Les 1A: Instellingen en institutioneel evenwicht
De behoefte aan Europees bestuur
Arresten Van Gend en Loos en Costa/ENEL, het overdragen van bevoegdheden creëert de behoefte aan een institutioneel stelsel. Bovendien moet de algemene afweging in de Verdragen (vgl. art. 34 en 36 VWEU) nader worden ingevuld. Lidstaten hebben bepaald om bepaalde bevoegdheden over te dragen aan de Europese Unie, soevereiniteit. Wie houdt toezicht? Institutioneel stelsel. De regels invullen via rechters en de Europese Commissie. Controle op nieuwe ‘iets’, via instellingen en organen.
Instellingen en organen: overzicht
Instellingen staan in artikel 13 VEU (details in VWEU).
Europees Parlement
Direct gekozen volksvertegenwoordigers (art. 14 lid 2 VEU).
Stemvereisten:
- De regel is volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen (art. 231 VWEU)
- Echter meerderheid van de stemmen van de leden (294 lid 7 sub b en sub c VWEU)
- Twee derde van de uitgebrachte stemmen (art. 234 VWEU)
In principe volstrekte meerderheid, tenzij belangrijke zaken want dan over het totaal aantal leden die heeft gestemd.
Taken van het Europees Parlement
Wetgeven en begroten samen met de Raad (art. 14 VEU), via het vaststellen secundair Unierecht (294 VWEU), vaststellen van de begroting (314 VWEU) en het sluiten van bepaalde internationale akkoorden (art. 218 lid 2 VWEU). Wanneer het niet om verdragen gaat noemen we dat secundair Unierecht. Het primaire Unierecht is vastgelegd in de verdragen, bepaalde algemene beginselen. Maar alle regels, is secundair unierecht.
Adviseren c.q. aanbevelingen doen dit is het secundair Unierecht bij de bijzondere wetgevingsprocedure geldt.
Controle via recht van enquête (226 VWEU), constitueren en toezicht op de Commissie (art. 17 lid 7 en 8 VWEU), motie van afkeuring Commissie (art. 234 VWEU).
Europese Raad
Bestaat uit staatshoofden en regeringsleiders, vaste voorzitter en voorzitter van de Commissie (art. 15 VEU). Bijgestaan door Ministers van BuZa en een ander lid van de Commissie en Hoge Vertegenwoordiger neemt deel.
De Raad zijn staatshoofden en regeringsleiders en voorzitter van de Commissie. Het is niet een wetgevend orgaan, het is een richtinggevend orgaan. Stockholmprogramma, rol bij herziening verdragen (48 VEU), rol in extern beleid (22, 26 VEU), probleemoplosser as de Raad er niet uitkomt of als het heel bealngrijk is maar geen wetgevende taak. Besluitvorming door middel van consensus, tenzij anders is bepaald (art. 15 lid 4 VEU).
De Raad
Bestaat uit vertegenwoordigers op ministerieel niveau van elke lidstaat (art. 16 lid 2 VEU). Het orgaan die met Commissie tot echte wetgeving komt. Diverse samenstellingen/raden met roulerend voorzitterschap. De stemvereisten staan in artikel 16 lid 3 VEU: gekwalificeerde meerderheid, tenzij iets anders is bepaald (eenparigheid of volstrekte meerderheid).
Commissie komt met een voorstel en de ministers in de Raad beslissen of het een goed idee is. Standaard via artikel 16 lid 3 VEU, gekwalificeerde meerderheid. 55% stemt voor, voorstel gesteund door dat de stemmende lidstaten die ten minste 65% van de totale EU-bevolking vertegenwoordigen.
Taken van de Raad
Wetgeven en begroten (samen met EP) art. 16 VEU. via het vaststellen secundair Unierecht (294 VWEU), vaststellen van de begroting (314 VWEU), het sluiten van bepaalde internationale akkoorden (art. 218 lid 2 VWEU), uitvoeren extern beleid (art. 16 lid 6 VEU) en het delegeren aan de Commissie (art. 290 VWEU).
Commissie
Dagelijks bestuur van de EU en de naleving hiervan, zij vertegenwoordigen het belang van ons allen. Als lidstaten over de streep gaan of bedrijven, dan is het de Europese Commissie die actie onderneemt. Het bestaat uit 28 leden (art. 17 lid 4 VEU) en treedt op in het algemeen belang van de Unie. De leden zijn volledig onafhankelijk (art. 17 lid 3 VEU), met uitzondering van hoge vertegenwoordiger (art. 18 lid 2 VEU). De benoeming verloopt via artikel 7 lid 7 VEU. Europese commissarissen zijn in principe onafhankelijk van hun lidstaat.
Commissie en EP
Commissie zit voor vijf jaar, dit valt samen met de termijn voor het EP. De EP kan de Commissie alleen als college naar huis sturen, dus alleen als hele club (art. 17 lid 8 jo 234 VWEU). Maar zeker bij vaststelling Commissie is paardenhandel op individueel niveau mogelijk, uitruilen van mensen/onderhandelen.
Taken van de commissies
Exclusief recht van initiatief (art. 17 lid 2 VEU), toezicht op naleving Unierecht (art. 258 VWEU), uitoefening gedelegeerde taken (art. 290 VWEU), externe vertegenwoordiging (art. 218 lid 3 VWEU) en uitvoering begroting (art. 317 VWEU).
Commissarissen hebben een ministerie onder zich hangen, die ambtenaren regelen alles op klein niveau. De commissie ziet toe op de naleving van de regels en op naleving van het verdrag zelf. Zij mag regels voor richtlijnen stellen, als een soort “überbestuursorgaan”. En is de uitvoering van de begroting.
Hof van Justitie van de Europese Unie
Als alles fout gaat, regels niet snappen of lidstaten houden zich niet aan de regelgeving. Dan kunnen we naar het Hof. Het hof bestaat uit (art. 19 EU): het gerecht (gespecialiseerde rechtbanken) en het Hof van Justitie. De rechtsmacht met betrekking al het Unierecht, maar zie artikel 275 en 276 VWEU. De taak is de verzekering van de eerbiediging van het recht (art. 19 EU) door middel van het horen van beroepen wegens: verdragsschending, nietigheid, nalaten en aansprakelijkheid EN het beantwoorden van prejudiciële vragen (art. 267 VWEU).
Zij leggen de regels uit aan ons, het Hof is de ultieme rechter van de Europese Unie voor uitlegging van Europees recht. Tevens via beantwoording prejudiciële vragen (267 VWEU), wanneer wij in NL probleem hebben en we denken dat we te maken hebben met Europees recht. Dan vraag aan het Hof stellen.
En zij mogen ook handelingen van andere instellingen toetsen en buiten werking stellen. Andere belangrijk taak: altijd en uniform overal geldt in de Europese Unie van het Europese recht, verdragsschendingsprocedures + handeling tot nietigheid (263 VWEU) + ingrijpen op nalaten (265 VWEU) + aansprakelijkheid (268 VWEU).
Institutioneel evenwicht
Meer Europese en nationale instellingen. Institutioneel evenwicht om belangen van burgers, lidstaten en Europese Unie met elkaar in balans brengen en houden. Nationaal is dit via de Europese Raad en Raad (vertegenwoordigers van de lidstaten). Europese Unie is dit via de Commissie (algemeen belang van de Gemeenschap). Het Europees Parlement heeft de middenpositie (stemt volgens fracties, verhouding tot lidstaten als nationale parlementen tot nationale regeringen).
De Commissie heeft een exclusief recht van initiatief (293 VWEU), het besluit moet altijd van de Raad zijn en het Europees moet altijd betrokken zijn.
Boven de democratische legitimatie, is het Hof degene die alles toetst. Hof moet doelen van Europese Unie verwezenlijken. De procedure volgt uit de rechtsgrondslag en bepaalt de betrokkenheid van de instellingen, het kan hier gaan om gewone of bijzondere wetgevingsprocedure. Altijd kijken waar de rechtsgrondslag ligt!
Zie bijvoorbeeld artikel 192 VWEU, er zit een verschil in rechtsgrondslag tussen het eerste en het tweede lid of via artikel 114 VWEU of 83 VWEU. Commissie besluit welke grondslag zij kiezen via het recht van initiatief.
Overzicht kennis
Wat zijn de verschillende instellingen?
Weet globaal wat hun bevoegdheden zijn
Waarom is de bevoegdheidsverdeling belangrijk?
Weet dat de EU een eigen rechtsorde is, waar vergelijkingen met internationaal recht vaak mank gaan.
Europees Recht 2017-2018 bundel
- Europees recht Hoorcollege 1A
- Europees recht: werkgroep 1 (Vragen)
- Europees recht: Werkgroep 1 (antwoorden)
- HC Europees recht week 2 (a en b)
- Europees recht: werkgroep 2 (Vragen)
- Europees recht werkgroep 2 (antwoorden)
- Hoorcollege Europees week 3 (a en b)
- Europees recht: werkgroep 3 (Vragen)
- Europees recht werkgroep 3 (antwoorden)
- Hoorcollege week 4
- Europees recht werkgroep 4 (vragen)
- Europees recht werkgroep 4 (antwoorden)
- Europees recht HC 5 (5a+5b)
- Europees recht werkgroep 5 (vragen)
- Europees recht werkgroep 5 (antwoorden)
- Europees recht HC6A en 6B
- Europees week 7a en 7b
Hoorcollege 1A 2018-2019 Anneke Houde contributed on 14-11-2018 11:00
Het onderwerp van HC 1A is dit jaar introductie interne markt en bevoegdheidsverdeling. De bevoegdheidsverdeling werd verder niet besproken. Het onderwerp van HC 1B is het vrij verkeer van goederen.
Add new contribution