Staatsrecht 2 - RUG - B2 - Oefententamen 2019
Vragen
Vraag 1a
Artikel 2:57 APV Groningen luidt: “Het is verboden (stads)duiven of andere overlastveroorzakende vogels te voeren of
........Read moreOefenmaterialen te gebruiken bij het vak Staatsrecht 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Artikel 2:57 APV Groningen luidt: “Het is verboden (stads)duiven of andere overlastveroorzakende vogels te voeren of
........Read moreIn paragraaf van het artikel Rechtstreekse werking van internationale verdragen: een Hollands probleem met een Amerikaanse of Franse oplossing? wordt op........Read more
Noem twee redenen waarom volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) politieke partijen van eminent belang zijn........Read more
In art. 81 Grondwet is vastgelegd hoe in Nederland de wetgevende macht is samengesteld. Vanuit rechtsstatelijk perspectief wordt op de bepaling........Read more
Stel, de Tweede Kamer besluit tot het houden van een parlementaire enquête naar de kwaliteit van het wetenschappelijk onderwijs, omdat recent........Read more
Locke heeft een andere denker eens bekritiseerd met de stelling dat ‘niemand geacht kan worden zo dwaas te zijn in te........Read more
Beschrijf welke rol individuele burgers volgens Rousseau hebben bij de vaststelling van wetten in een staat die op het sociale contract........Read more
Sinds wanneer bestaat de Bondsrepubliek Duitsland uit 16 Bondslanden en wat is de achtergrond van het ontstaan van deze federatie van........Read more
Nederland viert in de periode 2013-2015 het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk. De Belgen vieren dat feest niet mee, hoewel ook........Read more
Deze bundel bevat materialen te gebruiken bij het vak Staatsrecht 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het college gaat voornamelijk over drie begrippen; democratie, rechtsstaat en mensenrechten. Aan het einde zal duidelijk worden wat deze met elkaar te maken hebben en hoe deze met elkaar in verband staan.
We beginnen als inleiding met het begrip staat. Bij staatsrecht I is hier al eens op ingegaan, maar bij staatsrecht II kijken we op een andere manier naar de staat. De kernvraag die we gaan behandelen is: waarom zouden je accepteren dat een overheid al het gezag heeft? Om deze vraag te beantwoorden, kijken we naar drie auteurs die daar iets over hebben gezegd.
De eerste auteur is Jean Bodin. Hij schreef eind 16e eeuw een boek. De zestiende eeuw was een tijd van godsdiensttwisten. De vraag die in die tijd op kwam zetten was aan wie gezag ontleend moest worden, aan de vorst of aan de kerk. Bodin vond dat je gehoorzaam moest zijn aan een vorst. Ongeacht of deze hetzelfde geloof uitoefende.
Bodin: het algemeen belang vergt dat je gehoorzaam bent aan een vorst, geloof speelt hierbij geen rol.
De tweede auteur waar we naar kijken is Thomas Hobbes. Hobbes schreef halverwege de zeventiende eeuw een boek over zijn visie. De zeventiende eeuw was een tijd van burgeroorlogen, opstanden en machtsgrepen. Hobbes dacht na over de vraag waarom je gehoorzaam moest zijn aan een staat. Bij dit denken beredeneert hij voor het eerst van onder naar boven. Hij kwam met de theorie dat het gezag van een overheid iets is dat voortkomt uit een bevolking, hij dacht dus vanuit het individu. Hij deed een experiment en kwam tot de slotsom dat overheidsgezag voortvloeit uit een convenant, nu spreken we van een sociaal contract.
Hobbes: het overheidsgezag vloeit voort uit een bevolking. Het gezag van de overheid wordt getolereerd omdat zij jou beschermen, het is een soort ruil. Een wederkerige relatie.
De derde auteur is Jean Jacques Rousseau. In de achttiende eeuw gaf hij zijn visie over waarom burgers gezag van de overheid zouden moeten aannemen. Rousseau ging in zijn theorie uit van het vrije individu. Hij vond dat een mens vrij was geboren en daarom aan niemand gehoorzaam zou moeten zijn. Maar dit is lastig vol te houden, omdat er altijd een vorm van gezag moet zijn. Rousseau gaf dit toe, maar zocht naar een manier waarop dit het vrije individu aan de ene kant kon rijmen met het overheidsgezag aan de andere kant. Hij kwam tot het idee dat burgers een sociaal contract aangingen, ze deden dit omdat dit de enige manier is waarop zij hun vrijheid konden behouden. Burgers gehoorzaamden enkel aan wetten waarmee ze zelf.....read more
Deze aantekeningen zijn gebaseerd op het vak Staatsrecht II in 2015-2016.
Van staatsrecht 1 kennen we het begrip staat. Dit is het staatsbegrip zoals wij dit in het internationale recht gebruiken. Dit begrip is eigenlijk uitgebreider. Er zijn verschillende manieren om het verschijnsel staat te bestuderen en te benaderen. De verschillende benaderingswijzen van de staat zijn:
Wanneer men de staat sociologisch-politicologisch bekijkt, kijkt men naar de feitelijke machtsverhouding. De socioloog kijken hoe het er in de werkelijkheid aan toe gaat. Er wordt gekeken wie er nu werkelijk beslist.
De filosofische benadering kijkt naar het waarom. Bijvoorbeeld waarom er überhaupt een staat is en waar deze voor dient. Er wordt gekeken of het rechtvaardig is.
Bij de juridische benadering vraagt men zich af hoe het zit met de bevoegdheden.
Men kan de staat ook nog op een andere manier bestuderen. Je kan kijken naar wat een staat nu eigenlijk doet. Hier gaat het om de verschillende taken van de staat. Ook hier wordt onderscheid gemaakt:
De staat is een ambtenorganisatie. Hierbij gaat het er namelijk om dat de staat bepaalde voorzieningen biedt. Een voorbeeld is politie, waardoor men veilig over straat kan. Dit wordt ook wel uitgedrukt met: ‘de staat dat zijn de dijken’.
De staat is een rechtsorganisatie. De staat heeft de mogelijkheid om wetten uit te voeren en recht te spreken. De overheid zorgt er voor, met het geweldsmonopolie achter de hand, dat er algemene regels zijn.
De staat als vredesorganisatie. Het is een taak voor de staat om er voor te zorgen dat groepen, die het over een onderwerp niet met elkaar eens zijn, vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan. Er wordt voor gezorgd dat er vrede is en geen burgeroorlog.
Er zijn twee hoofdstromingen binnen het staatsrecht. De eerste stroom houdt zich bezig met de organisatie. Hiermee bedoelen we de drie staatsmachten en -functies. Omdat we een machtenscheiding hebben, betekent het ook dat de rechter (een van de drie machten) zich niet snel zal bemoeien met de staatsorganisatie van de andere twee machten. Dit houdt in dat het ook niet de rechter is die uitleg geeft over bepaalde rechtsposities. Dit doen de organen zelf. Je laat politieke organen hun eigen regels maken. Dan gaat het politieke element dus een grotere rol spelen. Het staatsrecht gaat ook over de fundamentele rechten van burgers. Dit is de tweede hoofdstroming binnen het staatsrecht. Grondrechten zijn er als bescherming tegen overheidsoptreden en willekeur. In dat geval biedt de rechter dus wel bescherming tegen de andere staatsmachten. De rechter.....read more
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
In dit hoorcollege wordt de focus gelegd op 3 duo’s: staat en rechtsstaat, rechtsstaat en democratie, en democratie en mensenrechten.
Staat en Rechtsstaat: De staat als ambtenarenorganisatie. Rechtsorganisatie en vredesorganisatie wordt niet expliciet genoemd in het college.
Aanvulling: Vroeger hadden koningen en staatshoofden door de persoonlijke titels aansprak op gezag. De afgelopen ±300 jaar, met als kantelpunt de Franse Revolutie, is ook de staat zelf en het staatshoofd gebonden aan de regels van de staat. Constitutieve constituties creëren organen en zijn te zien als de bouwtekening. Als invulling zijn er de programmatische constituties, deze geven richting/kleur aan iets.
Rechtsstaat en Democratie
Aanvulling: Er zijn verschillende manieren en invalshoeken om de staat te zien/beschrijven: Voorbeeld: 4 blinden worden gevraagd om een olifant te beschrijven, terwijl ze allen bij een ander deel van het dier zijn neergezet. De slurf, een poot, een oor en de buik. Hierdoor scheppen alle blinden een andere visie van de olifant, allen niet onjuist, maar niet volledig.
Democratie
Aanvulling: 2 axioma’s (beweringen die niet bewezen zijn, maar zodanig vanzelfsprekend zijn dat ze algemeen worden aanvaard) over mensenrechten, waarbij het gaat om minderheden:
Inherent aan je mensheid (gelijkheid)
Aanspraak op je rechten (staatstaak)
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Donorregistratie. Deze wet is inmiddels goedgekeurd. Dit is een dilemma van de rechtsstaat; over privacy - algemeen belang.
Eilandbestuur St Eustatiu. Het kabinet heeft de eilandraad (vergelijkbaar met gemeenteraad) overgenomen.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
Het is erg belangrijk om de formele en materiele constituties te kennen, net als de spanning die hierop staat.
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
Wijziging:
De beperking van het kiesrecht door het EVRM wordt dit jaar slechts
Deze bundel bevat werkgroepopdrachten uit 2018/2019 bij het vak Staatsrecht 2, Rijksuniversiteit Groningen, B2.
Deze bundel bevat werkgroepopdrachten uit 2017/2018 bij het vak Staatsrecht 2, Rijksuniversiteit Groningen, B2.
Oefenmaterialen te gebruiken bij het vak Staatsrecht 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Rechten - RUG - B2 op JoHo.org
Add new contribution