Literatuur samenvattingen Werken aan Normatieve Professionaliteit, Universiteit Utrecht, Bachelor 1, Blok 3 2021

 

Literatuur samenvattingen van het vak Werken aan Normatieve Professionaliteit gegeven aan de Universiteit Utrecht in blok 3 2021.

Bundle items:
Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 1 (Introductie en argumentatieleer) Universiteit Utrecht
Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 2 (Rechten en plichten) Universiteit Utrecht
Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 3 (Onderwijsvrijheid versus autonomie van het kind: artikel 23 ter discussie) Universiteit Utrecht
Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 4 (Mensbeelden en de invloed daarvan op het professioneel handelen) Universiteit Utrecht
Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 5 (Wetenschappelijke kennis als noodzakelijke of voldoende voorwaarde?) Universiteit Utrecht
Werken aan Normatieve Professionaliteit: Literatuur week 6 (Is wetenschap ook maar een mening? & Responsie) Universiteit Utrecht
Follow the author: PAP Utrecht
Content categories
This content is used in bundle:

Collegeaantekeningen en literatuursamenvattingen Werken aan Normatieve Professionaliteit, Universiteit Utrecht, Bachelor 1, Blok 3 2021

Literatuursamenvattingen bij Werken aan normatieve professionaliteit - UU

Boeksamenvatting Kernthema’s van de filosofie van Van Hees, Deeltoets 2

Boeksamenvatting Kernthema’s van de filosofie van Van Hees, Deeltoets 2


4. De opvoedbare mens

 

Dit hoofdstuk gaat over de wijsgerige antropologie. Het gaat daarbij om zelf-interpretatie: wat maakt een mens tot mens. Er worden begrippen behandeld die bijdragen aan de zoektocht naar het verschil tussen mens en dier. Deze zoektocht is al heel lang aan de gang en heeft verschillende keren een nieuwe invulling gekregen. De systematiek bleef vaag. Er hoeft niet alleen met dieren vergeleken te worden om te bepalen wat mensen zijn, maar daar wordt later op ingegaan.

 

Bewustzijn en vrije wil

De tendens in de natuurwetenschap was het kijken naar puur fysische objecten, dus het was voor de hand liggend om te zeggen dat de mens zich onderscheidde van de natuur door het hebben van een geest. Twee kenmerken van de geest zijn bewustzijn en vrije wil.

 

Mensen zijn zich bewust van de wereld om hen heen. Wat ze doormaken, maken ze ook mee. Dingen hebben betekenis voor mensen. Een boom die omgezaagd wordt, maakt dit niet mee. De natuur is en soi, bij zichzelf maar zonder zich bewust te zijn van zichzelf. Mensen zijn pour soi, zij zijn zich van zichzelf bewust. Planten en dieren kunnen wel een reactie geven op hun omgeving, maar die reactie is dan uitsluitend een verandering van interne toestand (hars wat uit een stam loopt, een worm die naar de regen kruipt). Als het object de verandering niet meemaakt, dan is die verandering betekenisloos.

Bewustzijn is in de Cartesiaanse traditie vanzelfsprekend verbonden met het onmiddellijke perspectief van het subject. Maar hoe bepaal je dat dieren geen bewustzijn hebben? We kunnen alleen van buitenaf naar een dier kijken dus we kunnen nooit met zekerheid zeggen dat een dier geen bewustzijn heeft. Het solipsisme stelt dat alleen het eigen bewustzijn bestaat en dat alles wat er buiten ons is of lijkt te zijn, niets anders is dan voorstellingen in het eigen bewustzijn. Als je twijfelt over of andere organismen ook een bewustzijn hebben, kom je uit op het other minds-vraagstuk.

Deze vraagstukken laten ons twijfelen over hoe het nou echt zit. Het solipsisme en other minds-idee zijn niet heel aantrekkelijk en er lijkt meer verwantschap tussen een aap en een mens dan tussen een boom en een mens, dus een duidelijke scheidslijn tussen mens en niet-mens is niet zo eenvoudig te maken.

 

Een ander verschil wat eventueel te maken is, is dat wij verantwoordelijk zijn voor onze keuzes. Met andere woorden: onze omgeving dwingt ons over het algemeen niet om bepaalde dingen te doen, maar we kunnen keuzes maken. Dit komt door onze vrije wil, dat anders ligt bij dieren. Een hond die.....read more

Access: 
Public
Boeksamenvatting Kernthema’s van de filosofie van Van Hees en De creatie van het mondige kind van Weijers, Deeltoets 1

Boeksamenvatting Kernthema’s van de filosofie van Van Hees en De creatie van het mondige kind van Weijers, Deeltoets 1

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.


Boek: Kernthema's van de filosofie (Van Hees, 2003)


1. Over het goede en het juiste

 

Normen en waarden

Normen en waarden spelen vaak een rol op de achtergrond bij beslissingen.

 

Een norm is een oordeel over wat wel of niet het geval zou moeten of mogen zijn. Dit gaat met name over gedragingen: wat mag wel en niet. Als iemand een oordeel heeft over wat hij vindt dat mensen zouden moeten doen of nalaten, drukt de norm een plicht uit. Een voorbeeld hiervan is een uitspraak over dat alle mensen vegetariërs zouden moeten zijn. Naast normen die plichten uitdrukken, zijn er ook normen die permissies uitdrukken. Deze normen zeggen niet dat iets moet, maar mag of niet hoeft. Een voorbeeld hiervan is een uitspraak over dat iedereen zelf mag weten of hij drugs gebruikt of niet.

 

Een waarde verwijst naar algemenere aspecten en drukken een beoordeling uit. Er wordt uitgedrukt dat iets belangrijk is, maar verder wordt geen uitspraak gedaan over hoe datgene tot stand moet komen, zoals wanneer men veiligheid belangrijk vindt. Waarden kunnen naar veel concepten verwijzen, zoals liefde, rechtvaardigheid, gezondheid, maar ook karaktereigenschappen, zoals eerlijkheid. Een karaktereigenschap waar men waarde aan hecht, wordt ook wel een deugd genoemd.

 

Normen zijn dus een concrete gedragsbepaling (plicht of permissie) en waarden zijn algemenere specten. Er is wel een relatie tussen normen en waarden. Iemand die eerlijkheid een belangrijke waarde vindt, zal als norm hebben dat iemand niet mag liegen. Een moraal is een stelsel van normen en waarden. De normen en waarden van een bepaalde cultuur of maatschappij (Nederlandse cultuur, maar ook subculturen zoals hooligans) wordt een positieve moraal genoemd.

 

De ethiek richt zich niet op de beschrijving van bestaande normen en waarden of een verklaring van het ontstaan van bepaalde normen en waarden maar op de vraag welke normen en waarden we kunnen rechtvaardigen. Er wordt dus gezocht naar de redenen die we voor de norm kunnen geven. De ehiek is dus normatief, er wordt geprobeerd tot een oordeel over normen en waarden te komen. Uitspraken die verwijzen naar een norm of waarde, zijn morele uitspraken. Uitspraken die geen moreel bevatten, noemen we a-morele uitspraken (bijv. de zon komt op in het oosten). Voor morele uitspraken moeten goede redenen te vinden zijn. Een uitspraak met een moreel.....read more

Access: 
Public
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1835 1
Last updated
11-04-2024