Studiehulp Kennismaking met Onderzoeksmethoden en Statistiek - UU (2022/2023) - Psychologie

 

This content is used in bundle:

Psychologie jaar 1 - UU (2022-2023)

Studiehulp Klinische Psychologie - UU (2022-2023) - Psychologie

Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek (Universiteit Utrecht)

Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Kwalitatief (Universiteit Utrecht)

Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Kwalitatief (Universiteit Utrecht)

Theorie, Toepassing en Test bij Kwalitatieve onderzoeksmethoden en Statistiek

SPI(C)E

  • Theorie: Dit is het acroniem voor kwalitatief onderzoek. Staat voor de volgende elementen:
    • Setting: waar, in welke context
    • Perspective (of Population): voor wie
    • Interst: wat?
    • (Comparison): vergeleken met wie/wat
    • Evaluation: met welk resultaat
  • Toepassing: SPICE wordt gebruikt om de verschillende aspecten van het kwalitatieve onderzoek op te delen. Aan de hand van SPICE kun je zien of je onderzoeksvraag goed is. De onderzoeksvraag moet namelijk alle onderdelen van SPICE bevatten (op Comparison na).
  • Test: Welke betekenis geven vluchtelingen in Europa, met verschillende culturele achtergronden, aan het begrip ‘veerkracht’.
    Geef bij deze onderzoeksvraag alle componenten van het acroniem SPICE aan.

Betrouwbaarheid

  • In theorie: Hier gaat het om de consistentie van de uitkomst van de meetmethode. Als het onderzoek opnieuw uitgevoerd wordt, moeten de uitkomsten hetzelfde zijn als bij het originele onderzoek. Dat is betrouwbaarheid.
  • In toepassing: Vaak wordt een betrouwbaarheid van minimaal 95% aangehouden. Dat is de kans dat bij herhaling de onderzoeker op dezelfde resultaten komt.
  • In test: Sanne meet met een zelfgemaakte vragenlijst hoeveel studenten stress ervaren door een naderende tentamenweek. Uit de gegevens van eerder onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat 80% van de studenten stress ervaart in deze periode. Sanne komt uit op een percentage van slechts 4%. Ze voert de meting meerdere keren uit, maar komt steeds op hetzelfde resultaat. Wat valt er te zeggen over het meetinstrument van Sanne?
  1. Het meetinstrument is niet valide, wel betrouwbaar
  2. Het meetinstrument is wel valide, niet betrouwbaar
  3. Het meetinstrument is zowel valide, als betrouwbaar
  4. Het meetinstrument is niet valide en niet betrouwbaar

Validiteit

  • In theorie: In hoeverre jouw resultaten ook echt de werkelijkheid representeren. Komen de resultaten overeen met de werkelijkheid?
  • In toepassing: Een hoge interne validiteit zorgt voor kwalitatief hoge onderzoeksresultaten. Externe validiteit gaat over de generaliseerbaarheid: in hoeverre gelden deze onderzoeksresultaten nu voor de populatie?
  • In test: Berend doet onderzoek naar het voorkomen van depressies onder 65+'ers . Hij gebruikt hiervoor een vragenlijst die hij afneemt onder de participanten van het onderzoek. Koen besluit het onderzoek van Berend ook uit te voeren met dezelfde vragenlijst. Koen komt echter op compleet andere resultaten dan Berend. Welke waarde komt hier vooral in het geding?
  1. De betrouwbaarheid van het onderzoek
  2. De validiteit van het onderzoek
  3. Geen van beiden

Triangulatie

  • In theorie: Triangulatie is het combineren van verschillende dataverzamelingsmethodes. Er zijn vier soorten triangulatie die je moet kennen.
  • In toepassing: Triangulatie is een goede toevoeging aan een onderzoek. Meerdere en verschillende soorten data worden gecombineerd.
  • In test: Een databank met bestaande gegevens (oude interviews) wordt gebruikt voor een onderzoek. Daarnaast worden participanten geobserveerd in hun gedrag tijdens het experiment. Welke vorm van triangulatie wordt hier gebruikt?
  1. Methoden triangulatie
  2. Data triangulatie
  3. Onderzoeker triangulatie
  4. Theoretische triangulatie

Methoden triangulatie

  • In theorie: Kwalitatieve data worden gecombineerd met kwantitatieve data. Voorbeeld: een interview en een vragenlijst wordt afgenomen.
  • In test: In een onderzoek naar ADHD
.....read more
Access: 
Public
Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Correlationeel (Universiteit Utrecht)

Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Correlationeel (Universiteit Utrecht)

Theorie, Toepassing en Test bij Correlationele onderzoeksmethoden en Statistiek 

PAC

  • In theorie: Dit is het acroniem voor correlationeel onderzoek en staat voor de volgende elementen: 
    Population: Wie, de groep mensen of objecten die de onderzoeker wilt onderzoeken
    Association: Het verband of de relatie. De onderzoeker geeft aan wat voor soort relatie er verwacht wordt.
    Constructs: De kenmerken die de onderzoeker van de mensen wil weten en meten en waartussen er een verband verwacht wordt.
  • In toepassing: Dit acroniem wordt gebruikt bij het ontleden en overzichtelijk maken van een correlationele onderzoeksvraag.
  • In test: Benoem de letters van het acroniem PAC bij de volgende onderzoeksvraag: Veroorzaakt een toename in social media contact vooraf voor meer plezier bij de eerste date?

Causaliteit

  • In theorie: Bij causaliteit spreken we van onderzoeksvragen die een oorzaak / gevolg verband beschrijven. 

  • In toepassing: Er zijn drie voorwaarden verbonden aan het begrip causaliteit, namelijk: covariance, temporal precedence en internal validity.

  • In test: Bij een verband is er altijd sprake van causaliteit. Waar of niet waar?

  1. Waar

  2. Niet waar

Covariance

  • In theorie: Er moet een relatie zijn tussen de oorzaak en het gevolg.

  • In toepassing: Als het ene aspect verandert, verandert als gevolg het andere aspect.

  • In test: Stijn doet onderzoek naar de verschillen in hoeveelheid depressie tussen extraverte en introverte mensen. Hij gebruikt hiervoor gegevens en weet hierbij hoeveel extraverte mensen er in behandeling zitten vergeleken met hoeveel introverte mensen er in behandeling zitten. Hij trekt de conclusie dat extraverte mensen vaker last hebben van een depressie.

  1. Covariance
  2. Temporal precedence
  3. Internal validity

Temporal precedence

  • In theorie: De oorzaak moet in de tijd voorafgaan aan het gevolg.

  • In toepassing: Om te kunnen spreken van causaliteit is het noodzakelijk dat het ene aspect eerst verandert en dat daardoor (dus erna) het andere aspect ook verandert.

  • In test: Bart denkt bijna rond te zijn met zijn onderzoek. Hij weet bijna zeker dat hij een causaal verband heeft aangetoond. Bij een van de laatste metingen zorgt een verandering in de onafhankelijk variabele echter niet voor een verandering in de afhankelijke variabele. Welke voorwaarde voor causaliteit wordt hiermee geschonden?

  1. Covariance
  2. Temporal precedence
  3. Internal validity

Internal validity

  • In theorie: Alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie moeten zijn uitgesloten.

  • In toepassing: Bijvoorbeeld, je doet onderzoek naar social media contact vooraf en het plezier op de eerste date. Plezier van de eerste date hoeft niet alleen maar te komen door social media contact, maar kan ook door de karaktereigenschap van de participanten komen. Dit is dan de alternatieve verklaring.

  • In test: Bij een onderzoek wil Maureen de causaliteit aantonen. Ze wil de invloed van twee glazen water drinken op de toetsresultaten onderzoeken. Ze komt er achteraf achter dat de participanten pas na de toets de twee

.....read more
Access: 
Public
Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Experimenteel (Universiteit Utrecht)

Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Experimenteel (Universiteit Utrecht)

Theorie, Toepassing en Test bij Experimentele onderzoeksmethoden en Statistiek 

PICO

  • In theorie: Dit is het acroniem voor correlationeel onderzoek en staat voor de volgende elementen: 
    Population: Wie, de groep mensen of objecten die de onderzoeker wilt onderzoeken
    Intervention: Wat manipuleer je, welke interventie voer je uit.
    Comparison: De controlegroep, met wie vergelijk je de experimentele conditie
    Outcome: De onafhankelijke variabele
  • In toepassing: Dit acroniem wordt gebruikt bij het ontleden en overzichtelijk maken van een experimentele onderzoeksvraag. De interventie (de experimentele conditie) en de comparaison (de controlegroep) maken samen de gemanipuleerde variabele.
  • In test: Martin voert een onderzoek uit. Het onderzoek luidt als volgt: Met behulp van simulatiespel (waarin men wel of niet wordt buitengesloten) wordt er gekeken of er een verschil in stemming is na afloop tussen degenen die wel en niet buitengesloten worden. Benoem hier alle letters van het acroniem PICO.

Inferentiële statistiek

  • In theorie: Bij inferentiële statistiek wordt er gekeken of we het steekproefresultaat mogen generaliseren naar de populatie.
  • In toepassing: Inferentiële statistiek heeft betrekking op de externe validiteit: in hoeverre je de resultaten van je onderzoek kunt generaliseren naar een grotere groep.
  • In test: De volgende uitspraak wordt gedaan: Hoe hoger de externe validiteit hoe beter je de resultaten van je onderzoek kunt generaliseren naar een grotere groep. Waar of niet waar?
  1. Waar
  2. Niet waar

Nulhypothese

  • In theorie: Bij de nulhypothese wordt er beweerd dat er geen effect is, er is geen verschil tussen de groepen. De nulhypothese is ook wel H0.
  • In toepassing: De nulhypothese wordt gebruikt bij NHST: Nulhypothese Significantietoetsing. Hier wordt geprobeerd om H0 te verwerpen, waardoor de alternatieve hypothese waar is. De nulhypothese mag verworpen worden wanneer de p-waarde klein genoeg is.
  • In test: Stel een nulhypothese op bij de volgende onderzoeksvraag. Wat is de invloed van de hoogte van het inkomen op de band met je familie.
  1. Hoe hoger het inkomen hoe beter de band met je familie
  2. Hoe hoger het inkomen hoe slechter de band met je familie
  3. Er is geen effect van de hoogte van het inkomen op de band met je familie

Type I fout

  • In theorie: De nulhypothese is waar, maar de onderzoeker verwerpt de nulhypothese toch wel. Dan is het een type I fout.
  • In toepassing: Een type I fout is foutief de nulhypothese verwerpen.
  • In test: Rayen heeft een type II fout gemaakt. Wat heeft hij in dit geval met de nulhypothese gedaan?
  1. Rayen heeft H0 verworpen, terwijl H0 fout was.
  2. Rayen heeft H0 verworpen, terwijl H0 goed was.
  3. Rayen heeft H0 niet verworpen, terwijl H0 fout was.
  4. Rayen heeft H0 niet verworpen, terwijl H0 goed was.

Type II fout

  • In theorie: De nulhypothese is niet waar, maar de onderzoeker verwerpt de nulhypothese niet. Dan is het een type II fout.
  • In toepassing: Een type II fout is foutief de nulhypothese behouden en dus niet verwerpen.
  • In test: Merel heeft
.....read more
Access: 
Public
Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Integriteit (Universiteit Utrecht)

Begrippenlijst en testvragen bij Kennismaking en Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Integriteit (Universiteit Utrecht)

Theorie, Toepassing en Test bij Integriteit van onderzoeksmethoden en Statistiek 

Eerlijkheid

  • In theorie: Het principe eerlijkheid gaat over dat je op een eerlijke manier aan je resultaten komt.
  • In toepassing: Er mag bij onderzoek geen sprake zijn van fabricage en plagiaat. Opzettelijke schending valt onder het principe eerlijkheid.
  • In test: Mark voert een onderzoek uit en vindt hierbij een opvallende uitschieter. Hij denkt dat de meting bij dit specifieke geval verkeerd is gegaan en besluit de uitschieter te verwijderen. Hij benoemt dit echter niet in zijn onderzoek. Welk principe komt hierbij in het geding?
  1. Eerlijkheid
  2. Zorgvuldigheid
  3. Transparantie
  4. Onafhankelijkheid

Zorgvuldigheid

  • In theorie: Het principe zorgvuldigheid gaat over dat je zorgvuldig aan je gegevens moet komen tijdens een onderzoek. Het gaat hier om precisie.
  • In toepassing: Onopzettelijke schending valt onder het principe zorgvuldigheid.
  • In test: In het theoretische deel van Kirsten gebruikt ze verschillende bronnen van Wikipedia. Omdat het Wikipedia is, komt ze niet achter de precieze auteur. Ze besluit daarom een verwijzing te maken naar de algemene site van Wikipedia en schrijft dat op in haar bronnenlijst. Welk principe komt hierbij in het geding?
  1. Eerlijkheid
  2. Zorgvuldigheid
  3. Transparantie
  4. Onafhankelijkheid

Transparantie

  • In theorie: Het principe transparantie gaat over dat je transparant moet zijn tijdens je onderzoek.
  • In toepassing: Je moet altijd duidelijk aangeven wat en waarom je iets doet of gedaan hebt.
  • In test: Mohammed doet onderzoek naar waterkwaliteit in de buurt van fabrieken. Zijn vader die in dienst is bij een van die fabrieken is erg geïnteresseerd in het onderzoek van zijn zoon. Hij besluit zijn zoon een bijdrage te geven voor het onderzoek op voorwaarde dat de fabriek waar hij werkt het onderzoek mag inzien voor publicatie. Welk principe komt hierbij in het geding?
  1. Eerlijkheid
  2. Zorgvuldigheid
  3. Transparantie
  4. Onafhankelijkheid

Onafhankelijkheid

  • In theorie: Het principe onafhankelijkheid gaat over dat je onafhankelijk moet zijn tijdens je onderzoek. Je opereert als onderzoeker niet in het belang van bijvoorbeeld een bedrijf.
  • In toepassing: Als je iets in opdracht van een bedrijf doet, moet je dit aangeven in je onderzoek, anders komt het principe transparantie in het geding.
  • In test: Kees doet onderzoek naar mentale klachten. Hij neemt interviews af met mensen met mentale klachten en laat hen een verhaal vertellen dat slechte herinneringen naar boven brengt. Hij heeft de deelnemers van tevoren gewaarschuwd dat het een heftig onderzoek kan zijn. Welk principe komt hierbij in het geding?
  1. Zorgvuldigheid
  2. Transparantie
  3. Onafhankelijkheid
  4. Verantwoordelijkheid

Verantwoordelijkheid

  • In theorie: Het principe verantwoordelijkheid gaat over dat je verantwoordelijk je onderzoek moet uit voeren.
  • In toepassing: Voer onderzoek uit dat relevant is, zonder daarbij schade aan mensen of dieren te doen.
  • In test: Suus voert een onderzoek uit en vindt een uitschieter. Omdat deze uitschieter totaal niet bij haar verwachtingen past, focust ze zich eerst op de andere resultaten. Uiteindelijk is ze de uitschieter vergeten mee te nemen in haar onderzoek. Welk principe komt
.....read more
Access: 
Public

De belangrijkste begrippen bij kennismaking en toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek (Universiteit Utrecht)

De belangrijkste begrippen bij kennismaking en toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Kwalitatief (Universiteit Utrecht)

De belangrijkste begrippen bij kennismaking en toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Kwalitatief (Universiteit Utrecht)

Image

De belangrijkste begrippen bij kwalitatief onderzoek op een rijtje

Theorie

  • In theorie: Een theorie is een geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in onderlinge samenhang worden beschreven. In de wetenschap is een theorie een getoetst model ter verklaring van waarnemingen van de werkelijkheid.

Empirisch

  • In theorie: Empirisch onderzoek is onderzoek dat gebaseerd is op eigen ervaring. Hierbij wordt gebruik gemaakt van directe of indirecte waarnemingen. Empirisme is een kenmerk van wetenschappelijk onderzoek.

Controleerbaar

  • In theorie: De resultaten van een onderzoek moeten controleerbaar zijn. Wanneer andere onderzoekers een vergelijkbaar onderzoek doen, moeten de verwachtingen van het onderzoek kunnen worden bevestigd of weerlegd. Controleerbaarheid is een kenmerk van wetenschappelijk onderzoek.

Probabilistisch

  • In theorie: Het probabilisme is de leer dat zegt dat het onmogelijk is om de absolute waarheid te kennen, ze zoekt meer om de waarschijnlijkheidsgraad te kunnen bepalen. Er is een kans dat we het ene zien, maar dat toch het andere waar is. Het tegenovergestelde van probabilistisch is deterministisch: als je dit doet, gebeurt dat altijd. Probabilistisch is een kenmerk van wetenschappelijk onderzoek.

Falsifieerbaar

  • In theorie: Een theorie moet weerlegd kunnen worden aan de hand van verzamelde gegevens. De theorie moet ‘’verwerpbaar zijn’’. Falsifieerbaarheid is een kenmerk van een goede wetenschappelijke theorie.

Spaarzaam

  • In theorie: De stelling is dat wanneer er verschillende hypotheses zijn die een verschijnsel in gelijke mate kunnen verklaren, die hypothese gekozen moet worden die de minste aannames bevat en het kleinste aantal entiteiten veronderstelt. Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze complexer te maken. Spaarzaamheid is een kenmerk van een goede wetenschappelijke theorie.

Fundamentele onderzoeksvraag

  • In theorie: Een fundamentele onderzoeksvraag wordt ook wel “zuivere” wetenschap genoemd omdat het kennis vanwege kennis is, zonder een concrete toepassing. Het richt zich op de basismechanismen en leidt tot ontdekkingen die bijdragen tot een beter begrip van hoe iets werkt. De onderzoeker zoekt naar algemene informatie, zoals: ‘’Wat gebeurt er in het brein van een narcist.’’

Toegepaste onderzoeksvraag

  • In theorie: Toegepast onderzoek start met een handelingsprobleem van de praktijk. In toegepast onderzoek wordt bestaande wetenschappelijke kennis toegepast op het analyseren en oplossen van praktijkproblemen. Bijvoorbeeld het maken van een interventie: ‘’Kunnen we Instagram op een of andere manier aanpassen, zodat het minder leidt tot narcistische trekjes?’’

Translationele onderzoeksvraag

  • In theorie: Je gaat hier van het ene onderzoek over in het andere. Je gaat van de praktische interventie een stap verder: ‘’Waarom werkt deze versie van Instagram beter?’’ of  ‘’Wat doet deze versie van Instagram met een narcist?’’

Kwalitatieve gegevens

  • In theorie: Een kwalitatief gegeven is een woord, een zin of een stuk uitgesproken of neergeschreven tekst. Denk aan interviews, teksten of opnames.

Kwantitatieve gegevens

  • In theorie: Een kwantitatief gegeven is een getal. Denk aan gewicht, lengte, aantal keer lachen.

Respondent

  • In theorie: Iemand die antwoordt. Een respondent is iemand die antwoordt op een responsiecollege. Iemand die een enquête beantwoordt wordt ook
.....read more
Access: 
Public
De belangrijkste begrippen bij kennismaking en toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Correlationeel (Universiteit Utrecht)

De belangrijkste begrippen bij kennismaking en toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek: Correlationeel (Universiteit Utrecht)

Image

De belangrijkste begrippen bij correlationeel onderzoek op een rijtje

PAC

  • In theorie: Dit is het acroniem voor correlationeel onderzoek en staat voor de volgende elementen: 
    Population: Wie, de groep mensen of objecten die de onderzoeker wilt onderzoeken
    Association: Het verband of de relatie. De onderzoeker geeft aan wat voor soort relatie er verwacht wordt.
    Constructs: De kenmerken die de onderzoeker van de mensen wil weten en meten en waartussen er een verband verwacht wordt.

Positieve of stijgende relatie

  • In theorie: Een positieve relatie is wanneer een toename in de onafhankelijke variabele ook een toename in de afhankelijke variabele veroorzaakt. Voorbeeld: Plezier van de eerste date neemt toe met meer contact via social media vooraf.

Negatieve of dalende relatie

  • In theorie: Een negatieve relatie is wanneer een toename in de onafhankelijke variabele een afname in de afhankelijke variabele veroorzaakt. Voorbeeld: Hoe langer vluchtelingenkinderen in een AZC wonen, hoe kleiner de kans op een verblijfsvergunning.

Causaliteit

  • In theorie: Bij causaliteit spreken we van onderzoeksvragen die een orzaak / gevolg verband beschrijven. Er zijn drie voorwaarden verbonden aan het begrip causaliteit, namelijk: covariance, temporal precedence en internal validity.

Covariance

  • In theorie: Er moet een relatie zijn tussen de oorzaak en het gevolg.

Temporal precendence

  • In theorie: De oorzaak moet in de tijd voorafgaan aan het gevolg.

Internal validity

  • In theorie: Alternatieve verklaringen voor de gevonden relatie moeten zijn uitgesloten.

Systematisch / kwantitatief observeren

  • In theorie: Systematisch observeren is echt bepaalde activiteiten turven. Voorbeeld: ''9 van de 10 kinderen hebben een scooter bereden, er is 1 keer onenigheid geweest tussen 2 kinderen. Elke 5 minuten was er onenigheid tussen 2 kinderen.'' Systematisch observeren zie je vaak bij kwantitatief onderzoek.

Kwalitatief observeren

  • In theorie: Hier wordt niet geteld zoals bij kwantitatief onderzoek, maar hier wordt meer omschreven. Voorbeeld: ''De kinderen rijden rondjes op de scooter. Ze vinden dit een leuke activiteit en veel kinderen lachen.'' of ''Tijdens het scooterrijden lijken de kinderen minder onenigheid te hebben met elkaar.''

Likert schaal

  • In theorie: Dit is een schaalscore met links de optie ''helemaal oneens'' en rechts de optie ''helemaal eens''. In het midden staat vaak nog de optie ''neutraal''.

Conceptuele definitie

  • In theorie: Wat de onderzoeker precies met het theoretische begrip bedoelt. Dat is de conceptuele definitie. Als het theoretische begrip ''plezier van de eerste date'' is, dan zal een voorbeeld van een conceptuele definitie kunnen zijn: ''De mate waarin de persoon een gevoel van blijheid, ontspannenheid en vrolijkheid heeft en zichzelf vermaakt gedurende de date''.

Operationele definitie

  • In theorie: De operationele definitie is de vraag hoe de onderzoeker het begrip gaat meten. Welk meetinstrument wordt hiervoor gebruikt?  Een voorbeeld is een vragenlijst met vragen die blijheid, ontspannenheid, vrolijkheid en vermaak tijdens de date adresseren wat resulteert in een schaalschore tussen de 4 en de 20.

Er zijn verschillende meetniveaus.

- Nominaal meetniveau

  • In theorie: Deze data geven geen
.....read more
Access: 
Public
More contributions of WorldSupporter author: Hugo
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1020 1 1
Last updated
21-03-2023