie en energie bestaat en dat de geest een fenomeen is dat veroorzaakt wordt door de werking van het zenuwstelsel.
De Fysiologische benadering
In dit boek wordt naar bewustzijn gerefereerd als het feit dat wij mensen ons bewust zijn van – en anderen kunnen vertellen over- onze gedachten, gevoelens, percepties en herinneringen. Het is bekend dat het bewustzijn veranderd kan worden door veranderingen in de structuur of chemie van het brein, waardoor we aan mogen nemen dat het bewustzijn een fysiologische functie is, net als gedrag. Bewustzijn stelt ons in staat om te communiceren met de wereld, en is mogelijk met deze reden ontstaan in het evolutieproces. Er zijn meerdere fenomenen omtrent het menselijk brein dat kennis heeft verschaft over de werking van het bewustzijn.
Blind zicht
Blind zicht (blindsight) is veroorzaakt door schade aan een specifiek deel van het brein en bewijst dat ons gedrag gestuurd kan worden door sensorische informatie waar we ons totaal niet bewust van zijn. Hierbij kan iemand blind zijn en toch steeds de correcte plek aanwijzen van een bepaald object dat iemand omhoog houdt.. Dit is mogelijk omdat het visuele systeem uit meerdere mechanismen bestaat. Het eerste primitieve systeem (ook aanwezig bij vissen en kikkers) heeft slechts de functie oog- en hoofdbewegingen te controleren, de aandacht te richten op plotselinge bewegingen aan de randen van het gezichtsveld en de handen te richten naar bewegingen. Het tweede systeem is complexer en later ontwikkeld, het “mammaliaanse” systeem (mammal is Engels voor zoogdier). Deze is onder andere verantwoordelijk voor dat we de wereld rondom ons kunnen waarnemen, kunnen spreken en denken in woorden, en voor meer complex gedrag. Bij blindsight is dit mammaliaanse systeem beschadigd maar kan iemand door het primitieve visuele systeem toch hun handbewegingen begeleiden naar een bepaald object, ook al zien ze
- 4256 reads
Add new contribution