Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

 

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 3 aan de Universiteit Leiden

  • Collegeaantekeningen diverse studiejaren
  • Werkgroepaantekeningen diverse studiejaren

Daarnaast zijn er diverse samenvattingen te vinden op WorldSupporter van voorgaande studiejaren

Bundle items:
Vaders: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Violence and the brain: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Forensische aspecten van kindermishandeling: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Methoden van klinische diagnostiek: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Interventies binnen de orthopedagogiek: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL
Image
Crossroads: activities
Crossroad: goals
Follow the author: Social Science Supporter
This content is used in bundle:

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B2 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B2 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Image

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 2 aan de Universiteit Leiden

 

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Image

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 3 aan de Universiteit Leiden

  • Collegeaantekeningen diverse studiejaren
  • Werkgroepaantekeningen diverse studiejaren

Daarnaast zijn er diverse samenvattingen te vinden op WorldSupporter van voorgaande studiejaren

Observaties van interacties binnen gezinnen: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Bundel Samenvattingen en Studiehulp bij het vak Observatie van interacties binnen gezinnen - Pedagogische Wetenschappen Jaar 3 - Universiteit Leiden

Bundel Samenvattingen en Studiehulp bij het vak Observatie van interacties binnen gezinnen - Pedagogische Wetenschappen Jaar 3 - Universiteit Leiden

Image

Deze bundel bestaat uit samenvattingen en studiehulp bij het derdejaars vak Observatie van interacties binnen gezinnen van de studie Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Leiden.

Inhoud

Algemeen

  • Tips bij het lezen en samenvatten van wetenschappelijke artikelen
  • TentamenTips bij het vak Observaties van interacties binnen gezinnen - Pedagogische Wetenschappen Jaar 3 - Universiteit Leiden

Week 1: Introductie

  • Artikelsamenvatting van Gardner (2000). Methodological Issues in the Direct Observation of Parent-Child Interaction: Do Observational Findings Reflect the Natural Behavior of Participants?
  • Artikelsamenvatting en discussiepunten van Branger et al. (2019). Context
.......read more
Article Summaries with the course Observatie van interacties binnen gezinnen (Observation of interactions within families) - Pedagogy Year 3 - University Leiden

Article Summaries with the course Observatie van interacties binnen gezinnen (Observation of interactions within families) - Pedagogy Year 3 - University Leiden

This bundle contains the English summaries of the prescribed articles with the course Observatie van interacties binnen gezinnen (Observation of interactions within families) given in Year 3 of Pedagogy at University Leiden.

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Image

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 3 aan de Universiteit Leiden

  • Collegeaantekeningen diverse studiejaren
  • Werkgroepaantekeningen diverse studiejaren

Daarnaast zijn er diverse samenvattingen te vinden op WorldSupporter van voorgaande studiejaren

Het lerende brein: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Samenvatting: The students guide to cognitive neuroscience van Ward (2e druk, 2010)

Samenvatting: The students guide to cognitive neuroscience van Ward (2e druk, 2010)


2. Introductie van het brein

Communicatie tussen neuronen

Alle neuronen hebben ongeveer dezelfde structuren. Ze bestaan uit een cellichaam, meerdere dendrieten en een axon. Het cellichaam bevat de celkern (met genetisch materiaal) en andere organellen. Dendrieten ontvangen signalen van andere neuronen en axonen sturen signalen door naar andere neuronen. Elk neuron heeft meerdere dendrieten (hoeveelheid hangt af van plaats in de hersenen) en 1 axon (het axon kan wel vertakken en deze taken van het axon heten collaterals).

De chemische signalen tussen neuronen worden doorgegeven via synapsen. Presynaptisch: vóór de synaps, postsynaptisch: ná de synaps. Als het presynaptisch neuron actief is, gaat er een actiepotentiaal (elektrisch signaal) door het axon.

Bij de synaps worden neurotransmitters vrijgelaten in de synapsspeet. Neurotransmitters hechten zich aan receptoren op het postsynaptisch neuron en veroorzaken een synaptische potentiaal. Alleen wanneer de signalen sterk genoeg zijn vindt er een actiepotentiaal plaats.

Actiepotentiaal

Elk neuron heeft een celmembraan. In dit membraan bevinden zich eiwit moleculen die de instroom en uitstroom van stoffen reguleren. Normaal gesproken is de binnenkant van het membraan negatief ten op zicht van de buitenkant (-70mV). Tijdens een actiepotentiaal in een axon gebeurt het volgende:

  1. Natriumionen stromen de cel in en de binnenkant wordt positief (depolarisatie)

  2. De natriumkanalen gaat dicht waardoor natrium de cel niet meer binnen kan komen. Kalium ionen stromen de cel uit

  3. Op dit moment is er sprake van hyperpolarisatie (hyperpolaristie is wanneer de binnenkant van de cel tijdelijk nog negatiever is dan normaal). Dit voorkomt dat het actiepotentiaal per ongeluk weer terug gaat.

  4. Herstel

Axonen zijn omgeven met myeline: vettige stof die het axon beschermt en zorgt voor snelle signaaloverdracht.

Inhiberende neurotransmitters: zorgen voor geen actiepotentiaal

Exciterende neurotransmitters: zorgen voor wel een actiepotentiaal

 

Structuur van de hersenen

Grijze stof: cellichamen van neuronen

Witte stof: axonen en gliacellen

Cerebrale cortex: buitenste laag grijze stof, hoogontwikkeld. Daaronder ligt witte stof. Onder de witte stof ligt weer grijze stof, in het midden van het brein: basale ganglia, limbisch systeem en diacephalon.

Corpus calossum: hersenbalk, verbindt de twee hemisferen met elkaar.

Ventrikels: holtes in het brein met hersenvloeistof.

Terminologie locatie hersenen

Anterior: voor Posterior: achter

Superior/ dorsal: boven Inferior/ventral: onder

Lateral: buiten (buitenste lagen van hersenen of buitenste lagen van een structuur) Medial: binnenste lagen van hersenen of binnenste lagen van een structuur.

Zie afbeelding op blz. 24! Hierop staat een overzichtelijk schema met de opbouw van alle hersenstructuren.

Cerebrale cortex

De cerebrale cortex is niet glad. Het.....read more

Access: 
Public
Samenvatting Artikelen het lerende Brein

Samenvatting Artikelen het lerende Brein

Artikelen rond het thema 'Het lerende Brein' - geschreven in 2015/2016 voor het gelijknamige vak aan de Universiteit Leiden


Neurowetenschap en educatie

Carew, T. J., & Magsamen, S. H. (2010). Neuroscience and education: An ideal partnership for producing evidence-based solutions to guide 21st century learning. Neuron, 67, 685-688.

Neuro-onderwijs probeert als opkomende discipline verschillende domeinen bij elkaar te brengen: neurowetenschappen, psychologie, cognitieve wetenschappen en educatie. Hierdoor kunnen wij een beter begrip krijgen over hoe we leren en hoe deze informatie gebruikt kan worden voor het creëren van meer effectieve lesmethoden, studieprogramma’s en onderwijsbeleid.

Leren en lesgeven zijn verweven met verschillende hersenfuncties. Toch bestond er jarenlang geen samenwerking tussen onderzoekers in het onderwijs en onderzoekers in de neurowetenschappen. Nu komt hier steeds meer verandering in en ontstaat er meer informatie voor deze praktijken (leren en lesgeven) vanuit de neurowetenschappen.

Internationaal belang

Uit testresultaten blijkt dat Amerikaanse kinderen niet uitblinken. Ze leren niet innovatief en creatief te denken en onze maatschappij produceert geen ingenieurs, wiskundigen, natuurkundigen en wetenschappers meer. We geloven dat neuro-onderwijs hier een oplossende rol in kan spelen. Ook in verschillende landen worden er initiatieven gedaan om onderwijs te combineren met neurowetenschappen om dit probleem op te lossen.

Hoe kan neurowetenschap helpen?

Met neurowetenschappen komt er elke dag nieuwe kennis bij door middel van onderzoek.

Waarom is het belangrijk?

Door middel van onderzoek en geavanceerde technieken kan ‘evidence-based’ kennis vergaard worden. Deze kennis kan toegepast worden in de praktijk; zo kunnen ouders en leraren geholpen worden bij de moeilijkheden en problemen die ze tegenkomen.

Gaining traction

Onderwijzers moeten onderzoeksresultaten toepassen in de klaslokalen, evalueren en terugkoppelen naar de wetenschapper. Dit wordt translational research genoemd.

De vroege jaren van educatieve hersenwetenschap

McCandliss, B. D. (2010). Educational Neuroscience: The early years. PNAS, 107(18), 8049–8050.

Het begin van de educatieve neurowetenschappen vindt zich in studies naar de rol van educatieve ervaringen in de vorming van specifieke hersencircuits die bepalend zijn voor complexe cognitieve processen (zoals lezen of rekenen). Dit interdisciplinaire veld slaat een brug tussen de neurowetenschap en het onderwijs.

Een veld waarbij deze interdisciplinaire benadering van waarde kan zijn, is bij leesontwikkeling. Veranderingen in het functionele circuit binnen en tussen systemen van zicht en taal zijn gekoppeld aan vorderingen van cognitieve ontwikkeling voor leesvaardigheid. Een herhaald fMRI-onderzoek laat zien dat kinderen, die gedurende 8 weken 3,6 uur extra speelden met een

.....read more
Access: 
Public
Hoorcollegeaantekeningen Het Lerende Brein - Leiden

Hoorcollegeaantekeningen Het Lerende Brein - Leiden

Aantekeningen geschreven in collegejaar 2015-2016 bij het vak Het Lerende Brein (Pedagogiek, bachelor 3, Universiteit Leiden)


College 1

Belangrijk voor het tentamen: van de artikelen zijn de methoden en resultaten het belangrijkst. Daarnaast zal het grootste gedeelte in het tentamen meerkeuzevragen zijn maar ook zullen er een aantal open vragen in voor komen.

Toename in kennis over het brein door de jaren heen

In het afgelopen decennium is er steeds meer kennis verworven over cognitieve processen. Daarnaast is er beter inzicht in de ontwikkeling van de hersenen dankzij fMRI en steeds meer inzicht in het functioneren van het brein. Belangrijk is dat al deze nieuwe informatie gebruikt wordt in de praktijk, met name in het onderwijs. Betere onderwijsprogramma’s kunnen dan opgesteld worden om onder andere leerlingen met leerproblemen efficiënter te kunnen helpen.

Misverstanden

Er zijn helaas gevallen waarin resultaten, uit onderzoek over het brein, verkeerd geïnterpreteerd worden, door bijvoorbeeld de media. Soms is dan niet duidelijk welke informatie over het brein werkelijk waar is en welke informatie een verkeerde interpretatie is. Zo kunnen er misverstanden ontstaan (die door kunnen lopen in de onderwijsmethoden). Een voorbeeld is dat de linkerhersenhelft en rechterhersenhelft met betrekking tot het functioneren (grotendeels) gescheiden werken (bijvoorbeeld dat de rechterhersenhelft verantwoordelijk is voor creativiteit). Dit is echter niet zo. De verschillen zijn wel aanwezig, maar deze verschillen zijn niet heel groot. Zeven mogelijke misverstanden zijn besproken in het college:

  1. Van jouw brein gebruik je alleen 10%: dit is een misverstand. Het hele brein wordt gebruikt. Sommige gebieden op bepaalde momenten meer dan andere. Daarom is het ook gevaarlijk als je zuurstoftekort hebt, omdat al jouw hersengebieden zuurstof nodig hebben om te kunnen functioneren en niet maar 10% van jouw brein. Op sheet achttien zijn de plaatjes linksboven en linksonder van een (levende) man die een waterhoofd had toen hij nog jong was. Hij heeft hele grote ventrikels, vergeleken met de plaatjes rechts van een normaal brein. Dit is echter geen bewijs dat je maar een klein deel van de functies van de hersenen kunt gebruiken om goed te functioneren. Een mogelijke verklaring kan zijn dat de overige hersengebieden de functies van de andere hersengebieden langzamerhand hebben overgenomen die naar de zijkant gedrukt zijn. Resting state activation: als je niet actief bezig bent, dan is jouw brein nog steeds actief.  

  2. Je wordt slimmer als je luistert naar klassieke muziek: in een studie is dit onderzocht, maar het bewijs was te zwak. Een instrument leren bespelen heeft wel lange termijn effecten op cognitieve vaardigheden, zoals verbeterde concentratie, zelfvertrouwen en coördinatie.

  3. Als een deel van de hersenen beschadigd raakt, is dit altijd definitief: dit is een misverstand, omdat soms

.....read more
Access: 
Public
Hoorcollegeaantekeningen Het Lerende Brein - Leiden

Hoorcollegeaantekeningen Het Lerende Brein - Leiden

Aantekeningen geschreven in collegejaar 2015-2016 bij het vak Het Lerende Brein (Pedagogiek, bachelor 3, Universiteit Leiden)


College 1

Belangrijk voor het tentamen: van de artikelen zijn de methoden en resultaten het belangrijkst. Daarnaast zal het grootste gedeelte in het tentamen meerkeuzevragen zijn maar ook zullen er een aantal open vragen in voor komen.

Toename in kennis over het brein door de jaren heen

In het afgelopen decennium is er steeds meer kennis verworven over cognitieve processen. Daarnaast is er beter inzicht in de ontwikkeling van de hersenen dankzij fMRI en steeds meer inzicht in het functioneren van het brein. Belangrijk is dat al deze nieuwe informatie gebruikt wordt in de praktijk, met name in het onderwijs. Betere onderwijsprogramma’s kunnen dan opgesteld worden om onder andere leerlingen met leerproblemen efficiënter te kunnen helpen.

Misverstanden

Er zijn helaas gevallen waarin resultaten, uit onderzoek over het brein, verkeerd geïnterpreteerd worden, door bijvoorbeeld de media. Soms is dan niet duidelijk welke informatie over het brein werkelijk waar is en welke informatie een verkeerde interpretatie is. Zo kunnen er misverstanden ontstaan (die door kunnen lopen in de onderwijsmethoden). Een voorbeeld is dat de linkerhersenhelft en rechterhersenhelft met betrekking tot het functioneren (grotendeels) gescheiden werken (bijvoorbeeld dat de rechterhersenhelft verantwoordelijk is voor creativiteit). Dit is echter niet zo. De verschillen zijn wel aanwezig, maar deze verschillen zijn niet heel groot. Zeven mogelijke misverstanden zijn besproken in het college:

  1. Van jouw brein gebruik je alleen 10%: dit is een misverstand. Het hele brein wordt gebruikt. Sommige gebieden op bepaalde momenten meer dan andere. Daarom is het ook gevaarlijk als je zuurstoftekort hebt, omdat al jouw hersengebieden zuurstof nodig hebben om te kunnen functioneren en niet maar 10% van jouw brein. Op sheet achttien zijn de plaatjes linksboven en linksonder van een (levende) man die een waterhoofd had toen hij nog jong was. Hij heeft hele grote ventrikels, vergeleken met de plaatjes rechts van een normaal brein. Dit is echter geen bewijs dat je maar een klein deel van de functies van de hersenen kunt gebruiken om goed te functioneren. Een mogelijke verklaring kan zijn dat de overige hersengebieden de functies van de andere hersengebieden langzamerhand hebben overgenomen die naar de zijkant gedrukt zijn. Resting state activation: als je niet actief bezig bent, dan is jouw brein nog steeds actief.  

  2. Je wordt slimmer als je luistert naar klassieke muziek: in een studie is dit onderzocht, maar het bewijs was te zwak. Een instrument leren bespelen heeft wel lange termijn effecten op cognitieve vaardigheden, zoals verbeterde concentratie, zelfvertrouwen en coördinatie.

  3. Als een deel van de hersenen beschadigd raakt, is dit altijd definitief: dit is een misverstand, omdat soms

.....read more
Access: 
Public
Study Notes bij Het lerende brein 1 - Pedagogiek B3 - UL (2013/2014)

Study Notes bij Het lerende brein 1 - Pedagogiek B3 - UL (2013/2014)

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


College 1

Belangrijk voor het tentamen: van de artikelen zijn de methoden en resultaten het belangrijkst. Daarnaast zal het grootste gedeelte in het tentamen meerkeuzevragen zijn.

Toename in kennis over het brein door de jaren heen

In het afgelopen decennium is er steeds meer kennis verworven over cognitieve processen. Daarnaast is er beter inzicht in de ontwikkeling van de hersenen dankzij fMRI en meer inzicht in het functioneren van het brein. Belangrijk is dat al deze nieuwe informatie gebruikt wordt in de praktijk, met name in het onderwijs. Betere onderwijsprogramma’s kunnen dan opgesteld worden om onder andere leerlingen met leerproblemen efficiënter te kunnen helpen. 

Misverstanden

Er zijn helaas gevallen waarin resultaten, uit onderzoek over het brein, verkeerd geïnterpreteerd worden, door bijvoorbeeld de media. Soms is dan niet duidelijk welke informatie over het brein werkelijk waar is en welke informatie een verkeerde interpretatie is. Zo kunnen er misverstanden ontstaan (die door kunnen lopen in de onderwijsmethoden). Een voorbeeld is dat de linkerhersenhelft en rechterhersenhelft met betrekking tot het functioneren (grotendeels) gescheiden werken (bijvoorbeeld dat de rechterhersenhelft verantwoordelijk is voor creativiteit). Dit is echter niet zo. De verschillen zijn wel aanwezig, maar deze verschillen zijn niet heel groot. Zeven mogelijke misverstanden zijn besproken in het college:

  1. Van jouw brein gebruik je alleen 10%: dit is een misverstand. Het hele brein wordt gebruikt. Sommige gebieden meer dan andere gebieden op bepaalde momenten. Daarom is het ook gevaarlijk als je zuurstoftekort hebt, omdat al jouw hersengebieden zuurstof nodig hebben (om te kunnen functioneren) en niet maar 10% van jouw brein. Op sheet achttien zijn de plaatjes linksboven en linksonder van een (levende) man die een waterhoofd had gekregen toen hij nog jong was. Dit is echter geen bewijs dat je maar een klein deel van de functies van de hersenen kunt gebruiken om goed te functioneren. Een mogelijke verklaring kan zijn dat de overige hersengebieden de functies van de andere hersengebieden langzamerhand hebben overgenomen die naar de zijkant gedrukt zijn.

Resting state activation: als je niet actief bezig bent, dan is jouw brein nog steeds actief.  

  1. Je wordt slimmer als je luistert naar klassieke muziek: in een studie is dit onderzocht, maar het bewijs was te zwak.
  2. Vaccinaties zijn de oorzaak van autisme: dit is een misverstand. De oorzaak van autisme is namelijk genetisch bepaald.
  3. Als een deel van de hersenen beschadigd raakt, is dit altijd definitief: dit is een misverstand, omdat soms ook herstel plaatsvindt (dit ligt wel aan de ernst en de plaats van de beschadiging). Bij een milde schade bijvoorbeeld, zoals een hersenschudding, is er meestal sprake van tijdelijke klachten. In het
  4. .....read more
Access: 
Public
Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Image

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 3 aan de Universiteit Leiden

  • Collegeaantekeningen diverse studiejaren
  • Werkgroepaantekeningen diverse studiejaren

Daarnaast zijn er diverse samenvattingen te vinden op WorldSupporter van voorgaande studiejaren

Kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop: een introductie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Samenvattingen per artikel bij Kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop: een introductie UL 22/23

Samenvattingen per artikel bij Kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop: een introductie UL 22/23

Samenvattingen per artikel bij Kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop: een introductie

Samenvattingen per artikel bij Kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop: een introductie

  • Voor samenvattingen bij 20 voorgeschreven artikelen van 2022/2023, zie de supporting content van deze pagina

Inhoudsopgave

  • Emotional abuse and neglect (psychological maltreatment): A conceptual framework
  • The battered child syndrome
  • Risk factors for child neglect: A meta-analytic review
  • Methodological Moderators in Prevalence Studies on Child Maltreatment: Review of a Series of Meta-Analyses
  • The prevalence of child maltreatment across the globe
  • Negative parental attributions mediate associations between risk factors and dysfunctional parenting: A replication and extension
  • Social information processing and physical child abuse
  • Exploring the interrelatedness of risk factors for child maltreatment: A network approach
  • Physical Abuse of Children
  • Child Witnesses to Domestic Violence: A Meta-Analytic Review
  • Prospective associations between early childhood intimate partner violence exposure and middle childhood internalizing and externalizing psychopathology
  • The effect of maltreatment experiences on maltreating and dysfunctional parenting: A search for mechanisms
  • Testing the cycle of maltreatment hypothesis: Meta-analytic evidence of the intergenerational transmission of child maltreatment
  • Maternal abuse history, postpartum depression and parenting; links with preschoolers internalizing problems
  • Traumaverwerking: Waarom niet?
  • Decision making in child protection
  • Inquiries into Fatal Child Abuse in the Netherlands: A Source of Improvement?
  • Identifying effective components of child maltreatment interventions: A meta-analysis
  • Wat werkt bij de aanpak van kindermishandeling?
  • Annual Research Review: Umbrella synthesis of meta‐analyses on child maltreatment antecedents and interventions: differential susceptibility perspective on risk and resilience

Gerelateerde samenvattingen en studiehulp

Supporting content: 
Access: 
Public
Samenvatting - De kleine gids kindermishandeling - Bonnet - 3e druk

Samenvatting - De kleine gids kindermishandeling - Bonnet - 3e druk


1. De geschiedenis van kindermishandeling

Kinderen waren vroeger een onvoorwaardelijk bezit van de ouders. Kinderen werden door de ouders gezien als verzekering voor inkomen en verzorging voor wanneer ze oud zijn. Cort van der Linden was in 1896 de eerste adviseur voor een nieuwe wetgeving omtrent jonge criminelen. In 1898 bracht hij het rapport uit: ‘Het vraagstuk van de verzorging der verwaarloosde kinderen’. Hierin stonden alle instellingen die zich bezig hielden met kindermishandeling, welke maatregelen er zijn om kinderen te beschermen en aanbevelingen, zoals een overkoepelend orgaan voor alle jeugdinstanties. Hieruit ontstond in 1899 de Nederlandse Bond tot Kinderbescherming. Deze bond hield zich vooral bezig met verwaarlozing. Verwaarlozing was het gevolg van asociale gezinnen die door de industrialisatie straatarm waren. Het mishandelde kind werd gezien als een aankomend crimineel.

Er worden twee belangrijke voorbeelden van kindermishandeling gegeven. Ten eerste de zaak Mary Ellen. Dit is de eerste zaak die de media haalde. Het gaat om een meisje van 10 jaar dat bij pleegouders woonde. Een maatschappelijk werkster maakte zich ernstig zorgen om Mary Ellen, maar wist niet hoe ze in moest grijpen, omdat er geen wetten waren voor kindermishandeling. Ze ging naar Henry Bergh, oprichter van Society for the Prevention of Cruelty to Animals. Henry Bergh zorgde ervoor dat het meisje naar een weeshuis ging en de pleegmoeder gevangenisstraf kreeg. De New York Society for the Prevention of Cruelty to Children werd in 1875 opgericht. De tweede zaak is Marietje Kessels, een meisje van 11 jaar dat in 1900 verkracht en dood is aangetroffen in een kerk. De pastoor werd verdacht maar nooit veroordeeld. Een landelijk preventieproject tegen machtsmisbruik, intimidatie, grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld is vernoemd naar Marietje Kessels.

In het Burgerlijk Wetboek van 1838 stond dat ouders de plicht hebben tot opvoeden en onderhouden van hun kind. Er stond geen straf op nalatigheid. In 1874 kwam het Kinderwetje van Van Houten. Deze wet verbood fabrieksarbeid voor kinderen onder de 12 jaar. Maar deze wet zorgde niet voor verandering, omdat hij nauwelijks werd nageleefd. In 1901 kwam de Leerplichtwet. Alle kinderen van 6 tot 12 jaar zijn verplicht naar school te gaan. Daarnaast is alle kinderarbeid tot 12 jaar verboden. De Leerplichtwet leidde tot de Kinderwetten in 1905. De Kinderwetten bestonden uit drie onderdelen. Ten eerste de Burgerlijke Kinderwet die betrekking heeft op de ouderlijke macht en eventuele instelling.....read more

Access: 
Public
Collegeaantekeningen Kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop; een introductie

Collegeaantekeningen Kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop; een introductie


Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

College 1

Geschiedenis en definities

Wanneer er over kindermishandeling wordt gesproken, is het van belang om goed in gedachte te houden hoe ernstig deze zaak is. In de wetenschap wordt er gesproken over cijfers, maar in de praktijk gaat het om echte kinderen. Dit vak gaat over kindermishandeling in een levensloopperspectief: de ontwikkeling en de gevolgen van kindermishandeling van kind tot aan volwassenen komen aan bod.

Het is belangrijk om aandacht te besteden aan kindermishandeling, omdat het voor kinderen vreselijke gevolgen kan hebben, kinderen zichzelf niet kunnen verdedigen en het is ook van maatschappelijk belang, omdat de zorg voor mishandelde kinderen veel geld kost (denk aan psychische zorg, mishandelde kinderen komen ook vaak in de criminaliteit terecht).

In de geschiedenis van kindermishandeling zijn twee hoogtepunten aan te wijzen. Het eerste hoogtepunt is het verhaal van Mary Ellen Wilson (1874).  Na veel wisselingen van verzorgers komt Mary Ellen terecht in een gezin waar zij wordt mishandeld. Etta Wheeler hoorde verontrustende geluiden uit het huis. Zij probeert om Mary Ellen uit huis te laten plaatsen, maar zij krijgt geen hulp van de politie of andere instanties. Zij schakelt daarom een kennis in, die werkzaam is bij de ‘Society for the Prevention of Cruelty to Animals’. Deze kennis haalt Mary Ellen direct uit huis en enige tijd later wordt de ‘Society for the Prevention of Cruelty to Children’ in Amerika opgericht.

Een tweede hoogtepunt in de geschiedenis is het artikel van Kempe en collega’s in 1962. Dit artikel gaat over wat zij het ‘Battered Child Syndrome’ noemen. Deze artsen beschrijven kindermishandeling als een klinisch syndroom van de ouder met als gevolg fysieke en medische symptomen bij het kind, zoals botbreuken of blauwe plekken. Als arts is het van belang om na te gaan hoe een kind deze verwondingen heeft opgelopen en indien nodig het verhaal van de ouder in twijfel te trekken. Dit moet op een subtiele manier gebeuren, door bijvoorbeeld vragen te stellen als: huilt uw kind veel? Een arts moet daarom goed het verschil kennen tussen natuurlijke breuken en niet natuurlijke breuken. In dit artikel wordt de intergenerationele overdracht van kindermishandeling genoemd: ouders die als kind mishandeld zijn, zijn meer geneigd om hun eigen kinderen ook te mishandelen. Dat Kempe et al., deze intergenerationele overdracht al beschreven, toont aan dat zij veel inzicht hadden in de zaak. Deze integenerationele overdracht wordt nog steeds veel onderzocht, in latere colleges wordt hier verder op in gegaan. Ook staan er in het artikel meerdere risicofactoren , zoals alcoholisme. In dit artikel gaat het slechts om de fysieke mishandeling van kinderen. Psychologische, seksuele en emotionele mishandeling worden niet beschreven, net als verwaarlozing. Dit.....read more

Access: 
Public
Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Image

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 3 aan de Universiteit Leiden

  • Collegeaantekeningen diverse studiejaren
  • Werkgroepaantekeningen diverse studiejaren

Daarnaast zijn er diverse samenvattingen te vinden op WorldSupporter van voorgaande studiejaren

Vaders: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Vaders en hun rol in opvoeding en ontwikkeling van kinderen - Samenvatting artikelen

Vaders en hun rol in opvoeding en ontwikkeling van kinderen - Samenvatting artikelen


Artikel 1. Fathers in attachment theory and research: A review

Bretherton, I. (2010). Fathers in attachment theory and research: A review. Early Child Development and Care, 180, 9-23.

In Bowlby’s eerste theorie sprak hij niet over vaders als potentieel gehechtheidsfiguur. Ondanks ethologisch onderzoek naar de vader-kind relaties bij vogels en andere dieren, sprak Bowlby van monotropie, de neiging van kinderen om hun gehechtheidsgedrag te richten op één persoon: de moeder. Naarmate de kennis toenam, paste hij zijn ideeën aan. Er zijn vier fases te onderscheiden, waarbij elke fase gepaard gaat met bepaalde vragen en veranderingen in concepties van de kind-vader gehechtheid.

Fase 1

In de eerste fase speelden twee onderzoeksvragen een grote rol, namelijk “Kunnen vaders dienen als gehechtheidsfiguren?” en zo ja, “Is de vaderrol secundair aan de rol van moeders?”. Twee onderzoeken zijn belangrijk geweest om deze vragen te kunnen beantwoorden en hebben ertoe geleid dat Bowlby zijn theorie heeft aangepast.

Ainsworth deed bij 26 Oegandese moeder-kindparen thuisobservaties. Op de leeftijd van ongeveer 6 maanden ontwikkelden deze kinderen gehechtheidsgedragingen gericht op de moeder. Snel daarna ontwikkelden zij ook gehechtheidsgedrag naar andere figuren, zoals de vader, oma, tweede vrouw of brusjes. Hechting aan de vader was heel gewoon, één kind was zelfs alleen gehecht aan de vader en meerdere kinderen hadden een voorkeur voor de vader boven de moeder maar waren aan beide ouders gehecht.

Het tweede onderzoek werd gedaan door Schaffer en Emerson in Schotland. In het eerste levensjaar was 80% van de kinderen gehecht aan de moeder. Echter op 18

.....read more
Access: 
Public
Hoorcollegeaantekeningen bij Vaders, Pedagogiek, Universiteit Leiden (2015-2016)

Hoorcollegeaantekeningen bij Vaders, Pedagogiek, Universiteit Leiden (2015-2016)


College 1 Historie, betrokkenheid van vaders, media en academische aandacht voor vaderschap

Geschiedenis

Dit vak gaat over vaders. Het meeste onderzoek naar ouder-kind relaties is tot nu toe naar moeder-kind relaties geweest. De relatie met vader wordt niet vaak bekeken. Dit komt door meerdere redenen. Moeder brengt de meeste tijd met de kinderen door, het is lastig om vaders te betrekken in onderzoek (als vader fulltime werkt) en de rol van vader werd als minder belangrijk gezien. Tegenwoordig is er wel steeds meer aandacht voor de rol van de vader in het gezin. Er komt ook meer betrokkenheid van vaders. Er zijn nu bijvoorbeeld ook ‘papa dagen’. Ook is het vaderschap nu belangrijker door het toenemende aantal echtscheidingen. Vrouwen gaan nu ook werken, veranderingen in de gezinssamenstellingen (meer echtscheidingen zorgt voor meer gecombineerde gezinnen), dus kinderen hebben soms ook dat stiefvaders wel bij hen wonen en de biologische vaders niet. Het wordt ook steeds gewoner dat mannen op veel latere leeftijd nog meer kinderen krijgen (serial fathering). Ook door de groeiende culturele verschillen is de interesse naar invloed van vaders in het gezin toegenomen. Wouter Bos is gestopt met zijn politieke carrière om voor de kinderen te zorgen.

Barack Obama geeft het advies dat vaders liefde, structuur en kwalitatieve aandacht geven aan het kind. De kleinste momenten kunnen de grootste impact hebben op het kind.

J. Wubs (2000) heeft een artikel geschreven over de opvoedingspraktijk, de opvattingen over de rol van de vader door de jaren heen in Nederland. Dit deed zij door in 120 opvoedingsboeken die tussen 1945-1995 geschreven zijn te bekijken wat voor opvoedingsadviezen er aan vaders gegeven werden.

Lamb: in de loop van de geschiedenis hebben vaders verschillende rollen gehad. Eerst was de vader een morele leider. De vader leerde kinderen bepaalde morele waarden, bijvoorbeeld bidden en de bijbel lezen. Daarna werd de vader vooral gezien als kostwinner. Daarna als rolmodel voor de zonen (vooral) en ten slotte wordt de vader gezien als zorgende vader.

In de jaren 50/60 kwam er steeds meer betrokkenheid van vader. Vader werd gezien als een helper van de moeder. Uit de boeken bleek dat zowel de moeders zelf als deskundige vonden dat meer betrokkenheid van vaders goed was, maar dit hoefde niet evenveel als dat van de moeders te worden. Vader werd gezien als een voorbeeld voor de zoon een als een voorbeeld voor ideale man voor de dochter. Alle adviezen die aan vaders gegeven

.....read more
Access: 
JoHo members
Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Image

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 3 aan de Universiteit Leiden

  • Collegeaantekeningen diverse studiejaren
  • Werkgroepaantekeningen diverse studiejaren

Daarnaast zijn er diverse samenvattingen te vinden op WorldSupporter van voorgaande studiejaren

Violence and the brain: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

The Anatomy of Violence: The Biological Roots of Crime - Raine - 2013 - Article

The Anatomy of Violence: The Biological Roots of Crime - Raine - 2013 - Article

The minority report aims to stop crime before it happens. Following this reasoning, the Parental License Act is introduced which states that all parents have to have a license before they are allowed to have children. This dystopia might become reality one day. The first steps in this direction have already been taken, for instance Guantanamo Bay.


What is this article about?

The Biological Roots of Crime describes the idea that we will soon be able to use brain scan techniques to identify the risk of becoming a criminal. By now, we are already able to identify correlations between the development of certain brain areas and criminal behaviours. This might affect our future legal system.

What is the LOMBROSO program?

LOMBROSO stands for Legal Offensive on Murder: Brain Research Operation for the Screening of Offenders. LOMBROSO is a program in which all males are supposed to go to a hospital to have their brain scanned as soon as they turn eighteen. By doing so, it will be possible to identify criminal risk groups. Men identified as Lombroso Positive-Violence will have a 79% chance of committing a violent crime within the next five years.

Members of the category Lombroso Positive-Sex have a chance of 82% to commit rape or podophilic offenses. Males identified in the category Lombroso Positive- Homicide have a 51% chance of killing someone in the upcoming five years. Those who are identified to fall in one of these categories will be held in detention forever. These detention centers will be highly secure, but are built as a “home away from home” since its inhabitants have not committed a crime yet.

Due to this systems success, it will be taken even further. By 2049, the government will introduce the National Screening program NCSD in which all 10-year old boys will undergo a comprehensive medical, psychological, social and behavioral evaluation.

After a high risk of becoming a criminal has been identified, the parents of these children are advised to get them into residential treatment programs. These programs will be able to cut the odds of becoming criminal by more than half. Two years later, this intervention is not a parental, but a compulsory decision since parents of such a “rotten apple” are thought to be not capable of taking the responsibility of such an important decision.

What changed eight years later?

The minority report aims to stop crime before it happens. Following this reasoning, the Parental License Act is introduced which states that all parents have

.....read more
Access: 
Public
Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Image

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 3 aan de Universiteit Leiden

  • Collegeaantekeningen diverse studiejaren
  • Werkgroepaantekeningen diverse studiejaren

Daarnaast zijn er diverse samenvattingen te vinden op WorldSupporter van voorgaande studiejaren

Forensische aspecten van kindermishandeling: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Bundel Samenvattingen Voorgeschreven Artikelen bij het vak Forensische Aspecten van Kindermishandeling (2021) - Universiteit Leiden

Bundel Samenvattingen Voorgeschreven Artikelen bij het vak Forensische Aspecten van Kindermishandeling (2021) - Universiteit Leiden

Image

Dit bevat de samenvattingen van de voorgeschreven artikelen bij het vak Forensische Aspecten van Kindermishandeling aan de Universiteit Leiden. Ik heb dit vak in 2021 gevolgd en een deel van de samenvatting zelf gemaakt en een deel van JoHo gehaald toentertijd.

De volgende artikelen zijn samengevat:

Week 1:

  • Hershkowitz, I., Lamb, M. E., & Horowitz, D. (2007). Victimization of children with disabilities.
  • Lemaigre, C., Taylor, E. P., & Gittoes, C. (2017). Barriers and facilitators to disclosing sexual abuse in childhood and adolescence: A systematic review.
  • London, K., Bruck, M., Ceci, S. J.,
.......read more
Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Image

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 3 aan de Universiteit Leiden

  • Collegeaantekeningen diverse studiejaren
  • Werkgroepaantekeningen diverse studiejaren

Daarnaast zijn er diverse samenvattingen te vinden op WorldSupporter van voorgaande studiejaren

Zorg voor mensen met functiebeperkingen: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Boeksamenvatting bij de 7e druk van Children with disabilities van Batshaw

Boeksamenvatting bij de 7e druk van Children with disabilities van Batshaw


Genetica en ontwikkelingsstoornissen - Chapter 1

Sommige stoornissen zijn puur genetisch bepaald, andere stoornissen worden door de omgeving veroorzaakt. Er zijn ook condities waarin genen worden beïnvloed door hun omgeving, wat leidt tot epigenetische stoornissen.

Genetische stoornissen

Alle cellen, behalve rode bloedcellen, bestaan uit een nucleus en cytoplasma. In de nucleus bevinden zich chromosomen, structuren die de genetische code bevatten (DNA). De genetische code bestaat uit honderden eenheden van erfelijkheid: genen. De producten die nodig zijn voor de ontwikkeling van het organisme worden door onder leiding van de genen in het cytoplasma geproduceerd. De nucleus bevat de blauwdruk van de groei en ontwikkeling van het organisme en het cytoplasma fabriceert de producten die nodig zijn om de taak te volbrengen. Als er een defect in dit systeem is, kan dat leiden tot een genetische stoornis.

Chromosomen

Elk organisme heeft een aantal paar chromosomen, bij de mens zijn het er 46 die worden georganiseerd in 23 paren. 1 chromosoom in elk paar komt van de moeder en de ander van de vader. In tegenstelling tot andere cellen hebben eicellen en spermacellen maar 23 chromosomen. Van de 23 chromosomen paren worden er 22 autosomen genoemd, het 23ste paar chromosomen bevat de X en Y of de seks-chromosomen.

Celdeling en stoornissen

Cellen kunnen.....read more

Access: 
JoHo members
Children with disabilities vak Behandeling

Children with disabilities vak Behandeling

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.


Hoofdstuk 30: Vroegtijdige interventie

 

Principes van vroegtijdige interventie
Het primaire doelen van vroegtijdige interventie zijn:
1) Gezinnen ondersteunen bij het bevorderen van optimale ontwikkeling van hun kind
2) Het vergemakkelijken van de deelname van het kind in het gezin en in de gemeenschap.

Om deze doelstellingen te bereiken moet vroegtijdige interventie diensten:

  • Familie gericht en cultureel en taalkundig bevoegd zijn
  • Op ontwikkelingsgebied ondersteunend en behulpzaam zijn voor het bevorderen van de participatie van kinderen in hun natuurlijke omgeving
  • Uitgebreid, gecoördineerd en team-based
  • Geïndividualiseerd, flexibel en kunnen inspelen op de veranderende behoeften van jonge kinderen en gezinnen
  • Gebaseerd zijn op de hoogste kwaliteit van beschikbare gegevens

 

Onderzoek voor de waarde van vroegtijdige interventie
Wetenschappelijk bewijs toont aan dat vroegtijdige interventie programma's belangrijke voordelen heeft voor zowel jonge kinderen die het risico lopen voor een handicap of een handicap hebben. Daarnaast is ook bewezen dat een daling van de ontwikkeling kan worden voorkomen met vroegtijdige interventie

Onderdeel van deel c van het individu met een handicap in de Onderwijs Verbetering Wet
Het vroegtijdige interventie-systeem is in 1986 opgenomen in de Individual with Disabilities Act (IDEA). Hieronder zijn 5 componenten gespecificeerd.

 

Identificatie en doorverwijzing
Staten in de VS zijn verplicht om programma’s op te zetten om peuters en kleuters te definiëren en te identificeren die in aanmerking komen voor speciale diensten. Primaire zorgverleners zijn in de beste positie om jonge kinderen met een verhoogd risico op ontwikkelingsstoornissen of handicaps te identificeren. Het moet niet alleen gezien worden als een middel voor vroegtijdige identificatie, maar ook als hulp voor de familie om de ontwikkelingsvoortgang van het kind te begrijpen.

 

Bepaling wie in aanmerking komt voor vroegtijdige interventie diensten
Staten van de VS zijn verplicht om de criteria wanneer een kind in aanmerking komt voor vroegtijdige interventie diensten te definiëren. Huidige federale regelgevingen beschrijven categorieën wanneer een kind in aanmerking komt:

  • Het kind toont een meetbare vertraging in de ontwikkeling, zoals gedefinieerd door elke staat
  • Het kind heeft een gediagnosticeerde lichamelijke of geestelijke aandoening die een grote kans heeft op vertraging in de ontwikkeling
  • Professionals stellen vast dat een kind zich atypisch ontwikkeld en zou kunnen profiteren van vroegtijdige interventie diensten. Dit proces wordt aangeduid als geïnformeerde klinische adviezen.
    De federale wet, IDEA, geeft aan dat een kind aan de definitie van vertraging in de ontwikkeling voldoet als hij een meetbare vertraging in een of meer van de 5 gebieden heeft (cognitief, fysiek, communicatie,
  • .....read more
Access: 
Public
Artikelen Zorg voor mensen met een functiebeperking

Artikelen Zorg voor mensen met een functiebeperking

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.


 

A Een nieuwe categorie kleur: albinisme analyseren in combinatie met Title VII en de Americans with Disabilities Act

 

Introductie

Albinisme is een genetische stoornis die gekarakteriseerd wordt door absentie of ernstige reductie van pigment in de huid, haren en ogen. Het is redelijk zeldzaam, het komt voor bij 1 op de 17.000 geborenen. Albinisme komt in alle rassen en etnische groepen voor. Veel personen met albinisme zijn geheel of gedeeltelijk blind. Mensen met albinisme worden ook vaak gediscrimineerd. Albinisme is lang genegeerd in het recht, maar de schrijfster van dit artikel vindt dat albinisme beschermd moet worden onder de Civil Rights Act van 1964 en de Americans with Disabilities Act.

 

Medische implicaties van albinisme

Albinisme is een ziekte waarbij er gebrek is aan pigment. Er zijn twee primaire vormen van albinisme:

  • Ocular (voornamelijk effect op de ogen);

  • Oculocutaneous (effect op ogen, haar en huid).

     

De tweede vorm bestaat weer uit tyrosinase-negatief en tyrosinase-positief. De negatieve variant is het meest ernstig, omdat er helemaal geen pigment geproduceerd wordt. De visusproblemen zijn ook ernstiger. Mensen met de positieve variant hebben soms wat pigmint en hebben minder ernstige visuele problemen. De meeste vormen van albinisme zijn autosomaal recessief. Dat betekent dat beide ouders drager moeten zijn en dit gen doorgeven aan hun kind.

 

Visusproblemen die veel voorkomen bij albino’s zijn nystagmus, strabismus, astigmatisme en iris translucency. Door problemen met melanineproductie ontwikkelt het oog niet goed. Dit is te zien aan abnormaliteiten van het hoornvlies, of abnormaliteiten van de zenuwen die van het hoornvlies naar de hersenen gaan. Deze gebreken kunnen niet met chirurgie opgelost worden, omdat er melanine nodig is. Dit kan niet kunstmatig geplaatst worden. Verder hebben mensen met albinisme een hogere kans op huidkanker.

 

Psychosociale impact van albinisme

Er is weinig onderzoek gedaan naar de impact van albinisme. Er bestaan veel misconcepties over albinisme, waardoor er wel psychosociale impact is. Voorbeelden van die misconcepties zijn, dat albino’s rode of roze ogen hebben, dat ze mystieke creaties zijn als consequentie van dingen die ze vroeger hebben fout gedaan of dat ze duivels zijn......read more

Access: 
Public
Collegeaantekeningen Zorg voor mensen met een functiebeperking

Collegeaantekeningen Zorg voor mensen met een functiebeperking

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.


College 1 (di 5-2-2013): Geschiedenis

 

Albinisme
Albinisme is een recessief genetische aandoening waarbij individuen geen of zeer weinig pigmentatie hebben. Dit verschijnsel doet zich niet alleen voor bij mensen, maar ook bij dieren. De pigmentatie in de huid en in de haren van mensen is niet ontwikkeld. De meeste individuen hebben vaak een kwetsbare huid en een visuele beperking. Ogen van mensen met albinisme zijn vaak rood van kleur.

Concept: ‘mensen met een beperking’
Een beperking betekent niet overal en altijd hetzelfde. Vanuit het medisch model kijkt men met medische gedachten naar de beperking door middel van genetica en fysieke kenmerken. Ze hebben het dan vaak over een stoornis, syndroom, afwijking of beperking. Je kunt een beperking hebben, terwijl je geen handicap hebt. Bij een beperking wordt gebruik gemaakt van het sociale model. Hierbij staat normalisering centraal. Normalisering is het zetten van een norm en die uitdragen zodat mensen die zich niet aan de norm houden een probleem krijgen. In de zorg wordt er dan gekeken wat er fysiek aan de hand is en wat er aan gedaan zou kunnen worden. Een stigma is een teken van ‘anders zijn’. Het is een intermediair woord tussen beperking en handicap. Het markeert de grens tussen mensen die er wel bijhoren en mensen die er niet bijhoren.

 

Proces van medicalisering
Artsen en psychiaters gaven vroeger het probleem aan bij mensen met een beperking. Medicalisering houdt in dat steeds meer zaken in relatie worden gebracht met jouw welzijn en gezondheid. Disability history is de geschiedenis op het gebied van beperkingen vanuit het idee van emancipatie en macht.

 

Sociale model
Hierbij worden verschillende strategieën gebruikt. Door visibility en voice werden deze kinderen onder de aandacht gebracht waardoor geldschieters deze kinderen vaak hielpen. Hierdoor neemt kennis toe, zowel medisch als sociaal. Deze ontwikkeling gaat vaak samen met zorgend ingrijpen, maar ook ingrijpen waarbij macht een grote rol speelt.

 

Overgang naar de moderne tijd
In de vroege geschiedenis geloofden mensen sterk in het Goddelijke bestaan. Dit had vaak tot gevolg dat er heftig werd gereageerd op de geboorte van een kind met een beperking. Men wilde investeren in ‘goede’ genen. Kinderen met een beperking werden gezien als een straf van God en ze zagen geen andere manier om ermee om te gaan dan het kind te vermoorden(infanticide).
In de loop van.....read more

Access: 
Public
Notes Zorg voor mensen met functiebeperkingen, Universiteit Leiden

Notes Zorg voor mensen met functiebeperkingen, Universiteit Leiden

Aantekeningen bij de hoorcolleges uit 2015/2016.


College 1: Geschiedenis

Albinisme

Albinisme is een recessief genetische aandoening waarbij individuen geen of zeer weinig pigmentatie hebben. Dit verschijnsel doet zich niet alleen voor bij mensen, maar ook bij dieren. De pigmentatie in de huid en in de haren van mensen is niet ontwikkeld. De meeste individuen hebben vaak een kwetsbare huid en een visuele beperking. Ogen van mensen met albinisme zijn vaak rood van kleur. De prevalentie van deze aandoening is relatief zeldzaam (1:17.000). Albinisme kan leiden tot sociale uitsluiting en discriminatie op grond van de (veronderstelde) gebreken.

Concept: ‘mensen met een beperking’

Een beperking betekent niet overal en altijd hetzelfde. Vanuit het medisch model kijkt men naar de beperking door middel van genetica en fysieke kenmerken. Er wordt vaak gesproken over een stoornis, syndroom, afwijking of gebrek.

Wanneer wordt gesproken over een handicap, wordt gewerkt met het sociale model. Normalisering staat hier centraal. Dit is het vaststellen van een norm. Mensen die niet aan de norm voldoen, krijgen problemen. De zorgverleners kijken dan naar de fysieke problematiek en (gedeeltelijke) oplossingen hiervoor. 

Mensen die een berperking hebben, hebben niet vanzelfsprekend ook een handicap!

Wanneer wordt gesproken over een stigma, wordt bedoeld dat iemand 'anders' is. De betekenis zweeft tussen een beperking en een handicap in. Een stigma geeft aan wie 'er nog wel bijhoort', en wie niet.

Medisch model

Medisch gezien worden wij steeds slimmer, dit komt onder andere door de technologie en de kennis die we tegenwoordig bezitten. Het medisch model hangt samen met de ontwikkeling in de medische wetenschap. De medicalisering is begonnen doordat de eerste artsen erachter kwamen dat er bepaalde typen afwijkingen bestonden. Dit leidde tot de eerste classificatiesystemen. Deze werden gebruikt met het idee tot genezing te komen. Door de medicalisering worden er steeds meer problemen in relatie gebracht met het eigen welzijn en de eigen gezondheid. Medicalisering heeft niet alleen betrekking op medicatie, aangezien medicatie pas in de laatste decennia belangrijk werd.

Sociaal model

Kinderen met een beperking worden vaak achtergesteld. Het is daarom belangrijk om kinderen met een beperking voldoende aandacht te geven. Dit gebeurde door visibility en voice. Het sociale model stelt ook dat er niet alleen naar medische oorzaken gezocht mag worden en dat de huidige kennis en interventies mensen terug kunnen brengen naar de norm.

De new disability history is een beweging die de geschiedenis van mensen met een beperking bestudeert.

Concepten en theorieën

Het medische model:

  • classificatie
  • perspectief van genezing

Het sociale model:

  • stigma en paternalism
  • kennis en interventies
  • new disability history

Disability studies.....read more

Access: 
JoHo members
Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Image

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 3 aan de Universiteit Leiden

  • Collegeaantekeningen diverse studiejaren
  • Werkgroepaantekeningen diverse studiejaren

Daarnaast zijn er diverse samenvattingen te vinden op WorldSupporter van voorgaande studiejaren

Methoden van klinische diagnostiek: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Samenvatting bij de reader Methoden van Klinische Diagnostiek - Leiden

Samenvatting bij de reader Methoden van Klinische Diagnostiek - Leiden


Samenvatting geschreven in collegejaar 2014-2015

Reader: Neuropsychologische diagnostiek. De klinische praktijk hoofdstuk 3. Een test selecteren en afnemen

1. Inleiding

In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de operationalisatie van hypotheses. Hierbij maakt men gebruik van neuropsychologische functietests en psychologische vragenlijst. Ook zal in dit hoofdstuk besproken worden hoe men de juiste test kan kiezen om de onderzoekshypothese goed te kunnen testen. Daarnaast zal men ingaan op de vraag of een kort neuropsychologisch onderzoek kan volstaan om de onderzoekshypothese te testen of is het noodzakelijk om een uitgebreid onderzoek uit te voeren om de vraagstelling te beantwoorden.

2. De keuze van de tests

Het doel van het onderzoek en de kenmerken van de patiënt zijn bepalend voor de keuze van een test. Bovendien kiest men bij voorkeur test die kwalitatief goed zijn. Omdat de testresultaten beïnvloed kunnen worden door allerlei factoren is het verstandig om meerdere tests af te nemen. Anderzijds dien er ook een afweging gemaakt te worden of het afnemen van extra test voor deze specifieke patiënt zinvolle informatie oplevert, of dat de patiënt hier enkel mee vermoeid wordt.

2.1 kwaliteitscriteria

Een test moet valide zijn. De test moet datgene meten waarvoor de test ontwikkeld is, dit is de zogenaamde constructvaliditeit. Daarnaast moet er rekening gehouden worden met de betrouwbaarheid van de test. Een goede test heeft een kleine meetfout en een hoge test-hertestbetrouwbaarheid. Tot slot moeten de normen van de test gebaseerd zijn op een normgroep die uit voldoende proefpersonen bestaat en die een goede vergelijking met de patiënten mogelijk maakt. Volgens de AST moet een psychodiagnostisch instrument niet alleen een goede normering hebben, valide en betrouwbaar zijn, maar het meetinstrument moet ook relevant zijn. Dat wil zeggen dat het instrument gedragskenmerken moet meten die van belang zijn voor het beantwoorden van de vraagstelling. De commissie Testaangelegenheden van het NIP verzameld, beoordeeld en documenteert de gegevens over de validiteit, betrouwbaarheid en normering van Nederlands talige tests.

Ondanks dat de Cotan van elke test de uitgangspunten bij de constructie, de kwaliteit van het testmateriaal, de kwaliteit van de behandeling, de normen, de betrouwbaarheid, de begripsvaliditeit en de criteriumvaliditeit beoordeelt, kan men zijn keuze niet helemaal laten afhangen van de Cotan- beoordeling. Veel neuropsychologische tests voldoen niet aan de gestelde criteria van de Cotan.

Die criteria zijn zodanig algemeen geformuleerd dat ze weliswaar goed toepasbaar zijn in de meeste psychologische subdisciplines, maar dat ze nadelig uitpakken voor de neuropsychologie. Men moet dan, in de meeste gevallen, de neuropsychologische tests zelf beoordelen middels de testhandleiding en de handboeken van Lezak. Hierbij is het

.....read more
Access: 
Public
Notes Methoden van klinische diagnostiek (MKD), Leiden

Notes Methoden van klinische diagnostiek (MKD), Leiden

Aantekeningen bij de colleges uit 2015/2016.


College 1: Diagnostische cyclus. Klachten- en probleemanalyse: intake, anamnese, ouder/leerkrachtvragenlijst

Diagnostisch model

Diagnostisch onderzoek wordt gedaan aan de hand van de diagnostische cyclus. Onze intuïtieve klinische blik is niet te vertrouwen. In het dagelijks leven baseren we ons oordeel op basis van cognitieve vuistregels en heuristieken waar fouten in zitten. Die heuristieken zijn soms nuttig maar in het diagnostisch proces is een klinisch oordeel niet voldoende en soms zelfs sterk vertekend.

Fouten van de diagnosticus

Het is geen statisch proces. Er is dus een mogelijkheid om terug te gaan in het proces.

Er zijn een aantal ‘fouten’ die een diagnosticus kan maken.

  1. Anchoring/primacy effect: het in de oordeelsvorming bevoordelen van informatie die het eerst wordt verkregen.

  2. Excessive data collection: het verzamelen van veel meer en vaak redundante gegevens dan nodig is.

  3. Confirmation bias: Neiging om op zoek te gaan naar informatie die eigen veronderstelling ondersteunt. Bv je vermoedt ADHD en daardoor zie je de ASS kenmerken niet.

  4. Framing: neiging om symptomen te interpreteren op basis van de wijze waarop het is gepresenteerd.

  5. Availability bias: neiging om het eerste dat in je opkomt als waarheid te zien of informatie die het meest opvalt.

  6. Culturele bias: verkeerd interpreteren van culturele aspecten. Bijvoorbeeld oogcontact.

Besliskunde is het systematisch beschrijven van een beslissingsprobleem, en het methodisch vinden van een correcte oplossing daarvan ( met als gevolg dan de kans op bias minder groot is).

Bias

Tijdens bias wordt er vaak niet gekeken naar wat er statistisch gezien het meest logisch is, maar gaat men af op een representatief prototype. Men houdt in het voorbeeld op de sheets geen rekening met het feit dat er veel meer mensen psychologie studeren (statistisch gezien) dan culturele antropologie.

Diagnostisch beslismodel

Er is behoefte aan een diagnostisch beslismodel, omdat een klinisch oordeel niet altijd voldoende is en soms ook een vertekend beeld kan geven. Je kunt gedrag bekijken uit de beschikbare kennis. Wanneer men geen kennis op een bepaald gebied heeft wordt daar niet naar gekeken. Er wordt een oordeel gevormd op basis van cognitieve heuristieken.

Diagnostische cyclus van De Bruyn

Het is een voorbeeld van een empirische cyclus. Er wordt een hypothese geformuleerd rondom een probleem en rondom het klachtgedrag en deze wordt getoetst. De diagnostische cyclus wordt.....read more

Access: 
JoHo members
Collegeaantekeningen Methoden van klinische diagnostiek

Collegeaantekeningen Methoden van klinische diagnostiek

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.


College 1: Diagnostische cyclus. Klachten- en probleemanalyse: intake, anamnese, ouder/leerkrachtvragenlijst

 

Psychologische besliskunde

1.Klinische diagnostiek

2.Consumentengedrag

3.Beleidsbeslissingen

4.Oordeel van experts

5.Medische diagnostiek

 

Besliskunde = het systematisch beschrijven van een beslissingsprobleem en het methodisch vinden van een correctie oplossing daarvoor.

Goede beslissers zijn bijvoorbeeld schaakmeesters en slechte beslissers zijn onder andere klinisch psychologen. Op sheet 8 staan aan de linkerkant de goede en aan de rechterkant de slecthe (sociale) beslissers. De mensen aan de linkerkant gebruiken vaak een formule om te beslissen en beslissen dus vaak exact en de mensen aan de rechterkant niet.

Diagnostisch beslismodel
Er is behoefte aan een diagnostisch beslismodel, omdat een klinisch oordeel niet altijd voldoende is en soms ook een vertekend beeld kan geven. Er wordt een oordeel gevormd op basis van heuristieken.

Fouten van de diagnosticus
Het is geen statisch proces. Er is dus een mogelijkheid om terug te gaan in het proces. Schatten, afwegen en herzien maken onderdeel uit van het proces. Het maken van schattingen en afwegingen is gevoelig voor fouten.

1.Mensen hebben de neiging aandacht te geven aan informatie die hun eigen veronderstelling ondersteunt.

2. De kwaliteit van een professioneel oordeel is vaak bedenkelijk: de clinicus moet het eigen werk dus kritisch beoordelen. Mensen leren nauwelijks van fouten. Ook moeten clinici de effecten van hun adviezen terugvragen.

Verwetenschappelijking

1.Wetenschappeljike spelregels. het gaat om verwerven van kennis: toepassing empirische cyclus De Groot. Het gaat om observatie.

2.Zoekproces. diagnotische besluitvorming = beslissingsgestuurd: (regulatief), cyclisch verloop.

3.Modelmatig. Diagnostische cyclus: format van componenten/ stappen (prescriptief)

Empirische cyclus van De Groot (schema zie sheet 15)
Diagnostiek is een wetenschappelijk onderzoek met n=1 (één proefpersoon). De empirische cyclus is als volgt:

  1. Observatie

  2. Inductie: formulering van een “theorie” over verband tussen verschijnselen

  3. Deductie: toetsbare voorspellingen/ onderzoekshypothesen worden afgeleid

  4. Verzamelen van informatie

  5. Verwerken van informatie

  6. Terugkoppeling naar verbanden

Regulatieve cyclus (Van Strien)

  1. Probleemstelling

  2. Diagnose

  3. Plan van aanpak

  4. Interventie

  5. Evaluatie

Verschil met empirische cyclus is dat de empirische cyclus meer gericht is op het verzamelen van informatie/kennis en dat de regulatieve.....read more

Access: 
Public
Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Samenvattingen en studiehulp voor Pedagogiek B3 aan de Universiteit Leiden - Jaar 2022/2023

Image

Deze bundel bevat relevant studiemateriaal voor Pedagogische wetenschappen, jaar 3 aan de Universiteit Leiden

  • Collegeaantekeningen diverse studiejaren
  • Werkgroepaantekeningen diverse studiejaren

Daarnaast zijn er diverse samenvattingen te vinden op WorldSupporter van voorgaande studiejaren

Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2298
Last updated
04-09-2023